LaatiIANSHOLTiüpKOEiENriEUEN Laat U niet wegdrukken in een hoekje Harde waarheid 5 BOERENIK HEB RESPECT VOOR U IIIER ben ik dan, een doodgewone boerin, ergens uit het Noorden des lands, die de eer is te beurt gevallen, hier een enkel woord tot u te richten. Hoe wel het toespreken van zo'n specifieke mannen-ver gadering niet mijn dagelijks werk is, heb ik toch deze kans met beide handen aangegrepen. Immers zo'n unieke gelegenheid, waarbij ik eens echt van hart tot hart over en met onze boeren zou kunnen spreken, waarbij ik ze misschien een hart onder de riem zou kunnen steken, zou ik niet gauw weer krij gen. Aldus mevrouw Bokma, die als enige vrouw op deze demonstratieve bijeenkomst van de 3 C.L.O. het woord voerde. En toch moet de boer weten dat de boerin volledig naast hem staat, dat ze met hem vech ten wil, ^Dor een leefbaar klimaat, dat ze alles, wat met de boerenstand te maken heeft een warm hart toedraagt. Maar ook dat ze tegelijkertijd oren en ogen open heeft om tot ontdekking te komen dat het niet goed gaat met de boer. Zo, als vertegenwoordigster van alle boerinnen uit den lande en als ambassadrice van alle boeren uit den lande, maakte mevrouw Bok ma enkele opmerkingen. Nu moet u niet van mij verwachten, dat ik u eens precies ga zeggen hoe of het wel en hoe of het niet zou moeten, daartoe ben ik niet bevoegd. Ik ga pro beren u het portret te schilderen van de boer van vandaag de dag.Dat is geen eenvoudige zaak, te meer daar het iemand aangaat die je zo na aan het hart ligt. U weet net zo goed als ik dat het geen „voordelig" portret zal worden, maar dat het zal grenzen aan een karikatuur. Maar mijnheer de voorzitter, wij nemen dat niet langer Vindt u ook niet dat er zo langzamerhand genoeg over de boer gezegd en gesproken is? U kunt bijna dagelijks in de kranten lezen, hoe kritiek de situatie is, zelfs de televisie besteedt er de nodige aandacht aan. Maar mensen, we zijn al jaren aan het praten. En ziet u resultaat Ik niet Het wordt tijd dat we eens ophouden met praten, het wordt tijd dat de boer zijn gezicht eens laat zien, het wordt tijd dat er ein delijk eens iets gedaan wordt b.v. dat er eens flink hard aan de bel getrokken wordt zodat de regering en het Nederlandse volk wakker schrikken en zich de ogen uitwrijven. Dan zien ze misschien de beteke nis van de woorden: „leven in wereldwijdverband". Dan zullen ze misschien tot de conclusie komen dat de boeren ook daartoe behoren. Het moet toch niet zo zijn dat een deel van de bevolking steeds maar weer in een hoek gedrukt wordt, zodat ze niet aan echt leven toekomen. Het moet toch niet zo zijn, dat een ander deel van de bevolking als levensdevies heeft: „als ik het maar heb" IN een tijd, waar ieder het woord „medemenselijk - heid" op z'n lippen heeft en waarin ieder meent deze medemenselijkheid alleen maar te kunnen uit oefenen in de onderontwikkelde gebieden, zou ik u willen toeroepen, vergeet uw naaste niet en dan zou het wel eens kunnen zijn dat die naaste uw buurman is. Laten de volgende woorden toch nooit bewaarheid worden. „Mijn rechter buurman is vannacht gestor ven, hij zat in geldnood en kon het leven niet meer aan. Hij had zich hier geen goed bestaan verworven maar och, het was een boer, dus kon hij rustig gaan. Mijn rechter buurman is vannacht gestorven en ik heb nooit iets tot zijn behoud gedaan!" Weet u wat dat betekent, te leven in wereldwijd verband? Dat betekent: openstaan voor de ander. Dat is wat anders dan medelijden hebben met de ander. Medelijden vragen we niet, willen we niet, maar wel begrip, zowel van regeringszijde als van het Neder landse volk - Wij leven in een democratisch land en we weten allen wat dat betekent. Daarom zou ik willen pleiten voor onze boeren. Hebben zij geen recht op een leef baar klimaat, hebben zij geen recht op loon naar werken? Hebben zij geen recht om man en vader te zijn er. te leven temidden van hun gezin? Komt het niet dikwijls voor dat het gezinsleven van de boer zich afspeelt in de stal Moet de boer verlaagd wor den tot eer. nieuw soort „werkezel", die voor zijn tiid oud en uitgeblust is? Is dat leven in wereldwijd ver band Maar ik wil niet alleen pleiten voor de boeren, ook hun kinderen zou ik graag gelukkig zien. Maar hoe kunnen ze zich gelukkig voelen met het zwaard van Damocles boven hun hoofd Al vroeg leren ze mee aanpakken, maar ook al vroeg leren ze de zorgen van hun ouders kennen. En dat is misschien niet zo erg. Maar wat ik wel erg vind is, dat hun vader zo weinig tijd voor hen heeft. Een kind is daar gevoelig voor, het drukt dan ook een stempel op z'n hele leven en heel dikwijls krijgt het een afkeer van het werk van z'n vader. Ik ben een tijdje werkzaam geweest aan een lagere landbouwschool en ik vergeet nooit meer de enigszins ironische opmerking van een van mijn leerlingen die zei: mijn vader heeft spreekuur in de stal van 's morgens vijf tot 's avonds 9. Is dat leven in wereldwijd verband? EN tochboeren, ik heb respect voor u! U bent staande gebleven ondanks de grote druk die er op u uitgeoefend werd en nog wordt. Ik zou alle boerinnen willen toeroepen: „Sta naast uw man, help hem door deze moeilijke fase heen, probeer er samen van te maken wat u kunt. Want het gaat hier om het erfdeel uwer vaderen. Hou dit erfdeel in ere, ver kwansel het niet U bent dit verplicht aan uw grote voorvader Adam, de eerste boer op aarde. Maar dan komt onherroepelijk het beeld van die grote man mij voor ogen. Die grote man, zowel letterlijk als figuur lijk, met zijn grote plannen. U weet allen wie ik be doel, de heer Mansholt, een grootmeester in het plan nen maken en in het stellen van prognoses. Nu ga ik u hier niet het plan-Mansholt uit de doeken doen, daarover bent u al genoeg geïnformeerd. En wie ben ik, dat ik mij een oordeel zou aanmatigen over het werk van zulke ter zake kundige mensen? Wel heb ik er mij enigszins in verdiept en u moet het mij niet kwalijk nemen dat ik er toch even met u over wil praten. Weet u, ik ben wel eens bang dat die grote heren heel goed in de theorie zijn, maar dat ze van de prak tijk weinig kaas hebben gegeten. Maar wanneer een mens plannen maakt moeten ze ook praktisch uit voerbaar zijn. Zeker, er zal een percentage boeren moeten verdwijnen, maar zoveel als de heer Mans- holt zich voorstelt, lijkt mij een onmogelijke zaak. Trouwens ik geloof ook dat het Nederland niet ten goede zou komen, dat er zoveel boeren hun bedrijf vaarwel gaan zeggen. COMS slaat je de schrik om het hart als je denkt aan de boeren in het jaar 2000. Laten we er eens van uitgaan dat het plan-Mansholt verwezenlijkt is en wat zien we dan? Niets is er over van het mooie Friesland. De groene weiden zijn leeg, geen vee graast er in. Stel u voor, dat mooie Friese zwartbonte vee, opgeborgen in de grote ligboxstallen, die we overal aantreffen. En als we eens een kijkje gaan nemen in die lig boxstallen, wat zien we dan? Koeien zonder horens, die je aankijken met een weemoedige blik, waarin duidelijk te lezen staat: „Schijnt de zon niet meer voor ons?" Een soort robot-boer geeft ons tekst en uitleg maar we missen het enthousiasme, dat toch geen enkele boer mag ontbreken, wil hjj z'n werk goed doen, maar ja van robots kun je geen enthou siasme verwachten, dat zijn dan ook een soort auto maten. Misschien zie ik het te somber in en natuur lijk moet de boer zich aanpassen aan de moderne ontwikkeling, net als iedereen. Maar ik zou de regering met klem willen verzoe ken: Denk aan ons land in het algemeen en aan de boer in het bijzonder. Maak niet alleen uw plannen klaar achter de groene tafel, maar schakel de boeren zelf in. Ga niet alleen uw licht opsteken op proef- boerderijen, maar ga ook eens naar een middelgrote of zelfs kleine boerderij. Het zal u alleen maar ten goede komen! Tot slot nog één oproep tot de boeren. Laat u niet wegdrukken in een hoekje, laat uw gezicht zien, zorg er voor dat ze u niet gaan aanzien voor een nieuw soort werkezel, ik zou willen zeggen: boer wordt mens! Dan zullen we met elkaar kunnen roepen, ja misschien wel jubelen: en de boer, hij ploegde voort Aldus mevrouw Bokma. danza lhuzekersnelvervelkenj jl: "hi m if MINIMUMEISEN NEDERLANDSE VEEHOUDERIJ GEACHTE vergadering, collegae veehouders van Nederland in het bijzonder, ik wil namens 125.000 veehouders in Nederland een poging doen om uw problemen, uw zorgen, uw bedrijfsmoeilijkhedcn, uw gezins- en toekomstmoeilijkheden en mogelijk heden te vertolken. Dat maakt met medewerkers en gezinnen, die van de resultaten van de veehouderij afhankelijk zijn, een goed half miljoen mensen in Nederland. Ruim voldoende om bijzondere aandacht voor te vragen. Naast de waardering die ook wij hebben voor uw landbouwprogramma voor de periode 19711975, mijnheer de voorzitter, ontkom ik er niet aan cen traal te stellen de inkomenspositie van de veehou der. Aldus de heer Verhoef uit de provincie Utrecht die in het bijzonder de aandacht van de demonstra tieve 3 C.L.O.-vergadering vroeg voor de problemen van de veehouderij in Nederland. INKOMENSPOSITIE De heer Verhoef gebruikte daarbij als voorbeeld de berekeningen van het L.E.I. voor het westen en midden van Nederland. Daaruit lezen wij, dat indien er per 1 april a.s. een prijsverhoging van 5 voor melk en 10 voor rundvlees gerealiseerd wordt, een inkomen haalbaar wordt van 13.000,bij een ar beidsweek die ook nu in 197172 de zestig uren veel al passeert. Dat betekent voer de veehouder in west en midden-Nederland dat dit inkomen 1700,lager is dan in 196970 en 800,lager dan in 196869. Rekening houdende met de werkelijke kostenstijgin gen. Wat zijn de voorstellen van de Europese Com missie (voorstellen waar de heer Mansholt zich zelfs nog tegen verzet) Melkprijs met 4 en vleesprijs met 5 te verhogen en deze laatste een jaar later nog een keer met 5 Wat betekent dit voor ons inkomen in verhouding tot 196970? Geen 1700,maar een teruggang van ongeveer 3000,Een teruggang van bijna 23 in 2 jaar tijd Ik neem zonder meer aan, dat dit voor u en voor mij, maar ook voor elke andere Ne derlander onaanvaardbaar is, temeer omdat het in komen van 13.000,— al onvoldoende is. Een inko men behaald op een bedrijf van 19 ha en ruim 30 melkkoeien. Het is hard, want dan hebben wij de be drijven met kleinere eenheden en oppervlakten maar vast buiten beschouwing gelaten. PEACHTE aanwezigen, 13.000,wat doen wij daarmee als kleine zelfstandigen? Het N.I.P.O. berekende reeent voor een gezin van man, vrouw en 3 kinderen van 7 t/m 12 jaar 180,per week nodig te hebban .voor de direct noodzakelijke levensbehoef ten. Dit is al ruim 9000,per jaar. Als wij daarbij bedenken dat de kleine zelfstandige zich ook zelf moet verzekeren voor alle risico's voor zichzelf en zijn gezinsleden en ook moet bijdragen aan alle volksverzekeringen, dan is de resterende 4000,in feite niet meer genoeg. Dat betekent dan tegelijker tijd, dat als hij ook nog zijn belastingplicht moet ver vullen, de moeilijkheden zich levensgroot hebben ge meld. Dan behoeft er niet meer gedacht te worden (Zie verder pag. 11)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 5