Vlas
H i
Slamslabonen
Erwten
c
7
OPBRENGSTEN VLASRASSENPROEFVELDEN Z.-W. KLEIGEBIED
Rassen Ongerepeld Stro-opbrengst Lint-opbrengst 1960 2 o
kg/are 1969 t/m 1970 in t/m 1969 in J3 c £2
o.
Waardering grond voor vlasteelt 73 -5?
Gem. '70
goed
gemidd. matig
goed gemidd. matig
N.SS
oj
L) nï
Reina
61,8
101
101
103
102
102
104
100
7,5
Hera
59,0
100
99
98
105
104
103
112
8
Fibra
98
97
96
102
101
100
92
8,5
Wiera
99
99
100
94
94
95
102
7
Prim0
62,6
102
103
103
99
100
100
101
7
Hilda
66,2
104
107
104
100
103
101
93
6,5
Vlas is de laatste tijd zowel om het matig saldo, alsook om de arbeidsinten
sieve oogstmethode een weinig aantrekkelijk gewas. We zien dan ook in de laat
ste vijf jaren het oppervlak sterk teruglopen. In 1970 kwam in het Zuidwestelijk
kleigebied nog ruim 3100 ha vlas voor. Hiervan lag 1800 ha in Zeeuwsch-Vlaan
deren en rond 1000 ha op de Zeeuwse Eilanden. West Noord-Brabant verbouw
de een 300 ha en op de Zuidhollandse Eilanden bleef de teelt beneden de 50 ha.
Een toename van het areaal is te verwachten als de prijsnoteringen zich hand
haven en het onderzoek dat al enige jaren loopt, mogelijkheden opent voor een
minder arbeidvragende oogst. Voor vlas van een goede kwaliteit zijn de afzet
mogelijkheden steeds het grootst geweest. Het is daarom van belang om die teelt
maatregelen toe te passen welke de kwaliteit van het te verkopen produkt kun
nen verhogen. De hoeveelheid stikstof speelt hierin een belangrijke rol.
Reina is het meest verbouwde ras. Reina heeft een goede strolengte en een
tamelijk goede strostevigheid. D stro-opbrengst is zeer goed; het lintgehalte goed
en de kwaliteit van het lint is zeer goed. Het ras heeft een goede zaad-opbrengst.
Hera heeft een wat betere strostevigheid. Het ras bereikt op goede vlasgron-
den een goede stro-opbrengst. Het lintgehalte en de lintkwaliteit zijn zeer goed.
Zeer goede zaadopbrengst.
Fibra bereikt als brandresistent ras op de goede vlasgronden een goede stro-
opbrengst met een zeer goed lintgehalte. De zaadopbrengst is matig. Hoewel de
stro-stevigheid als het hoogst gewaardeerd staat blijkt dat bij zware legering
kort na de bloei het gewas moeilijk overeind komt.
Fibra vraagt een ruime stikstofgift.
Wiera stelt geen hoge eisen aan de grond. De stro. en lintopbrengst blijven
in vergelijking met die van de nieuwere rassen wat achter. De lintkwaliteit en
de zaadopbrengst is goed.
Primo is zeer goed brandresistent en stelt ook geen hoge eisen aan de grond.
De stro-opbrengst is zeer goed. Middelmatig lintgehalte van goede kwaliteit en
een goede zaadopbrengst.
Hilda is eveneens zeer goed brandresistent en heeft geen voorkeur voor be
paalde grondsoorten. Het ras heeft lang stro van middelmatige strostevigheid.
De stro-opbrengst is zeer hoog, het lintgehalte middelmatig; de zaad-opbrengst
is eveneens matig.
RESULTATEN RASSENPROEFVELDEN MET STAMSLABONEN
IN HET ZUIDWESTELIJK KLEIGEBIED
Prelubel
Probatine
Simplo
Tip-Top
9
7
4
4
6
6
6
9
6
9
9
4
4
4
4
2
5
4
5
4
97
112
94
95 x
90
85 x
90
Late teelt vanaf half juni tot half juli, x geschikt, niet geschikt.
Rassen
O
C c/a
tuO
to.S
tu073
C 3
a; O
-at;
vaatz. mozaiek sterfte o
vatbaarheid voor:
vlekken rolmo- zwarte scherp- top.
ziekte zaiek
Adee
Centrum
Record
Resulta
Cordon
Corene
Colina
Dubresco
Dubb. w. z. dr.
Flair
Fino (Mignon)
Greenstar
Felix
Harvester
Impala
Jolanda
Oktavo
Prelude
4
6
6'
9
9
9
7
6
6
7
6
2
6
9
9
6
9
9
9
9
3
9
6
7
9
9
6
9
4
9
8
5
7
4
9
4
9
9
4
2
9
7
5
6
6
2
3
5
6
7
4
6
3
8
4
5
9
7
4
3
5
8
9
4
8
3
9
115
102
94
87
112
110
98
110
73
CO
CO
N
CO £0
CO
fc£ <D
jz a
90
100
100
100
100
90
100
90
95
100
75
100
85
90
90
85
100
o
o
a>
r—I
35 a;
x,
x
X
X
X
X
X
Het is niet eenvoudig voor dit gewas een goed rassenbericht samen te stellen.
Er is een groot aantal rassen waar niet alles van bekend is. Bovendien be
staan er belangrijke verschillen in vatbaarheid door verschillende ziekten die
van grote invloed kunnen zijn or de opbrengst. Voorts worden stamslabonen
uitgezaaid in mei als hoofdteelt maar ook later tot ongeveer half juli als na-
teelt. Dit jaar waren de opbrengsten goed, hoewel vrij grote verschillen voor
kwamen tengevolge van droogte, ziekten of onvoldoende ontwikkeling door een
slecht zaaibed. Tenslotte speelt het tijdstip van oogsten een rol bij de opbrengst.
WAT U VERDER MOET WETEN
Stamslabonen vragen een goede ontwatering en struktuur van de grond. Zorg
voor een goed zaaibed dat voldoende vlak is om oogstverliezen bij machinale
pluk te voorkomen. Ook is goed zaaibed dat aan de hoogste eisen van kiem-
kracht, gezondheid en raszuiverheid voldoet een vereiste. Een N.A.K.-G waar
borg is hiervoor het best. Behandel het zaad tegen kiemschimmels en bonen-
vlieg. Geef een goede bemesting van 80120 kg N per ha, 160 kg KL>0 en 100
150 kg P,.0, per ha op klei. en 250 kg PiOr, per ha op zandgrond.
Zaai geen stamslabonen die vatbaar zijn voor scherpmozaiek naast gladiolen,
•doch minstens 200 meter daar vandaan. Zorg voor een goede onkruidbestrijding
waarvoor Ivorin een goed middel is. Pas echter op voor te hoge doseringen,
vooral op lichte grond en voorkom overlappen. Wanneer U dit niet nauwgezet
doet, kan de schade aanzienlijk zijn.
In bovenstaand overzicht wordt van een aantal rassen de verschillen in vat
baarheid voor ziekten aangegeven, terwijl van een 4-tal proeven over 3 jaar de
opbrengst van een aantal rassen is vermeld. Op zandgrond wordt wat dunner
gezaaid dan is aangegeven.
OPBRENGSTEN ERWTENRASSENPROEFVELDEN Z.W.-KLIEGEBIED
Gem. Gemiddelden in r/c Leng- Ge- resistentie
Rassen
1961 t/m 1970
a>
G
u ai
C0 73
g O
+3 s-i
co tuO
<u
2
'aJ a; c
-£3 u,
Öfl co
te schikt- tegen
.-*• 0»
:g»T3
c
2g
co ttf)
van heid
het voor
stro zwad/ 1
zaai o
dorsen
og,
-4-» tuO
d. Kap. en rozijnerwten Op Schouwen-Duiveland, Walcheren en Goeree-Overflakkee treft men de teelt
Imposant (Kap.) 49.4 105 98 99 9 6 9 10 6 van schokkers aan. Kapucijners en rozijnerwten nemen met een 600 ha (1970)
Gastro (roz.) 44.6 97 96 93 8.5 6 8 10 7 in het Zuidwesten een ondergeschikte plaats in.
100 kg per are 45.0 45.0 44.4
(Zie verder pag. 11)
a. Kleine groene erwten
Rondo CB 56.5
Allround (Cebeco 5822) 59.8
Dik Trom 52.5
Rovar 59.8
Pauli 61.5
b. Gele erwten
Flavanda
Porta
c. Schokker erwten
Maro 50.9
101
103
95
102
99
104
96
jj Van de totale oppervlakte aan erwten in 1970 in het Zuid-Westen werd deel
ingenomen door de conservenerwten die meest op kontraktbasis op landbouw
bedrijven worden verbouwd. Hiervan neemt West Noord-Brabant met 2300 ha
of 70 c/ van hun areaal de belangrijkste plaats in. Het overige deel bestaat
7 in hoofdzaak uit de teelt van kleine groene erwten.
V