De aardappelvoorraden
en -markt
23
DE TEELT VAN KNOLSELDERIJ OP HET LANDBOUWBEDRIJF
Bet enige wat men dus kan doen is de luis zo goed
mogelijk te bestrijden. Men zal dan zodanig moeten spui
ten dat men de luis steeds voor is. De kritieke periode
voor de bemesting is van half juli tot half augustus.
Vooral in deze periode zal men dus b.v. elke 10 14
dagen moeten spuiten met een langwerkend luisbestrij-
dingsmiddel. Afgezien van het voorkomen van besmet
ting met komkommervirus is het toch altijd raadzaam
om de bladluizen zo goed mogelijk te bestrijden.
Om van het begin aan een besmetting met luis te voor
komen, is het. aan te bevelen om enkele dagen vóór het
optrekken van de planten deze te bespuiten met een
langwerkend middel. Als men planten aankoopt, moet
men dit bij het bestellen bedingen.
In augustus en september kunnen ook wantsen veel
schade doen. Deze prikken in de hartblaadjes, zodiat
deze afsterven en zwart worden. De bestrijding kan ook
het beste gebeuren met een luisbestrijdingsmiddel.
Enkele schimmelziekten zijn:
vele werk te omzeilen, is men gaan zoeken naar metho
den om dit rooien met een machine uit te voeren. Mo
menteel is men nog niet zover dat men knolselderij zon
der beschadiging met de machine kan rooien, d.w.z. dat
het resultaat gelijkwaardig is aan het handrooflen. De
ontwikkeling van machines wordt bemoeilijkt door het
feit dat de oppervlakte van dit gewas klein is, zodat geen
enkele fabrikant een speciale machine kan maken die
ook te betalen is. De mechanisatie moet dus gezocht
worden in aanpassing van bestaande machines.
Een goede oogstmethode is ontwikkeld door het loon-
werkbedrijf van de heren Gebr. Joossen te Oostdïjk. Deze
hebben een cirkelmaaier voorzien van rubberstrippen
die met een toerental van 500/min. ronddraaien tussen
de rijen. Het loof wordt hierdoor afgeslagen. Het rooien
gebeurt met een bietenrooier waarvan de loofpoetser
eerst het afgeslagen blad opzij gooit.
Een oplossing ligt misschien ook in de richting van
het ontwikkelen van poetsmachines. Er zijn twee van
Ontbladerapparaat voor knolselderij, gebruikt door het loonbedrijf Gebr. Janssen te
Oostdijk. De rubberstrippen draaien tussen de rijen.
Bladvlekkenziekte
Op de bladeren komen bruine vlekjes met lichtere
rand en zwarte puntjes. De bestrijding kan men uit
voeren met een maneb/tinmiddel.
Schurft
Op de knol komen grijsbruine plekken, dlie verkurken
en kunnen gaan rotten. Er is geen bestrijding bekend.
Men moet besmetting voorkomen door gezond plant
goed aan te kopen. Deze ziekte zien we ook op grond
met een minder goede structuur of op slempige gron
den.
OOGST
Het rooien gebeurde tot nog toe het meest met de
hand. Dit vergt ongeveer 225 manuren per ha. Om dit
dergelijke machines op de markt, n.l. van de Fa. Kloos
terboer uit Barendrecht en van de Fa. Schipper uit Goes.
Deze laatste heeft een grote capaciteit.
Het systeem zou dan kunnen worden om met veel
grond te rooien, zodat de beschadiging van de knollen
minimaal is. Het produkt wordt dan opgeslagen in een
goed geventileerde cel. Als het afgeleverd kan worden,
wordt het met de poetsmachine schoongemaakt. Een
eventuele beschadiging is dan niet zo erg meer, omdat
het produkt toch gauw wordt verwerkt.
RENTABILITEIT
££IJ een goede stand van het gewas en in een normaal
groeiseizoen is een opbrengst van 30 ton per ha
goed mogelijk. Het is echter niet altijd even gunstig,
zoals in 1970 wel is gebleken. De gemiddelde opbrengst
was toen 20 ton per ha. Dit werd veroorzaakt door de
droogte tijdens het planten en het optreden van het kom-
komimervirus.
Droogte kan men in een voigend jaar ook hebben. Wat
het komkommervirus gaat doen weten we niet, maar het
kafi weer optreden. Ook loopt men in de herfst risico's
als men vroeg wat vorst heeft. Dit in aanmerking geno
men, willen we de gemiddelde opbrengst als men met
de hand rooit niet hoger stellen dan 28 ton per ha. Bij
machinaal rooien treedt altijd wat rooiverlies op, zodat
we daarbij de gemiddeld te verwachten opbrengst op 25
ton per ha stellen.
De kosten voor de teelt zijn als volgt:
Planten 44.000 x 1.8 ct
Plantmachine
Bemesting
Onkruidbestrijding
Ziektebestrijding
Machinaal rooien
Hagelverzekering
Rente omlopend kapitaal
800,—
150,—
370,—
110,—
220,—
600,—
25,—
75,—
2350,—
CONTRACTVOORWAARDEN EN PRIJS
We willen er verder van uitgaan dat een akkerbouw
bedrijf dat knolselderij gaat verbouwen, op zijn minst
daarvan een saldo wil behalen van 2500,per ha,
wil het aantrekkelijk zijn om een nieuw gewas in het
bouwplan op te nemen. De bruto-opbrengst moet dan
zijn 2500,2350,4850,d.w.z. de prijs per
kg moet dan op zijn minst 19*4 ct per kg zijn.
Een ander punt hierbij zijn de contractvoorwaarden.
Als hierin staat dat de hoeveelheid tarra aan grond en
wortels niet hoger mag zijn^ dan 10 loopt men grote
kans dat men de knollen mét de hand moet nareinigen,
waardoor men net zoveel werk heeft als bij rooien met
de hand.
Als men de knolselderij met de hand rooit, zijn de kos
ten 1750,per ha 2350,verminderd met 600,
voor machinaal rooien). Hierbij komt dan nog meestal
5 veilingkosten. Bij een prijs van 21 ct per kg en een
opbrengst van 28 ton per ha is dit 290,De bereke
ning wordt dan als volgt:
Opbrengst 28.000 x 21 ct 5880,
Teeltkosten 1750,
Veilingkosten 290,
Saldo
2040
3840,—
Het rooien met de hand vraagt 225 uren per ha. Als
men machinaal rooit kan men voor het rooien van de
kanten en hoeken 25 uur rekenen, een verschil van
200 uur. Hiervoor ontvangt men een hoger saldo van
1340,d.w.z. per uur 6,50. Dit verschil zal er onge
veer tussen moeten zitten, wil het handwerk bij het
rooien redelijk worden beloond.
yOLGENS de door het produktschap voor aardappe
len per 20 januari j.l. gehouden voorraadinventari-
satie bij de handel en een uitgebreide steekproef bij de
telers zijn de per deze datum aanwezige voorraden als
volgt:
per 20 januari 1971
bruto voorraden
af eigen cons,
pootgoed
uitschot enz.
bestemd voor aflevering
Voorraden voor aflevering
in 1969 (22/2)
in 1968 (25/2)
klei
1182
255
927
752
872
999
128
75
79
143
^E export die in december 61.000 ton bedroeg, liep
in januari op tot 67.000 ton. De totale uitvoer
oogst 1970 komt hierdoor op 317.000 ton. Alleen in 1969
was deze door een toevallige export van 50.000 ton naar
Oost-Duitsland iets hoger. In het algemeen is de export
dit seizoen tot nu toe goed geweest.
Het Produktschap voor aardappelen merkt betreffende
de marktsituatie op dat deze op grond van de beschik
bare cijfers moeilijk te beoordelen is.
Raming bruto E.E.G.-opbrengsten
oogst 1969
oogst 1970
West-Duitsland
15.985
16.250
Frankrijk
8.992
8.927
Italië
3.973
3.668
Nederland
4.704
5.648
België
1.478
1.597
Luxemburg
62
68
Totaal
35.194
36.158
|^E totale bruto E.E.G.-oogst van 36,2 miljoen ton
wordt dus rond 1 miljoen ton of ca. 3 hoger
geraamd dan van oogst 1969 toen er sprake was van
een krapte met hoge prijzen en ca. 12 lager dan oogst
1968 toen de E.E.G.-markt voor consumptie-aardappelen
dooreengenornen matig bleef en in de lente de prijzen
tot een bevredigend niveau aantrokken.
In aanmerking nemende dat dit jaar in de voornaam
ste produktiegebieden het uitschotpercentage hoger is
dan vorig jaar en bovendien meer aardappelen tot zet
meel en alcohol zijn verwerkt, zou op grond van deze
cijfers eigenlijk van geen meerproduktie sprake kunnen
zijn. Dat zich thans toch een omgekeerde situatie voor
dloet als in de winter van 1970, moet dus aan andere
factoren worden toegeschreven. Hierbij wordt in de eer
ste plaats gedacht aan een verschuiving van de
voeraardappelproduktie naar de consumptie-aardappel
teelt met name in West-Duitsland en Frankrijk
De omvang van deze verschuiving, is niet te
meten, maar kan wel van betekenis zijn. Ook de tot nog
toe geringere vraag uit derde landen zal van invloed' zijn.
Ook al maakt een extra export uit de E.E.G. van zeg
150.000 ton op de totale produktie weinig uit, voor de
stemming op de markt kan dit toch -een rol spelen. Een
andere factor is, dat het weer de laatste tijd buitenge
woon zacht is, waardoor de eerste primeurs uit het Mid
dellandse zeegebied en Noordi-Afrika eerder zijn aange
voerd. De praktijd houdt veelal rekening met een vroeg
voorjaar in tegenstelling tot de vorige jaren toen de
nieuwe oogsten in geheel Europa later dan normaal be
schikbaar kwamen. Of het inderdaad een zgn. vroege
lente zal worden is uiteraard niet te zeggen. Wel kan
thans geconstateerd worden dat door het zachte weer
de drang tot afleveren in geheel West-Europa groter is
geworden, vooral in gebieden waar de aardappelen niet
zo lang bewaard kunnen worden. Hierbij komt nog het
zelfsorteren van veel telers in deze tijd van het jaar en
daardoor de praktische noodzaak tot spoedige aflevering.
Of en in hoeverre één of meer van deze factoren de hui
dige marktsituatie hebben veroorzaakt is niet bekend.
Wel mag aangenomen worden diat de marktsfeer die bij
neergaande prijzen ontstaat en inhoudt dat de handel
niet in vóórkoop of voor opslag durft te kopen, maar
eerst oude aankopen en voorraden afzet, van zekere in
vloed is. Vooral ook omdat onder die omstandigheden
de telers uit vrees voor nog grotere verliezen veelal lie
ver snel willen verkopen.
TELERSPRIJZEN
WAT de telersprijzen betreft, die voorlopig door het
Produktschap zijn berekend, geeft het overzicht
van de doorsneetelersprijzen oogst 1970 per 100 kg af
bedrijf het volgende beeld:
klei Bintje alle kleiaard, zandaard.
in augustus 16,95 18,20 15,00
september ƒ11,45 ƒ12,80 ƒ11,85
oktober ƒ11,55 ƒ12,70 ƒ13,65
november 10,45 11,65 14,10
december 9,85 11,10 10,70
Gemiddeld
aug. t/m dec.
11,45
12,70
13,15
De Rotterdamse doorsneeprijzen waren af bedrijf in
f/100 kg.
18 jan. 1 febr. 8 febr.
Bintje 35/opw. 10,00 9,00 8,50
Bintje 35/50 (exp.) 9,50 8,25 7,75
Bintje 35/55 (binnenl.) 9,75 9,00 8,50
Bintje 40/opw. 10,00 9,50 9,00
Bintje 50/opw. 10,75 9,50 9,00
Eigenheimer 21,00 19,50 19,50
Furore 18,50 18,00 17,00
Zand Bintje 9,00 7,50
Voeraardappelen tot 5,00 5,00 5,00
De termijnmarktnoteringen voor op april gedane zaken
geven een nogal pessimistisch beeld, zoals blijkt uit het
verloop van deze noteringen.
T ermijnmarktnoteringen
Gewogen gemiddelde
weeknotering
4e week september
4e week oktober
4e week november
4e week december
4e week januari
le Week februari
voor Bintje 40/opw. op april
1968
13,50
1969
oogst 1970
12,75 27,40
ƒ13,50 ƒ34,60 ƒ14,15
ƒ11,60 ƒ35,45 ƒ19,10
ƒ11,25 37,65 16,75
10,85 29,90 13,65
10,10 30,55 13,05
Hieruit moet worden afgeleid dat de vooruitzichten
voor april zeer matig tot slecht beoordeeld worden, ook
al omdat de noteringen in de 2de week van februari nog
verder zijn gedaald.