De ruwvoerwinning op het gemengde bedrijf eist kwaliteit 29 Op een tweetal voederwinningsmiddagen, gehou den op 17 december 1970 te Kapelle en op 12 januari 1971 te Axel werd de ruwvoederwinning op het ge mengde bedrijf centraal gesteld. Beide middagen hield ir. W. R. Becker een inleiding over de moderne mogelijkheden van voederbieten en snijmais, waarna ir. S. Schukking sprak over de winning van gras- landprodukten. Aan deze inleidingen en de daarop volgende discussie ontlenen we het volgende. VOEDERGEWASSEN VAN BOUWLAND Op bouwlan d geteelde voederbieten of snij maïs geven per ha een opbrengst aan zetmeelwaarde (ZW) die minstens 1% maal zo groot is als die van 1 ha gras. Bovendien is deze ZW goedkoop en bevordert bij het vee een hogere opname aan voederwaarde. C. DEN ENGELSEN Specialist Voeder voorziening CAR - Goes Bij de ruwvoederwinning op het gemengde bedrijf voor de grasland- produkten gaat het tegenwoordig om het winnen van voordroogkuil - gras en ventilatiehooi, waarbij ook het kunstmatig drogen aandacht verdient. Het winnen van baalgras- hooi en maaikneusgraskuil komen dus minder in aanmerking. Van het bouwland kunnen op deze bedrij ven hoge opbrengsten aan voeder- waarde tegen lage kosten worden verkregen in de vorm van voeder bieten of snijmais. Voor het laatste gewas is evenwel samenwerking in kernverband nodig. De belangstel lenden in deze teelt kunnen zich melden bij de heer C. den Engelsen - CAR - Goes. Bij de moderne teeltmethode van voederbieten is de arbeidsbehoefte belangrijk kleiner geworden. De teelt kan door precisiezaai, chemische onkruidbe- strijding, arbeidbesparend dunnen en mechanisch rooien even rationeel geschieden als die van suiker bieten. Ook het kuilen met behulp van stro en plas tic is eenvoudiger dan vroeger. Het gebruik van een moderne bietensnijder en een voerwagentje beperkt voorts de arbeidsbehoefte bij het voeren. Ir. Becker berekent de toegerekende kosten van mechanisch ge^ rooide voederbieten op 1200,a 1400,per ha; met bij berekening van een saldoderving van graan van 1000,per ha komt men bij een oogst van 9000 kg ZW op 24 a 27 cent per kg ZW. Gaat men uit van een suikerbietensaldo van 2200,/ha dan wordt de prijs per kg ZW van de voederbieten 37 a 40 ct. De tegenwoordige hooggehaltige rassen bren gen evenveel voederwaarde op als de overige rassen en geven daarbij een besparing aan transport en op slag van 30 a 35 ton/ha. Deze bieten zijn beter be stand tegen mechanisatie van de oogst, zijn beter houdbaar en missen dank zij een betere vorm en minder vertakking de bezwaren van vroegere hoog gehaltige rassen. Op bedrijven waar melkvee wordt gehouden kan de teelt van 2 a 4 are per stuks groot vee de bedrijfsuitkomsten gunstig beïnvloeden. SNIJMAIS Snijmais heeft hef grote voordeel dat het in plaats van een graangewas kan worden geteeld. De moder ne rassen zijn oogstzekerder dan die van een jaar of 10 geleden. Deze rassen leveren, geoogst in een hard deegrijp stadium, ca. 7500 kg ZW/ha. De arbeid no dig voor deze teelt is zeer beperkt dank zij chemi sche onkruidbestrijding en zaaien op eindafstand. De oogst wordt volledig gemechaniseerd uitgevoerd door middel van een veldhakselaar met maïsmond. De bewaarverliezen van het kort gehakselde produkt, bewaard onder plastic en ongeveer 30 cm grond, zijn niet groter dan 10 Het voeren is gemakkelijk en gaat met zeer geringe verliezen gepaard; dit in te genstelling tot enkele jaren geleden toen de maïs nog in gekneusde toestand werd ingekuild. Toen leverde het voeren wel bezwaren op en werd veel last ondervonden van broei. De toegerekende kosten van snijmaïs stelt ir. Bec ker op 1050,a 1100,per ha; met bij berekening van een saldoderving van graan van 1000,/ha komt 1 kg ZW, bij een opbrengst van 7500 kg ZW/ ha, op 28 cent. De opbrengst aan voederwaarde per ha is dus kleiner dan die van voederbieten, maar deze teelt vraagt zeer weinig werk. De moderne oogst van de snijmaïs is evenwel alleen te verwezenlijken in samenwerkingsverband van een groep telers met duktie aan netto ZW/'ha van het grasland is met 3000" 6000 kg lager dan van de eerder genoemde voeder middelen op bouwland geteeld. Het gebruik, de be mesting, het maaistadium, de verliezen aan voeder waarde alsmede de snelheid van de hergroei spelen evenwel een grote rol. Terecht wees ir. Schukking er in zijn inleiding op dat de veehouder vroeg met de voederwinning van het grasland moet beginnen met het oog op: het goed in de hand houden van voldoende gras voor direkte beweiding; spreiding van arbeid; beter voer; minder risico's. Daartoe moet gestreefd worden naar de winning van hoogwaardig hooi of kuil voer. Hierbij gelden: maaien in een jong stadium met het oog op de kwaliteit daardoor een goede opname en een snelle hergroei; winnen in een droge vorm; streven naar een korte veldperiode ter beperking van de verliezen aan voederwaarde met behoud van de kwaliteit, bevorderen vluggere hergroei en een eenvoudiger arbeidsorganisatie. Van het grasland verdient daarom als wintervoer vooral de winning van voordroogkuil, ventilatiehooi en eventueel kunstmatig drogen, de aandacht. Bij kunstmatig drogen is de veldperiode het kortst, zijn de voorwaardeverliezen het laagst, is weinig eigen arbeid nodig en wordt een zeer hoogwaardig, gemakkelijk aan te wenden produkt verkregen, dat door het vee best wordt opgenomen. De droogkosten zijn evenwel relatief hoog. De hooiwinning vraagt minder kosten. Ten koste van kwaliteit en hergroei wordt met het oog op de natuurlijke droging in een later stadium gemaaid. Desondanks vergt de veldperiode al gauw 14 dagen en dus veel risico's. Hoewel de kosten per kg ZW van hooi moeilijk zijn te berekenen staat vast, dat deze kosten zeer tegenvallen als het hooi matig of slecht is. De veldperiode bij hooien kan sterk worden be perkt door onmiddellijk na het maaien te beginnen met intensief schudden en dit schudden daarna nog 3 a 5 x te herhalen. Wanneer door ventilatie in de tas nadroging van het hooi plaatsvindt wordt de veld periode verder bekort ten gunste van een snellere hergroei van het nagras en worden verdere verliezen aan voederwaarde vermeden. Het volledig hooien op het veld en het tenslotte in balen persen wordt nog veelvuldig toegepast maar geeft doorgaans een te geringe kwaliteit en is daarom relatief duur. Mechanisch rooien van voederbieten. Een gewas snijmaïs. De teelt van voederbieten is de laatste jaren voort durend afgenomen. Dat komt omdat op de gemengde bedrijven de voederbieten meestal een plaats moe ten innemen waarop suikerbieten kunnen worden geteeld. Bovendien wordt de arbeid, zowel voor de verzorging van de voederbieten, de oogst en bij de vervoedering, in toenemende mate als een bezwaar gevoeld. Bij het verdwijnen van de voederbieten uit de winterrantsoenen voor het vee blijkt evenwel dat (het niet eenvoudig is de opname van een voldoende ruim ruwvoederrantsoen te handhaven. Vooral bij het melkvee leidt dat tot een lagere produktie of een hoger krachtvoerverbruik. Verschillende melkvee houders gaan dan ook opnieuw tot de teelt van voe derbieten over. een loonwerker. Om dit mogelijk te maken zouden snijmaïskernen gevormd kunnen worden. Wie over weegt snijmaïs te gaan telen doet er daarom goed aan dit te melden aan de schrijver van dit artikel (p/a C.A.R. Goes, Westsingel 58). Alléén in kernver band biedt snijmaïs interessante mogelijkheden voor zowel de melkveehouders als de rundveemesters. GRASLANDPRODUKTEN Naarmate op de gemengde bedrijven meer vee wordt gehouden is het begrijpelijk dat het accent meer op de graslandprodukten hooi, kuilgras en kunstmatig gedroogd gras komt te liggen. De pro- De voordroogkuil biedt een mogelijkheid tot een nog kortere veldperiode dan bij hooien. Het voorge- droogde gras kan, mits goed behandeld, na 3 a 6 dagen in een eenvoudige kuil worden bewaard. Deze wijze van voederwinning is eenvoudig, goedkoop en levert zeer aantrekkelijk voer op. Wel stelt de voor droogkuil hoge eisen aan de bewaring en tijdens het voeren kan het produkt broeigevoelig zijn. Deze be zwaren kunnen bij een goede behandeling waar voor enige ervaring vereist is evenwel behoorlijk worden ondervangen. Het blijkt mogelijk in balen geperst voordrooggras op uitstekende wijze onder slechts een plastic zeil van 0,2^ mm dik te bewaren. Een luchtdichte afsluiting is dan evenwel noodzake lijk.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 29