P. J. Zuid - Geluid
Rond de
Schelde
Produceren voor de afzet
Jongerenaktiviteiten
22
Onder redaktie van: H. A. HARDERWIJK
is het gespreksthema op de STUDIEDAG dier 3 C.J.O.'s op
26 februari 1971 in het Jaarbeurs Congrescentrum te
Utrecht. Aanvang: 10.00 uur. Namens de PJ.Z. mogen twee
afgevaardigden deelnemen. Hebt U interesse, dan snel op
geven bij het P.J.Z.-sekretariaat. Deelname is gratie, kos
ten worden vergoed
JVE moeilijke situatie, waarin de landbouw ver-
keert, wordt zoals sommigen beweren, groten
deels veroorzaakt door het bestaan van een overschot
aan landbouwprodukten. Een overschot van een aan
tal landbouwprodukten, welke een gevolg heeft voor
de prijs van de totale produktie van dat produkt, en
daarmee op het inkomen van de boer. E$ij de tuia-
bouwprodukten heeft men oogstoverschotten door het
vaststellen van een minimumprijs en het „door
draaien" niet op de markt geloosd, zodat bij een over-
produktie de prijs niet kelderde. Dit vereist(te) een
uitgebreid veilingsysteem en veilplicht. Dit probleem
kan goed werken en heeft dat ook gedaan, wanneer
het gaat om oogstschommelingen, veroorzaakt door
bijvoorbeeld weersinvloeden.
Wanneer zich echter een struktureel overschot
voordoet, d.w.z. wanneer van een vrijwel konstant te
hoge produktie sprake is, levert dit systeem moeilijk
heden op, omdat de prijs te vaak op het minimum
komt te liggen. De prijs moet dan, gegeven vraag en
aanbod, kunstmatig op peil worden gehouden.
Hoe het ook zij, grote of kl'eine overschotten, van
meer of minder landbouwprodukten, in deze tijd, en
waarschijnlijk sterker nog in de toekomst zal zich de
vraag voordoen hoe de produktie is af te stemmen op
de vraag. De vraa|g stellen is gemakkelijker dan die
beantwoorden. U zult het antwoord hier dan ook niet
aantreffen. Slechts enkele gedachten zijn hier samen
gebracht, meer als „kapstokken" om het gehele vraag
stuk bespreekbaar te maken. Het vraagstuk kunnen
we in drieën splitsen:
Produktie:
Iedereen zal weten, dat de produktie van land
bouwprodukten de laatste jaren sterk is toegenomen.
Door mechanisatie, gebruik van kunstmest, bestrij
dingsmiddelen en krachtvoer, verhoging van de vak
bekwaamheid van de boer, is de produktie per ha per
man enorm gestegen. De arbeidsproduktiviteit in de
landbouw is de laatste jaren sterker gestegen dan in
de industrie. Het aantal niet-agrariërs dat door één
agrariër gevoed kan worden is sterk toegenomen. Dit
alles is gepaard gegaan, en we komen niet aan het
eind van deze ontwikkeling, met bedrijfsvergroting
en produktie van grotere eenheden.
De vraag:
Ondanks de vergroting van het bevolkingsaantal
heeft de vraag naar agrarische produkten zich niet in
die mate ontwikkeld als de produktie-capaciteit. Het
aantal „eters" is wel groter geworden, maar niet in
die mate, dat de gehele produktie kon worden ver
werkt door de menselijke maag. Naast een stijging van
het bevolkingsaantal hebben we ook te maken met
een stijging van de welvaart (niet hetzelfde als wel
zijn!). Deze stijging van de welvaart komt slechts voor
een gering deel ten goede aan d'e landbouw, wanneer
men zijn maag vol heeft, eet men niet meer, maar
besteedt de stijging van het inkomen (reëel, maar ook
nominaal, omdat de prijzen van de lacidbouwproduk-
ten niet evenredig stijgen met de prijzen van de indus-
trieprodukten en de diensten) aan niet agrarische pro
dukten. Terwijl men daarnaast meer eisen gaat stel
len aan de agrarische produkten wat betreft kwaliteit
en verpakking.
Aanpassing van de produktie
aan de vraag en het afzetvraagstuk:
Tot nu toe was het verhaal aog niet zo ingewikkeld,
hoewel de realiteit wel wat moeilijker is dan het hier
is weergegeven. Wanneer we echter vraag en aanbod
met elkaar in kontakt brengen, beginnen de moeilijk
heden pas goed. Om alle moeilijke theorieën over waar
de produktie het best kan plaatsvinden, en waar de
produktiekosten het laagst zijn, hier maar buiten be
schouwing te laten, zullen wij ons richten op de vra
gen: Hoe kan de produktie afgestemd worden op de
vraag en hoe kan de afzet van agrarische produkten
het beste georganiseerd worden.
Om met dit laatste te beginnen, kennen we in
Nederland een reeks van afzetorganisaties, zowel co-
operatief als particulier. Deze organisaties zorgen
soms ook voor toelevering van grondstoffen, maar
daar hebben we het hier niet over. Deze afzetorgani
saties richten zich tot de markt. Zij komen daar de
afnemers, de konsumenten, de verwerkende indus
trieën, het „buitenland", maar ook elkaar tegen. Tus
sen deze organisaties bestaat grote konkurrentie. Deze
konkurrentie is vaak op zijn hevigst, wanneer er een
groot aanbod is. De schadelijke gevolgen van dit te
grote aanbod worden vaak doorberekend naar de
boer. Een bundeling van de afzetkanalen kan een ver
hoogde konkurrentiekracht tegenover de andere
marktpartijen inhouden.
Men kan gezamenlijk marktonderzoek doen,
reklame voeren, de afzeteenheden vergroten, enz. Op
deze wijze krijgt men meer greep op de markt, terwijl
men de grootte van de te verwachten vraag heter kan
beoordelen. Met dit laatste kan men de producenten
van dienst zijn. De producenten hebben er alle voor
deel bij niet meer te produceren dan gevraagd wordt.
Dit houdt in dat op bepaalde tijden de produktie moet
kuanen worden afgeremd. De vraag is dan echter: wie
gaat zijn produktie afremmen ik of mijn huurman,
of wij of de boeren in Frankrijk. Om het binnenlands
te houden zou je kunnen stellen: in Nederland moeten
we niet méér produceren dan dat door de Nederlandse
afzetorganisaties in Nederland of buiten Nederland
kan worden afgezet. Op welke wijze men dit ook zal
willen regelen: altijd geldt dat alle producenten en
alle afzetorganisaties zich aan deze regeling zulleri
moeten houden, anders zullen de niet-deelnemers er
van kunnen profiteren en de regeling tot een wassen
neus maken.
De afstemming van d'e produktie op de vraag kan
gebeuren via het prijsmechanisme (bij hoge produktie,
lage prijzen), maar dat helpt ons niet van de over
schotten af, terwijl de sociale gevolgen onoverzien
baar zijn. Men zou kunnen denken aan kontingente-
ring per bedrijf. B.v. van bieten hebben we X ton
nodig, de produktie per ha is gemiddeld Y ton. Dus
per jaar mogen XY ha bieten worden geteeld. En
dit aantal ha moet dan verdeeld worden over de be
drijven, die bieten telen. Men zou echter ook kunnen
denken aan een soort k-ontraktenstelsel binnen een
produktiekolom. Er is b.v. één bietsuikerafzetorgani
satie. Deze organisatie is verbonden aan de suikerbiet
verwerkende industrie, die kontrakten afsluit met
hoeren, welke verenigd zijn in een kontrakttelersver-
eniging. De suikerfabriek sluit niet meer kontrakten
af als de afzet vraagt, tegen redelijke prijzen. De kon-
trakttelersvereniging bepaalt welke boeren een kon-
trakt krijgen. Op dit thema zijn verschillende variaties
mogelijk.
Dat de produktie moet worden afgestemd op de
vraag is duidelijk. Via de prijzen? De gevolgen kennen
we. Via kontigentering, of via het afsluiten van kon
trakten met behulp van organen met publiekrechte
lijke bevoegdheden, die d'e produktie regelen?
Het Landbouwschap ziet nog een andere mogelijk
heid. Zij noemt dit: produktiebeperking bij de bron.
Hierbij gaat men ervan uit dat via een vermindering
van de produktiefaktor grond tot een produktiever-
laging kan komen.
Grond zou via een premie tijdelijk braak gehouden
kunnen worden. Wanneer de premie redelijk is, zou
b.v. op deze manier konstant zeg b.v. 10 van
het Nederlandse landbouwareaal uit de produktie ge
nomen kunnen worden. Hieraan zou dan tevens het
onttrekken van arbeid uit de landbouw gekoppeld
moeten worden, want als die op de overige gronden
worden aangewend, kan daar de produktie per ha
weer toenemen en zijn we weer 'even ver.
Nog een andere mogelijkheid zou zijn de onttrek
king van grond (en arbeid) aan de landbouw voor
niet-agrarische bestemmingen, zoals verkeer, recrea
tie, woningbouw, etc. ruimer te laten plaatsvinden.
Al met al veel mogelijkheden, waar veel haken en
ogen aanzitten. De noodzaak om een oplossing te vin
den, die meer effect oplevert, dan de tot nu toe gel
dende is evenwel duidelijk.
G. KOK.
GROEDE
Op zaterdag 13 februari a.s. in hotel „De Drie Konin
gen" te Groede opvoering van het toneelstuk „Om de
Karashoeve" door leden van de afdeling West Zeeuws-
Vlaanderen. In de pauze een grandioze verloting met
waardevolle prijzen. Na afloop van het toneelstuk een
groots bal. De avond begint om 19.30 uur.
ZIERIKZEE
Opvoering van het toneelstuk „Markus de water
man" op de grote avond van de afdeling Schouwen-
Duiveland in hotel „Concordia" te Zierikzee. Aan
vang: 20.00 uur. Na afloop een geanimeerd bal met
medewerking van ,-,Trio 67".
AFD. WEST ZEEUWS-VLAANDEREN
Alle P.J.Z.-leden zijn van harte welkom op de ge
zellige avond van de ZLM-afd. Oostburg op vrijdag
19 februari in Hotel „Du Commerce" te Oostburg. De
avond wordt verzorgd door de Rederijkerskamer uit
Oost burg met bal na.
CARNAVAL
De afdeling Oost Zeeuws-Vlaanderen organiseert op
zaterdag 20 februari a.s. een enorm carnavalsbal in
„De Krokodillebar". Muzikale medewerking van de
gerenommeerde band „Ray, Jacky and his heroes".
We starten om 20.00 uur.
PUZZELRIT ZUID-BEVELAND
De P.J.Z.-afdelingen Nisse en Goes en de K.P.J.-
Zuid-Beveland organiseren op vrijdag 12 februari a.s.
een puzzelrit, welke na afloop gevolgd wordt door een
enorm schuurfeest. De inschrijving voor de rit begint
om 19.00 uur, terwijl de eerste deelnemer om 19.30
uur van start gaat. Plaats van handeling: J. Linden-
bergh, Arendstraat 2, 's-Heer Arendskerke. U rijdt
voor eigen risico. Het inleggeld bedraagt 2,50. Alle
leden, niet-leden en overige belangstellenden zijn van
harte welkom bij de puzzelrit en het schuurfeest.
A N V L
K R A A Kom liefst in Karnavals-tenue
P. Hof van Koophandel
IJzendijke 20.00 uur.
23 februari
IEDEREEN WELKOM
DEROEPSHALVE wonen we veelal in veel te gro-
te woningen op onze boerderijen. Deze huizen
stammen meestal nog uit de tijd dat de boerin zelf
nog brood bakte en nog karnde. De zogenaamde keet
was de werkplaats voor al deze karweitjes. Later is
men in die keet gaan wonen en diende het eigenlijke
huis alleen maar meer als pronk- en slaapkamer.
Zulke woningen zijn geheel uit de tijd en vragen een
teveel aan onderhoud en verwarming. Meer en meer
zien we tegenwoordig bij winterdag de boer zelf be
zig om zijn huis grondig te verbouwen. Van de keet
wordt een garage gemaakt en het eigenlijke huis
wordt modern ingedeeld. Zulke veranderingen zijn
broodnodig willen we in de toekomst nog jonge vrou
wen bereid weten te vinden om daar haar leven te
slijten.
AP de laatstgehouden samenwerkingsstudiedag te
Goes rees bij ons de vraag aangaande de fusie
van de vier bedrijven in de N.O.P. of het nog wel
gewenst is dat het boerengezin op de boerderij woont.
Het gebeurt daar in deze samenwerkingsvorm, dat
de boer enkele dagen achter elkaar op de andere be
drijven aan het werk is terwijl vrouwlief dan alleen
thuis tegen de schuur zit aan te kijken. Bij de laatste
uitgifte in de Flevo-polder zijn ook reeds een aantal
bedrijven waarop geen woning meer wordt gebouwd
en het gezin in een van de dorpen woont en zodoen
de geïntegreerd wordt in de dorpssamenleving. Voor
onze begrippen een geheel andere wereld, maar we
staan in deze dan ook aan de drempel van een wel
heel nieuwe tijd. De middenstand, de P.T.T. en de
gasunie kunnen ons buitenaf niet diè service ver
lenen die aan stads- of dorpsbewoners wel geboden
wordt. Ook onze kinderen krijgen al jong met de
nieuwe ontwikkelingen te maken. In het kader van
de Mammoet-wet worden ze al heel jong voor het
probleem van kiezen geplaatst en dienen een studie
pakket uit te kiezen dat aansluit op hun verdere op
leiding. Ze worden hierin bijgestaan door de uitslag
van een ondergane test. Meestal zal de conclusie moe
ten zijn dat daardoor het grootste intellect niet di-
rekt bij de landbouw betrokken blijven.
Aan de ene kant jammer, maar van de andere kant
hopen we dat ze later in hun werkkring mee kunnen
helpen sturen aan een goede richting van de Neder
landse landbouw. We hebben niet alleen behoefte
aan sterke mannen die de bedrijven runnen, maar
ook aan een nieuwe generatie die ons huidige kader
wil opvolgen. Voorheen waren er immer praktische
boeren bereid om in diverse besturen zitting te ne
men. Gezien de organisatie op de bedrijven wordt
dit steeds moeilijker en voor sommigen onmogelijk
om zich hiervoor voldoende vrij te maken. Van be
lang lijkt het ons dat dit punt eens in studie geno
men wordt. Want ook hiervoor zal toch ook een op
lossing gevonden moeten worden. Typisch is dat het
steeds dezelfden zijn die er wel tijd voor kunnen,
vinden. Als we allemaal wat doen moet het toch luk
ken! Want in het praten met een ander, kan je heel
veel van elkander leren!