Brouwgerstcontrakten voor 30.000 ton brouwgerst KORT VERSLAG 7 LIET Centraal Brouwerij Kantoor zal de coöpera ties en handelaren in de gelegenheid stellen om contracten voor de levering van brouwgerst af te sluiten. Dit is het resultaat van zeer intensief overleg tussen vertegenwoordigers van het Centraal Brouwe rij Kantoor en van het Landbouwschap en daarna met de coöperaties en de particuliere handel, met mede werking van het Produktschap voor Granen, Zaden en Peulvruchten, over het met betrekking tot de produk- tie en de afzet van brouwgerst te voeren beleid. 2|OALS bekend is de achtergrond hiervan de sterk teruggelopen brouwgerstteelt in ons land en de behoefte die zowel van de kant van de brouwerijen en mouterijen als van de landbouw wordt gevoeld om de teelt van dit kwaliteitsprodukt te stimuleren. Hiervoor is nodig een voldoende rentabiliteitsbasis, met zicht op langere termijn. Het uitgangspunt dat hierbij is aange nomen komt in het kort op het volgende neer: a. de marktprijsontwikkeling van normale gerst beweegt zich in het algemeen tussen het niveau van de inter ventieprijs en de drempelprijs. Uitgegaan is van een gerstprijs die daar precies tussen in zit. Dit „midden" was per augustus 1970 32,80, afgeleverd door de groothandel aan de industrie. b. er moet voor de levering van boerenschone brouw gerst een premie worden gegeven, diie zodanig moet zijn dat het rentabiliteitsverschil tussen de teelt van zomergerst en zomertarwe wordt overbrugd. Hiervoor is als brouwgerstpremie voor de boer een bedrag van 4,70 berekend. c. uit a en b vloeit voort een prijs van 37,50 voor boe renschone brouwgerst, in het stadium van de groot handel. Daarboven hebben coöperaties en handelaren natuurlijk nog een marge nodig voor het klaarmaken van brouwgerstpartijen (schoningskosten, schonings- verliezen en andere kosten), waarmee een bedrag van circa 2,50 gemoeid is. Onder boerenschone brouwgerst wordt verstaan gerst van de rassen Cambrinus, Zephyr, Delisa of Berac van gezonde doorsneekwaliteit, met een vochtgehalte van 16 een eiwitgehalte van 1014 en 15 doorval. ,|TR is uitvoerig over gesproken dat op deze basis coöperaties en handelaren contracten met het C.B.K. zouden moeten kunnen afsluiten met een looptijd van 3 jaren. De leveranciers zouden dan de verplichtin gen die zij voor meer jaren met het C.B.K. aangaan na tuurlijk moeten dekken door meerjarige overeenkomsten met de boeren aan te gaan voor de toelevering van de gerst. Dit zal in verband met de korte tijd van voorbe reiding voor de oogst 1971 moeilijker te verwezenlijken zijn dan voor de daarop volgende jaren. Er is daarom besloten om met deze opzet alleen nog voor de oogst 1971 in zee te gaan, echter met de uitdrukkelijke bedoe ling om met de oogst 1972 klaar te zijn met het meer jarige contract. Dit sluit evenwel de mogelijkheid niet uit om ingaande met de oogst 1971 reeds meerjarige con tracten met het C.B.K. af te sluiten. Het C.B.K. zal tot 15 maart a.s. de coöperaties en han delaren in de gelegenheid stellen om maximaal 30.000 ton brouwgerst van de oogst 1971 te contracteren, voor een prijs van 40,per 100 kg geschoonde brouwgerst, boordvrij pakhuis handelaar/coöperatie. Voor de leve ringen nè augustus zal een bewaarvergoeding worden gegeven. jTEN complicatie is nog dat de interventie- en drem- pelprijzen voor de oogst 1971 nog steeds niet zijn vastgesteld. Als Brussel de interventieprijzen en drempel- prijzen van gerst en/of tarwe wijzigt, zal de contractprijs aan de hand van de overeengekomen uitgangspunten worden aangepast. De prijs die de boeren op basis van deze overeenkomst voor de boerenschone brouwgerst van de oogst 1971, af boerderij zullen ontvangen is niet vastgesteld. Dit kan ook niet omdat de kosten die liggen tussen af boerderij en geleverd in het stadium van de groothandel niet in alle gevallen gelijk zijn. QE coöperaties hebben bij het overleg verklaard aan de uitvoering van dit beleid hun medêwerking te willen verlenen. De particuliere handel (Federatie G.Z.P.) was eveneens bij de besprekingen aanwezig en heeft van deze opzet kennis genomen. Ook de handel zal in de ge legenheid worden gesteld om de betreffende contracten met het C.B.K. af te sluiten. Een daartoe ingestelde werkgroep zal de verdere uit bouw van de regeling voor de komende jaren op korte termijn voorbereiden. De verwachting mag worden uitgesproken dat de voor de oogst 1971 tussen de groepen overeengekomen rege ling een goede aanloop zal zijn voor een constructief brouwgerstbeleid op langere termijn. Aldus het Land bouwschap, die dit bericht opstelde. Het Dagelijks bestuur zou deze drempelnormen dan ook lager gesteld willen zien, opdat de categorie be drijven, die een duidelijke vergroting willen realise ren, van de grondbank gebruik zou kunnen maken. Ook het recht van terugkoop van de grond en het recht van continuatie zal duidelijker en positiever geregeld dienen te worden. Het bestuur besloot zich hieromtrent schriftelijk tot het K.N.L.C. te wenden mede aan de hand van een aantal praktijkvoorbeel den WIJZIGING PACHTWET De Werkgroep Pacht van het Landbouwschap zal binnenkort rapport uitbrengen over een aantal in de Pachtwet aan te brengen wijzigingen. De conclusies werden reeds in het ZLM-blad van 29 januari opge nomen. Uitgangspunt is dat de bescherming van de pachters, zoals thans geregeld in de huidige Pacht wet 1958, aan de eisen van het structuurbeleid die nen te worden aanpast. Een verdere achteruitgang van het pachtareaal, dat thans met 1 per jaar terugloopt, moet worden voorkomen. De werkgroep bepleit o.a. maatregelen ter bevordering van de mobiliteit van verpacht land, met behoud van een redelijke gebruikszeker- heid voor de pachter; de aanpassing van de verpachte bedrijfsgebouwen en de daarmee verbonden financieringsproblemen, zomede een versterkt melicratierecht van de pach ter; ter bevordering van het toetreden van de pachter tot een samenwerkingsverband; ter bevordering van het instituut van de pacht bij de bedrijfsovername in het kader van de genera tiewisseling; ter bevordering van de figuur van de erfpacht als een geëigende rechtsvorm voor modern grondge bruik. De werkgroep ziet geen mogelijkheid aanwezig om onder de huidige omstandigheden tot een aanzienlij ke pachtprijsverhoging te komen. Verbetering van het rendement voor de verpachter zal vooral dienen te worden gezocht in dekking van eigenaarslasten, in aanpassing van de normen voor de bedrijfsgebouwen alsmede in fiscale voorzieningen voor de verpachter. Standpunten die door het Dagelijks bestuur werden onderschreven TUINBOUW De heer Den Engelse deelde ten aanzien van de ontwikkelingen in de tuinbouwsector mede, dat het afzetverloop plaatsvindt, zoals verwacht werd. Er valt een lichte opleving te constateren bij de Golden Delicious, terwijl de prijs voor de Goudreinetten ho ger ligt dan in dezelfde periode in 1970. De Cox ligt ongeveer gelijk in prijs, terwijl men van het ras Jo nathan moet constateren dat dit vrijwel waardeloos is. De vraag uit Duitsland is belangrijk groter dan die van het vorig jaar. terwijl in Frankrijk nogal wat vraag is naar Goudreinetten. Van peren is een gro ter aanbod dan vorig jaar met lagere prijzen. Voorts werd medegedeeld, dat de COPA-vakgroep een aantal voorstellen in Brussel heeft gedaan en wel om een importverbod af te kondigen voor appels uit derde landen tot 31 mei. In de tweede plaats is er een verzoek ingediend om de E.E.G.-rooiregeling te verlengen. Tenslotte wil men komen tot een jaarlijks onderzoek naar het fruitteeltareaal in de E.E.G. De vergadering werd voorts geïnformeerd over de wijze, waarop in het buitenland het Nederlandse fruit wordt gepresenteerd. Hieruit bleek dat op dit gebied nog veel zal moeten worden gedaan. Cijfers over het areaal fruit over 1969 tonen aan, dat het areaal appels is verminderd met 4.270 ha. peren met 900 ha. Ook het kleinfruitareaal is in 1969 sterk ge daald. Uit dit algemene overzicht bleek nogmaals dui delijk de trieste situatie, waarin deze sector verkeert. VEEHOUDERIJ In zijn overzicht van de recente ontwikkelingen in de veehouderijsector deelde de heer Van Heijst mede, dat er een behoorlijke vraag is naar goede melk- en kalfkoeien op de gebruiksveemarkten met dienover eenkomstige prijzen. Dat het guste oudere vee nog niet zo in trek is, moet toegeschreven worden aan de hoge voerprijzen, waardoor de weiders nog niet of nog weinig aan de markt. zijn. Het jongvee is vrij duur, terwijl de nuchtere kalveren niet meer zo vast in prijs zijn. Er is een neiging tot prijsdaling, verband houdende met de ruimer wordende aanvoeren. De verwachtingen, dat de prijzen op de slachtvee- markt tijdens de jaarwisseling zouden aantrekken zijn bewaarheid, maar de laatste weken zijn ze weer wat gedaald. Toch kan weer een prijsstijging tege moet worden gezien, wanneer de vraag naar weide- vee wat groter gaat worden. Het gemiddelde prijspeil in de week van 18 tot 22 januari j.l. was 232,08, ter wijl het gemiddelde E.E.G.-prijspeil ƒ246.16 was. De heffing is dan ook volledig gehandhaafd voor invoer uit derde landen en bedroeg 48,01 per kg. In november werden ruim 11.000 dieren meer ge slacht dan in november 1969, terwijl in de eerste 11 maanden van 1970 in totaal 156.000 stuks meer zijn geslacht dan in de eerste 11 maanden van 1969. De prijzen voor slachtvarkens blijven vrij stabiel met een matig aanbod. De biggenprijzen zijn matig en door het grote aanbod is de afzet van biggen moei lijk. Hierbij komt nog dat er vrij veel biggen worden ingevoerd uit Duitsland tegen lage prijzen. De situatie in de pluimveesector en met name op de eiermarkt is zonder meer slecht. De partnerlanden weigeren nog steeds onze eieren op te nemen door de pseudo-vogelpest. Als gevolg hiervan zijn de eier- prijzen in Duitsland en België belangrijk hoger, zelfs van 5 tot 8 cent per stuk. Men moet ten zeerste ho pen dat Duitsland de invoer weer openstelt; andere landen zullen dan wellicht dit voorbeeld volgen. Be sprekingen hierover zullen nog deze week worden gevoerd. Uit de recente gang van zaken blijkt weer eens de kwetsbaarheid van de veredelingsbedrijven. De var kenshouders zien dan ook met angst bepaalde, ge makkelijk door andere landen te nemen, beslissingen tegemoet In dit verband was de vergadering van oerdeel, dat de harmonisatie van de veterinaire maat regelen in het E.E.G.-gebied met de meeste klem moet worden bepleit. Een ander gevaar dreigt van de zijde van Italië, waar bij de ingevoerde kalveren weer hormooninjecties zijn geconstateerd, hetgeen een invoerverbod tot gevolg heeft gehad. Ook is een controle op de invoer in Nederland van kalveren, die soms weer als Nederlandse dieren worden geëxpor teerd, gewenst. Uit een en ander blijkt het grote be lang van bijvoorbeeld de preventieve entingen onder meer tegen de varkenspest, hetgeen toch ook in Bel gië geschiedt. De vergadering was van oordeel dat de Nederland se veehouders en pluimveehouders terdege doordron gen moeten zijn van de gevolgen van het exporteren van dieren, waarop andere landen aanmerkingen zouden kunnen hebben. Anderzijds mag dan ook van andere landen een uiterst scherpe controle op de eigen veestapel worden verlangd. BENOEMINGEN Het bestuur kon zich verenigen met de volgende voordrachten en benoemingen: Tot lid van de Beurscommissie de heer W. J. de Vlieger, Nieuwdorp, zulks in de plaats van de heer J. M. Mol te Wolfaartsdijk. Tot leden van de Plaatselijke Sociale Commissie te Krabbendijke en Rilland, respectievelijk de heren J. A. Vogelaar, Krabbendijke en C. P. L. de Jager, Rilland, zulks in de plaats van wijlen de heer J. Zanddijk en van de heer C. van Gorsel. Tot lid van de Plaatselijke Sociale Commissie Cad- zand e.o. de heer C. den Hamer, Oostburg, zulks in de plaats van de heer J. Almekinders. Tot lid van het bestuur van de Stichting Demon- stratiebedrijf Zeeuws-Vlaanderen de heer H. M. de Regt, Zaamslag, zulks in de plaats van de heer J. J. de RegtDekker. Tot lid van het Provinciaal Scheidsgerecht voor de land- en tuinbouw in Zeeland de heer D. A. van Nieuwenhuijzen, Nieuw en St. Joosland. Voor de heer Ir. W. Kakebeeke, die zich niet meer herkiesbaar stelt, zal nog een voordracht worden opgemaakt. Voorts ging het bestuur over tot benoeming van een economisch-sociaal voorlichter in dienst van de ZLM, de heer M. Boonman te Rilland. De heer Boon man is benoemd in de vacature van Ir. B. Aten, die per 1 maart a.s. een funktie aanvaardt bij de N.V. Grontmij in De Bilt. Aan het eind der vergadering nam het bestuur af scheid van de heer Aten. De voorzitter bracht de heer Aten in hartelijke en waarderende bewoordingen dank voor hetgeen deze in de afgelopen 6 jaren, eerst in dienst van de Noord-Brabantse Maatschappij van Landbouw en sedert 1 januari 1969 in dienst der ZLM, voor de Maatschappij heeft verricht.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 7