UIT DE PRAKTIJK Rond de Schelde Kedrnrsbeeindiging - zware en moeilijke beslissing! Belangstelling voor centrale kalver-opfok Biedt vrijwillige kavelruil mogelijkheden? Suikerbietenafvoerproblemen voor „De Zak" Wetsontwerp wijziging bestrijd ingsmiddelenwet 1962 5 ÜR blijkt op WALCHEREN enige belangstelling bij de veehouderij te bestaan voor de centrale op fok van kalveren. Het is bekend dat er een aantal be drijven zijn die er behoefte aan hebben om de eigen opfok van kalveren tot kalfvaars af te stoten. De reden hiertoe kan verschillend zijn; bijv. arbeidstech- nisch of problemen bij de huisvesting. Er zijn ook al enkele bedrijven die te kennen hebben gegeven inte resse te hebben voor de opfok van kalveren en die dus als centraal opfokbedrijf kunnen fungeren. Voor de melkveehouderijbedrijven geeft dit het voordeel, tegenover het aankopen van kalfvaarzen of ander melkvee, dat men zijn veestapel op peil kan houden met aanvulling uit eigen bedrijf. Want, on danks dat men zelf niet opfokt, kunnen op deze wijze toch de kalveren met de beste afstamming voor eigen aanvulling bestemd worden. Er is voor deze centrale opfok van kalveren een aktie gaande en ieder die belangstelling heeft voor deze ontwikkeling dient zich wel op de hoogte te stel len van de mogelijkheden. Naar we thans hebben vernomen bedraagt de ge middelde uitbetalingsprijs voor de aardappelen in de herfstpool 8,88 per 100 kg netto veldgewas. Voor degenen die hun produkt direkt van het veld naar de centrale opslag hebben gebracht gaan van voorge noemd bedrag nog de opslagkosten van 1,50 per 100 kg af. Gezien de prijsontwikkeling van de aardappelen tot op heden, menen wij dat de deelnemers geen reden tot klagen hebben. Wel zijn we het er over eens dat het prijspeil van de aardappelen minstens 5 cent per kg te laag is! Er worden nog wel wat uien bewaard waarvan de omstandigheden waaronder ze bewaard worden niet ideaal zijn. Deze partijen moeten toch wel geregeld gecontroleerd worden, en zo nodig toch mooi worden geruimd omdat de bewaarverliezen nu wel sterk gaan toenemen. Slechts goed gezonde partijen die in goede bewaaromstandigheden zijp opgeslagen kunnen nog verder worden bewaard. Ook voor de uierteïars is de prijsvorming tot op heden een teleurstelling. Hoe deze zich nog zal ontwikkelen in de komende maanden valt moeilijk te voorspellen. Tijdens het Europees kampioenschap hardrijden op de schaats voor heren in het ijsstadion Thialf te Hee renveen hebben we onze Hollandse jongens bezig ge zien in hun strijd om de titel. Met trots hebben we aan het einde van de wedstrijden Schenk en Verkerk op het ere-platform plaats zien nemen, maar met pijn in het hart hebben we de diskwalificatie van Jan Bols ervaren. Wat is sport mooi, maar wat kan het ontzet tend hard zijn wanneer de reglementen op deze wijze worden toegepast. Een parallel trekkend met bovengenoemde schaat sers en ons als boeren kunnen we vaststellen, dat ook wij deelnemen aan een Europese wedstrijd welke in Brussel wordt gestreden. We hebben ook kansen van mee- en tegenvallers en zullen onze collega's van over de grenzen dienen te overtroeven en te verslaan. De moeilijkheid is echter dat de omstandigheden waar onder geboerd wordt niet overal gelijk zijn. Wanneer de spelregels oevral gelijk zijn dan kunnen we het wel aan want strijd leveren zit ons wel in het bloed. Er worden van onze besturen successen verwacht, maar in wezen hebben wij als leden van onzre organisatie ook een grote taak. Wij dienen de rol van het goede publiek te spelen en niet thuis te blijven zitten wan neer het gaat om vergaderingen van onze organisatie en van de voorlichting. Geen tijd voor dit en geen tijd ALS uw rubriekschrijver uit THOLEN en ST. PHILIPSLAND in gedachten zo alle vergaderin gen en bijeenkomsten in de afgelopen maand nog eens de revue laat passeren kunnen we toch wel van een mineurstemming spreken onder vele collega's. Immers, we weten allemaal dat de kosten enorm stijgen terwijl de prijzen voor de gegarandeerde pro- dukten naar het zich laat aanzien ongeveer dezelfde zullen blijven. Maar naast deze gegarandeerde produkten hebben we een aantal produkten waarvoor geen prijsgaran ties gelden zoals aardappelen en uien en nog een aan tal minder belangrijke gewassen. En het zijn juist deze produkten die voor een groot deel bepalend zijn voor het inkomen van de boer. Teelten ook waarop de boer, soms tegen beter weten in, z'n hoop gevestigd heeft. Maar de prijsvorming van aardappelen en uien is tot nu toe wel erg teleurstellend, zodat menigeen zich dan ook afvraagt waarheen? Dat we op allerlei manieren o.a. door samenwerking onze kosten zo laag mogelijk trachten te houden is een dagelijks terugkerend punt in vele gesprekken. Niettemin lukt het ons niet oris totale kostenpakket IN deze tijd van het jaar worden ook in WEST ZEEUWS-VLAANDEREN vele vergaderingen gehouden. Vergaderingen van studieclubs, bedrijven die in landbouwartikelen handelen, coöperaties en de landbouworganisatie. Daar worden vele problemen besproken; technische, economische en markt- en af- zetvraagstukken. Op de vergaderingen van de stands organisatie worden de diverse regelingen van het O. en S.-fonds veelal nader toegelicht, in het bijzon der de nieuwe beëindigingsregeling. Ik wilde het deze keer eens over een andere nieuwe regeling hebben, n.l. de regeling met betrekking tot „kavelruil en per ceelsvergroting door middel van ruilverkaveling bij overeenkomst". Kortweg genoemd vrijwillige kavel ruil. In ons gewest is naast Eede nooit een ruilver kaveling geweest dan wel aangevraagd. Dit omdat de noodzaak daartoe niet zo sterk gevoeld werd, de ont watering over het algemeen goed is en men vooral op zag tegen de vele complicaties die een grote ruilver kaveling met zich meebrengt. Toch kernen er ook in ons gewest nog vele plaatsen vcor waar de verkave ling en perc'eelsvorm te wensen overlaat. De regeling van vrijwillige kavelruil nu biedt de mogelijkheid van subsidiëring als 3 of meer grondeigenaren besluiten MET de vele regen die we de laatste dagen, ook op ZUID-BEVELAND, hebben gehad zijn zand en pekel weer van de wegen afgespoeld. Echter zijn met deze regens ook de gunstige mogelijkheden om even tueel de ploegsneden met cultivator uit elkaar te trek ken en alsnog wintertarwe te zaaien, plotseling voor bij. Door de geringe hoeveelheid neerslag en sneeuw was de grond, mede door de vorstperiode voldoende droog en was een bewerking goed mogelijk en zonder al te veel struktuurbederf. Het blijkt dat men in de eerste helft van januari plaatselijk nog al wat wintertarwe heeft gezaaid. Voor wintertarwe was het eigenlijk al aan de late kant, zeker voor rassen, die vrij goed of goed wintervast zijn als Lely en Manella. Voor de matig wintervaste rassen als Joss Cambier en Norda waren de kansen wat groter. Men had ook kunnen wachten, om dan straks zomertarwe in te kunnen zaaien. Bij vroege zaai lig gen de opbrengsten hiervan goed. Kan echter pas laat voor dat is beslist een verkeerde instelling. Met trots hebben we pas geleden nog een heel stel jonge boeren bezig gezien op een studiedag over „Samenwerking". Vooral in discussieverband hebben zij zich danig ge weerd en hebben zij getoond te verstaan, dat zij onder geheel andere spelregels dan hun ouders in het ver leden ook thans nog boer kunnen zijn en blijven. Op velerlei gebied heeft de vorige generatie in de vorm van coöperatie aan samenwerking gedaan en gelukkig dat dat gebeurd is. Nu lijkt de samenwerkingsge- dachte nog dichter op ons af te komen, maar we kun nen gelukkig zelf nog een keuze maken. Zelfstandig- op gelijke hoogte te houden en zoals we reeds op merkten stijgen de totale kosten snel. De marges worden steeds kleiner en vele collega's zullen geen voldoende inkomen meer in de landbouw kunnen vinden en tot de conclusie komen een ander beroep te moeten kiezen. Dat een dergelijke zware en moeilijke beslissing op de allereerste plaats samen met de gezinsleden geno men moet worden staat buiten twijfel, maar ik dacht dat we er goed aan zouden doen ook hier in vergade ringen en bijeenkomsten meer aandacht aan te beste den en dan in samenwerking met plattelandsvrouwen en -jongeren. Immers het vrijwillig verlaten van de landbouw is een zaak geworden van koel en degelijk beredeneren en staat als zodanig op hetzelfde plan als wanneer men besluit een of andere samenwerkingsvorm aan te gaan, onder collega's. Nog teveel wordt bedrijfsbeëindiging aangevoeld als een soort falen, een soort failliet gaan, door de indi viduele ondernemer en dat is het bepaald niet! Het is helaas wel een bijzonder naar tijdsverschijnsel waar echter ook andere sectoren in het bedrijfsleven mee te kampen hebben. onderling kavels te ruilen, dan wel bestaande kavels door ruiling te vergreten waardoor de grond dichter bij het bedrijf komt en of de perceelsvorm veel ver beterd kan worden. Dit hoeft dikwijls niet veel te kosten en het zou belangrijke landbouwkundige ver beteringen kunnen brengen. Soms lopen de perceel grenzen erg raar en is in de loop der jaren veel ver snippering ontstaan. Deze grondeigenaren moeten dan wel gezamenlijk tot overeenstemming komen over de nieuwe situatie. De kosten van kadaster, notaris e.d. worden voor 100 gesubsidieerd! Op de noodzakelijke aanpas- singswerken zoals drainage, slootverleggen, nieuwe dammen e.d. wordt 50 9'r subsidie gegeven tot een maximum van 500,— per ha. Nadere inlichtingen hierover kunnen we krijgen bij de bedrijfsvoorlichter van het C.A.R. te Goes. Onlangs werd in West Zeeuws-Vlaanderen ook jen maiskern opgericht. Er zijn voldoende ha bij de kern aangemeld om te kunnen starten. Mochten er echter nog gegadigden zijn voor dit nieuwe gewas dan kan de kern nog tot een bepaalde oppervlakte uitgebreid worden. Ook hiervoor kunt u informeren bij uw be drijfsvoorlichter! gezaaid worden, dan valt de opbrengst nogal eens tegen. In de afgelopen weken heeft een ieder zijn keus kunnen maken voor de uit te zaaien suikerbietenras sen. De belangstelling naar de genetisch éénkiemige rassen is vrij groot. Het punt, hoe men in die tijd de maand mei het dunnen rond moet krijgen is hierbij wel de voornaamste faktor. Op enkele dorpen zijn reeds vergaderingen belegd over de wijze waarop aanstaand najaar de suiker bieten zullen worden ontvangen. Nu we het traditio nele spoorlijntje door de „Zak" zullen moeten missen en verderop ook geen bieten meer aan het spoor zul len worden ontvangen, zijn dat voor vele bietenleve ranciers radikale veranderingen. Lang niet overal is men verheugd over deze wijzi ging. Het vinden van voldoende grote opslagplaatsen alsook het bereikbaar moeten zijn voor de afhalende vrachtauto's is daarbij een voornaam punt. heid is een mooi streven zo lang we er mee kunnen werken en er winst mee te behalen is. In deze tijd van fusievorming moeten we terdege toch eens alles goed overdenken en voor ons zelf een antwoord op deze materie dienen te geven. Wat voor ons nog moei lijk lijkt kan straks voor onze kinderen misschien wel veel gemakkelijker zijn, maar laten wij alvast iets voor hen doen. Met goede en nieuwe spelregels in de hand kunnen we in ons wedijveren te Brussel beslist nog harder zingen: Een, twee, drie, vier, Komt er nog wat van? Vanwege de minister van landbouw en visserij, ir. P. J. Lardinois, en de staatssecretaris van sociale zaken en volksgezondheid, dr. R. J. H. Kruisinga. is een wetsontwerp opgesteld tot wijziging van de Be strijdingsmiddelenwet 1962. De Ministerraad heeft thans aan dit wetsontwerp zijn goedkeuring gehecht. Bij het wetsontwerp is het uitgangspunt, dat de mogelijkheid moet worden geschapen een krachtiger beleid te voeren met betrekking tot bestrijdingsmid delen, in het bijzonder ten behoeve van een betere be scherming van het leefmilieu van mens, dier en plant tegen schadelijke nevenwerkingen van deze middelen. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt enige wijzi gingen, waaraan uit anderen hoofde behoefte bestond, in de bestaande wet aan te brengen. De voornaamste wijzigingen die voorgesteld worden, zijn het aantal middelen en toepassingsgebieden, dat onder de werking van de wet valt, wordt uitge breid; de criteria voor het toelaten van bestrijdingsmid delen worden aangescherpt en de mogelijkheden voor intrekking van een toelating worden ver ruimd. Hierdoor kan het beleid in het bijzonder beter worden gericht op het beperken of weren van persistente, in organismen cumulerende bestrij dingsmiddelen; de mogelijkheden om aan een toelating voorschrif ten t.av. het gebruik van het middel te verbinden, worden uitgebreid. Zo nodig kan ook worden voor geschreven dat het middel alleen mag worden ge bruikt door bepaalde categorieën van personen (b.v. bepaalde middelen alleen door „beroepszuive raars en -ontsmetters"); de mogelijkheid wordt geopend voorschriften te geven over gedragingen m.b.t. objecten die met een bestrijdingsmiddel zijn behandeld (b.v. een wachttijd voor het telen van consumptiegewassen op behandelde grond); van degene, op wiens verzoek een middel is toe gelaten, zal een periodieke vergoeding geheven kunnen worden, teneinde een redelijke dekking te krijgen van de kosten van onderzoekingen die ook na de toelating nodig zijn.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 5