Van melkbus tot gesloten koellijn V! IN 10 Moderne eenmalige verpakkingsmachine zoals die binnen afzienbare tijd geplaatst zal worden Volautomatische flessenverpakker. Moderrn Zo was het vroeger. WERANDERENDE tijden stellen ook steeds veran- derende eisen. De Coöperatieve Melkinrichting en Zuivelfabriek Walcheren te Middelburg is één van de voorbeelden uit onze agrarische sector waarbij blijkt dat met de veranderende tijd wordt meegegaan. Een geheel vernieuwde fabriek, waarvan eigenlijk al leen nog maar de schoorsteen aan vroeger doet her inneren, is daar het bewijs van. Een fabriek die zich na deze rigoreuze vernieuwing ook verder weer aan past aan de nieuwste ontwikkelingen. En dat deze ontwikkelingen snel gaan, daar weet een ieder in zijn eigen sector over mee te praten. Het door het bestuur van de Coöp. Melkinrichting en Zuivelfabriek Walcheren steeds gevoerde vooruit strevende beleid kwam ook in 1960 weer tot uiting toen de nieuwbenoemde direkteur de heer J. Lampert de opdracht kreeg het bedrijf zodanig op te bouwen dat het weer een tijd mee zou kunnen en technisch aan de toekomstige ontwikkelingen zou voldoen. Besloten werd een praktisch geheel nieuwe fabriek te bouwen en deze nieuwbouw in twee etappen uit te voeren. De aan de nieuwbouw verbonden hoge inves teringskosten konden op deze wijze enigszins over een aantal jaren uitgesmeerd worden. geen omvangrijke administratie van uitgaande en terugkomende emballage enz. enz. Daar tegenover staat dat geïnvesteerd moet worden in verpakkings machines die bijzonder duur zijn. HET tijdelijk bewaren van de melk op de boerde rij in een gekoelde tank is niet nieuw. Reeds in 1958 werd de eerste diepkoeltank in ons land in ge bruik genomen. Technisch, economisch en sociaal geeft de gekoelde melkopslag verschillende voordelen. Technisch doordat de kwaliteit van gekoelde melk beter bewaard blijft, sociaal doordat de melkveehou der minder afhankelijk wordt van het op vaste tijden dagelijks ophalen van de melkbussen en zijn melk tijd onafhankelijk van het ophalen van de gekoelde melk kan regelen. De melkrijder behoeft ook niet dagelijks de melk op te komen halen. Door bijvoor beeld vijfmaal in de 14 dagen volgens een bepaald schema de tankauto langs te laten komen, kan het aantal ritten verminderd worden en met één gekoel de tankwagen (op Walcheren) worden volstaan. Bij deze ontwikkeling ligt het zwaartepunt op de boer derij met het transport van de melk naar de fabriek en niet bij de verwerking van deze melk in de fa briek zelf. IN 1968 kwam als proef het doorgetrokken koel- lijnproject van de grond, in het bijzonder voor fabrieken met een belangrijke afzet van consumptie- melk .en consumptiemelkprodukten. Bij dit doorge trokken koellijnproject wordt de gekoelde melk apart opgeslagen en verwerkt. Na laagpasteurisatie bij 70° wordt wederom via gekoelde opslag en vervoer, het Zo is het nu, maar van de achterzijde gezien. DE eerste fase van het project werd op 15 oktober 1969 bereikt mej; het ingebruiknemen van de rijdende melkontvangst. Op een 7-tal bedrijven wa ren toen reeds melktanks in gebruik. Dit aantal is van lieverlee groter geworden en nu zijn er reeds 61 bedrijven waarop de melk met de op Walcheren reeds bekende „melkexpresse" tankauto de melk bij de boe ren wordt opgehaald. Van 26 bedrijven die daarbij in de kwaliteitsbeoordeling meelopen, valt ca. 93 met hun geleverde melk in kwaliteitsklasse I, zodat de individuele deelnemer ook financieel bij dit project wel vaart. Van de totale melkaanvoer van ca. 29 mil joen kg melk naar de Walcherse melkfabriek wordt ca. IVz miljoen kg met de rijdende melkontvangst op gehaald. En deze hoeveelheid wordt slechts door 12V2 van het totaal aantal leveranciers geleverd. Het zijn voornamelijk de grotere melkveebedrijven die meedoen. De fabriek geeft de koeltank gratis in bruikleen, compleet met de volautomatische reinigingsset die daarbij behoort. De kosten voor de boer zelf aan om bouw melklokaal en aanschaf van de nodige techni sche voorzieningen liggen nu tussen de 7 en 8000. Een en ander is afhankelijk van de situatie in het bestaande melklokaal. Was dit reeds aangepast dan zullen de kosten verhoudingsgewijs lager liggen. In de melkprijs die door de fabriek afgerekend wordt, maakt het geen verschil of in de melkbus of in een tank afgeleverd wordt. De tot nu tee opgedane ervaringen met de rijdende melkontvangst zijn gunstig. Vanzelfsprekend zou de diep: trok! melt cons van als heer deze spre de p D. ca. kan den, van of teur ties DOT zuiv Die fust diui dez< zal zegl zal was gaa nog ling tot Bra het kon pen prijs gewc deze huis^ zoda temp voor' door male lijk Soub HE bouw van de eerste fase, die de melkbewaring en -verwerking en een tijdelijke oplossing van de boterverwerking betrof, vond in de jaren 1961 1964 plaats. Met de bouw van de 2e fase werd in het voorjaar van 1965 begonnen die in mei 1968 voltooid werd. Dit gedeelte betrof de volautomatische melk ontvangst, de botermakerij, bergplaatsen, emballage ruimte, kantoren en laboratorium. Hoewel het melktransport op bussen werd ingesteld, werd tevens reeds rekening gehouden met de moge lijkheid dat overgegaan zou worden op het plaatsen van melkdiepkoeltanks op de boerderij en het over schakelen op de rijdende melkontvangst. Tijdens een gesprek met de direkteur, de heer J. Lampert, en de heer J. H. Lantinga van het C.A.R. - Goes tekenden wij de stand van zaken betreffende de rijdende melk ontvangst op "Walcheren op. Een ontwikkeling die zich de laatste jaren versneld heeft voortgezet en binnenkort zijn bekroning vindt in de zgn. doorge trokken koellijn, d.w.z. van diepkoel-melkontvangst op de boerderij tot het afleveren van gekoelde melk aan de huisvrouw. En tevens de ontwikkelingen in de verpakkingssector, waarbij overgegaan wordt van flessen op de eenmalige verpakking. De voordelen daarvan liggen voor de hand. De arbeidsintensieve verwerking die het gebruik van flessen met zich mee brengt wordt voorkomen. Bij eenmalige verpakking geen breukrisico, geen enorme reinigingsmachines, gekoelde eindprodukt aan de consument afgeleverd. Hierbij zijn dus ook de melkhandelaren betrokken, die voor het bezorgen over wagens met goed geïso leerde ruimte moeten beschikken. Voor dit proefkoellijnproject komt dus ook finan cieel voor betrokkenen nogal het een en ander om de hoek kijken. Gelukkig dat in het kader van het Euro pees ontwikkelings- en garantiefonds van de E.E.G. vopr Nederland de mogelijkheid werd geboden een vijftal van deze projecten met subsidie te stimuleren. Om voor deze subsidie in aanmerking te komen moesten aan verschillende voorwaarden worden vol daan. Zo moest de betreffende fabriek minstens 5 miljoen kg diepgekoelde melk per jaar verwerken en de dagelijkse aanvoer daarvan voldoende zijn voor de bereiding van de benodigde dagmeid en melkpro- dukten. De Coöp. Melkinrichting Walcheren kon aan de gestelde voorwaarden voldoen en tevens aantonen dat bij de bouw en inrichting van de fabriek reeds met het invoeren van de doorgetrokken koellijn re kening was gehouden. Zo kon met dit project van start gegaan worden. De subsidie betreft maximaal 35 op de kosten van een diepkoeltank met toebe horen en op de bouw van het melklokaal. Dit met dien verstande dat de subsidie voor het melklokaal maximaal op 2000,is gesteld. Van de extra-voor zieningen die de fabriek meet nemen en die de melk- slijters moeten treffen worden 25 gesubsidieerd. ideale toestand zijn als voor 100 op deze wijze van transport overgeschakeld zou kunnen worden. Be drijfsorganisatorisch heeft dit vele voordelen. Door de versnelde sanering die zich ook in de melkveehouderij voortzet en de noodzaak tot het steeds meer komen tot grotere eenheden zal dat op den duur ook wel zover komen. Nu is het zover nog niet maar de heer Lampert verwacht dat over 5 of 7 jaar de melkbus tot de uitzondering zal behoren. Het wel of niet overgaan op de rijdende melkont vangst moet, zo zegt hij, goed overwogen worden. De investering dat e.e.a. vraagt moet verantwoord zijn. Voorlopig wordt van fabriekszijde geen uitbreiding aan 'het object gegeven. Eerst eens afwachten hoe de zaak gaat lopen en ervaring op te doen. IIET Walcherse koellijnproject gaat, als er geen kink in de kabel komt met Pinksteren van start. De verpakkingsmachines moeten nóg in de daarvoor bestemde hal in de fabriek opgesteld worden en an dere nodige voorzieningen getroffen. De slijters zul len dan hun transportmateriaal aangepast hebben zo dat de gekoelde melk en melkprodukten die er bij de fabriek met een temperatuur van 56° ingaan, zelfs 's middags op een hete dag niet warmer dan een graad of 9 aan de huisvrouw afleveren. Alle melkslijters in Middelburg, Vlissingen en

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 10