Zomer tarwe
Zo mergers!
Haver
Opbrengsten rassenproeven zomertarwe Zuidwestelijk kleigebied
Zaadopbrengst 1970 kg/are Opbrengst in
Colijnsplaat Zevenbergen verhoudings-
Rassen gezaaid gezaaid gezaaid getallen
16 maart 18 april 20 gpril gem. v. 1961t/m'70
Orca
46.6
39.1
34.2
40.0
100
Toro
46.6
42.3
37.9
42.3
105
Cebeco 6751
48.1
34.3
34.6
39.0
102
Streng 6/55
48.6
39.5
36.1
41.4
108
De oppervlakte zomertarwe in het Zuidwesten in 1070 was ongeveer de helft
van die in 1969 (800016.600 hè). Als oorzaak kunnen de goede mogelijkheden
van wintertarwezaaien in 1969 genoemd worden. Tussen de oppervlakte zomer
en wintertarwe in een gebied bestaat altijd een nauw verband. De vroegge-
zaaide gewassen hebben nog een redelijke opbrengst gegeven, maar de laat-
gezaaide waren praktisch overal slecht. Om welke reden het ook moge zijn
het blijkt steeds weer dat vroeg zaaien de belangrijkste vereiste is voor
een goed eindresultaat. Nog steeds is Orca het belangrijkste ras in het Zuidwes
ten (in 1969 gem. 92 in 1970 93 Hierin lijkt verandering te komen als we
de resultaten van enkele nieuwe rassen bekijken.
BESCHRIJVING BESTAANDE RASSEN
Orca. Moet vroeg in het voorjaar en kan zelfs in de winter gezaaid worden
waarbij enige vorst geen bezwaar hoeft te zijn. Rijpt vrij laat en is iets gevoelig
voor schot. De rassen Opal en Gaby ihebben wel de eigenschap dat ze vroeg
rijpen maar door hun gevoeligheid voor schot en gele roest zijn ze onvoldoende
bedrijfszeker. Genoemde rassen kwamen in de laatste jaren niet op de proef
velden voor. Als noodmaatregel kan Opal voor bij zaaien in wintertarwe ge
bruikt worden. Het nieuwe ras Toro, dit jaar in de rassenlijst, rijpt enkele dagen
vroeger dan Orca en geeft wat hogere opbrengsten. Het stro is vrij kort, tame
lijk stevig en veerkrachtig.
BESCHRIJVING VAN DE BEPROEFDE RASSEN
Bij het onderzoek wordt gezocht in de richting van vroegrijpende tarweras-
sen. De rassen Cebeco 6751 en Streng 6/55 gaven betere opbrengsten dan Orca
en rijpen vroeger af, vooral Streng 6/55, dit ras is kort na wintertarwe rijp. Ze
zijn niet of weinig gevoelig voor schot en gele roest. Cebeco 6751 lijkt gevoelig
voor bruine roest te zijn.
Opbrengsten rassenproeven zomergerst Zuidwestelijk kleigebied
Rassen
Gem. opbrengst
3 proeven in 1970
kg/ are
Opbrengsten in
verhoudingsgetallen
1961 t/m 1970
Cambrinus
46.2
99
Zephyr
46.9
99
Delisa
47.6
101
Berac
50.3
103
Julia
102
Mazurka
51.0
101
De laatste twee jaar is de oppervlakte zomergerst in het Zuidwesten constant
gebleven 17.500 ha). Het groeiseizoen van 1970 is voor de vroeggezaaide gerst
over het algemeen gunstig geweest. De laat gezaaide gerst gaf merendeels slechte
opbrengsten.
Tussen de drie belangrijkste rassen Cambrinus, Zephyr en Delisa heeft een ver
schuiving plaats gevonden ten gunste van Delisa. Het nieuwe ras Berac heeft
de belangstelling en verdient dat ook, gezien zijn opbrengst en brouwkwaliteit.
BROUWGERSTRASSEN
Cambrinus. Komt in opbrengst overeen met Zephyr. Bladrijk gewas met stro
van gemiddelde lengte, matige stevigheid. Moet daarom niet te zwaar met stik
stof worden bemest. Sterk vatbaar vcor meeldauw. Vrij weinig gevoelig voor
doorwas. Goede brouwkwaliteit. Vrij grove korrel.
Zephyr. Geeft goede opbrengsten. De strostevigheid is matig, doch iets beter
dan van Cambrinus. Groeit vrij gemakkelijk, is evenwel wat gevoeliger voot
slechte struktuur dan Cambrinus. Vrij weinig gevoelig voor doorwas. Matig
vatbaar voor meeldauw. Goede brouwkwaliteit.
Delisa. Geeft gemiddeld een iets hogere opbrengst dan Zephyr en Cambrinus.
Voldoet het best op goede grond met een goede struktuur. Het stro is kort en
vrij stevig, doch niet veerkrachtig. Gevoelig voor doorwas en matig vatbaar
voor meeldauw.
Berac. Brouwgerstras, dat op vruchtbare zeekleigronden in het Zuidwesten
van het land zeer goede opbrengsten heeft gegeven. Heeft kort en stevig stro.
Matig vatbaar voor meeldauw.
VOERGERSTRASSEN
Juliana. Geeft gemiddeld iets hogere opbrengsten dan Zephyr en Cambrinus
en heeft stevig stro. Iets gevoelig voor doorwas. Tamelijk vatbaar voor gele
roest en matig vatbaar voor meeldauw. De opbrengst lijdt in het algemeen in
de praktijk niet door deze ziekten. Rijpt vrij laat.
Mazurka. Meeldauw resistent ras, heeft goede opbrengsten gegeven. Vrij lang,
middelmatig stevig maar goed veerkrachtig stro.
Opbrengsten rassenproeven haver Zuidwestelijk kleigebied
Opbrengst in
Opbrengst in
Rassen
kg per are
verhoudingsgetallen
1970
1961 t/m 1970
Astor
61.7
103
Bento
65.5
104
Selma
63.6
106
Leanda (Cebeco 6731)
66.8
108
Het areaal haver in 1970 was in het Zuidwesten aanmerkelijk kleiner dan in
1969. Het daalde van 4800 ha naar 3200 ha. Haver is voor het Zuidwesten een
gewas van geringe betekenis gebleven. De bedrijfszekerheid is vrij goed maar
niet beter dan die van zomergerst of zomertarwe.
Alleen wanneer vroeg gezaaid wordt mag men goede opbrengsten verwachten.
Dit jaar heeft het gewas op veel percelen een slechte ontwikkeling gehad
door de droogte.Vooral het wortelstelsel was soms zo slecht dat er bij krachtige
wind planten omvielen. De belangrijkste rassen zijn Astor en Bento; de laatste
twee jaar namen zij 87 van de totale oppervlakte haver in beslag. De nieuwe
rassen Selma en Leandra hebben zeer goede opbrengsten gegeven.
Astor. Een zeer stevige, produktieve haver voor goede kleigronden. Astor
kan vanwege zijn stevigheid en geringe bladrijkheid een flinke stikstofgift ver
dragen. Het is een goede dekvrucht. Moet vroeg worden gezaaid. De korrel is
groot en goed gevuld. Kan de laatste jaren in opbrengst niet goed meekomen.
Bento. Een korte zeer stevige haver, die hoge opbrengsten heeft gegeven.
Stelt wat minder hoge eisen aan de grond dan Astor. Goede dekvrucht. Ver
draagt een flinke stikstofbemesting. Rijpt vrij laat. De korrel is iets mooier
dan die van Astor.
Selma. Op alle grondsoorten een zeer produktief ras. Het stro is vrij lang
maar bezit een goede stevigheid. De korrel is wit, middengroot, kort en goed
gevuld.
Leanda. Heeft op alle grondsoorten zeer hoge opbrengsten gegeven. Het stro
is vrij kort en goed stevig. Heeft een fijne korrel.