Plannen voor een
3-jarige M L.S.
IZlm LAND- EN TUINBOUWBLAD
Uitwisseling stad-platteland - Wie helpt?
ZLM LAND- EN TUINBOUWTENTOONSTELLING
IN 1973
Hoewel dit aanvankelijk wel in de bedoeling lag heeft,
in overleg met het bestuur van de Federatie „Het Land
bouwwerktuig", het bestuur der ZLM besloten in 1971
geen land- en tuinbouwtentoonstelling te houden.
De Federatie heeft toegezegd de volledige medewer
king te bieden aan een ZLM-tentoonstelling in 1973, zo
dat het ZLM-bestuur besloten heeft om deze voorlopig
te bepalen op juni 1973. De juiste plaats der expositie
zal in de loop van 1972 worden bekendgemaakt.
GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN
IN ZEELAND
Algemene vergadering op donderdag 4 februari 1971
in de „Brasserie", Lange Delft te Middelburg, aanvang
10.00 uur.
Agenda:
1. Opening door de voorzitter, de heer G. de Jager.
Mededelingen.
3. Verslag werkzaamheden 1970, door Dr. J. Tesink.
.4. Industrie, door Dr. J. Tesink:
a. Kanaalzone (N.V. Zuid-Chemie),
b. Sloegebied (Hoechst, Péchiney).
3. De veehouder en de Hinderwet, door Dr. J. Tesink.
Pauze (11.0011.15 uur),
6. Pluimveegezondheidszorg, door Drs. O. J. H. Devos:
pséudo-vogelpest en Marekse ziekte.
7. Varkensgezondheidszorg, door Drs. J. J. Pekelder:
varkenspest.
3. Gelegenheid tot vragen stellen.
9. Sluiting.
Namens het bestuur,
Dr. J. TESINK, directeur.
De agendapunten 4, 6 en 7 zullen met enkele licht
beelden worden toegelicht.
Agendapunt 5. Bedrijven met grote eenheden varkens
en pluimvee verspreiden stank. In steeds meer voor
komende gevallen gaan omwonenenden hierover klagen
bij het gemeentebestuur. Welke maatregel kan het be
voegd gezag nemen tegen de eigenaars van de bedrijven
ingeval deze wel of niet in het bezit zijn van een Hin
derwetsvergunning?
PACHTREGISTRATIE RUILVERKAVELING
„ALTENA-WEST"
Plaatselijke Cie Ruilverkavejnig „Altena-West'
maakt bekend dat het tijdstip, waarop uiterlijk
pachtovereenkomsten bij haar ter registratie kunnen
worden ingezonden, is vastgesteld op 30 januari 1971.
Daar in augustus 1967 reeds werd bekend gemaakt dat
bestaande pachtovereenkomsten op of vóór 1 oktober
1967, en nieuwe pachtovereenkomsten binnen dertig
dagen na het aangaan van de overeenkomst bij haar ter
registratie moeten worden ingezonden heeft de boven
genoemde uiterste termijn van inzending dus alleen be
tekenis voor pachtovereenkomsten, welke zijn aangegaan
na 31 december 1970 en die nog niet voor registratie
werden ingezonden. De reeds geregistreerde pachtover
eenkomsten zijn ten bewijze daarvan voorzien van een
stempel „pachtregistratie Altena-West" en behoeven niet
meer te worden ingezonden. De Plaatselijke Cie waar
schuwt er nadrukkelijk voor dat wanneer een pachtover
eenkomst niet tijdig ter registratie is of wordt ingezon
den de pachter dan geen aanspraak op toedeling heeft
als bedoeld in artikel 18. Het is dus voor iedere pachter
van het grootste belang zijn pachtovereenkomst(en) te
laten registreren! Ook de verpachter kan dit doen!
BESTEMMINGSPLANNEN
Beek en Donk. Met ingang van 15 januari 1971 ligt een
maand ter inzage het door G.S. gedeeltelijk goedgekeur
de bestemmingsplan „Kernen Beek en Donk". Zij, die
zich tijdig met bezwaren zowel tot de gemeenteraad als
tot G.S. hebben gewend, alsmede een ieder die bezwaren
heeft tegen de gedeeltelijke onthouding van goedkeuring
door G.S. kunnen binnen een maand beroep instellen bij
de Kroon.
Vlissingen. Met ingang van 15 januari ligt een maand
ter inzage het ontwerp-bestemmingsplan Gerbrandy-
straat. Gedurende deze termijn kunnen schriftelijke be
zwaren worden ingediend bij de gemeenteraad.
Brouwershaven. Met ingang van 15 januari ligt een
maand ter inzage het door G.S. gedeeltelijk goedgekeur
de bestemmingsplan „Jachthaven". Zij, die zich tijdag
NOG 3 WEKEN TENTOONSTELLING
DE ZEEUWSE BOERDERIJ ALS MONUMENT
EN ALS BEDRIJF
De tentoonstelling „De Zeeuwse Boerderij als Monu
ment en als bedrijf" die t/m 13 februari in het Rijksar
chief in Zeeland te Middelburg, St. Pieterstraat 38 wordt
gehouden heeft reeds honderden belangstellende bezoe
kers getrokken. Zoals reeds eerder gameid geeft deze
tentoonstelling aan de hand van kaarten, tekeningen,
maquettes en archiefstukken een indruk van de belang
rijkste boerderijtypen zoals die in Zeeland voorkwamen
en nog voorkomen. Daarnaast wordt aandacht besteed
aan de bedrijfsvoering, de organisaties, de overheidsbe
moeiingen en de rol die Monumentenzorg bij de zorg tot
het behouden van een boerderij als monument speelt.
Diegenen die onze serie „Oude boerderijen in Zeeland"
met belangstelling volgen kunnen op deze tentoonstel
ling vele wetenswaardigheden opdoen. Van maandag
t/m vrijdag geopend van 9.30—12.30 en 13.3017.30,
zaterdags van 9.3012.30. Na 13 februari gaat het
materiaal waarvoor het samenstellen van deze tentoon
stelling van gebruik werd gemaakt, weer naar de eige
naren terug. Tevens kan de bezoeker een indruk krijgen
van de moderne opzet van het Rijksarchief in Zeeland
waar met moderne middelen een archiefruimte van 7 km
lengte beschikbaar is. Een schat aan historische burger
lijke standgegevens, kaarten enz, is daarin opgenomen.
met bezwaren zowel tot de gemeenteraad als tot G.S.
hebben gewend, alsmede een ieder die bezwaren heeft
tegen de gedeeltelijke onthouding van goedkeuring door
G.S., kunnen binnen een maand beroep instellen bij de
Kroon.
Giessen. Ingaande 18 januari ligt een maand ter inzage
het bestemmingsplan „Sint Rombout". Gedurende deze
termijn kunnen zij, die zich tijdig met bezwaren tot de
gemeenteraad hebben gewend, bij G.S. bezwaren indie
nen.
Mariekerke. Vanaf 22 januari ligt een maand ter inzage
het door G.S. gedeeltelijk goedgekeurde bestemmings
plan „Kampeerterrein Westhovenseweg". Zij, die zich
tijdig met bezwaren zowel tot de gemeenteraad als tot
G.S. hebben gewend, kunnen binnen een maand beroep
instellen bij de Kroon.
K. N. L. C
Het KNLC heeft al sinds jaren het standpunt ingeno*
men dat de MLS feitelijk de meest voor de hand liggende
opleiding is voor agrarisch ondernemer. Al in 1963, tij
dens de discussies die toen werden gevoerd over de toe
komstige structuur van het Middelbaar Landbouwonder
wijs onder de Mammoetwet, kwam het KNLC tot de con
clusie dat de MLS een driejarige cursusduur zou moeten
hebben. Intussen zijn verschillende experimenten be
proefd, die van de oorspronkelijke Landbouwwinter-
school een volwaardige MLS hebben gemaakt, zij het
met een 2-jarige cursus.
Al deze ontwikkelingen zijn gepaard gegaan met de
invoering van de Mammoetwet, die veel aandacht heeft
opgeëist voor tal van onderwijskundige vraagstukken
in het algemeen. In het bijzonder heeft daarbij ook de
lager agrarische school grote aandacht gekregen, omdat
op dit onderwijs de Mammoetwet al direkt van toepas
sing werd.
Officieel orgaan van de
Maatschappij tot bevordering van landbouw,
tuinbouw en veeteelt in Zeeland
en Noord-Brabant
Eindredakteur: J. F. Blanksma Ing.,
Grote Markt 28, Goes
(tel 01400 - 5010, tel. huis 01185 - 1422)
Technische verzorging
Combinatie drukkerij Vink N.V. - Axel
en drukkerij Van de Sande N.V. - Terneuzen
Advertentie-exploitatie en administratie
oyeradvertenties
VESTIGING
Al deze omstandigheden zijn er waarschijnlijk de oor
zaak van, dat pas in de laatste tijd de schijnwerper weer
meer wordt gericht op de opleiding op middelbaar
niveau. Zo is er een discussienota van het Landbouw
schap, die zich voor een 3-jarige cursusduur van het
Middelbaar Agrarisch Onderwijs uitspreekt.
Deze gedachte vindt een zekere instemming van de
zijde van de overheid, gëtuige de Memorie van Toelich
ting bij de begroting van Landbouw over 1971. De over
heid gaat er daarbij vanuit dat naast de huidige 2-jarige
cursus een 3-jarige cursus mogelijk wordt, „met ingang
van het schooljaar 1971-1972 op bescheiden schaal" en
in het daarop volgende schooljaar op ruimere schaal.
Alleen scholen met een redelijke omvang (leerlingen
aantallen) zullen, aldus de Memorie van Toelichting, ge
bruik kunnen maken van de mogelijkheid om naast een
2-jarige cursus een 3-jarige cursus op te zetten.
RICHTLIJNEN
Intussen zijn, voor het komende cursusjaar nu een aan
tal richtlijnen gegeven die het Middelbaar Agrarisch
Onderwijs de mogelijkheid bieden om behalve een 2-
jarige cursus ook een 3-jarige cursus te geven. De hele
regeling heeft een wat voorlopig karakter, omdat de er
varing zal moeten leren wat hierbij mogelijk en gewenst
is. Men wil de 3-jarige cursus zien als een wat zwaar
dere leergang, en stelt dientengevolge dan ook zwaardere
toelatingseisen. Uitgangspunt is dat een 2- en een 3-jari-
ge cursus op de grotere scholen naast elkaar kunnen
worden gegeven, mits de school daarvoor een voldoende
aantal leerlingen heeft. Een zekere mate van overgang
van leerlingen van een 2-jarige cursus naar een 3-jarige
cursus wil men wel openlaten.
SCHOOLGROOTTE
In het algemeen kan worden gesteld, dat scholen met
een aangifte van minder dan 25 leerlingen per jaar zul
len moeten kiezen voor een 2-jarige of een 3-jarige rich
ting. Scholen met een aangifte van meer dan 40 leerlin
gen per jaar kunnen een 2- en een 3-jarige richting vor
men. Een groot aantal scholen heeft een aanmelding van
leerlingen die tussen die twee normen in ligt.
Het schoolbestuur zal dan met wijs beleid moeten kie
zen wat het te doen staat. Daarbij komt nog dat men
dan zal moeten beoordelen van welk onderwijsniveau de
toegelaten leerlingen zijn. Voor de 3-jarige cursus mogen
worden toegelaten leerlingen met 4-jarige mavo of een
4-jarige lagere agrarische school (A-riphting) of verge
lijkbare opleidingen. Voor een 2-jarige cursus kan wor
den volstaan met een 3-jarige mavo met een speciaal vak
kenpakket, een 4-jarige lagere agrarische school (ook
B-richting), of daarmee vergelijkbare opleidingen.
VRAGEN
Een aantal vragen blijft nog bestaan. Hoe zal de prak
tische ervaring zijn met twee naast elkaar staande
schooltypen voor Middelbaar Agrarisch Onderwijs? Is
het juist om leerlingen, die een wat lager niveau hebben
behaald (3-jarige mavo of lagere landbouwschool-B)
„maar" twee jaar beroepsopleiding te geven en degenen
die een wat hoger niveau bereikten een 3-jarige cursus
te bieden? Wordt de selektie hiermee niet verscherpt? In
plaats daarvan zou men zich af kunnen vragen of de
leerling met een lager niveau van onderwijs niet op an
dere wijze tot studeren moet worden aangemoedigd, wat
juist meer tijd en aandacht vraagt. Hier liggen nog tal
van vraagstukken van principiële en praktische aard, die
pas door meer ervaring met het nu gekozen systeem
opgelost kunnen worden. Daarbij zal de volle inzet van
besturen, schoolleiding, onderwijzend personeel, ouders
en leerkrachten nodig zijn. Zij alleen zullen moeten mee
denken over het agrarisch onderwijs dat nodig is voor
hen die in de toekomst in de land- en tuinbouw zullen
leven en werken.
J. R. WESTERHUIS.
Alles wijst er op, aldus de Stichting Public Relations
Land- en Tuinbouw, dat er in de komende tijd een stij
gende belangstelling voor bezoeken aan agrarische be
drijven van de kant van de stadsbewoners kan worden
verwacht. Enkele bladen met bijzondere grote oplaag
zullen, naar het zich laat aanzien, binnenkort de aan
dacht van hun lezers gaan vestigen op deze bedrijfsbe
zoeken. De lezers zullen dan een bon kunnen invullen
en die aan de Stichting Public Relations Land- en Tuin
bouw in Den Haag opzenden, die deze zaak dan verder
regelt.
Het gant hierbij vooral om een bezoek van enkele uren
na gemaakte telefonische of schriftelijke afspraak van
stadsgezinnen, soms ook om schoolklassen of andere
groepjes. Deze worden dan in de gelegenheid gesteld
enkele uurtjes op een agrarisch bedrijf rond te neuzen,
vragen te stellen, enz. De, ervaring heeft n,l. geleerd, dat
AJL" 4ó^treffen.de mapjerefta* pameer
t-ru eiT?k* voor
'ver-;
adressen beschikt (verspreid over het gehele land) van
bedrijven, die zich destijds reeds bereid verklaarden hun
medewerking aan deze bedrijfsbezoeken te verlenen, bij
grote belangstelling zouden deze wel eens ontoereikend
kunnen zijn om iedere belangstellende stedeling aan een
passend adres te kunnen helpen.
Vandaar dat de Stichting Public Relations Land- en
Tuinbouw hierbij een beroep doet op de boeren en tuin
ders zich beschikbaar te stellen en aan te melden voor
dergelijke bedrijfsbezoeken van geïnteresseerde stedelin
gen. Men kan zich daartoe opgeven bij de Stichting, post
bus 2430 te Den Haag (tel. 070835704). Daarna wordt
een aanmeldingsformulier toegezonden. Daarop moeten
in het kort de belangrijkste bedrijfsgegevens worden op
gegeven en bijv. ook wanneer het het beste schikt om
bezoekers te ontvangen. Tevens tekent zich ook een
stijgende- belangstelling ^-Vppj- betaalde vakanties op