DE CAO LANDBOUW ZEELAND I MAART 1971 Noord-Brabant Landbouwlonen per 1-3-1971 In aansluiting op onze publikatie van vorige week volgen hieronder de weeklonen van enige groepen, zomede de berekening van de uurlonen overwerk. Ter toelichting hierop dit: alvorens de procentuele overwerktoeslag te berekenen wordt eerst 18 ct (verwerking 400,gekort, daarna wordt de toeslag berekend en tenslotte de 18 ct weer bijgeteld. Conform het advies van de Hoofdafdeling Sociale Zaken zijn de contractspartijen bij de C.A.O. voor de Akker- en Weidebouw en de Veehouderij in de provincie Zee land voor het contract jaar 1970-1971 overeengekomen de huidige C.A.O. met 3 maan den te verlengen, met dien verstande, dat de per 28 februari 1971 geldlende loonbe dragen zijn verhoogd met 3 alsmede met een bedrag van 7,70 per week (resp. ƒ0,18 per uur). Voor werknemers beneden 23 jaar en boven 64 jaar gelden aange paste bedragen. De lonen genoemd in artjikel 23 lid 2 van genoemde C.A.O. luiden derhalve per 1 maart 1971: Voor de vaste vakarbeiders A met een totale arbeidstijd van 2235 uur per jaar: Voor losse vakarbeiders A, met een totale arbeidstijd van 2235 uur per jaar: Leeftijd: 23 tot 65 jaar 22 jaar 21 jaar 20 jaar 19 jaar 18 jaar 17 jaar 65 jaar en ouder Per week: 198,34 184,46 174,54 156,69 140,82 120,99 105,12 172,51 Per uur: 4,30'/2 4,00>/2 3,79 3,40 3,05 y2 f 2,62»/2 2,28 3,74i/2 Voor de vaste vakarbeiders A met een totale arbeidstijd vain 2235 uur per jaar: Leeftijd: 23 tot 65 jaar 22 jaar 21 jaar 20 jaar 19 jaar 18 jaar 17 jaar 65 jaar en ouder Per week: 184,93 171,98 162,74 146,09 131,30 112,75 98,01 160,68 Per uur: zie le tabel Leeftijd Per week Per week Per uur: 1/3 t/m 13/3-'71 15/3 t/m 31/5-'71 23 tot 65 jaar 189,13 193,26 zie le tabel 22 jaar 175,89 179,73 21 jaar 166,43 170,07 20 jaar 149,41 152,68 19 jaar 134,28 137,21 18 jaar 115,37 117,89 17 jaar 100,24 102,43 65 jaar en ouder 157,68 161,17 3,59 Vakarbeider A Leeftijd: Basis uurloon overwerk tegen uurloon 130 150 200 23 tot 65 jaar 4,30>/2 5,541/2 6,37 8,43 22 jaar 4,001/2 5,15i/2 5,921/2 7,84 Ms 21 jaar 3,79 ƒ4,88 5,601/2 7,42 20 jaar ƒ3,40 4,38 5,03 6,66 19 jaar 3,05 >/2 3,931/2 ƒ4,52 5,98 18 jaar ƒ2,62172 3,38 3,88/2 5,14 17 jaar 2,28 2,93i/2 3,371/2 4,46/2 65 jaar en ouder (vast) 3,74 y2 4,811/2 5,53 ƒ7,31 (los) 3,59 ƒ4,61172 5,29/2 ƒ7,00 Vakarbeider 23 tot 65 jaar ƒ4,19172 ƒ5,40 6,20/2 ƒ8,21 22 jaar ƒ3,90 5,02 5,77 7,63/2 21 jaar 3,69 ƒ4,75 5,45/2 7,22 20 Jaar 3,31i/2 ƒ4,27 4,90/2 6,49 19 Jaar 2,98 ƒ3,83172 4,40i/2 5,83 18 jaar f 2,56 3,291/2 3,78/2 5,01 17 jaar f 2,2214 2,86/2 3,29 ƒ4,35172 65 jaar en ouder (vast) 3,64i4 4,68/2 5,38 7,11 (los) 3,50 4,49i/2 5,16 6,82 Ook in de Sociale Commissie van de Gewestelijke Raad voor Noord-Brabant van het Landbouwschap is besloten het loonadvies landbouw van de H.A. Sociale Zaken te volgen. Besloten is de per 28 februari 1971 afgelopen C.A.O. Landbouw Noord-Brabant met 3 maanden te ver lengen en de lonen met 3 en 7,70 per week te ver hogen. Onderstaand geven wij de ingaande 1 maart 1971 geldende weeklonen voor arbeiders met een vast dienst verband van 2365 jaar. De uurlonen vaste en losse arbeiders en de vakantiebonwaarde voor de verschillen de categorieën zijn gelijk aan die voor Zeeland zoals die zijn opgenomen in ons nummer van de vorige week. 23 tot 65 jaar 22 jaar 21 jaar 20 jaar 19 jaar 18 jaar 17 jaar 65 jaar en ouder weekloon 208,85 194,25 183,80 165,— 148,30 127,40 110,70 181,80 VEEHOUDERIJ Vakarbeider, arbeidstijd 2506V4 uur per jaar, die door de week uitsluitend of in hoofdzaak, alsmede om de andere week op zaterdag en op zondag zijn belast met de verzorging van vee: 23 tot 65 jaar weekloon 22 jaar 21 jaar 20 jaar 19 jaar 18 jaar 17 jaar 65 jaar en ouder 219,20 203,85 192,90 173,15 155,65 133,70 116,20 190,90 GEMENGDE BEDRIJVEN Vakarbeider, arbeidstijd 2411V4 uur per jaar, die door de week in enige mate, alsmede om de andere week op zaterdag en zondag zijn belast met de verzorging van vee: Vakarbeider, 5-daagse werkweek, arbeidstijd 2370 uur met verzorging van paarden en/of arbeid met ziware landbouwmachines en daarnaast door de week in enige mate alsmede om de andere week op zaterdag en op zondag met de verzorging van vee: 23 tot 65 jaar weekloon 193,20 22 jaar 179,70 21 jaar 170,— 20 jaar 152,65 19 jaar 137,15 18 jaar ƒ117,85 17 jaar 102,40 65 jaar en ouder 168, Vakarbeider A, arbeidstijd 2506V4 uur per jaar, belast met zware landbouwmachines en daarnaast door de week in enige mate alsmede om de andere week op zaterdag en op zondag met de verzorg/ing van vee: 23 tot 65 jaar weekloon 225,05 22 jaar ƒ209,30 21 jaar 198,05 20 jaar 177,80 19 jaar 159,80 18 jaar 137,30 17 jaar ƒ119,30 65 jaar en ouder 196,05 Vakarbeider A, arbeidstijd 2411 ^4 uur per jaar, belast met de verzorging van paarden en/of arbeid met zware landbouwmachines en daarnaast door de week in enige mate alsmede om de andere week op zaterdag en zondag zijn belast met die verzorging van vee: 23 tot 65 jaar 22 jaar 21 jaar 20 jaar 19 jaar 18 jaar 17 jaar 65 jaar en ouder weekloon 214,40 199,40 188,65 169,40 152,20 130,80 113,65 186,70 AKKERBOUWBEDRIJVEN Vakarbeider A, 5-daagse werkweek en arbeidstijd van 22583/4 uur per jaar, belast met de verzorging van paar den en/of arbeid met zware landbouwmachines (paarden knechts- en tractordbauffeurs). 23 tot 65 jaar weekloon 186,80 22 jaar f 173,70 21 jaar f 164,40 20 jaar f 147,55 19 jaar 132,65 18 jaar f 113,95 17 jaar f 99, 65 jaar en ouder f 162,30 Eerste arbeider en voorman (vakarbeider A), 5-daagse werkweek en arbeidstijd van 2258% uur per jaar: 23 tot 65 jaar weekloon 186,80 65 jaar en ouder 162,30 Vakarbeider, 5-daagse werkweek en arbeidstijd van 2258% uur per jaar: 23 tot 65 jaar weekloon 182,10 22 jaar f JSiï'oc 21 jaar f 160,25 20 aar 143.85 19 jaar f J2?,30 18 jaar f 96 50 17 jaar 90150 65 jaar en ouder f 158,20 INDIENING AANVRAGEN MARKTSTRUCTUUR PROJECTEN EUROPESE ORIËNTATIE- EN GARANTIEFONDS VOOR DE LANDBOUW Het ministerie van landbouw en visserij stelt de aan melding open van induviduele projecten op het gebied van de marktstructuur, voor bijstand uit het Europese Fonds voor de Landbouw. Hangende de besprekingen over het toekomstige E.E.G.-structuurbeleid voor de landbouw, bestaat echter op dit moment nog geen zeker heid over het beschikbaar komen varf de hiervoor beno digde gelden. Aanmeldingen en verzoeken tot bijstand op het gebied van de agrarische marktstructuur uit het Europese Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw moeten vóór 1 april 1971 zijn ingediend bij de Directie Agrarische Handel en Nijverheid Ministerie van Landbouw en Visserij le van den Boschstraat 4 's-Gravenhage Aanmeldingen die na deze datum binnenkomen, kun nen in principe niet meer in behandeling worden geno men, aangezien de beoordeling van elk project een uit voerig onderzoek vereist. Bij dit onderzoek zijn o.m. de centrale organisaties van het bedrijfsleven betrokken. Hierbij wordt er vanuit gegaan, dat prioriteit aan de drie volgende categorieën wordt verleend. algemene infra-structurele projecten, die in beginsel aan een gehele bedrijfstak of meer bedrijfstakken te zamen ten goede komen; projecten, dlie investeringen omvatten ten behoeve van het zoeken naar nieuwe toepasstings- en verwer kingsmogelijkheden in het belang van nieuwe of ver beterde afzet; projecten die voldoen aan de voorwaarde, dat zij een wezenlijke bijdrage vormen tot een daadwerkelijke verbetering van de marktstructuur in een groot geo grafisch gebied. Hierbij zal dan bovendien met de vraag rekening worden gehouden, of de projecten in de stimuleringsgebieden, resp. herstructureringsgebie den zijn gelegen. Vervolgens zal een beslissing worden genomen of het betrokken project voor het verlenen van bijstand dn prin cipe bij de Europese Commissie zal worden ingediend. Hiervan zal dan zo spoedig mfogelijk bericht aan de aan vragers worden gezonden. De aanmelding dient als kennisgeving te worden be schouwd, waarbij voorlopig met het verstrekken van de volgende gegevens kan worden volstaan: globale omschrijving van het project; omschrijving van de geografische ligging van het project met vermelding van het gebied van aanvoer en afzet, dat wordt bestreken; totaal beoogde investering en wijze van financiering van het project; omschrijving van het stadium van voorbereiding en vermelding van de beoogde datum van aanvang van de uitvoering van het project. Met de werkzaamheden mag niet zijn begonnen voor dat het project te Brussel is ingediend. Hieronder moet worden verstaan de aanvang van de bouw zowel als de aanschaf van installaties. De eventuele bijstand kan slechts worden aangevraagd voor projecten die betrekking hebben op de sectoren, waarvoor een gemeenschappelijke ordening van de agra rische markt in de E.E.G. bestaat, zoals voor granen, varkensvlees, rundvlees, pluimvee en eieren, groenten en fruit, zuivel, suiker, oliehoudende zaden, oliën en vet ten en siergewassen. Op grond van de betreffende bepalingen moet elk pro ject o.m.: een aanpassing of een oriëntatie van de landbouw beogen, die noodzakelijk is geworden door de econo mische gevolgen van de uitvoeringen van het gemeen schappelijk landbouwbeleid, dan wel er op gericht zijn, aan de behoefte van dit beleid tegemoet te ko men; voldoende zekerheid bieden, dat het economische effect van de tot stand gebrachte structuurverbete ring duurzaaim is. 4

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 4