Door „saneringsmist" nog onduidelijk beeld omtrent omvang UIT DE PRAKTIJK bedrijfsbeëindiging „Voorzichtig wieden in de Thoolse knollentuin" DINGEN VAN DE WEEK a UET schrijven van een op de practijk gericht arti- kei in deze tijd van het jaar gaat ons al even „slecht" af als onze THOOLSE tuinbouwrubriek- schrijver. Met dit weertype wat we thans beleven is er in onze akkerbouw- en veeteelt„praktijk" niet zo heel veel bijzonders te melden en dan dwalen onze gedachten al vrij snel af naar de verlengstukken van ons bedrijf, onze stands-, en onze afzetsorganisaties en wellicht ook nog wel ons watersdhapswezen en wat dies meer zij. In onze „knollentuin" hebben wij orde op zaken gesteld en daar datgene verwijderd dat ons aanstoot zou kunnen geven. Trouwens wij proberen altijd om datgene wat wij er liever niet in willen hebben ook uit te houden. Dat valt overigens lang niet altijd mee, maar als er dan eens wat is wat er niet in hoort dan verwijderen wij dat zo geruisloos mogelijk, want al dat met tam-tam verwijderen geeft voor anderen al leen maar aanleiding om toch met het nodige leed vermaak daarover te discussiëren en dat komt „onze eigen" knollentuin niet ten goede. Als wij ons eiland niet steeds in opspraak willen brengen dan moeten wij inderdaad ons best doen om aanstootgevende cabaretiers daarbuiten te houden en niet alleen cabaretiers, ook andere personen die we hier liever niet zien, maar dan moeten wij wel proberen onze Thoolse zaak zo positief mogelijk te structurele veranderingen welke zich in steeds versnelde mate in de landbouw aandienen gaan ook aan WALCHEREN niet voorbij. Deze mening ba seren we op de volgende verschijnselen welke zich de laatste maanden openbaren. Verschillende boeren zoons die voorbestemd waren boer te worden en hun opleiding daar ook op hadden ingesteld blijken alsnog van gedachten te zijn veranderd en blijken werk bui ten de landbouwsector te hebben gezocht. Het aantal vreemde arbeidskrachten op de land bouwbedrijven neemt nog steeds af, meestal door vrijwillig, maar ook wel door gedwongen ontslag. Op een aantal bedrijven zijn nog werknemers die een zekere familiebinding hebben zoals broer, zwa ger, zoon of schoonzoon. Dit voorzover ze niet voor gezamenlijke rekening boeren. Maar het aantal „vreemde" arbeidskrachten is op de Walcherse be drijven praktisch wel tot het minimum gedaald. Over enkele jaren zal de vreemde arbeidskracht in ons gebied wel geheel zijn verdwenen. Ook de grootste benaderen en als er dan onverhoopt toch niet te voor komen slippertjes gemaakt worden, deze binnenska mers proberen op te lossen. Met de kanalisatie Van de Eendracht komen er grote mogelijkheden voor de recreatie. Ons negatief of afzijdig opstellen t.o.v. deze recreatie is natuurlijk onjuist, wij moeten gezamenlijk proberen deze re creatie zodanig te begeleiden en daarin als Landbouw een zodanige inbreng en inspraak te hebben dat wij uit de misschien wel niet altijd even prettig te kie zen mogelijkheden, toch datgene zien te bereiken dat onder de gegeven omstandigheden van de agra rische bedrijfstak toch het meest acceptabel is. Als de gemeentelijke overheden zich er niet mee zouden bemoeien dan komen de ruimtezoekende ste delingen toch, en dan is de chaos er zo veel te groter door. Bovendien zullen wij dan in negatieve zin we derom voorpaginanieuws worden voor de grote dag bladpers. Het is trouwens dikwijls ook veel gemakkelijker om in negatieve zin de voorpagina's van de kranten te halen dan in positieve. Dat geldt evenzeer voor de landbouw. Het beeld dat de gemiddelde Nederlander heeft van de boer en tuinder is toch nog steeds dat van een wat lompe, niet al te best ontwikkelde en weinig manieren kennende persoon, wiens bedrijfs uitoefening een zodanige is, dat dat de belastingbe taler steeds geld kost. bedrijven zijn dan geheel vader-zoon of zoon-vader bedrijven geworden. Een aanzienlijk aantal boeren in ons gebied blijkt belangstelling voor bedrijfsbeëindiging al of niet via het Saneringsfonds te hebben. Verschillende getallen doen hierover de ronde. Het juiste aantal is niet be kend. Wanneer in de loop van dit voorjaar de sane ringsmist wat is opgetrokken zal de balans worden opgemaakt. Tenslotte is er in ons gebied een toenemend in zicht wat betreft de noodzaak tot samenwerking. Zo hebben een tweetal bedrijven besloten tot intensieve samenwerking. Van een reeds bestaande samenwer kingsvorm tussen 3 bedrijven is bekend dat men van de bestaande 3 werktuigeninventarissen één inventa ris voor gezamenlijke rekening heeft opgezet. Zo zien we dat ook deze winterperiode de Walcher se landbouw weer niet onberoerd laatStof genoeg om over te praten op boerevisites en „op-de-koffie bezoek". In de loop van deze maand vinden weer de open bare distriktsvergaderingen van het Waterschap Wal cheren plaats. Wanneer we, speciaal als landbouwer, problemen hebben op het terrein van 'het Water schap, dan kunnen we die op deze vergaderingen kwijt. Het is bekend dat er op het gebied van de af watering en het waterpeil in het verleden opmerkin gen door betrokkenen zijn gemaakt die verbetering van de toestand tot gevolg hebben gehad. Als boeren hebben we vooral belang bij een goede waterbeheer sing. Individueel dienen we te zorgen voor een goede detailontwatering van onze percelen. Van het Water schap mogen we een goede ontwatering van het ge bied verwachten. Door gedachtcnwisseling over de problemen zal dit leiden tot betere inzichten en een goed verhouding tussen ingelanden en bestuur! De Districten I en II vergaderen op dinsdag 16 februari om 14 uur in café P. Kodde te Aagtekerke, District III op vrijdag 19 februari om 14 uur in hotel Walcheren te Koudekerke en District IV op maandag 22 februari in café „De Nieuwe Hoop" te Nieuw en St. Joosland. Als kring proberen wij nu al 8 jaar een bijdrage te leveren aan een beter inzicht van niet-agrariërs in onze bedrijfstak. Daarom ook proberen wij de adop tie van leerlingen van het Amerfoortse Lyceum voort te zetten, omdat uit de reacties van de leerlingen steeds weer blijkt dat wij hiermee een positieve bij drage leveren tot een betere waardering van onze boerenstand. Als U ook eens een weekje onderdak wilt verlenen aan Amerfoortse lyceïsten stelt U zich dan eens in verbinding met de kringsecretaris. jVAET belangstelling hebben we kennis genomen van de rede die dezer dagen werd gehouden door dr. A. J. Verhage voor de Nederlandse Tuin- bouwraad. Hij sprak over de concurrentie-positie van de Ne derlandse tuinbouw en maakte daarover een aantal behartenswaardige opmerkingen. De natuurlijk om standigheden in samenwerking met de techniek vor men volgens de heer Verhage een gunstige basis voor de Nederlandse tuinbouw, mits de zoetwatervoorzie ning in goede kwaliteit verzekerd kan worden en de luchtverontreiniging niet als storende faktor optreedt. Een zekere herverdeling van de produktie tussen noordwest- en zuid-Europa treedt op, terwijl deze ge bieden elkaar in bepaalde seizoenen aanvullen. Ne derland zal volgens hem een belangrijke producent bliijven van kasprodukten, champignons, verwerkte groenten, bloemen, enkele opengrondsgroenten en enkele appel- en pererassen. Optimale combinaties van arbeid en kapitaal kun nen volgens dr. Verhage alleen bereikt worden bij een, bepaalde redelijke bedrijfsoppervlakte. Voor bloemis terij spreekt men over 3000 m2 tot 5000 m2. Voor stookgroentebedrijven van 6000 m2 tot 10.000 m2. Ter- wille van de levensvatbaarheid dienen de bedrijven in deze sektor de komende vijf jaar met 2040 uit gebreid te worden. Hij stelde dat voor een verwarmd bloemisterijbedrijf thans 4000 tot 5000 m2 glas nodig is. Dr. Verhage zei het zijn plicht te achten aandacht te besteden aan de vele faciliteiten welke producenten in andere EEG-landen, maar ook daarbuiten, ter be schikking staan. In alle andere EEG-landen kent men volgens hem rente-subsidies. Dank zij deze subsidies behoeft de Italiaanse producent in een groot aantal gevallen niet meer dan 2 3 te betalen voor rente. In België kan in bepaalde gevallen een subsidie tot 3 worden verleend. In Italië kent men zowel rente- als investeringssub sidies. De laatste worden vooral in het zuiden toe gepast, de eerste gelden meer algemeen. Bij agra rische bedrijfsfinanciering geldt, dat grond in het al gemeen tegen 3 gefinancierd wordt voor een pe riode van 30 jaar. Gefinancierd wordt 75 90 van de waarde van de grond. X/OOR wat betreft de financiering van agrarische bedrijfsgebouwen worden vrij algemeen finan cieringsfaciliteiten toegepast, bestaande uit 20-jarige leningen tegen 2 rente! Een zelfde rente-niveau wordt toegepast op machines en werktuigen bij lenin gen met een looptijd van 5 jaar. Voor de financierin gen van tuinbouwbedrijven bestaan in Italië in de prak tijk twee regels namelijk: 1) voor investeringen kan men maximaal 6000, per ha lenen tegen 3 me* looptijden variërend al naar gelang van de investering maar maximaal 20 jaar. 2) voor bedrijfskapitaal maximaal 3000,per ha tegen 1 y2 rente. Ook de Franse tuinders staan financieringsmiddelen tegen alleszins redelijke tarieven ter beschikking. Grondfinanciering (maximum ƒ100.000,per bedrijf) kost in het algemeen 3 Financiering van glasop standen geschiedt tegen een rentepercentage van 6 Voor jonge beginnende tuinders bestaat in bepaalde gevallen de mogelijkheid hun bedrijfsuitrusting tegen 3 gefinancierd te krijgen. In West-Duitsland worden de laatste jaren vrij algemeen rente-subsidies toege past van 4 Deze rente-subsidie wordt in het alge meen gedurende 8 jaar verleend. Bij bedrijfsverplaat- sing bestaan leningen tegen 1 rente, waarbij de eerste twee jaar aflossingsvrij zijn. Naast rente-subsidies kunnen de Duitse tuinders rekenen op investeringssubsidies bij de vervanging van platglas door kassen (tot 30 van de kosten) en bij de aanleg van automatische verwarmingssyste men. In België kan in bepaalde gevallen rente-subsidie verleend worden tot maximaal 3 Deze subsidie kan voor maximaal 9 jaar worden verleend bij de bouw van kassen, de overname van een bedrijf en ten be hoeve van grondverbetering. f")OK in verschillende landen buiten de EEG trach- ten de regeringen de positie van de tuinbouw- producenten te verbeteren door subsidie-verlening. Wil de tuinder zich kunnen handhaven en zich aan de technische ontwikkelingen aanpassen, dan is over heidssteun dikwijls onmisbaar. Dr. Verhage gaf verschillende voorbeelden van steun in andere dan EEG-landen. Hij merkte daarna op dat de producenten in de verschillende landen niet alleen profiteren van een verscheidenheid van subsi dies maar bovendien worden ze veelal begunstigd door een veel beter fiscaal klimaat dan in Nederland het geval is. Hij zei ook dat de subsidieregelingen en belasting faciliteiten slechts een greep vormt uit de veelheid van faciliteiten welke de concurrentieverhoudingen scheef trekken. Terugkerend tot Nederland moest hij opmerken dat de Nederlandse regering in weerwil van alle maatregelen elders, vrijwel geen enkele po ging heeft gedaan om de in feite benadeelde Neder landse tuinders te steunen. Nu de situatie in de Euro pese fruitteelt mede dank zij ongebreidelde subsidie verlening hopeloos vastzit begint men er in Brussel over te denken die overdaad aan bestaande subsidie maatregelen wat in te perken. Alles wijst er echter op, dat van een spoedige afbraak van subsidies voor de verschillende tuinbouwsektoren geen sprake kan zijn. Het EEG-verdrag gaat uit van gelijkheid van concurren tiepositie. Wanneer die er zou zijn behoeft aan de toekomst van de Nederlandse tuinbouw niet getwijfeld te worden, al zullen veranderingen en aanpassingen ook dan plaats vinden. Dit brengt voor de Nederlandse regering de con sequentie mee dat concurrentievervalsingen uit de weg moeten worden geruimd. Wanneer dat niet lukt door het op zeer korte termijn doen verdwijnen van subsidies en faciliteiten elders, kan dit alleen door deze subsidies en faciliteiten ook in Nederland door te voeren. Dit kan niet worden ontgaan door op de on juistheid van subsidies in het algemeen te wijzen, al dus besluit dr. Verhage zijn rede op de Tuinbouw- raaddag in Scheveningen. We hebben hieraan graag aandacht geschonken om dat het om zaken gaat die van enorm grote betekenis zijn voor de toekomst van onze tuinbouwbedrijven.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 5