Toenemend gebruik
ongekeurd zaaizaad
in de graanteelt
van
15
Ir. C. J. VAN DEN BERGH
Cebeco - Rotterdam
Het gebruik van ongekeurd zaaizaad in de graan
teelt is geen zaak van gisteren of vandaag, noch is
het beperkt tot een bepaald gebied of iand. Sedert de
eerste invoering van zaaizaadkeuringen heeft steeds
het spanningsveld bestaan tussen het gebruik van ge
keurd of ongekeurd zaaizaad. Op het ogenblik kunnen
we ons er alleen maar over verheugen dat het systeem
van veld- en partijkeuring, zoais dat in Nederland is
gegroeid, duidelijk als overwinnaar naar voren is ge
komen. Het gevoel bestaat dat er de laatste tijd wel
eens te gemakkelijk aan voorbij gegaan wordt wat
het gebruik van goed(-gekeurd) zaaizaad voor de Ne
derlandse landbouw betekend heeft. De Nederlandse
akkerbouw zou namelijk nooit de hoge top bereikt heb
ben, als niet het gebruik van gekeurd zaaizaad zo'n
grote vlucht genomen had. Laten we niet vergeten dat
in het streven naar hoge opbrengsten per hectare
het gebruik van goed en betrouwbaar zaaizaad een
belangrijke factor is. Zolang de bedrijfsinkomsten
sterk bepaald zullen worden door de hectare-opbreng
sten, blijft het noodzakelijk te trachten deze opbreng
sten zo hoog mogelijk te doen zijn en derhalve aan
de produktiefactor zaaizaad geen concessies te doen.
Aan het gebruik van ongekeurd zaad willen we hier
enige aandacht geven. Aldus ir. C. J. van den Bergh
in het oktobernummer 1970 van „Samen Sterk" waar
aan wij in dit „Rassennummer" het volgende ontlenen.
ONGEKEURD ZAAD KOST OOK GELD
Het gebruik 'van ongekeurd zaad is op het eerste
gezicht niet zo verwonderlijk. Bij de prijsverhoudin
gen komt N.A.K.-gekeurd zaaizaad bijna op de dub
bele prijs van consümptiegraan. Wat echter vaak uit
het oog verloren wordt is dit: niemand is zo onver
standig graan dat uit de combine komt zo in de zaai-
machine te stoppen: aan het gebruik van ongekeurd
zaad zijn wel degelijk een aantal kosten verbonden;
transportkosten van en naar een schoningsinrichting,
evt. bewaarvergoeding, drogen en schonen, ontsmet
ten e.a. Bij een goede kostprijsvergelijking blijken al
leen de volgende kosten wel op NvA.K.-gekeurd zaad
te drukken en niet op ongekeurd zaad:
vergoeding voor aankoop basis
zaad en voor veldkeuringskosten
plombëkosten
telerspremie
kwekersvergoeding
per 100 kg
2,—
1,43
4,50
7,-
14,93
Voor wintertarwe komt dit prijsverschil derhalve
neer op 27,per hectare (uitzaai 180 kg). Meestal
wordt bij uitzaai van ongekeurd zaad echter 10
zaad meer gebruikt. Dit brengt het verschil terug tot
ƒ18,per hectare, wat een geheel ander cijfer is
dan de vermeende 50,waarachter men zich in de
praktijk zo graag verschuilt. Men kan zich dan ook ge
voegelijk afvragen of degenen die ongekeurd zaaizaad
gebruiken en die zeggen dit te doen omdat het zo'n
voordelig zaakje is, wel goed gerekend hebben. Het is
toch duidelijk dat niemand zich de rompslomp en
vooral ook de risico's van ongekeurd zaad op de nek
zal halen, als hij er één of twee tientjes per hectare
mee verdienen kan. Wie koopt er nog meststoffen,
bestrijdingsmiddelen of voerartikelen als hij weet dat
de inhoud van de zak of bus niet bij voorbaat gegaran
deerd goed is? Waarom dan wel risico's lopen met het
gebruik van ongekeurd zaad?
DE HUIDIGE SITUATIE
Om een inzicht te krijgen in de huidige situatie wat
betreft het gebruik van ongekeurd zaaizaad, werden
de cijfers van de laatste tien jaar aan een vergelijking
onderworpen. Hiertoe zijn voor de verschillende
graangewassen (uitgezonderd wintergerst) de door
de N.A.K. geplombeerde hoeveelheid zaaizaad (minus
export) gedeeld door de in Nederland verbouwde
oppervlakte in het volgende jaar. We krijgen dan een
cijfer dat aangeeft hoeveel N.A.K.-gekeurd zaaizaad
per hectare in het betrokken jaar is gezaaid. Dit is
gedaan voor elk gewas. Bovendien zijn uit deze cijfers
de relatieve cijfers voor het gebruik van gekeurd zaai
zaad berekend, de zogenaamde zaaizaadvernieuwings-
percentages.
In nevenstaand overzicht zijn de verkregen ge
gevens vermeld. Bij elk gewas wordt vervolgens een
korte toelichting gegeven.
WINTERROGGE
Bij dit gewas neemt de zaaizaadvernieuwing van
jaar op jaar toe. Dit is niet verwonderlijk wanneer we
bedenken dat bij rogge de situatie jarenlang vrij slecht
is geweest; het is gemakkelijker van 50 naar 60
te stijgen dan van 70 c/r naar 80 Bovendien heeft
de veranderde oogsttechniek (maaidorsen) het afzon-
?jp
derlijk houden van een gedeelte van de oogst, om dit
als zaaizaad te gebruiken, bemoeilijkt.
Een derde factor is de grote rasverschuiving in de
laatste jaren, wat de aankoop van N.A.K.-gekeurd
zaad heeft gestimuleerd.
WINTERTARWE
Bij deze cijfers is geen rekening gehouden met uit-
wintering, wat tot gevolg heeft dat het cijfer van
oogstjaar 1961 boven de honderd ligt. Vanwege een
vrij kleine oppervlakte wintertarwe in 1961 konden
minder telers voor inzaai herfst 1961 gebruik maken
van zaad uit eigen oogst. Ook voor oogst 1962 is daar
om de zaaizaadverwisseling hoog geweest om daarna
te zakken tot 76 in 1963. Bekende rassen uit die tijd
zoals Apollo, Cleo, Felix en Stella beginnen aan be
tekenis te verliezen en nieuwe rassen komen beschik
baar (Flevina, Ibis en Manella). Dit heeft de zaaizaad
vernieuwing na 1964 gestimuleerd. Vanaf 1968 is het
rassenassortiment vooral bepaald door het ras
Manella, dit heeft geresulteerd in een daling van de
zaaizaadvernieuwing.
Het laatste cijfer (1970) is beïnvloed door tegenge
stelde tendenzen; enerzijds vrij grote uitbreiding van
het areaal, wat de aankoop van zaaizaad bevorderd
heeft (denk aan Groningen, waar twee jaar relatief
weinig wintertarwe was verbouwd) en anderzijds de
vooral in het laatst van het seizoen (te) hoge prijzen
voor gekeurd zaaizaad, wat stimulerend heeft ge
werkt op het gebruik van ongekeurd zaad. Hierdoor
wordt verklaard dat in bepaalde streken de zaaizaad-
vernieuwing is teruggelopen.
niveau en de invoering van de Zaaizaad- en Plant-
goedwet in 1967 heeft hierin over het geheel gezien
geen verandering gebracht, alle verontrusting over
dit onderwerp ten spijt. Wel kunnen regionaal ver
schillen opgetreden zijn.
Zijn er dan helemaal geen wolken aan de lucht?
Zeker wel. Om er enkele te noemen: Werd in het
verleden juist op de kleinere bedrijven veel onge
keurd zaaizaad gebruikt, thans gaan deze bedrijven
meer en meer over tot de aankoop van gekeurd zaai
zaad, terwijl nu de grotere bedrijven de neiging heb
ben om meer gebruik te gaan maken van ongekeurd
zaad. Gezien dat de ontwikkeling gaet naar meer
grote bedrijven, is dit een gevaar voor de zaaizaad
vernieuwing.
Verder het punt van de prijzen. Het is niet aan
nemelijk dat het prijsverschil tussen consümptiegraan
en zaaigraan in de toekomst kleiner zal worden: keu
ringskosten, bewerkingskosten, kwekersvergoedingen,
het zijn evepzovele factoren waarin de post loonkosten
zeer hoog ié. Dit betekent dat de prijs voor gekeurd
zaaizaad hoog zal blijven, tenzij we er in slagen te
komen tot een kostprijsverlaging. Deze kan naar de
mening van ir. Van den Bergh in verschillende rich
tingen gezocht worden:
a. De zaaigraantelers Grote percelen en derhalve
grote partijen bevorderen een efficiënte werkwijze in
de schoningsbedrijven. Bovendien wordt het gevaar
van vermenging (eventueel gevolgd door afkeuring)
verminderd.
b. De kosten in de bedrijven Tengevolge van de
produktiebeperking van zaaigranen ter voorkoming
van grote overschotten wordt in veel bedrijven de
Zaaizaadvernieuwing in Nederland in de jaren 1961 t/m 1970. Per gewas zijn zowel de hoeveelheden
N.A.K.-gekeurd zaaizaad die gemiddeld per hectare zijn gebruikt, als ook de procentuele cijfers voor
zaaizaadvernieuwing vermeld.
Oogstjaar
Winterrogge
Wintertarwe
Zomertarwe
Zomergerst
Haver
1961
1962
1963
1964
1965
1966
1967
1968
1969
1970
42 kg
46 kg
50 kg
38 kg
54 kg
57 kg
58 kg
63 kg
73 kg
79 kg
35
38
42
32
45
47
48
52
61
66
187 kg
171 kg
150 kg
136 kg
142 kg
151 kg
148 kg
134 kg
131 kg
130 kg
104
95
83
76
79
84
82
74
73
72
112 kg
107 kg
114 kg
124 kg
144 kg
146 kg
150 kg
155 kg
146 kg
155 kg
64
61
65
71
82
83
86
88
83
88
94 kg
107 kg
111 kg
116 kg
114 kg
103 kg
107 kg
109 kg
112 kg
95 kg
78
89
92
96
95
86
89
91
93
79
89 kg
86 kg
80 kg
84 kg
95 kg
82 kg
96 kg
104 kg
102 kg
105 kg
71
68
64
67
76
66
77
83
82
84
Kolom 1 N.A.K.-gekeurd zaaizaad per ha; kolom2 percentage zaaizaadvernieuwing.
ZOMERTARWE
Bij zomertarwe is het percentage zaaizaadvernieu
wing de laatste jaren steeds hoog geweest. Het cijfer
over 1970 is waarschijnlijk positief beïnvloed doordat
bij een aantal telers N.A.K.-gekeurd zaad is geleverd,
dat uiteindelijk niet is uitgezaaid door' het zeer late
voorjaar. Het cijfer is hoger dan de werkelijkheid.
In het algemeen echter ligt het percentage zaaizaad
vernieuwing voor zomergranen gunstiger dan voor
wintergranen.
ZOMERGERST
Voor zomergerst is het percentage zaaizaad vernieu
wing het hoogst. Veel gerst wordt op gemengde be
drijven op de lichte gronden verbouwd. De indruk
bestaat dat juist op deze bedrijven de zaaizaadvernieu
wing zeer hoog is, mede omdat het vaak gaat om be
trekkelijk kleine percelen. Er is geen goede verkla
ring te geven voor de vrij sterke teruggang in het laat
ste jaar.
HAVER
Het afgelopen jaar is veel gesproken over de sterk
teruglopende vraag naar gekeurd zaaizaad van haver.
Nu alle gegevens bekend zijn, blijkt dat dit niet een
gevolg van groter verbruik van ongekeurd zaad is
geweest maar veeleer van de sterk teruggelopen be
langstelling voor de haverteelt.
WELKE conclusies kunnen nu uit het bovenstaan
de getrokken worden? Naar de mening van ir.
Van den Bergh in de eerste plaats deze: Nog steeds
ligt de zaaizaadvernieuwing in Nederland op een hoog
volledige capaciteit niet meer benut. Ontegenzegge
lijk heeft dit een nadelige invloed op de bedrijfs
resultaten. Een verdere vermindering van het aantal
schoningsbedrijven lijkt dan ook noodzakelijk.
c. De N.A.K.-kosten Afhankelijk van het produkt
en het teeltgebied zijn de N.A.K.-kosten ongeveer
2,tot 2,50 per 100 kg zaaigraan. Deze kosten zijn
hoog. Men kan zich zelfs afvragen of ze niet te hoog
zijn. Het zou aan te bevelen zijn eens na te gaan of
het huidige keuringssysteem voldoende is aangepast
aan de nieuwe situatie van zaaigraan-produktie en
handel. Met name zou eens bestudeerd kunnen wor
den in hoeverre een groter aandeel van de licentie
houders in de administratie en eventueel uitvoering
van de keuring ter werkelijke besparingen zou kun
nen leiden. Eer. andere mogelijkheid om tot verlaging
van de N.A.K.-tarieven te komen is een overheids
bijdrage, zoals dat in andere landen het geval is.
d. De kwekersvergoeding De prijs van gekeurd
zaaizaad zou aanzienlijk verlaagd kunnen worden,
wanneer de kwekers op een andere wijze voor hun
prestatie een vergoeding zouden ontvangen. In wezen
wordt thans de gebruiker van gekeurd zaaizaad extra
belast; hij moet niet alleen betalen voor het gebruik
dat hijzelf van het ras maakt maar ook voor z'n buur
man^ die ongekeurd zaad van het ras gebruikt. De
tarieven voor de kwekersvergoeding zijn immers ge
baseerd op het gebruik van gekeurd zaad; gaat drt
gebruik teruglopen dan zijn de kwekers verplicht hun
tarieven te verhogen, waardoor de verhoudingen nog
meer scheef getrokken zouden worden. Het is bij
zonder verheugend dat allerlei instanties zich op het
ogenblik met deze zaak bezig houden en wij hopen
dan ook dat dit probleem snel tot een oplossing ge
bracht zal worden, voordat het te laat is.
Aldus ir. Van den Bergh.