KORTE WENKEN 28 DISCUSSIENOTA LANDBOUWSCHAP (Vervolg van pag. 17) BELASTINGEN Laat bij de inkomstenbelasting de zelfstandigen aftrek ook gelden voor investeringen in grond, zo vraagt het Landbouwschap in zijn programma. Op het ogenblik mogen zelfstandigen hun belastbare winst verminderen met tien pet. van de investerin gen als die meer dan tweeduizend gulden bedragen, maar investeringen in grond zijn uitgezonderd. Ook wordt gevraagd om aanpassing van de vermogensbe lasting op beleggingen in grond. De rentabiliteit van grond is laag, de grondeigenaar betaalt daardoor een belangrijk deel van zijn inkomsten aan vermogens belasting. MILIEUHYGIËNE Zonder mest en stank is veredelingsproduktie vrij wel onmogelijk, zegt het Landbouwschap, daarbij doelend op varkens- en pluimveehouderij. Die be drijfstakken speciaal en land- en tuinbouw in het algemeen legge men bij het toepassen van de wetten inzake de milieuhygiëne slechts technisch uitvoerbare en doelmatige verplichtingen op. Gevraagd wordt om voldoende inspraak van de landbouw bij deze toepassing. De overheid wil nu de hinderwet van 1953 ook op land- en tuinbouw gaan toepassen, iets dat tot nu toe niet gebeurde. Zoveel mogelijk bedrijven die aan de gestelde voorwaarden kunnen voldoen dienen een vergunning te krijgen, vinden de opstellers van de nota, en bedrijven die jarenlang zonder vergunning hebben gewerkt en nu worden afgewezen moetén geholpen worden bij overplaatsing of beëindiging. Het landbouwkundig onderzoek zal zijn bemoeiingen met milieubeheersing moeten uitbreiden. Daarnaast worden gevraagd: uitbreiding van de krachtstroomvoorziening van landbouwbedrijven; versnelde overschakeling op aardgas in de tuinbouw; handhaving van een verantwoorde gasprijs; uniforme en daardoor industriële bouw bij uitbreiding van vooral veehouderijbedrijven. SANERINGS- EN OMSCHOLINGSREGELINGEN Volgens de nota is de bedrijfsbeëindigingsregeling, die op 1 januari van dit jaar is ingegaan, een goede basis van het afvloeiingsbeleid. Het verder toepassen van sanerings- en omscholingsregelingen zal moeten gebeuren in samenhang met de regionale werkge legenheid. In perioden van economische teruggang zal een verhoogde investeringspremie aan indus trieën gegeven moeten worden. Schadeloosstelling moet er komen voor agrarische werknemers, als het bedrijf waar zij werken onteigend wordt, en voor loonwerkers die door het onttrekken van grond aan de landbouw gedupeerd worden. Gepleit wordt voor het maken van een begin met de middenschool, een driejarige school tussen het zesjarige basisonderwijs en het vakonderwijs. Leerlingen die later de land bouw in willen kunnen er een algemene oriëntatie opdoen die eenzijdige ontwikkeling bij voorbaat uit sluit. Voor bedrijfshoofden en agrarische werknemers wordt bij- en herscholing nodig geacht. NIEUWJAARSVERGADERING LANDBOUWCOMITÉ GRONDBANK (Vervolg van pag. 19) Het tweede rapport dat het hoofdbestuur in de aan dacht van de aangesloten organisaties aanbeval was het rapport van de commissie van overleg inzake het grond beleid. Het rapport is via het Landbouwschap gepubli ceerd en zal nog verder wordien verspreid. De genoemde commissie, die bestond uit enkele hoofdambtenaren van Landbouw en voorzitters van Landbouwschapsorganen en Landbouworganisaties geeft in het rapport in grote lijnen de opzet aan van een georganiseerde S.B.L. die als grond bank gaat optredien. De bedoeling is de grondfinancie- ring te verlichten, speciaal voor bedrijven met grondge bonden produktie, bij overname door opvolgers of pach ters (voorkeursrecht) en bij bedrijfsoppervlaktevergro- ting. Bij verkoop aan de grondbank kan men dan een 26-jarige erfpacht benutten tegen een canon van 4 van de overdrachtsprijs. In het hoofdbestuur werd er bezwaar tegen gemaakt als de in het rapport ter gedachtebepaling genoemde be- drijfsgroottenormen (50 ha voor akkerbouw- en 30 ha voor weidebedrijven) zouden inhouden dat het gemeng de bedrijf irnet enige veredeling bij voorbaat uitgesloten zou worden. Geconcludeerd werd, dat bij de nadere uitvoering er voor gezorgd moet worden dat in beginsel de grondbank in alle gebieden daadwerkelijk kan werken; er zullen provinciale adviescommissies moeten worden ingescha keld. Thans dient het landbouwbedrijfsleven zich echter in de eerste plaats over de grote lijnen uit te spreken. PSEUDO-VOGELPEST Het hoofdbestuur besprak uitvoerig de rampspoed die over de (leg)pluimveehouderij is gekomen als gevolg van het door de Duitse Bondsrepubliek ingesteld invoer verbod voor eieren uit Nederland. Het meende een ernstig protest tegen zulk een onge motiveerde maatregel te moeten uiten en het sprak de hoop uit dat de Nederlandse Overheid krachtig zal blij ven ijveren voor een spoedige opheffing van de Duitse maatregel. Het hoofdbestuur sprak er zijn erkentelijkheid over uit, dat met spoed door de Nederlandse Overheid een opslagregeling is getroffen. Maar het achtte de hier bij geldende prijs voor de pluimveehouders veel te laag. Met kracht werd voor een hoger prijspeil gepleit, ter wijl tevens verlenging van de regeling werd bepleit bij voortduren van de Duitse invoerstop. De onbevredigende werkwijze bij de uitkering van vergoedingen bij over name op getroffen bedrijven gaf het hoofdbestuur aan leiding te pleiten voor het algemeen toekennen van deze vergoedingen en met terugwerkende kracht. SCHADEREGELING LUCHTVERONTREINIGING LAND- EN TUINBOUW HOECHST-PÉCHINEY (Vervolg van pag. 26) |N artikel 3, dat de commissie van deskundigen tot taak heeft om vast te stellen of als gevolg van door de industrieën veroorzaakte luchtverontreiniging schade is toegebracht aan land- en/of tuinbouwgewassen en/of vee van de benadeelde en voorts of de industrieën daarvoor wettelijk aansprakelijk zijn. De commissie zal daarbij in haar oordeel betrekken, of (ook) andere scha de-oorzaken een rol hebben gespeeld. Indien dit laatste het geval mocht zijn, zal de commissie in haar beslissing vermelden voor welk gedeelte van de totale door de ge- laedeerde geleden schade zijn de industrieën wettelijk aansprakelijk acht. De industrieën en de benadeelde (verder „partijen" te noemen) zijn verplicht de commissie alle inlichtingen te verstrekken, die in het kader van haar onderzoek nood zakelijk zijn, en om ook overigens loyaal mede te wer ken aan het door de commissie in te stellen onderzoek „Partijen" hebben het recht bepaalde informaties als „ver trouwelijk" te kwalificeren, met als gevolg dat deze in formaties uitsluitend ter beschikking van de commissie staan en niet in afschrift of als samenvatting aan de andere „partij" of aan andere deelnemers ter hand wor den gesteld. „Partijen" zullen van dieze bevoegdheid een zo beperkt mogelijk gebruik maken, omdat er van uit gegaan dient te worden dat, uitzonderingen als voormeld daargelaten, de commissie haar beslissing moet kunnen baseren op zowel aan de industrieën als aan die gelae- deerde bekende stukken en inlichtingen. De commissie zal „partijen" de gelegenheid geven in eikaars tegenwoordigheid hun standpunten nader uiteen te zetten. Overigens is de commissie^ vo^ledög vrij in de vaststelling van de procedure die zal warden gevolgd bij de totstandkoming van haar beslissing. De commissie is gerechtigd op ieder door haar ge wenst terrein advies in te winnen van één of meer an dere deskundigen, indien zij van mening zou zijn zelf op een bepaald gebied niet over voldoende deskundigheid te beschikken. Industrieën en benadeelde zullen dergelijke adviezen in afschrift ontvangen, ten einde zich (ook) daarover uit te kunnen laten. |N artikel 4, dat de commissie van deskundigen in haar beslissing melding zal maken van de aan de totstandkoming van deze beslissing verbonden kosten, waaronder begrepen die van eventuele door de commis sie geraadpleegde andere deskundigen. Indien de beslis sing van de commissie inhoudt, dat als gevolg van door de industrieën veroorzaakte luchtverontreiniging schade is toegebracht aan land- en/of tuinbouwgewassen en/of vee van de benadeelde, en dat de industrieën daarvoor wettelijk aansprakelijk zijn, komen de hierboven bedoel de kosten ten laste van de industrieën, ook al zouden andere schade-oorzaken naar het oordeel van de com missie mede een rol hebben gespeeld. In het andere ge val worden deze kosten als regel ten laste van de bena deelde gebracht, tenzij de commissie op grond van door haar aanwezig geachte redenen anders beslist. |N artikel 5, dat schade als in de overeenkomst be doeld in ieder géval niet aanwezig zal worden geacht, indien zou blijken dat in het kader van een rationele en eventueel aangepaste bedrijfsvoering bij de benadeelde geen schade zou zijn ontstaan. Het Landbouwschap draagt zorg voor een zo breed mogelijke bekendheid van de richtlijnen voor een, waar nodig en mogelijk, aangepaste bedrijfsvoering, na inwin ning van het advies van deskundigen. Indien die betref fende benadeelde de hierbovenbedoelde richtlijnen niet heeft opgevolgd kan dit voor de commissie aanleiding zijn om schade als in deze overeenkomst bedoeld niet aanwezig te achten. Voorts zal geen aansprakelijkheid van de industrieën aanwezig worden geacht voor schade, ontstaan binnen het industriegebied' Vlissingen-Oost (Zuid-Sloe), (aangegeven op een aan de overeenkomst gehechte kaart) indien: a. het betreffende perceel of percelen in eigendom toe behoren aan de Dienst der Domeinen of een andere overheidsinstantie; b. de schade zou betreffen voor de betrokken benadeel de de nieuwe cultures of activiteiten op het gebied van land-, tuinbouw of veeteelt, d.w.z. cultures of activiteiten die de betrokken benadeelde reeds 4 jaar of langer vóór de totstandkoming van deze overeen komst niet (meer) heeft toegepast of uitgeoefend, tenzij zulks in overeenstemming zou zijn met de hier boven bedoelde richtlijnen nadat deze zullen zijn vastgesteld. |N artikel 6, dat in verband met het in artikel 5 be paalde het Landbouwschap de ind ustrieën en de commissie van deskundigen od de hoogte zal stellen van de in artikel 5 bedoelde richtlijnen, en slechts tot wiizieing van deze richtlijnen overgaan in overleg met de industrieën. Artikel 7. Behalve de commissie van deskundigen zul len taxatiecommissies worden ingesteld. De leden van deze commissies, worden aangewezen door de Gewes telijke Raad voor Zeeland van het Landbouwschap, in overleg met de beide industrieën. Mocht bij dit overleg blijken van onoplosbaar meningsverschil, dan vindt aan wijzing plaats door het Provinciaal Bestuur van Zeeland. |N artikel 8, dat taxatiecommissies tot taak hebben, elk op hun terrein, de omvang van de- geledien schade vast te stellen. Ten aanzien van deze commissie is het bepaalde in artikel 3 vanaf de tweede alinea van overeenkomstige toepassing, evenals het bepaalde in artikel 4, eerste alinea. De aan de totstandkoming van de beslissingen van deze commissies verbonden kosten worden altijd ten laste van de industrieën gebracht, in dien de commissie van deskundigen heeft bepaald dat als gevolg van door de industrieën veroorzaakte luchtver ontreiniging de betreffende schade aan land- en/of tuin bouwgewassen en/of vee van de gelaedeerde is toege bracht, en dat de industrieën daarvoor wettelijk aan sprakelijk zijn (zie het slot van artikel 4). |N artikel 9, dat de industrieën verklaren de beslis singen van de in deze overeenkomst genoemde commissie van deskundigen als bindend te zullen aan vaarden, ook indien deze bij meerderheid van stemmen tot stand zouden komen. Hetzelfde geldt voor de bena deelde, die een volmacht aan het Landbouwschap heeft ondertekend. In artikel 10, dat „partijen" de bevoegdheid behouden oim hun geschillen onderling te regelen en tot onderlinge overeenstemming te komen. Ten aanzien van de kwestie van de aansprakelijkheid vervalt deze bevoegdheid ech ter zodra de sub 2 bedoelde commissie haar beslissing heeft genomen. Indien de partijen een onderlinge oplos sing verkiezen, zullen zij daarbij tevens een regeling treffen ten aanzien van hun aansprakelijkheid voor de kosten van de commissie(s) die reeds werkzaamheden hebben verricht. |N artikel 11, dat uitbetaling van de vastgestelde schade-bedragen aan d'e benadeelde uiterlijk twee maanden na de vaststelling van de grootte van deze* be dragen zal geschieden, en door de industrieën t.o.v. de benadeelde warden gegarandeerd. Bij ds vaststelling van de grootte van bedoelde' schadebedragen zal volledig rekening worden gehouden met de beslissing van de commissie van deskundigen ten aanzien van het gedieelte van de totale door de gelaedeerde geleden schade, waar voor de industrieën wettelijk aansprakelijk worden ge acht. Hoechst-Vlissingen N.V. en Péchiney-Nedierland N.V. zijn voor deze uitbetaling t.o.v. de gelaedeerde ge zamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk. |N artikel 12, dat voor gevallen waarin deze regeling niet voorziet, verklaren partijen zich bereid tot nader overleg met inachtneming van de strekking van deze regeling. |N artikel 13, dat dieze jegeling geheel pf gedeeltelijk zal worden gewijzigd, indien zij strijdig zou blij ken te zijn met toekomstige wettelijke maatregelen. ZORG BIJ VRIEZEND WEER dat de opvoergoot van de uitmestinstallatie niet bevriest. Maak de goot na gebruik goed schoon en strooi er wat kalizout in. Bevroren mestklohten kunnen kabel- of kettingbreuk veroorzaken. DE SCHADE DOOR KALVERSTERFTE is groot, hetgeen door een goede verzorging belangrijk vermin derd kan woeden. Ontsmet de navel met jodium en zorg voor een schone stal. Om weerstand te kunnen bieden tegen allerlei infecties is het noodzakelijk dat het kalf zo gauw mogelijk biest verstrekt wordt. De inhoud van de maag is klein 0,75 tot 1 liter. Om deze reden is het nodig meermalen per dag kleine hoeveel heden te geven. Door de kalveren 1 of 2 dagen bij de koe te laten kunnen ze naar behoefte biest opnemen. DE BESTELLINGEN VAN MESTSTOFFEN komen nu op gang zodat U het bemestingsplan moet opstel len. Tracht het aantal soorten meststof eenvoudig te houden omdat bij het strooien in het voorjaar anders gemakkelijk fouten worden gemaakt. Let bij het aan bieden niet alleen op de prijzen, maar ook op het gegarandeerde gehalte van de meststof. MELKKONTROLE IS EEN GOED MIDDEL om de verschillen in produktie vast te stellen tussen de die ren onderling. Om echter profijt van de controle te hebben zal er ook met de gegevens gewerkt moeten worden. Op elke stal komen dieren voor die aanmer kelijk beter zijn dan de andere. Met deze dieren zal verder gefokt moeten worden om de gemiddelde melk- opbrengst te verhogen. Van lage produktieve dieren moet men niet verder fokken en direct opruimen is soms nog beter.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 28