<5
POLYRAVE
suikerbiet
VOOR IEDER BEDRIJF
EEN PASSENDE
STEGSTED
ZAAIMACHINE
Rond de
Schelde
Bouwplan en graszaadteelt
Goed fruit werd wat duurder
minder werk
méér rendement
31
DIJ de vergadering, die de N.V. Mommersteeg jaar-
lijks voor zijn graszaadtelers op verschillende
plaatsen belegt zijn twee inleidingen gehouden, waar
over achterna uitvoerig gediscussieerd is.
De heer J. E. Wolfert ing. te Wageningen, noemde
in zijn inleiding de volgende punten, die overwogen
moeten worden bij de graszaadteelt:
Het slagen van de graszaadteelt op een bedrijf
wordt bepaald door de ondernemer. Een goed onder
nemer maakt een bedrijfsplan, waarbij hij de moge
lijkheden die zijn bedrijf biedt zo efficiënt mogelijk
uitbuit en daardoor tot een optimale bedrijfsvoering
komt, wat resulteert in het maken van de maximale
winst.
Een bedrijfsplan wordt opgebouwd uit:
financieel inzicht t.a.v. de gewassen. Hiervoor zijn
nodig een goede bedrijfs-economische boekhou
ding en saldi-vergelijkingen.
een zo groot mogelijke kennis van het gewas.
Hierdoor kiest men de meest juiste roelatie van
de gewassen onderling.
een juist inzicht in arbeidsbehoefte en mechani-
satiemogelij kheden.
UIT GENOEMDE PUNTEN KAN MEN BEPALEN:
de rendabiliteit van een gewas. Voor graszaad kan
met de volgende formule worden nagegaan of het
aantrekkelijk is één van de basis-gewassen ge
heel of gedeeltelijk te vervangen door graszaad:
kg-opbrengst graszaad x kg-prijs saldo van het
te vervangen gewas opbrengst graszaad stro
toegerekende kosten opbrengst nevenfaktoren
van graszaadverbouw.
het bemestingsplan waarbij aandacht aan de ver
deling organische- en anorganische meststoffen
moet worden gegeven. Hierbij dient ernaar ge
streefd te worden de groeiomstandigheden zo
gunstig mogelijk te maken door zorg te dragen
voor voldoende voedingsstoffen en goede struc
tuur.
de arbeidsfilm. Eerst voor elk gewas afzonderlijk,
daarna voor alle gewassen op elkaar afgestemd
en tenslotte voor het gehele bedrijf.
een onkruidbestrijdingsplan. Elk gewas geeft mo
gelijkheden om bepaalde onkruiden goed aan te
pakken.
een ziektebestrijdingsplan. Ook hierbij zullen alle
kansen benut dienen te worden.
transportproblemen zijn onderwerp voor nadere
studie.
AL DEZE PUNTEN RESULTEREN
NA OVERWEGING IN EEN BOUWPLAN
APNAME van graszaad in het bouwplan geeft een
gunstig effect op:
a. vruchtopvolging (beïnvloeding van de gewassen
op elkaar). Nu de wintertarwe een goede dek-
vrucht is gebleken geeft de vruchtopvolging ook
in 'het nauwste bouwplan geen moeilijkheden.
b. gezondheidstoestand. Tot nog toe zijn weinig ziek
ten van graszaad bekend, die de opbrengst na
delig beïnvloeden. Moeheids verschijnselen wor
den veelal door graszaadverbouw verminderd.
c. onkruidbestrijdingsmogelijkheden. In graszaad
hardnekkige onkruiden, zoals hoefblad, distels
beter bestreden worden dan in granen. Alleen het
voorkomen van kweek maakt de teelt onmogelijk.
Duist en straatgras kan redelijk bestreden wor
den. Ook opslag van tarwe en gerst geeft geen
problemen meer.
d. vruchtbaarheid van de bodem. Graanstoppel geeft
een 2000 kg organische stof aan de grond. Gras
zaadstoppel 8000 kg.
e. variatiemogelijkheden. Bij mislukken van het
graszaad kan dit reeds in de herfst worden gecon
stateerd, zodat U nog alle gewassen ervoor in de
plaats kunt zetten.
IR. J. W. Brekelbach van der Sprenkel besprak de
mogelijkheden, gezien in E.E.G.-verband, voor
de ontwikkeling van onze graszaadteelt. Uitvoerig
werd ingegaan op het ontwerp,- marktregeling voor-
gras- en klaverzaden en de achtergronden van de
verschillende onderdelen hiervan. De kloof, die ont
staan is tussen het trawe-rendement binnen en bui
ten de E.E.G.heeft ook zijn invloed op de concur
rentiepositie van het graszaad. In het huidige voor
stel wordt aan een overbrugging hiervan gedacht met
behulp van een subsidie, wat om verschillende met
name genoemde redenen verre de voorkeur verdient
boven het nu in Frankrijk bestaande systeem van
heffingen.
Onze concurrentiepositie is beslist het sterkst in
de sector van de fijne grassen: gewoon- en uitlopers
vormend roodzwenk, hardzwenk en veldbeemd, ener
zijds door de grote ervaringen en kundigheid van
onze telers, anderzijds door de goede handelsmoge
lijkheden voor verschillende met name genoemde
rassen, Koket, Novorubra, Biljart en Monopoly in de
gehele E.E.G. Een absolute eis is echter dat de telers
zich concentreren op rassen met een hoog opbren
gend vermogen en een ruime verkoopmogelijkheid.
Technische begeleiding van de teelt staan in Neder
land vooral door de steun van het P.A. en technisch
geschoold kader van enkele firma's op zeer hoog peil
Indien dus graszaad het bedrijfsplan gunstig be-
invloedt, omdat de opbrengsten van de gewassen op
een hoog niveau blijven, bereiken we met graszaad
teelt het doel wat bij de eerdere redenen is genoemd.
Vlijmen, januari 1971.
Op de fruitveilingen in ons gebied nam direct na
de jaarwisseling de aanvoer van appelen behoorlijk
toe. Het was voor de telers niet aanlokkelijk om bui
ten te werken en daarom ging men sorteren. Dat had
tot gevolg dat de aanvoeren groter waren dan aan
vankelijk was verwacht. Daar stond tegenover dat
de vraag'ook is toegenomen. Kennelijk is toch wel van
invloed de stagnatie in de aanvoer door de vorst en
het feit dat er flink is geruimd rond de feestdagen.
Er waren vooral in Terneuzen en Fijnaart maar
toch ook wel in Goes en Kapelle mooie kwaliteiten
Cox's Orange Pippin te koop. Al naar gelang van de
kwaliteit werd voor de grote en middelmaten tussen
45 en 60 cent per kg betaald. De maat 6570 mm
werd verkocht voor 3546 cent per kg.
Golden Delicious van goede kwaliteit uit het koel
huis kon ook beter worden verkocht want hiervoor
werd tussen 30 en 36 cent per kg betaald voor wat
de grote maten betreft. Goudreinette deed eveneens
mee met de wat betere stemming en de goede kwa
liteiten uit het koelhuis deden tussen 50 en 55 cent
per kg voor de grote en middelmaten. Klasse I 65
75 mm deed tussen 30 en 40 cent per kg.
Er blijken in de vèrschillende sorteringen onder
ling nog al vrij grote prijsverschillen voor te komen.
Dat houdt ten nauwste verband met de kwaliteit.
Om een enigszins redelijke prijs te ontvangen moet
een goede kwaliteit worden geleverd. Dat is altijd zo
geweest maar thans in heel sterke mate het geval.
De kroetappelen bleven onveranderd op 1415 cent
per kg en de fabriek kocht op verschillende dagen
ook de grote maat II Golden Delicious voor 20,40
per 100 kg.
Bij de peren was het aanbod van Conference niet
groot en hiertegenover stond een levendige vraag,
vooral naar de kleine maat (5560 mm). Deze gin
gen.naar Engeland. Voor de jaarwisseling lag de prijs
meestal rond of iets beneden 30 cent per kg maar in
de eerste week van januari steeg de prijs van deze
maat tot 44 cent. De grote en middelmaten van de
Conference deden tussen 45 en 50 cent per kg. In
Fijnaart werd tot 55 cent per kg betaald voor de
grote maten.
Doyenne du Comick was in ruime hoeveelheden te
koop en hiervoor werd voor wat de klasse I kwali
teit betreft tussen 60 en 70 cent per kg betaald voor
de grote en middelmaten. Klasse II kwaliteit was plm.
5 cent per kg goedkoper.
Er is op het ogenblik een goede vraag naar peren
en daarom is het raadzaam aan deze vraag te vol
doen. De voorraden zijn overal nog groot en daarom
is er geen reden om de aanvoeren op te houden. Een
regelmatige aanvoer is trouwens ook voor wat de ap
pels betreft in het belang van de afzet en de prijs
vorming in het algemeen.
STEGSTED VOOR DE MODERNE LANDBOUW
Werkbreedte
Aantal rijen
Rij-alstand
Banden
Bakinhoud
Gewicht
2.64 m
12
220 mm
4.50 x 14
172 kg
416 kg
2.75 m
23
119 mm
4.50 x 14
180 kg
430 kg
3.00 m
12
250 mm
4.50 x 14
200 kg
460 kg
4.00 m
33
121 mm
4.50 x 16
275 kg
600 kg
5.00 m
41
122 mm
6.00 x 16
350 kg
755 kg
6.00 m
49
122 mm
6.00 x 16
425 kg
870 kg
Alle (Jlegstcd^) zaaimachines zijn
uitgevoerd met tandwielkast met 128
verstel-mogelijkheden - zonder wissel
tandwielen
genormaliseerd
uitgevoerd met automatische markeurs
leverbaar met achteregge
CEBECO
GOES, Wulfaertstraat 3, tel. 01100-8110
i
Vorige week zijn we naar de Zeeuwse spuitdag in
Goes geweest. Een overvolle zaal in de Prins van
Oranje bewijst wel dat deze materie heel belangrijk
voor de landbouw is. Gedurende een reeks van jaren
is de chemie stap voor stap een schakel in onze be
drijfsvoering geworden en thans is het wel zo, dat
landbouw niet meer denkbaar is zonder chemische
middelen. Voordien was het zo dat de chemische on-
'kruidibestrijding ons een reuze steun was en dat we bij
eventuele „spuitfouten" nog handenarbeid ter correc
tie achter de hand hadden. Maar door de afvloeiing
van arbeidskrachten uit de landbouw zijn we thans
op een punt aangeland, dat we steeds meer behoefte
hebben aan nieuwe middelen, die in geen enkel op
zicht mogen falen. We dienen dus een weloverwogen
spuitplan op te stellen. Het gevolg is dan ook dat we
nog vaker preventief zullen moeten gaan werken.
Tevens is het van belang het kennen van de onkrui
den, de werking van de middelen en het tijdstip van
aanwending hiervan. Een spuitcursus is hiervoor een
onmisbare schakel en de aangewezen weg om zich nog
meer in deze* materie te verdiepen. Zo'n cursus is
even interessant als de Zeeuwse spuitdag! En wan
neer we de spuitkosten bezien, welke thans een be
drag van 30,tot 150,per ha in onze boekhou
ding uitmaken, dan is het toch van belang dat we
wat meer van de spuiterij afweten.
Verder dienen we met de grootste zorgvuldigheid te
werk te gaan, want ook dit is heel belangrijk voor het
tegengaan van te hoge kosten en voor het voorkomen
van een te lage opbrengst van de gewassen.
Als boer krijgen we vanzelf met steeds meer nieu
wigheden te maken. Zo bijvoorbeeld zaaiden we vroe
ger net genoeg stikstof op de tarwe zodat de binder
nog kon maaien.
Bij de komst van de combine weer maar meer stik
stof erop. En nu in combinatie met C.C.C. nog maar
een schepje er boven op! Het gevolg is steeds meer
afrijpingsziekten. We zitten dus in een vicieuze cirkel
en dienen in deze mee te blijven denken opdat die
ons niet noodlottig wordt. In de aardappelteelt zijn
we in dezelfde geest in mechanische en chemische
combinatie bezig. Als steeds kleven er aan al onze
handelingen zowel voor- als nadelen en is het dus een
zaak van afwegen. Dan is het pas goed boeren. Kleine
onkruiden zijn beter te bestrijden dan grote. Dus moe
ten we al vroeg op de loer liggen en zullen we als boer
dit voorjaar dikwijls op de knieën op het land moeten
zitten om te zien wat ons kleine onkruid sortiment is.
Het voorafgaande jaar was een uitzonderlijk moei
lijk en slecht spuitjaar. Zo'n jaar is gelukkig een uit
zondering.
Reden waarom we dankbaar zijn voor het advies
van de Zeeuwse spuitdag, n.l. spuit als vroegerspuit
niet onnodig en houdt u aan de voorschriften ook wat
betreft veiligheid en gevaar. Eer goed geweten is ook
in de spuiterij van groot belang!