Aandacht voor de ruilverkaveling
Niet te vroeg in de grond beginnen
Milieubeheer in West-Brabant
KORTE WENKEN
9
IIET is al goed merkbaar dat de dagen langer wor-
den en dat we het voorjaar tegemoet gaan. De
laatste weken hebben we op ZUID-BEVELAND toch
nog al wat regen gehad, zodat de kansen om in fe
bruari nog wat te kunnen doen, niet zo groot meer
zullen zijn. Voor het graszaad gaat het nu hard tijd
worden om de benodigde stikstof te geven.
Op dit moment zijn er nog zoveel andere aaken
die noodzakelijkerwijs veel aandacht vragen. Het
verkavelingsblok de Poel-Heinkenszand heeft nu
plaatselijk te maken met wat tijdelijke perceelsin
delingen en toewijzing van wat S.B.L.-grond. Het is
wel gewenst dat de boeren spoedig weten waar ze
aan toe zijn om hun bouwplan dat veelal toch al
zo moeilijk is om op te stellen geheel rond te zet
ten, zaaizaad en pootgoed ook ineens zo gek en
onverstandig duur en kunstmest t«e bestellen.
In het gebied Kapelle-Wemeldinge zijn door de
voorbereidingscommissie voor een mogelijke verka-
ling van dit gebied enkele vergaderingen belegd om
over de plannen en voorbereidingen in dit gebied te
spreken. Velerlei vragen werden gesteld, waarbij
naast voorstanders van deze verkaveling ook tegen
standers aan het woord kwamen. Op dezelfde wijze
als in het voorjaar door de huisvrouwen het hele huis
schoongemaakt wordt, dient in dit gebied eveneens
een grote schoonmaakbeurt plaats te vinden, met wat
lapwerk kan dit niet, het moet radikaal worden aan-
AP SCHOUWEN-DUIVELAND draait het verga-
derseizoen nog op volle toeren, maar het einde
komt in zicht. Dit moet ook wel, want we zitten zo
in maart en dan dienen normaliter de werkzaamhe
den, met hun voorbereidingen, op de akker zich dus
danig aan, dat vergaderen er niet meer bij is. De
nog steeds zachte natuur in deze maand draagt daar
toe nog een steentje bij. Rondom ons is reeds voor-
jaarsbegin te constateren. Op het land is het nog te
nat om iets te doen. Het kan wel vlug veranderen,
maar het komt nogal eens voor dat we na een zachte
winter wat langer in de nattigheid blijven. Even
tuele nachtvorsten kunnen de gelegenheid bieden
een begin te maken met bijv. kunstmeststrooien.
Vroeg strooien van kunstmest heeft grote voordelen,
niet alleen t.o.v. zoutconcentratie maar ook t.o.v. de
opneembaarheid. Denk om de plasticzakken! Laat ze
gepakt. De wegen zijn voor het huidige verkeer on
doelmatig, de sloten en de drainage zijn onvoldoende
en aan een grote revisie toe, kavelvorm en -grootte
zijn verre van goed. De kans is nu aanwezig, laat
deze niet glippen. En aan de ouderen, U dient er over
mee te beslissen, maar de jongeren moeten er straks
op werken en uit leven. Denk er dan ook eens over
na we hadden het zoeven over de schoonmaak
beurt in huis dat de jongeren ook niet meer wil
len, maar óók niet kunnen beginnen zoals U dat ja
ren terug hebt gedaan. Geef ze andere en betere mo
gelijkheden
Uit de ramingen van de nog aanwezige hoeveel
heden aardappelen blijkt wel dat er nog heel veel
aardappelen op de bedrijven aanwezig zijn. De prijs
is er op dit moment dan ook naar. De winst van aard
appeloogst 1970 zal bij velen dan ook niet groot zijn.
Mogelijkheden en wellicht wat meer zekerheid
kunnen er misschien komen, wanneer we ons wat
meer gaan verdiepen in- en ons zeker gaan stellen
met goede teeltkontrakten. Vorige week hield de
heer B. v. Dueren den Hollander een inleiding over
de kontraktteelt, waarbij hij vooral de teelten van
conservenerwten, stamslabonen, knolselderij en de
zaaigranen de nodige aandacht kregen. Er is bij de
kontraktteelt al heel wat bereikt, toch valt er nog
zeer veel te doen.
niet liggen of wegwaaien, maar neem ze mee!
Men zal op moeten passen niet te vroeg in de grond
te beginnen, dat gaat meestal gepaard met struc-
tuurbederf.
De stand van de wintertarwe is goed, hoewel plaat
selijk verzopen plekken voorkomen. Om verklaarba
re redenen is er nu meer animo voor zomergerstzaai.
Betreffende de korrelmais is het zo, dat de kern Dui-
veland een uitbreiding zal ondergaan, terwijl de kern
Schouwen in oppervlakte verminderen zal.
Vorige week hield de Vereniging van Bedrijfsvoor
lichting, in samenwerking met het C.A.R., een show
van werktuigen en machines voor de suikerbieten
teelt in het Cebeco-gebouw te Zierikzee. Uitvoerige
explicatie door de heer Remijn gaf de vele belang
stellenden een overzicht en een inzicht van wat er
op dit terrein te doen en te koop is.
LANDBOUWSCHAP TELEURGESTELD OVER
GERINGE VOORTGANG INWERKINGTREDING
WET BELASTINGEN RECHTSVERKEER
Het Landbouwschap is diep teleurgesteld over het.
voortdurend uitstel en de grote onzekerheid betref
fende de inwerkingstelling van de Wet Belastingen
Rechtsverkeer. In een brief aan de Staatssecretaris
van Financiën vraagt het de wet desnoods gedeeltelijk
in werking te stellen, met name het gedeelte, dat be
trekking heeft op de heffing van overdrachtsbelas
ting.
Een langdurige vertraging in de inwerkingstelling
van de Wet zou voor de Nederlandse landbouw bij
zonder teleurstellend zijn. Bij amendement is namelijk
in deze wet opgenomen een vrijstelling van over
drachtsbelasting (voorheen registratierecht genoemd)
voor de aankoop van aangrenzend land, zij het onder
enkele beperkende voorwaarden.
Het Landbouwschap had reeds enkele jaren op tot
standkoming van deze vrijstelling aangedrongen. Het
was dan ook verheugend, dat de Tweede Kamer deze
wens grotendeels heeft gerealiseerd. In talloze reac
ties is reeds gebleken, dat in de praktijk voor deze vrij
stelling grote belangstelling bestaat. Vele aankopen
zijn reeds op voorlopig contract aangegaan. Het lang
durig uitstel blokkeert nu de totstandkoming van tal
loze overdrachten van landbouwgronden.
Bovendien kan de koper geen hypothecair krediet
verkrijgen, zolang in de openbare registers de nota
riële akte van levering niet is overgeschreven. Het
Landbouwschap zou het bijzonder betreuren indien
de beslissing tot inwerkingstelling van deze wet zou
worden overgelaten aan het dit voorjaar samen te stel
len nieuwe kabinet omdat deze wet een belastingver
laging van 80 miljoen op jaarbasis tengevolge zou
hebben.
De algemene mineurstemming onder de onderne
mers, benadrukt op vele vergaderingen, is begrijpe
lijk, vanwege de vele moeilijkheden. En niet enkel
door de slecht prijzen! Toch zullen we weer moeten
prcberen het leste ervan te maken en trachten een
zo goed mogel jk resultaat te bereiken. Het is te ho
pen met meer succes
DE KRING WEST-BRABANT van de ZLM belegde
op 16 februari in Willemstad een bijeenkomst
over Milieubeheer. Dit onderwerp werd van belang
geacht omdat enerzijds de landbouw door uitstoot
van industriële afvalproducten schade lijdt en ander
zijds tot de verontreinigers behoort. Ook de huis
vrouw gaat op dit punt niet vrij uit. In een tweetal
inleidingen resp. door drs. J. Heijmans van het Pro
vinciaal Opbouworgaan Noord-Brabant en mr. N. M.
Zijp van het Landbouwschap werd gesproken over
de Welvaart en welzijnsverhouding en de jurische
basis voor het milieubeheer. Een forum ging in op
vragen van belangstellende aanwezigen.
Drs. Heijmans zei van mening te zijn dat wij allen
onze verantwoordelijkheid t.o.v. milieubeheer moeten
erkennen en bereid moeten zijn om desnoods met een
welvaartsvermindering genoegen te nemen als daar
mee ons welzijn verzekerd kan worden. In de laatste
tientallen jaien is aan de welvaartsbevordering voor
rang verleend De gevolgen van de technische en
economische ontwikkeling kunnen wij niet meer
overzien. De mate van welzijnsbevordering als gevolg
van de welvaartsstijging dreigt door de nadelen aan
zienlijk te worden overtroffen.
De inleider onderstreepte dat het z.i. gaat om de
prioriteit van de welvaart te doen overgaan in een
prioriteit van he welzijn. De begrippen welvaart en
welzijn moeten niet tegenover elkaar worden ge
plaatst. Bij het voeren van een bepaald beleid zal
naast oogmerken van welvaart ook de welzijnsaspec
ten voldoende recht moeten worden gedaan. Vooral
nu de mens steeds minder uren hoeft te werken
voeren de welzijnsvoorwaarden steeds meer de bo
ventoon. Een ieder is zelf nauw bij de ontwikkelin
gen betrokken. Veel meer dan vroeger zal ieder mens
over deze dilemma na moeten denken, mee moeten
spreken, zelf de keuzen af moeten wegen en zelf mee
beslissen. De samenleving zal een grotere controle
moeten krijgen over de productiemethoden en andere
elementen, die van het welvaartspakket deel uit
maken.
Mr. N. M. Zijp behandelde in zijn inleiding een
aantal vraagstukken betreffende de wetgeving, die
op milieubeheer van toepassing zijn of nog zullen
worden: Hinderwet, Wet op de luchtverontreiniging
en de Wet op de Verontreiniging van oppervlkte-
wateren.
Het aantal belangstellenden was vorig jaar op een
soortgelijke dag over planologie groter. Het forum
moest nog op verschillende vragen antwoord geven.
Naast de beide inleiders waren als leden in het
forum opgenomen: de dames Hilwig en Van der
Weele uit Heusden en Ir. G. Swier van Rijkswater
staat te Willemstad.
Consulentschap voor de Akkerbouw,
en de Rundveehouderij te Zevenbergen.
ONTSMETTEN VAN ZAAIZAAD is erg belangrijk
voor een goede opbrengst. U moet er echter rekening
mee houden dat er op het terrein van de ontsmettings
middelen het een en ander is veranderd. Zo mogen
Zaaigranen voor consumptieteelt moet u behandelen
met methoxi-ethylkwikverbindingen. Daarnaast zijn
nu kwikvrije middelen toegelaten.
Daarnaast zijn nu kwikvrije middelen toegelaten.
IN VROEG GEZAAIDE WINTERTARWE kan reeds
behoorlijk wat onkruid tot ontwikkeling zijn ge
komen. Onkruid wordt nog het best bestreden wan
neer het klein is. Zodra de omstandigheden geschikt
zijn kunt u in wintertarwe reeds een bespuiting met
D.N.O.C. uitvoeren en hoeft u echt niet te wachten tot
half maart.
VROEG ZAAIEN GEEFT DIKWIJLS de hoogste op
brengst. Dit is zeker het geval met zomertarweWan
neer u nog plannen heeft om zomertarwe uit te zaaien
benut dan elke vroege kans die u heeft. Verschillende
jaren is gebleken dat vroeggezaaide zomertarwe de
hoogste opbrengst geeft. Vandaar het pleidooi geen
kansen voor vroeg inzaaien te laten voorbijgaan.
PLAATSELIJK KOMT ER in wintertarwe schade
voor van slakken. De aanwezigheid van deze beesten
valt ov door de slijmgangen die duidelijk zichtbaar op
de grond achterblijven. Door tijdig te bestrijden voor
komt u dat hele hoeken tarwe worden opgevreten.
Vooral langs de perceelskanten en ov lage natte ge
deelten is de schade het grootst.
VOOR EEN GROTE KORREL en een laag eiwit
gehalte is het nodig de brouwgerst vroeg te zaaien.
Vroeg zaaien geeft een kleiner percentage doorval en
een lager eiwitgehalte hetgeen juist voor brouicgerst
nodig is. Laat stikstof strooien leidt tot een laag eiwit
gehalte, teveel stikstof geeft oogstdepressie en een
mindere kwaliteit door legering.
Tabel III. Gemiddelde gegevens in procenten over eigen mechanisatie.
Samenwerking en loonwerk voor alle in tabel II opgenomen werkzaamheden.
oudere akkerbouwers jongere akkerbouwers
omschrij- 1530 3040 4060 60 ha en 1530 3040 4060 60 ha en
ving ha ha ha groter ha ha ha groter
eigen mech. 41 38 49 51 30 33 45 57
samenwerk. 10 14 14 15 15 19 13 29
sub. totaal 51 52 63 66 45 52 58 86
loonwerk 49 48 37 34 55 48 42 14
De werkzaamheden in de gewassen zijn in tabel II geplaatst naar de afnemende
hoeveelheid werk welke de loonwerker hierbij verricht. Op de bedrijven van 15 tot
60 ha maken de jonge akkerbouwers voor de werkzaamheden in de gewassen meer
gebruik van de loonwerker dan hun oudere collega's. Dit is tegen de achtergrond
van het grotere aantal ha's per man niet verwonderlijk. Het meest opvallende is echter
wel, dat de jonge akkerbouwers op de bedrijven van 60 ha en groter per man gem.
27,6 ha van de werkzaamheden in de gewassen slechts 17 a 25 overlaten aan de
loonwerker en bij hun oudere collega's per man gem. 19,9 ha is dit beduidend
hoger en wel 42 a 65
De eigen mechanisatie en samenwerkirig tesamen stijgen bij toenemende bedrijfs-
grootte. Op de bedrijven van 15 tot 60 ha zijn de oudere akkerbouwers sterker geme
chaniseerd dan hun jongere collega's. Toch werken deze jongere boeren wat meer
onderling samen t.w. 13 tot 19 tegenover 10 tot 14 bij de oudere boeren.
De eigen mechanisatie is het sterkst bij de jonge akkerbouwers op de bedrijven
van 60 ha en groter. Zij werken in vergelijking met de overige jonge en oudere akker
bouwers ook in veel grotere mate onderling samen. Bij hun gemiddeld grootste opper
vlakte per man en de geringe verschillen in het bouwplan onderling, weten deze jonge
akkerbouwers hun bedrijfsexploitatie goed rond te zetten.