KNOLSELDERIJ
G. A. van Oosten Zonen
Melkprijs
1969-1970
n
Wij hebben interesse voor
KNOLSELDERIJ OOGST 1971
Hand- en machinaal gerooid.
Zo u belangstelling hebt
neemt u dan kontakt op met
14
gemiddelde netto-opbrengst, die de melkveehou
ders over het jaar april 1969april 1970 voor hun
melk gemaakt hebben, is door het produktschap voor
zuivel berekend op 34,63 per honderd kilo met 3,7 pro
cent vet. Dat is 67 cent beneden de richtprijs. Het ge
middelde van de over die periode werkelijk door de fa
brieken uitbetaalde melkprijzen ligt echter hoger, name
lijk op 35,65. Dat is 35 cent meer dan de richtprijs en
1,02 meer dan de door het produktschap berekende
opbrengst.
Het produktschap zegt betreffende dit verschil dat bij
de produktschapsbeVekening wordt uitgegaan van de
marktprijzen af-fabriek voor de verschillende melk- en
zuivelprodukten. Deze berekeningen geven dius uitslui
tend de resultaten van de melkverwerking weer. Buiten
beschouwing zijn gebleven andere revenuen, zoals die
uit export, detailafzet, deelnemingen in andere onder
nemingen, aansluiting bij verkoopverepigingen enz. Bij
de opbrengstberekeni.ngen van het produktschap worden
genormaliseerde verwerkingskosten van de zuivelfabrie
ken in aanmerking genomen, bij het bepalen van de uit
te betalen melkprijzen de werkelijke kosten.
Het verschil tussen uitbetaalde prijs en berekende op
brengst was de voorgaande jaren veel groter: over 1968-
1969 lag de uitbetaalde prijs 1,72 per 100 kilo boven
de berekende opbrengst, over 1967-1968 zelfs 1,94. Dat
de cijfers nu dichter bij elkaar liggen, zo werd woensdag
in de bestuursvergadering van het produktschap opge
merkt, komt ojm. doordat bij de opbrengstberekening van
het produktschap thans een nauwkeuriger methode van
zuivelwaardeberekening wordt toegepast.
De hoogste melkprijs, gerekend over melk met 3,7 pro
cent vet, werd in 1969-1970 uitbetaald in de provincie
Friesland 36,44, de laagste in Utrecht, Noord- en Zuid-
Holland 35,01. Rekent men naar gemiddeld werkelijk
vetgehalte per provincie dan was Friesland weer de
hoogste met 38,58, Limburg de laagste met 35,45.
Friesland leverde de vetste melk 4,049 procent
Noord-Brabant de magerste 3,691 procent vet.
In het weideseizoen van 1970, d.w.z. in de periode
van 29 maart tot en met 7 november, is vier procent
meer melk aan de zuivelfabrieken afgeleverd dan in het
weideseizoen 1969. In de week van 13 tot 19 december
was de melkaflevering zelfs twaalf procent hoger dan
een jaar tevoren. Dit is vooral mogelijk geworden door
de goede kwaliteit van het weddegras en het daaruit ge
wonnen hooi en kuilvoer.
ZIEKTE VAN AUJESKY
In de omgeving van Barneveld o.m. te Langbroek is
de ziekte van Aujesky, een virusziekte, geconstateerd
onder varkens en koeien. In de praktijk van dierenarts
S. Bakker te Langbroek is de ziekte op acht bedrijven
waargenomen; in Woudenberg op twee bedrijven en in
Scherpenzeel op één bedrijf.
De ziekte komt vooral voor onder varkens; met name
worden jonge dieren het slachtoffer. De hersenen worden
aangetast en meestal zijn de dieren binnen 24 uur dood.
De boeren in het gehele gebied rond Langbroek zijn ge
waarschuwd om eventuele verschijnselen direct te mel
den bij hun dierenarts. Pasgeboren biggen worden met
een ingespoten.
Volgens de veeartsenijkundige dienst van het mjinds-
terie van landbouw is de ziekte niet of weinig besmet
telijk voor koeien. In een toom biggen kan ze moeilijk
heden veroorzaken, maar ze blijft dan wel tot zo'n toom
beperkt. Er bestaat voor deze ziekte geen aangifteplicht
op grond van de veewet. Ook in Zeeuws-Vlaanderen
kamt deze zjiekte af en toe voor.
TRANSPORT VAN KIPPEMEST PER CONTAINER
In sommige delen van ons land is een overschot aan
mest, vooral van pluimvee en varkens, in andere delen
groeit die behoefte. Als men deze problemen kent is
het een uitdaging om een oplossing te vinden voor het
transport, zo schrijft de heer H. W. Halsema in „De Ne
derlandse Pluimveehouderij". Hierbij moeten de kosten
laag gehouden worden om te voorkomen dat ze de waar
de van de mest gaan overtreffen.
Voor grotere afstanden is het voordelig om per vracht
zo veel mogelijk dn één keer mee te nemen. Zo'n trans-
portcombinatie vraagt een hoge investering. De wacht
tijden moeten dus beperkt worden. Een mogelijkheid is
d'an om de mest te vervoeren per container. Hierbij is
de laadbak los van de transporteenhedd. Bij een aantal
proeftransporten is gewerkt met combinaties die 25 ton
konden vervoeren in drie containers. Er zijn ook com
binaties te maken drie 30 ton kunnen vervoeren in twee
containers. Dit is nog weer aantrekkelijker.
In Noord-Brabant is nu een proef dn voorbereiding om
dit in de praktijk toe te passen. Op enkele bedrijven
staan containers. De mest wordt daar rechtstreeks uit
het hok in gebracht. Als de container vol is wordt hij
weggehaald en direct dioor een lege container vervangen.
De mest gaat rechtstreeks naar de plaats van bestem
ming en wordt daar in hopen gestort.
Het is afhankelijk van de opbrengstprijs over welke
afstand de mest vervoerd kan worden. Brengt de mest
10 per ton op, dan kan hij met drie containers per
vracht vervoerd worden over een afstand van ruim 100
km. Brengt de mest ƒ15 per ton op dan wordt de afstand
150 km. Een opbrengstprijs van 10 a 15 per ton moet
realiseerbaar zijn in verband met de hoge waarde van
kippemest voor de akkerbouw. In West-Brabant is een
aantal demonstratiebedrijven aangelegd om de gunstige
werking van pluimvee- en varkensmest aan te tonen.
ZOMERPREI ECONOMISCH EN TEELTTECHNISCH
PLANTTIJD - PLANTAFSTAND
^E plantdatum is afhankelijk van bodemgesteldheid en weersomstandigheden. In
het algemeen moet men zo vroeg mogelijk planten. Als streefdatum noemen we
20 maart. Door later te planten wordt vanzelfsprekend de oogsttijd verlaat, hetgeen
van invloed is op de prijs en kg-opbrengst.
In de praktijk worden verschillende plantafstanden gebruikt. Om hierover meer
inzicht te verkrijgen is in 1970 op de proeftuin te Breda een proef opgezet met een
4-tal verschillende plantafstanden. De resultaten hiervan waren als volgt:
Aant. planten Aant. planten
kg/are
Opbrengst
Plantafstand
per are
per are
geoogst
kwaliteit
per are
geplant
geoogst
25 x 8 cm
5000
4150
83
475 kg
13
455
25 x 10 om
4000
3500
88
428 kg
10
379
25 x 12 cm
3330
3000
94
408 kg
8
ƒ331
25 x 14 cm
2850
2600
91
382 kg
7
289
de hoogste geldelijke opbrengst per are geeft. Dit wil echter niet zeggen dat dit voor
elk bedrijf de meest geschikste plantafstand is. Allereerst móet worden opgemerkt
dat het resultaten zijn van een proef over één jaar.
Algemeen kan men echter stellen dat wanneer de grondi de beperkende faktor is,
de dichtste plantafstand de voorkeur verdient. Het tegenovergestelde geldt wanneer
de arbeid de beperkende faktor is.
Om echter uit deze proefresultaten de juiste conclusie te kunnen trekken is een
kostprijsberekening van de 4 verschillende plantafstanden noodzakelijk. Het zal o.a.
zonder meer duidelijk zijn diat de kosten bij de dichtste plantafstand aan plantmate-
riaal en veilingklaarmaken het hoogst zijn. Deze twee posten zullen namelijk van een
hogere geldelijke opbrengst per are moeten worden afgetrokken.
Uit deze proef blijkt ook dat de financiële resultaten per are zeer hoog zijn. Direkt
moet echter worden opgemerkt dat dit opbrengsten zijn van relatief kleine oppervlak
teafwijking een belangrijk verschil kan geven.
BODEM EN BEMESTING
teelt van zoiwerprei stelt hoge eisen aan de grond. Het is niet eenvoudig om
in juni-juli 400 kg prei per are te oogsten. Dergelijke opbrengsten zijn alleen
maar mogelijk als de grond in een optimale conditie verkeert. De pH-KCL moet mini
maal 6 zijn. Lagere cijfers geven praktisch altijd moeilijkheden. In de praktijk komt
nog al eens voor dat kort voor het planten die kalktoestand nog op peil moet worden
gebracht. Dit lukt echter niet meer. Het is van kalk bekend dat het geruime tijd nodig
heeft voordat het ook werkelijk werkt. Verstandig is dan een ander perceel uit te
kiezen of een jaar te wachten.
Zomerprei is zeer dankbaar voor „oude kracht", met daarbij nog een aanvulling
van 1000 kg stalmest per are. Mede afhankelijk van de bemestingstoestand van de
gronc: moet een aanvullende bemesting worden gegeven. Als gemiddelde giften kunnen
we noemen 700 kg Kali 40 800 kg Thomasslakkenmeel en 900 kg kalkammonsal-
peter. Afhankelijk van de ontwikkeling van het gewas kan dn sommige gevallen een
overbemesting met stikstof noodzakelijk zijn.
ENKELE ALGEMENE PUNTEN
QE onkruidbestrijding kan met chemische middelen geschieden. Het gunstigste
moment voor toepassing is kort na het planten als de grond wat bezakt is.
Men gebruikt hiervoor 11% kg Simazin per ha afhankelijk van het humusgehalte
van de grond. Op humusarme gronden moet de laagste dosering worden aangehouden.
Bovendien kan te zware Simazinbespuiting schade opleveren voor een eventueel na-
gewas.
Bij de ziektebestrijding hebben we in hoofdzaak te maken met preivlieg en preimot
welke resp. bestreden kunnen worden met chloorfenvinfos en parathiion. Voor een
betere uiteenzetting over onkruid- en ziektebestrijding doet U er goed aan in het
bezit te komen van een van de ziekten- en onkruidbestrijdingsboekjes die jaarlijks
worden samengesteld door een van de Consulentschappen voor de Tuinbouw.
KRABBENDIJKE - tel. 01134-1621-1594
(Vervolg van pag 9)
WAARDEGEBRUIK EN VERWERKING
VAN DIERLIJKE ORGANISCHE MEST
TRANSPORT NAAR ELDERS
QFSCHOON het scheppen van meer ruimte voor
mestverwerking in het winningsgebied alle aanbe
veling verdient, kan dit nooit een volledige oplossing be
tekenen. Er zal dus nog veel mest naar elders moeten
worden afgevoerd. Met name wordt hierbij gedacht aan
dië westelijke klei-akkerbouwbedrijven en aan de ver
spreid liggende akkerbouwbedrijven op de zandgrond.
Om deze reden is ongeveer een jaar geleden de Brabant
se mestbank Opgericht. Voor mesttransport over grote
afstand komt alleen vaste mest in aanmerking. Da prijs
per ton waarvoor deze op de akkerbouwbedrijven wordt
geleverd bedraagt ongeveer de helft van de reeds hier
voor vermelde reële waarde. Onder bepaalde voorwaar
den zelfs nog belangrijk minder! De waardegegevende
bestanddelen en de organische stof van de mest vormen
een ideale bemesting voor de gewassen op specifieke
akkerbouwbedrijven. In hoeveelheden van 20 tot 30
ton per ha voor de hoofdgewassen suikerbieten en aard
appelen, aangevuld met wat stikstof, wordt een volledi
ge bemesting gegeven. Het wordt tijd dat U als akker
bouwer eens gaat rekenen, zonodig samen met uw be-
drijfsvoorlichter. Diverse proeven met stalmest op klei
en zandgronden hebben de gunstige werking van de
mest aangetoond. De eerste ervaringen met kippemest
in het West-Brabantse gewest zijn eveneens opper
best!
(Vervolg var, pag 6)
HET SEIN OP ROOD
Voor eer. zuivere akkerbouwer zit deze materie
.iets gunstiger door de vastgestelde prijzen voor tarwe
en suiker. Toch is het eigenaardig dat de onderne
mers zonder opvolger en diegenen die het toch wel
tot hun 6'5plus zouden kunnen uitzingen, er steeds
méér over gaan denken, om het maar aan O. en S.-
Fonds over te geven. Al enige jaren terug zijn wij
gewaarschuwd dat er een bui in de lucht zat, maar
velen zitten toch éérder in de regen dan toen werd
verwacht. Degene die zich zal willen handhaven in
zijn bedrijf, zal toch naar een gepaste aansluiting
moeten zoeken om met de nu sterk gewijzigde om
standigheden voor de boeg, tot een aanvaardbaar
levenspatroon te kunnen geraken. Wij zullen hopen
dat deze overgang der tijden, ons niet overmatig zal
blijven beheersen, en dat wij een gezonde kijk op de
zich voordoende zaken blijven behouden. Laten wij
er voor zorgen dat, ondanks deze bovenomschreven
zorgen, onze aandacht niet verslapt voor het werk
in ons bedrijf en dat iedere dag weer van ons wordt
gevraagd. Om dan te besluiten met de bekende vers
regels:
„Een mens lijdt dikwijls wel het meest,
van 't lijden dat hij vreest
en dat nóóit op komt dagen!"
En waar we eerlijkheidshalve aan toe moeten voe
gen dat het er voor onze fruittelers en pluimveehou
ders toch maar treurig uitziet