officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant GOEDE KANSEN VOOR HET VLAS In dit nummer o.m.: Verzekeringen - let op Uw gulden! Pagina 3 De verbouw van kwa- liteitstarwe Pagina 5 Zomerprei - economi sch en teelttechnisch Pagina 7 Waarde, gebruik en verwerking dierlijke orga nische mest Pagina 9 De studiedag „Samen werking" op Tholen Pagina 11 Pluimveehouderij in de verdrukking Pagina 18 Melk en Zuivel - Vee en Vlees Pagina 14-15 NKTV - zaaiplan-ge- sleutel en informatie Pagina 17 Winterkamperen behoort in ons land nog tot de uitzonderingen. De meeste campings gaan van oktober tot april dicht. En op grond van de bestaande gemeentelijke kampeer- verordeningen moeten de meesten dit ook. Slechts een betrekkelijk klein aantal kam peerterreinen beschikt over verwarmde douche- en wasruimten enz. Toch valt te ver wachten dat ook in voor- en najaar en in de wintermaanden de belangstelling daarvoor zal stijgen. Ditmaal ter gelegenheid van de Caravan R.A.I. een foto,-hoe hoog de sneeuw zich kan ophopen. Genomen op een camping in een wintersportgebied. Enkele bijzon derheden over de Caravan R.A.I. op pagina 10 en 11. zlm VRIJDAG 22 JANUARI 1971 59e Jaargang - No. 3065 land en tuinbouwblad Het Ontwikkelings- en Saneringsfonds heeft onlangs besloten tot subsidiëring van een project voor me chanisatie van de vlasoogst. In een aantal vlasker nen zal geprobeerd worden het aantal man-uren bij de oogst aanzienlijk terug te brengen. Vooral de mo gelijkheden om het oogstwerk alleen of met zijn tweeën te doen zullen moeten worden onderzocht. Dit is een gelukkig besluit. Immers het oogsten van vlas is na de uitvinding van de vlasplukmachine in Nederland niet meer gewijzigd. SUBSIDIE VOOR VLASKERNEN In Frankrijk daarentegen is men geheel in de rich ting van het dauwroten gegaan. Voor deze methode zijn nieuwe machines ontwikkeld waardoor de hoe veelheid arbeid, die een hectare vlas in dauwroot vraagt, veel geringer is dan die voor z.g. groen vlas. Nu is het onmogelijk om in Nederland het dauw- rootsysteem toe te passen. Ten eerste omdat de bo dem daan/oor veel ongeschikter is dan de Franse kalkgronden; het vlas droogt dan veel moeilijker op als het op de grond ligt. In de tweede plaats omdat wij onder vlas graag een ondervrucht telen, die bij dauwroten volledig verloren zou gaan. Ofschoon bij het groen verwerken de valorisatie van zaad en ook van lint groter is dan bij dauwroten moeten ook hier de oogstwerkzaamheden worden ver eenvoudigd. Wij zullen dus een systeem moeten be denken waarbij het vlas zo spoedig mogelijk wordt gedroogd, waarna het dan geperst kan worden. Het zo spoedig mogelijk drogen kan men ook proberen door het op stam te doen afsterven. De ervaring heeft echter geleerd dat een perceel vlas .waarin plotseling dode harrel valt of iets van dien aard niet meer root. We zouden dan dus wel heel bij zondere chemische middelen nodig hebben. Als wij het vlas op natuurlijke wijze zo goed mogelijk droog willen krijgen lopen wij bij slecht weer beslist risico. Juist om dat risico op te vangen geeft het Ontwikke lings- en Saneringsfonds een subsidie aan de vlas kernen. VLASTEELT MAG NIET VERDWIJNEN Men kan zich zelfs afvragen of de subsidie hoog genoeg is met het oog op het enorme risico dat men loopt. Maar dat moeten wij maar eens afwachten. De oogstperiode kan mee of tegen vallen. Voor een vlas kern is natuurlijk het eerste het plezierigst. Voor de ontwikkeling van de hele vlasteelt en voor het vinden van de juiste oogstmethode is het tweede misschien nog wel zo wenselijk. Er moet immers een methode gevonden worden die niet alleen bij goed weer maar ook bij slecht weer kan worden benut. De bedoelde proef is in zoverre niet goed opge zet dat de deelnemers aan de vlaskernen natuurlijk niet bereid zullen blijken te zijn om van eventueel goed weer geen gébruik te maken en te wachten tot het eens een keer regent. Of dat ze de zaak kunstmatig zullen gaan beregenen. En toch zou het wenselijk zijn om zo spoedig moge lijk een mgjthode te vinden die ook voor ongunstig weer geschikt is. Het vlas zal anders uit het bouw plan van onze vooruitstrevende akkerbouwbedrijven verdwijnen. Daar is n.l. een vereiste dat de gehele oogst met één of twee man of door een loonwerker moet kunnen worden verricht. Zo'n teruggang van de vlasteelt zou jammer zijn. Niet alleen betekent het op zich zelf weer een gewas minder, maar vlas is ook een bijna onmisbare dekvrucht voor enkele grassen, die wij ook graag in ons bouwplan willen houden om dat er voor Nederland wel perspectieven in zitten. NIEUWE GEBRUIKSMOGELIJKHEDEN Nu hoor ik wel eens de tegenwerping dat het vlas lint voor de textielmarkt niet van zo'n grote betekenis meer zou zijn. Als men dan het oog heeft op de ver werking tot zuivere linnen garens dan is dat misschien ook wel zo. De hele verwerking van vlas tot zuiver linnen heeft zich in de laatste jaren ook heel weinig aangepast aan de eisen des tijds en is daardoor zeer duur. Maar het blijkt dat er een steeds groeiende vraag is naar de linnen vezel in menaaarens. Al meer dan Ir. C. S. KNOTTNERUS 10% van de huidige West-Europese vlasvezelproduk- tie vindt hier zijn weg. Met name in de laatste paar jaar is dit het geval en dat doet een sterke uitbrei ding in de naaste toekomst verwachten. De fabrikan ten van deze menggarens zijn bovendien zeer grote ondernemingen die op de wereldmarkt van vezels een vooraanstaande plaats innemen. En waarvan niet kan worden verwacht dat zij binnenkort hun bedrijven gaan sluiten. Dat laatste kan beslist niet gezegd worden van de linnenindustrie. Daar gaat het om middelmatige tot kleine bedrijven gezien de schaalvergroting die ook in de textielsector aan de gang is. Wij hebben nu verwerkingsprocédés gevonden en er staan nog andere op stapel die het vrijmaken van het lint uit het stro tegen aanzienlijk minder kosten mogelijk maken. Het ziet er daarom naar uit dat de vlasvezel in deze totale textielmarkt nog een goede toekomst tegemoet gaat. Hij kan worden aangeboden tegen een prijs die lager is dan die van katoen en ook zelfs van veel synthetische vezels. OPTIMISME VERANTWOORD De moeilijkheid is alleen, dat de groot-verwerkers deze vezels ook graag willen hebben in grote kwan titeiten van een constante kwaliteit. De verwerking in de Coöperatieve Vlasfabriek „Dinteloord" geeft een aanwijzing dat de constante kwaliteit waarschijn lijk wel kan worden bereikt, althans in een stuk of drie gradaties. Veel moeilijker is het punt van het grote kwantum. Daarvoor zouden veel meer bedrijven van het ouderwetse systeem moeten afstappen. Dat nu slechts voor enkelingen mogelijk is, omdat het een behoorlijke investering vereist. De proeven met het Vitnoprocédé en het twistloos- spinnen bij TNO worden onvermoeid voortgezet en komen steeds dichter bij toepasbaarheid in de prak tijk. Het lijkt dan ook verantwoord over de toekomst van het vlas in Nederland en België optimistisch te zijn.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 1