Stichting beheer landbouwgronden als grondbank? 3 VIET de prolongatienota's van de O.V.M. stuur den wij u een blauwe inlichtingenkaart mee. Deze kaarten komen met stromen binnen. Wij moeten er hier op wijzen, dat alle verzoeken om inlichtingen uiteraard zullen worden behandeld. Dit kan echter niet in een paar weken! Onze buitendienst-deskun dige, de heer Cevaal, heeft aan het afwerken van deze verzoeken handen vol werk en komt ook u, die inlichtingen gevraagd heeft, persoonlijk bezoeken. Dus wel even geduld s.v.p.! En moest er dringende haast bij zijn, wilt u ons dan nog even bellen? Bij een vluchtige kontrole van de binnengekomen kaarten blijkt ons, dat de ziekenhuiskostenverzeke ring de grootste belangstelling heeft. Begrijpelijk, want dit is een branche, waarvan de premie wel het meest in beweging is en de laatste jaren tot knappe bedragen (voor een gezin) zijn opgelopen. Bovendien is per 11'71 de vrijwillige zieken fondspremie sterk verhoogd en hebben de meeste ziektekostenverzekeraars eveneens hun premies her zien. Hoe staat het nu met onze kollektieve zieken huiskostenverzekering bij de Z.H.V.? Wij hebben lange tijd het stilzwijgen bewaard, omdat in deze branche naar ons idee de situaties zich te snel wijzig den, ook bij de Z.H.V. Nauwelijks hadden we de laat ste premietarieven gepubliceerd of er zat weer al een verhoging in de lucht. Nu vinden wij niets beroerder dan voorlichting geven d.w.z. cijfers publiceren, die op korte termijn weer al gewijzigd worden. Immers een aantal leden en/of begunstigers zeg gen, op grond van deze publicaties en/of mondelijke voorlichting, hun verzekering elders op. En voordat of op het moment dat de verzekering bij onze kol- lektiviteit in gaat is de premie juist weer verhoogd. Voor de betrokkene valt dat dan tegen; men voelt zich soms in de bootgenomen of onvoldoende voorgelicht etc. Kortom er is dan een sfeer van onbehagen. ONZE VOORLICHTING BLIJFT OBJEKTIEF DAT wij het stilzwijgen nu verbreken betekent niet, dat er in deze situatie rust is gekomen. Integen deel! Maar de vele verzoeken om inlichtingen nopen ons er toe enkele opmerkingen te maken. De Ver. voor Zie- kenhuisverpleging „Zuid en Noord", afgekort Z.H.V., d.i. onze kollektieve verzekeraar, had haar premietarieven per l-4-'70 verhoogd. Als gevolg van de sterke kosten stijging (ligdag- en specialistenkosten) vreesde het be stuur van die Z.H.V. een aanmerkelijk tekort in 1970. Vandaar, dat in september 1970 besloten werd tot een extra premieheffing van 10 over de premie 1970. In feite werd in september 1970 de premie dus nog eens verhoogd met 10%. Er is niets vervelender dan een tussentijdse verhoging. Met deze 10 extra heffing is echter wel een dreigend tekort gekeerd. De resultaten bij de Z.H.V. over 1970 zijn op dit mo ment nog niet bekend. Deze zijn pas exact bekend in maart 1971. Vandtaar ook, dat het bestuur van de Z.H.V. besloten heeft per 1 januari 1971 geen premieverhogin gen door te voeren. Wel is de extra heffing van 10 over 1970 als vast bestanddeel in de premie 1971 opge nomen. De grote vraag is of de uitkomsten over 1970 en mede gelet op de te verwachten kostenstijgingen voor 1971 er toe noodzaken de premietarieven wederom te verhogen. Dit weten wij pas in maart. De tarieven van dót moment zijn: Kostprijs 3e klas, plus alle specialistenkosten f 267, per jaar; kostprijs 2e klas A, plus alle specialistenkosten 445,per jaar; huisartsenverzekering (80 vergoe ding) 112,Dit zijn tarieven voor personen van 16 jaar en ouder. Kostprijs 3e klas, plus alle specialistenkosten 180, per jaar; huisartsenkosten (80 vergoeding) 73,per jaar. Per gezin moet slechts voor maximaal 2 kinderen on der die 16 jaar premie betaald worden. Tevens mag u op genoemde tarieven 8 korting in mindering brengen C^EEF de Stichting Beheer Landbouwgronden er een nieuwe functie bij: die van grondbank ten behoeve van boeren die, gezien de huidige grond prijzen en rentevoet, met grondfinancieringsmoeilijk- heden zitten. indien u zich via de kollektieve van de ZLM verzekert. Wat de ambulante specialistenhulp betreft is een eigen risico ingevoerd van 50,per persoon per jaar met een maximum van 100,per gezin. Bovenstaande tarieven liggen zeer gunstig in de markt. Vergelijkt u maar eens met elders lopende verzekeringen. Zij, die vrijwillig bij het ziekenfonds verzekerd zijn en geen kinderen benedien de 16 jaar hebben doen verstan dig eveneens een premievergelijking te maken. LEEST U VOORAL GOED! Zoals wij reeds stelden zijn voornoemde tarieven voor lopig. Of er per 1 april a.s. verhoging komt is sterk af hankelijk van de uitkomsten over 1970 d.w.z. of er van de extra heffing 1970 nog een groot bedrag is overge bleven. Wij zouden het uiteraard bijzonder toejuichen als voornoemde premies niet meer verhoogd werden in 1971. De insiders zijn in dat opzicht niet optimistisch en stellen, dat per 1 april a.s. wel op een verhoging gere kend moet worden. Het is echter wel juist, dat u deze mogelijkheid in uw premievergelijkingen betrekt. VOOR DE KOLLEKTIEF VERZEKERDEN Hoe het ook uitloopt voor u, die via de ZLM kollektief verzekerd bent bij de Z.H.V., de volgende premienota over 1971 zal niet hoog zijn. Het prolongatiejaar n.l. van 1 juli 1970 t/m 30 juni 1971. Het ligt echter in de bedoe ling om de prolongatie gelijk aan het kalenderjaar te laten gaan lopen. Dit betekent, dat u over 1971 een half jaar premie krijgt te betalen n.l. van 1 juli t/m 31 decem ber 1971. Op deze halfjaarnota zal dan tevens de 10 premieverhoging vanaf 1 januari 1971 in rekening wor den gebracht plus de eventuele verhoging per 1 april 1971. Zijn er over het voorgaande of andere kwesties vra gen. U kunt bij ons te allen tijde alle gewenste inlichtin gen krijgen! de L. Dat suggereert de in het voorjaar 1970 door minis ter Lardinois ingestelde commissie-Wellen voluit, „commissie van overleg inzake het grondbeleid". Deze commissie bestond uit acht vertegenwoordigers van het Landbouwschap waaronder ir. J. Prins en vier var. het ministerie van landbouw. Wij (hoeten volstaan met enkele punten uit dit rap port, daar wij dit eerst dinsdagmiddag 26 januari min of meer bi,' toeval op ons bureau kregen. Officieel en intern blijkt de voorlichting hierovei tussen kade en schip te zijn gevallen! DE commissie denkt in het bijzonder aan jonge boe ren die het bedrijf van hun ouders overnemen; pachters die van hun voorkeursrecht gebruik willen maken als de verpachter tot verkoop besluit, boeren die hun bedrijf willen vergroten. De Stichting Beheer Landbouwgronden (SBL) zou de grond kunnen aan- (Zie verder pag. 9). 100% en achtereenvolgens van een restwaarde van 15 10%, 5 en 1 Wij krijgen dan: T/ORIGE week hebben wij het gehad over de 2 r verschillende methoden van afschrijving op duurzame produktiemiddelen, zoals gebouwen en machines. De ene methode is dit van afschrijving van een vast percentage van de aanschaf waarde. Bij toe passing van deze methode zijn de afschrijvingen ieder jaar gelijke bedragen. De andere methode is die van een vast percentage van de boekwaarde. Als men die methode volgt schrijft men de eerste jaren meer, als regel heel wat meer, af dan de latere jaren. Uiteraard is de bij af schrijving over de boekwaarde, de afschrijving de eer ste jaren ook hoger dan wanneer men een vast per centage van de aanschafwaarde neemt. Nu heeft de afschrijving naar een vast procent van de boekwaarde nog een andere eigenaardigheid. De methode is n.l. niet bruikbaar als de restwaarde nul is, terwijl bij hele lage restwaarden de afschrijvingen over de eerste jaren erg hoog gaan worden. De rest waarde is dus een grootheid, die het afschrijvings percentage zeer stèrïc beïnvloedt. J~y IT tiet vplgend voorbeeld blijkt, hoe groot 'in dit opzicht de verschillen zijn tussen de beide ge noemde' methodes. Wij gqa'n daarbij uit van een levensduur Van 10 Jaar, een aanschaffingsprijs part Aanschaffings- Rest- Af te prijs waarde schrijven Afschrijvings percentage Methode Methode I II 100 ■15% 85 8.5 17.28 100 10% 90% 9.0 20.5 7 100 5% 95 9.5% 25.89 100% 1 99 9.9% 36.90 Methode I vast van aanschafwaarde Methode II vast van boekwaarde U ziet hier dat bij methode I de daling van de rest waarde maar weinig invloed heeft op het percentage. Bij een daling van 15 naar 1 stijgt de afschrijving maar met 1.4 Bij de boekwaarde-methode is onder precies dezelfde omstandigheden de afschrijving meer dan verdubbeld. Dit verschijnsel zou zich ook voor doen als wij de levensduur niet op 10 jaar, maar b.v. op 30 jaar hadden gesteld. Het is duidelijk dat toepassing van deze methode in een dergelijk geval dan ook dikwijls niet zal leiden tot een verdeling van de investeringskosten over de levensduur die de toets van de redelijkheid kan door staan. J^ïlT betekent o.i. niet dat men daarom de hele U methode moet verwerpen. Men moet alleen de theorie niet in alle gestrengheid toepassen. Er moet rekening worden gehouden met het feit dat zowel de levensduur als de restwaarde grootheden zijn die op een vrij ruwe taxatie berusten. Men moet zich dan de vraag stellen welk percen tage wel een redelijke verdeling oplevert. Als vuist regel zou men dan kunnen nemen dat dit ongeveer overeen moet komen met het dubbele van het percen tage dat bij afschrijving volgens aanschafwaarde ge bruikt wordt. Oók het gerhiddetóe van beide percen tages levert meestal wel een bruikbare benadering óp. yl/OOR gebu.uw.en. heeftde Hage. Raad in. 1954 een y uit'sprdak. gegeven waarin werd.: beslist dat -en m liet dlgemqen .géénrèdgp- fpas ^omn^ge^g^bjit^k^- i-.; -i.fr r; jaren een groter aandeel in de totale waardevermin dering toe te kennen dan aan andere gebruiksjaren. Zij meende daarom dat het voor de hand ligt een vast percentage van de aanschafwaarde af te schrijven. Deze algemene regel is in een aantal gevallen gehand haafd. Er is echter ook wel van afgeweken in andere waarin het al te duidelijk was dat een gebouw in de eerste jaren veel meer nut zou opleveren dan in latere. Voor boerderijen is in verband met de sterke wijzi gende omstandigheden in de agrarische wereld, ook in het laatste jaar afschrijving naar boekwaarde toe gestaan. Als hierover een geschil ontstaat dan is het wel zaak in de eerste procedure-instantie, dat wil zeggen voor het Gerechtshof, duidelijk aan te tonen dat de situatie in het bedrijf zodanig is, dat een investering inder daad in de eerste jaren voor een groot gedeelte terug verdiend moet worden. Misschien zegt U dat iedere ondernemer dit weet! Maar of dat inderdaad waar is, is niet zo makkelijk na te gaan! TjET Gerechtshof Amsterdam heeft onlangs nog een uitspraak gegeven met betrekking tot een hal voor een drukkerij, die voorzien was van een extra zwaar gefundeerde vloer in verband met de zware machines die erin geplaatst moesten worden. De drukker schreef 6 af van de boekwaarde, de in specteur stond maar 2 toe. Het Hof gaf de inspec teur gelijk, omdat de hal op een industrie-terrein stond en bij verkoop ook voor anderen bruikbaar zou zijn. Bovendien vond zij dat de drukker feiten, die een ont wikkeling naar lichtere machines aannemelijk maak ten, onvoldoende had gesteld. Die konden eventueel natuurlijk ook op de zwaardere vloer. Daarom geen 6 van de boekwaarde maar 2 van de aanschaf waarde. De redenering van het Hof lijkt ons niet van'begrip voor de huidige ontwikkeling He getuigen. De Hoge Raad kon er echter, gezien de feiten die het Hof ver meldde, niets aan doen! lil het buitenland bestaan hier ej) daar nog wel wat wettelijk vastgestelde afsctirijvingsitórmen. Wij heb ben daasniet veel behoefte aan. Verschillende onder- nemers pouden echter op dit punt in. ons land wel een soepeler houding van de fiscus op prijs stell.cn, dachten'wij.' 4 PAAUWE. ,-c1 - V*

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 3