Jaarvergadering Stichting Gezondheidsdienst voor Dieren in Zeeland Stierenkeuringen in N.-Brabant 1971 10 ✓~*ROTE belangstelling was er de vorige week don derdag 4 februari te Middelburg voor de jaar vergadering van de Stichting Gezondheidsdienst voor Dieren in Zeeland. Belangstelling ook van de zijde van de leerlingen van de Middelbare Landbouwscho len in Zeeland die op deze wijze direkt van de vele praktische problemen konden kennis nemen. De direkteur van de Stichting dr. J. Tesink gaf in het kort een overzicht van de verrichte werkzaam heden van de gezondheidsdienst in 1970. Volledig heidshalve betrok hij daarbij ook de periode 1 mei 196911 december 1969 waarover geen apart jaar verslag zal uitkomen. Deze overloop werd nodig daar boek- en kalenderjaar gelijkgeschakeld zijn. Dr. Tesink ging in zijn verslag in op een aantal door de gezond heidsdienst verrichte aktiviteiten, zoals de t b c. en abortusbang-bestrijding en het onderzoek bij import runderen. Gebleken is dat zowel t.b.c., abortus bang als leu- cose niettegenstaande deze runderen met een gel dig E.E.G.-certificaat worden geïmporteerd kunnen voorkomen en besmettelijke ziekten binnengehaald kunnen worden. Hij was dan ook niet zo gelukkig met dat importvee. N°G steeds blijken een aantal veehouders, om rede nen van principiële aard tegen een mond- en klauwzeerenting te zijn. In 1970 waren dit er 70 waar door 1437 stuks rundvee zelfs de kosteloze najaarsen ting misliepen. Bestrijding van uierontsteking, waardoor het celgehalte van de melk wordt verhoogd, had ook dit jaar weer de volle aandacht. In de verslagperiode wer den 292 bedrijven bezocht, van 1504 koeien 6013 kwar- tiermelkmonsters onderzocht en in 1124 monsters meer dan 1 miljoen cellen per m.t melk en in 1498 monsters bacteriën aangetroffen. Op 72 bedrijven bleken speen- verwondingen de inleidende oorzaak van mastitis te zijn. Tevens werden afwijkingen geconstateerd van onvol doend vacuüm, pulsatiesloos melken, slechte tepelvoerin gen, onvoldoende reinheid en voorbereiding. Het onder zoek op penicilline in de melk bracht 17 gevallen aan het licht. Hierover merkte Dr. Tesink nog op dat bij melk gevende koeien alleen antibiotica gebruikt kan worden met korte uitscheidingsduur! Droogstaande koeien kun nen tot, globaal genomen, 40 dagen voor het afkalven worden behandeld met antib.preparaten met lange uit scheidingsduur. Of na een behandeling de melk nog peni cilline bevat, kan worden nagegaan. Is dit onderzoek gunstig verlopen dan is men zeker dat de melk geschikt is voor aflevering. BESTRIJDING LEVERBOT (TEN ieder is het erover eens dat de meest doelmatige bestrijding is de vernietiging van de slak die als gastheer fungeert. De dienst heeft, aldus Dr. Tesink, in 1970, in nauwe samenwerking met Shell en het Centraal Diergeneeskundig Instituut, afd. Rotterdam, uitgebreide proeven verricht op percelen land, gelegen tussen Wolphaartsdijk en het recreatiegebied ,,de Piet", waar schapen en runderen werden gehouden om te komen tot die meest doelmatige slakkenbestrijding. Hierbij is ge bleken dat het slakkenverdelgingsmiddel Frescon, wan neer het onder gebruikmaking van een hoge drukspuit op het juiste tijdstip wordt aangewend, de slakken voor 99,9 doodt. Inzake het vaststellen van het juiste tijd stip zal het onderzoek in 1971 worden voortgezet. PSEUDO-VOGELPEST yAN de in de periode 1 januari 197026 januari 1971 landelijk 920 bekendstaande gevallen pseudo- vogelpest zijn er 2 in Zeeland geregistreerd. Het nu ge constateerde pseudo-vogelpestvirus blijkt, in tegenstel ling tot voorgaande jaren, zeer gemeen te zijn, hetgeen betekent een snelle en hoge sterfte in het aangetaste koppel wanneer dit koppel niet voorbehoedend of op de juiste wijze was geënt. Het is gebleken dat, ondanks de voorlichting en entschema's, door de Gezondheidsdienst voor Pluimvee te Doorn en de Gezondheidsdiensten voor Dieren telkenjare gezamenlijk verstrekt, vele pluimvee houders de enting tegen pseudo-vogelpest niet of onvol ledig hebben verricht. Drs. O. J. H. Devos ging later in zijn inleiding hierop nog uitvoerig in en op de bestrij dingsmogelijkheden. INDUSTRIE - KANAALZONE EN SLOEGEBIED QE nadelige invloed van de fluoruitworp in de ka naalzone, die in de orde van grootte van 57 kg per uur ligt, werd ook in 1970 door de Schaderegelings- comnEssie Veehouderij Sas van Gent nagegaan. Een 9-tal bedrijven ligt in de eerste gevarenzone, een gebied dat reikt tot 2 km ten N.O. van de fabriek. De tweede gevarenzone ligt in een gebied dat oostelijk ligt van de eerste met een diepte van ca. 1 km. De derde gevaren zone begint op een afstand van 3 km van de fabriek. Daar worden onder bepaalde weersomstandigheden (mis tig weer met zwakke wind) te hoge fluorgehalten van het gras aangetroffen. Opvallend is dat in de herfst bij gelijkblijvende fluoruitstoot en bepaalde weersomstandig heden een toenemend fluorgehalte van het gras valt waar te nemen. Langere nachten, weinig wind, optredende nevel enz. zullen hierop wel van invloed zijn. Uiteraard slaan de fluorverbindingen ook neer op het gewas, b.v. bieten. Hooi en bietenblad gewonnen voor wintervoeder worden dan ook onderzocht. Bij te hoge fluorgehalten volgt afkeuring. 'De financiële gevolgen hiervan zijn voor rekening van de N.V. Zuid-Chemie. Het vee wordt dagelijks speciale rundveekoekjes, aan gemaakt door de N.V. Producent te Gouda, verstrekt. Het in deze koekjes voorkomende aluminiumsulfaat neu traliseert voor 30 het via het voedsel opgenomen fluor. w n n.o. O 2 3 4 3,5 2—2,75 4 6 5,5 Op advies van de Schaderegelingscommissie werd door de N.V. Zuid-Chemie aan gedupeerde vee- en scha penhouders ca. 20.000 aan schadeloosstellingen uitbe taald. Daarnaast kwamen nog kosten van onderzoek, extra krachtvoer enz. voor rekening van de fabriek. VOORZICHTIG MET UITSPRAKEN HOE voorzichtig men moet zijn met bepaalde uit spraken bleek uit hetgeen Dr. Tesink opmerkte over de halsketting die de voorzitster van de Vereniging van Milieuhygiëne Zeeland van een dierenarts te Hulst aangeboden kreeg. Daarin waren, volgens de schenker, een aantal kiezen afkomstig van runderen met fluorver- giftiging hetgeen te constateren zou zijn aan de zwarte verkleuring van het kiesglazuur. Dr. Tesink vertelde de vergadering hierover dat bij hem twijfel rees of de waar genomen glazuurafwijkingen wel door te hoge fluorop- name zouden zijn veroorzaakt. Mevr. Kannegieter bleek direct bereid mij haar hals ketting door haar reeds op diverse besprekingen ge dragen als een soort protest tegen het in deze provincie gevoerde industrialisatiebeleid ter nadere beoordeling ter hand te stellen. Na inspectie van de kiezen stond het voor mij wel vast dat hier geen sprake was van een nadelige fluorinvloed. De zwarte plekken in het glazuur bleken niets anders te zijn dan de normale glazuurverkleuring, welke bij iedere planteneter voorkomt en wordt veroorzaakt door de in het voedsel voorkomende, vooral zure, verbindin gen. Analyse van zogenaamd aangetaste kiezen mij beschikbaar gesteld wees uit dat het fluorgehalte normaal was! SLOEGEBIED HOECHST yOORDAT in mei 1968 Hoechst met één oven in be drijf kwam, was er in het Sloegebied geen voor belasting met fluoriden van de lucht door de industrie (0-fase). Volgens opgave van Hoechst is de uitstoot van fluoriden uit 1 oven 1,5 kg per uur. Begin 1970 werd een tweede oven in gebruik genomen. Uitstoot beide ovens 3 kg fluor per uur. Ten aanzien van de gevolgen hiervan in 1970 concludeerde Dr. Tesink dat uit de meet resultaten gebleken is dat Hoechst met 2 ovens in be drijf pas in het tweede deel van de herfst een voor rund vee schadelijke hoeveelheid fluorneerslag op het gras veroorzaakte in een gebied globaal 3 km W.N.W. tot 6 km O.N.O. van de fabriek. In dit verband worden weinig of geen nadelige gevolgen voor het rundvee verwacht. Over de Pechiney alluminiumfabriekvestiging merkte Dr. Tesink op dat hij in de begin december 1970 gehou den vergadering van de Prov. Raad Luchtverontreiniging enkele kritische opmerkingen naar voren had gebracht naar aanleiding van het rapport technische werkgroep van de convenantpartners. Hierin, zo zei dr. Tesink, geen rekening gehouden met door Hoechst veroorzaakte fluoruitstoot. Komt Pechiney, met 4 produktiehallen in werking, met een fluoruitstoot van 8 kg per uur, dan komt daarbij, als Hoechst 3 ovens in bedrijf heeft, nog eens een uitstoot van 5 kg per uur. Aan fluorhoudende stof wordt niet 15 kg maar 20 kg per uur uitgestoten. Ook het I.P.O. heeft in zijn nota geen rekening gehou den met de totale Hoechst-Pechiney uitstoot. De ver wachting van Dr. Tesink is: Afstand in km en richting t.o.v. HOECHST EN PECHINEY geen rundveehouderij mogelijk uitsluitend vetweiderij In het gebied „uitsluitend vetweiderij" kunnen de run deren één weideseizoen worden geweid, mits in zodanige aantallen dat het gras bij voortduring kort blijft èn on der verstrekking van speciale rundveekoekjes. Met in de herfst ruime bij voedering van onbesmet bietenblad. Het gebied waar de landbouw en de veeteelt econo misch niet rendabel meer zal zijn de zogenaamde A-zone valt voor het merendeel binnen het gebied dat voor de industrie is gereserveerd. Een schaderegeling voor het naast aanliggende gebied de zogenaamde B- en C-zone is tot stand gekomen tussen de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap en de firma's Hoechst en Pechiney. De omgrenzing van de B-zone (regelmatig schade te verwachten) en de C- zone (incidenteel te verwachten schade) staat uiteraard niet vast. De bedrijven in de B-zone zullen zich wat hun bedrijfsvoering betreft beperkte teeltkeuze, alleen mest vee moeten aanpassen, herstructureren dus. Dit zal geld kosten. De Raad inzake de Luchtverontreiniging heeft in zijn vergadering van 3-12-'70 in een motie het college van Gedeputeerde Staten uitgenodigd overleg te plegen met de convenantpartners en de Minister van Landbouw en Visserij inzake het treffen van maatregelen voor een mogelijke herstructurering van dit gebied. Het is ver heugend te weten dat G.S. aan deze motie uitvoering hebben gegeven. Landbouw is in gespannen afwachting inzake het resultaat van het overleg! Dr. Tesink wees er op dat wanneer een agrariër in het Sloegebied aan zijn gewas of zijn veestapel verschijn selen waarneemt waarvan hij vermoedt dat deze veroor zaakt zijn of worden door de industrie, hij dit moet mel den aan de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap te Goes. De secretaris van de Raad legt de klacht voor aan een commissie, die de klacht beoordeelt waarna even tueel onderzoek volgt door het I.P.O. (gewas) of de Gezondheidsdienst voor Dieren (vee). Blijkt de klacht door het ingestelde onderzoek gegrond dan worden door de industrie de onderzoekkosten en de schade betaald, dus door Hoechst en Pechiney tesamen. Ten aanzien van de fluoruitstoot houden beide fabrieken dus volledig rekening met eikaars aanwezigheid, het Pechineyrapport niet! Aldus Dr. Tesink. QAAR de Stichting voor de Rundveeverbetering in Noord-Brabant te Tilburg onder meer de aktivi teiten heeft overgenomen van de onlangs opgeheven Prov. Veeverbeterings Cie. worden de stierenkeuringen nu door de stichting georganiseerd. Voor 1971 houden deze keuringen in: A. De centrale keuringen. Voor M.R.Y.-stieren te 's-Hertogenbosch te houden op dinsdag 8 april (event. 15 april) a.s. in combinatie met Limburg. Voor F.H.-stieren te Etten te houden op vrijdag 23 april a.s. in Ho-Z-U-Bra-verband. B. De vóórkeuringen. Deze worden op verzoek uitgevoerd om de stieren jonger dan 2 jaar te kunnen aangeven voor de bo vengenoemde centrale keuringen. M.R.Y.-stieren kunnen voor deze voorkeuring worden aangegeven als ze zijn geboren tussen 1 mei '69 en 30 april '70; F.H.-stieren idem geboren tussen 1 mei '69 en 15 juni '70. Voor zover men dit wenst worden de stie ren aan huis gekeurd. Fok verenigingen kunnen een locale of interlocale keuring organiseren als daaraan nog behoefte bestaat. (Zie verder pag 19.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 10