2 2 J 2 I 8 I?i I
3
Suikerbieten
6
Bij de rassenkeuze van suikerbieten spelen niet alleen de opbrengstcijfers
een rol. Het is aan te bevelen ook de eigenschappen die van betekenis zijn bij
de toepassing van moderne teelttechnieken mee te laten spreken. Tenslotte
dient men te bedenken, dat naast een ras uit de groep voor middenvroege en
late levering in ieder geval ook een ras moet worden gekozen dat voor vroege
levering geschikt is.
Eenkiemig zaad. Zaad van erfelijk eenkiemige (genetisch monogerme) rassen
heeft een eenkiemigheid van minstens 90 Vooral wanneer machinaal gedund
of op eindafstand gezaaid wordt is een hoge eenkiemigheid van belang.
Kiemkracht zaad. Alle precisiezaad moet een kiemkracht van tenminste 73
hebben. Wat de kiemkracht en de eenkiemigheid van de verschillende rassen
in de laatste jaren is geweest kan uit onderstaande tabel gelezen worden,
waarbij het cijfer onder gem. het gemiddelde over de laatste 4 jaar weergeeft.
Kiemkracht
Eenkiemigheid
1970
gem.
1970
gem.
Polybeta C
78
76
71
75
Polybeta C pillen
78
80
91
82
Polykuhn C
79
80
73
74
Polykuhn C pillen
75
79
82
79
Polyx C
82
84
76
77
Poly C pillen
78
77
82
85
Monohil C
92
90
97
96
Monohil C pillen
89
86
99
99
Trihil C
89
88
71
71
Trihil C pillen
82
83
80
77
Zwaanpoly C
77
77
75
73
Zwaanpoly C pillen
Aabece C
78
80
78
75
Aabece C pillen
81
82
81
82
Maribo Anglo Poly. C
79
78
74
72
Maribo Anglo Poly C pillen
77
78
79
80
Kleinwanzleben E C
81
79
67
67
Kleinwanzleben E C pillen
76
77
77
84
Polyrave E
76
82
78
75
Polyrave E pillen
76
80
85
79
Hilleshög R Poly C
82
80
79
78
Solorave C
81
97
Solorave C pillen
85
98
Cebeta C
79
75
Afgezien van enige variatie zijn er wat rassen die een wat lagere en andere
die een wat hogere kiemkracht hebben. Tot de laatste behoren de erfelijk een
kiemige rassen.
Oogstbaarheid. De kracht nodig om de biet uit de grond te trekken, de mate
en de regelmaat van het boven de grond uitsteken van de koppen, de vorm van
de biet, de vertakking en de brosheid bepalen de geschiktheid voor machinaal
rooien, verschillend voor zware en lichte grond. Op lichte grond spelen de onder
grondse eigenschappen een geringere, de bovengrondse een grotere rol: een
stevig in de grond staande biet met een lage kop verdient daar de voorkeur. De
neiging van een ras tot sterk variërende kophoogte en de meerkiemigheid van
het zaad uiten zich vooral in hinderlijke mate in onregelmatige gewassen.
Vorstgevoeligheid. Rassen waarvan de bieten boven de grond uitsteken zijn
zolang zij nog in de grond staan duidelijk gevoeliger voor lichte vorst dan andere
rassen waar dat minder het geval is.
OVERZICHT VAN DE RASEIGENSCHAPPEN BIJ SUIKERBIETEN
Ras
heid voor c'c
g machina- Jfo o
•$le oogst
8
Geschikt- a>
bo
c c
,ï.ïleoogst Stsïg
«•8 S-S gg-sl
x:X) o>w..
Sf-O "Sc u-ö-Sti ars
uc
c
O
O)
<D
x;
O)
a
ca
c/5
Verhoudings
getallen
1967 t/m 1970
«w
So
e
GJ
U
X»
a
o
£8
O'S
O
<D35
C/5 bi
Ga
i w
u 3
<u a>
3 Q,
cn o
Opmerkingen
(Voor een complete rasbeschrijving wordt verwezen naar de Rassenlijst)
Rassen voor vroege
middenvroege en
late levering
Kleinwanzl. Polyb. 7,5 6,4 5,5 6,7 6 5,7 6,2 7,5 99,9 99,2 101,8 101,0
Polykuhn
Polyx
Monohil
Trihil
7,0 5,1 6,1 6,0 4 6,2 6,4 7,9 100,0 99,0 101,7 100,7
7,5 6,0 7,1 7,0 5 7,2 5,5 6,0 103,1 97,4 100,6 97,9
7,1 4,9 6,5 6,5 5 5,7 5,7 6,8 99,1 96,6 102,2 98,6
7,4 5,4 6,5 6,7 4 7,0 7,5 5,9 95,8 98,8 101,9 100,6
Vrij kleine rondhoekige kop die meestal weinig boven de grond uitsteekt. De
biet breekt op zwaardere gronden bij het rooien vrij gemakkelijk waardoor niet
onbelangrijke rooiverliezen kunnen ontstaan. Bij vroege zaai matige tot vrij
sterke, overigens vrij geringe neiging tot schieten.
Vrij brede vierkante kop die vaak sterk wisselend boven de grond uitsteekt en
dan groen gekleurd is. De biet breekt bij het rooien vrij gemakkelijk, waardoor
niet onbelangrijke rooiverliezen kunnen ontstaan. Bij vroege zaai sterke, overi
gens matige neiging tot schieten.
Brede rondhoekige kop die meestal enige centimeters boven de grond uitsteekt
en dan groen gekleurd is. Bij vroege zaai vrij sterke, overigens matige neiging
tot schieten.
Vrij brede vierkante tot rondhoekige kop die vaak enige centimeters en soms
sterk wisselend boven de grond uitsteekt en dan groen gekleurd is. Dit ras
heeft erfelijk eenkiemig zaad. Bij vroege zaai zeer sterke, overigens vry sterke
neiging tot schieten. De laatste jaren traden bij dit ras vaak veel bijzonder
vroege schieters op.
Vrij brede tot rondhoekige kop die vaak en sterk wisselend boven de grond
uitsteekt en dan groen gekleurd is. Bij vroege zaai sterke, overigens matige
neiging tot schieten. De laatste twee jaar traden bij dit ras zeer veel bijzonder
vroege schieters op.
Rassen voor
middenvroege en
late levering
Zwaanpoly
7,1
6,2
6,4
6,0
4
6,9
6,6
4,9 99,9
106,0
96,4
102,1
Aabece
6,5
6,4
6,7
6,9
4
7,4
6,6
6,1 94,0
100,2
100,2
100,4
Kleinwanzl. E
7,4
6,6
6,2
7,4
6
5,0
7,0
7,1 100,1
99,8
99,8
99,6
Hilleshög R. Poly
7,5
7,2
7,0
6,1
4
6,7
7,0
5,6 101,1
101,1
98,4
99,4
Polyrave E
7,7
6,8
5,6
6,2
5
6,5
4,1
6,1 103,3
100,6
98,4
99,0
Maribo Anglo Poly
7,5
6,3
6,7
7,2
4
6,9
7,6
4,9 94,0
99,8
98,4
98,2
Solorave
7,5
6,0
4,7
5,2
5
5,6
5,6
6,8 110,6
99,1
98,6
97,8
Cebeta
7,5
4.6
5,0
5,7
4
6,2
7,5
4,1 103,7
106,3
96,9
103,0
Vrij brede rondhoekige kop die vaak sterk wisselend en soms zeer hoog boven
de grond uitsteekt en dan bleekgroen gekleurd is. Bij vroege zaai matige tot
vrij sterke overigens vrij geringe neiging tot schieten. Door het matige suiker
gehalte komt dit ras het beste tot zijn recht bij late levering.
Vrij brede vierkante tot rondhoekige kop die vaak en soms sterk wisselend
boven de grond uitsteekt en dan groen gekleurd is. Bij vroege zaai matige tot
vrij sterke overigens vrij geringe neiging tot schieten.
Vrij brede rondhoekige kop die meestal boven de grond uitsteekt.
Vrij brede rondhoekige kop die vaak en sterk wisselend boven de grond uit
steekt en dan groen gekleurd is. Bij vroege zaai lichte overigens geringe nei
ging tot schieten.
Vrij brede rondhoekige kop die meestal enige centimeters boven de grond uit
steekt en dan groen gekleurd is. Bij vroege zaai matige, overigens vrij geringe
neiging tot schieten. Is voornamelijk voor latere levering bruikbaar.
Vrij brede kop die meestal weinig boven de grond uitsteekt. Bij vroege zaai
matige tot vrij sterke, overigens vrij geringe neiging tot schieten. Is voorname
lijk voor latere levering bruikbaar.
Vrij kleine rondhoekige kop die meestal weinig boven de grond uitsteekt. Dit
ras heeft erfelijk eenkiemig zaad. De biet breekt op zwaardere gronden bij het
rooien vrij gemakkelijk waardoor niet onbelangrijke rooiverliezen kunnen ont
staan. Bij vioege zaai vrij sterke, overigens matige neiging tot schieten.
Vrij kleine rondhoekige kop die meestal hoog en wisselend boven de grond uit
steekt en dan groen gekleurd is. De biet breekt bij het rooi'en gemakkelijk
waardoor soms belangrijke rooiverliezen kunnen ontstaan. Bij vroege zaai zeer
sterke, overigens vrij sterke neiging tot schieten. Is voornamelijk voor late
levering bruikbaar.