TUINBOUW-
KLANKEN
Zal '71 verschraling der bedrijven geven?
Hogere productiviteit blijft een
eis!
DIXGEX VAX DE WEEK
6
HOE GAAN WE VERDER?
Na de ons achter liggende feestdagen gaan in het
zopas begonnen jaar voor de THOOLSE en FLIP-
LANDSE land- en tuinbouwers de werkzaamheden*
voor oogstjaar 1971 beginnen. Om tot een zo goed
mogelijk begin te kunnen komen, hebben wij toch
onwillekeurig, de balans opgemaakt uit de ervarin
gen uit het afgelopen jaar. Waard om op te merken
was wel de jaarrede die onze oud-ZLM-voorzitter, ir.
Geuze, op de in december j.l. ZLM-yergadering in
Goes 'heeft gehouden. De titel hiervan: „Op weg
maar waar heen"? heeft ons voor onze bedrijven wel
uitzonderlijk aangesproken. Ir. Geuze wees er op dat
het een weg is die nóóit tot in de finesses uitgestip
peld kan worden door 'n brood-etende profeet. Noch
tans is het ons voorgehouden dat wij moeten trach
ten de blik vooruit te werpen, en gezamenlijk pro
beren om die weg begaanbaar te maken, ten nutte
voor onze agrarische bedrijfsvoering. Het is ons een
ieder opgelegd om ieder op zijn wijze en hoedanig
heden zijn volle medewerking aan te geven want,
stilstand in ons organisatievermogen, is absoluut
achteruitgang. Wij vinden het dan ook zeer prijzens
waardig dat de Thoolse Vereniging van Bedrijfsvoor
lichting het initiatief heeft genomen om op 14 jan.
een studiedag te organiseren met als hoofdthema:
„Samenwerking". Om niet begraven te worden in
een teveel aan studievergaderingen heeft het bestuur
er goed aangedaan om alle grote en kleine bedrijfs-
typen in deze studiedag aan bod te laten komen. Van
zéér groot belang is wel dat de inleiders van de ver
schillende bedrijfsgrootten, iets uit hun eigen erva
ringen willen meedelen, zodat niet alles in theorie
voorgesteld hoeft te worden. Ieder van ons weet ter
dege goed welk een moeilijke materie het is om onze
bedrijfsvormen in te richten naar wat hiervoor in de
naaste toekomst wordt gevraagd
Voor onze Thoolse intensieve vollegronds tuin
bouwbedrijven gaat vanzelfsprekend onze meeste in
teresse er naar uit hoe of de bestaande loonwerkers-
bedrijven de samenwerking willen realiseren. Reeds
twee jaar geleden zijn wij met 'het „plan-Mansholt"
geconfronteerd en konden enigszins voorzien dat deze
zaken ons in de naaste toekomst te wachten zouden
staan. Nu, met de intrede van 1971, is ons met of zon
der plan-Manshilt, de taak opgelegd, als wij willen
blijven die wij zijn, de stenen op te ruimen, om de
naaste „toekomstweg" begaanbaar té maken. Het is
Ook voor uw WALCHERSE briefschrijver is het
niet zo gemakkelijk om met „frisse moed" aan een
Walchers overzicht te beginnen. Immers naast vele
goede dingen die vele en hopelijk de meeste onzer
lezers, ten deel zijn gevallen in 1970 lijkt het moei
lijk om 1971 met een optimistisch geluid te beginnen.
Zo rond de jaarwisseling gaan vele prominenten
de boer op met hun prognose's voor 't nieuwe jaar
en deze waren zonder uitzondering somber. We den
ken aan de rede van de Pres. der W. Bank, die niet
alleen beroepshalve, maar ook als practisch econoom
de vinger heft. We denken aan de vakbonden, die
maar immer meer eisen. We zouden dit kunnen be
grijpen als we de motieven konden doorgronden. He
laas denken we wel eens, ons bewust zijnde dat we
leek zijn, dat ze evenals in de grote politieke, dingen
zeggen waar ze wellicht zelf niet ten volle in gelo
ven. Dus meer om de klandizie te houden Steeds
meer loon als dit gelijk in hogere kosten van levens
onderhoud resulteert spreekt n.l. niemand aan. In
tegendeel zelfs.
Dat wij als land- en tuinbouw met de rug tegen
de muur zullen moeten vechten om ons naakte be
staan, staat, althans o.i., als een paal boven water.
Helaas moeten we uit Walcheren ook melden dat
de afvloeiing van arbeidskrachten in hoog tempo
doorgaat. Aanslagen van 2500,voorschot per
man voor sociale voorzieningen, verhoogt dit proces
helaas ook nog. Het gevolg is dat er een verschraling
op de bedrijven plaats vindt die er niet om liegt. We
verwachten dan ook voor 't nieuwe jaar minder vei-
lingomzetten. Deze worden toch reeds lager door de
ook in Walcheren groot opgezette rooi-acties. Her en
Wanneer we deze bijdrage voor SCHOUWEN en
DUIVELAND samenstellen, is het jaar 1971 nog maar
een paar dagen oud. Koning Winter heeft beslag ge
legd op het buitengebeuren. Gerekend naar het bui
tenland, mogen we tot heden niet klagen wat de
sneeuwval betreft. Hoe mooi het landschap met
sneeuw ook kan zijn, veel ondernemers zijn beducbt
voor grote «hoeveelheden, in verband met de water
overlast bij dooi.
Met de intrede van de winter is een einde geko
men aan de oogst van te velde staande wintergroen
ten. Dat zal de prijzen van de kasprodukten zeker
wel ten goede komen. Hoewel nog niet spektakulair,
is de uienprijs met het koude weer met enkele cen
ten per kg aangetrokken. Gezien de exportcijfers,
kan nog steeds van een goede afzet worden gespro
ken. Een en ander kan voor de uien nog wel eens
tot prijsstimulering leiden, vooral als de vorst matig
blijft en transport mogelijk blijft. Dit geldt ook voor
de witloftrekkers, die nog best een buitenkansje in
kunnen schikken. De gladiolenprijzen zijn na de gro
te aanvoeren van eind november en begin december
1970, weer wat aangetrokken. Zij het dan met name
voor de grotere maten. Ten aanzien van de uiteinde-
onze voorouders in vroegere eeuwen altijd nog ge
lukt om van woeste grond, vruchtbare landerijen te
maken. Niet dat de ontginners van toen er altijd rijk
van geworden zullen zijn, want toen óók al ging „de
kost vóór de baet". Met het uitschrijven van deze
studiedag op 14 januari wordt ons óók wegen gewe
zen die tot het beoogde doel kunnen leiden opdat
daardoor ons de gelegenheid wordt gegeven, om met
eigen inzet te werken tot behoud van onze agrarische
bedrijven, zij het misschien in iets gewijzigde vorm.
der verspreid ziet men in ons rayon gerooide boom
gaarden. Indroevig, maar realiteit Gelukkig is nog
dat vrijkomend personeel (helaas bij te velen om
financiële redenen) spoedig ander werk vindt. De
morele druk die personeelsafvloeiing op een goed
ondernemer legt wordt hem hierdoor lichter gemaakt,
't Feit zelf, minder volk, minder prestatie blijft
Tot de lichtpuntjes die we, althans in onze streek
onderkennen, is de mogelijkheid voor verschillenden
om via de recreatie wat kruimeltjejs mee te pikken.
Dit is en blijft slechts een hulpbronnetje. Maar juist
nu toch niet te verwaarlozen! Uiteindelijk leeft Phi
lips ook niet alleen van gloeilampen of een bakker
van alleen brood. We willen hier t.z.t. nader op terug
komen. We zouden het fijn vinden als we na de op
somming van deze aan velen bekende feiten een al
ternatief konden stellen Dit alternatief zou zijn het
overgaan op hypermoderne kapitaalsintensieve grote
stöokbedrijven. Dit wordt ook gepropageerd. Of dit,
gezien de excentrische ligging voor ons gebied, een
haalbare kaart is, is vers twee. In verband met de
enorme kapitalen hiermee gemoeid en de extreem
hoge rentestand, zouden wij 'het niemand aan durven
bevelen.
Concluderend geloven wij dat menigeen zal over
gaan op intensieve, en dus minder arbeid vragende
teelten, zowel onder glas als op de koude grond. Dit
zou voor de agrarische stand een verarming beteke
nen; terwijl uiteindelijk de individuele bedrijfsgenoot
er financieel mogelijk de hoogste resultaten mee
haalt. Deze leken visie is lijnrecht tegen alle voor
lichting in, maar daarom vragen we er begrip voor
dat wij het niet anders kunnen bekijken.
lijke resultaten zet dit prijsherstel echter geen zoden
meer aan de dijk. Hoewel hier vandaag aan de dag
nog niet veel van te merken valt, kan een afloop met
goede prijzen wel bijdragen tot betere voorverkoop.
Deze tijd kenmerkt zich, evenals andere jaren, door
een druk vergaderseizoen. We hebben de indruk dat
veel vergaderingen minder goed worden bezocht. De
minder goede prijzen voor vele produkten en de
moeilijke taak van de voorlichtende organen, de juis
te koers aan te geven, zal hier niet vreemd aan zijn.
In de huidige economische en maatschappelijke struk-
tuur verandert alles zo snel, dat het steeds moeilijker
wordt voor de zelfstandige ondernemer een vaste
koers uit te zetten. Wat vandaag als perspectiefbie
dend wordt aangegrepen, daarvan kan binnen korte
tijd blijken op het verkeerde paard te hebben gewéd.
Diverse sektoren in onze agrarische samenleving on
dervinden dat aan den lijve. Toch zullen we als on
dernemers in de land- en tuinbouw moeten trachten
ons positief in te stellen en ons gaan bezinnen op het
bouwplan 1971.
Vanwege de steeds stijgende kosten en navenant
geen stijgende baten, wordt van ons als ondernemers
een steeds hogere produktiviteit afgeëist. We moe
ten hierbij wel bedenken dat we sterk afhankelijk
zijn van de natuurlijke omstandigheden. Een positie
ve kant is dat we na een bewogen jaar als 1970 weer
'hoop hebben opnieuw té mogen beginnen. We willen
daarbij de wens uitspreken dat het ons in 1971 ge
geven mag zijn te produceren tegen lonende prijzen.
We weten dat we als zelfstandigen heel wat uren
moeten maken om het bedrijf rond te zetten. Dat is
opzichzelf niets bijzonders en een konsekwentie voor
de ondernemer. Het is echter een pijnlijke zaak te
vernemen dat diverse collega's met verlies hebben
gewerkt.
LIET is nu echt winter geworden. Weliswaar heb
ben we langs de kust af en toe dagen waarop
de temperatuur tot boven het vriespunt stijgt, maar
overigens ligt de natuur toch in de greep van de kou
de. Vooral in het noorden en oosten van het land is
die bijzonder hevig. Wanneer we zien hoe het in an
dere landen en met name in Frankrijk is gesteld, dan
mogen we hier nog niet mopperen en wanneer we
lezen van totaal verbroken verbindingen in het land
van de Fransen dan komt ei" in ons fruittelershart di
rect een sprankje hoop op de mogelijkheid om in de
komende weken wat meer appelen en peren op de
buitenlandse markten af te zetten dan gewoonlijk.
Zonder twijfel zal de vorst van invloed zijn op de
prijsvorming van bepaalde produkten uit onze tuin-
bouwsektor. Alleen is nooit van tevoren aan te geven
hoe die invloed zal zijn en hoe lang ze zal duren. Wel
is het verstandig om te leveren wanneer er vraag is
naar de produkten die we nog beschikbaar hebben.
We moeten beslist niet denken dat we er zijn als
de prijs van de appels enkele centen per kg aantrekt,
en dat een betere afzet in het verschiet ligt. Er zijn
grote appelvoorraden in heel Europa en we mogen
geen wonderen van de prijsvorming verwachten.
Hetzelfde geldt en zo mogelijk in nog sterkere mate
voor peren. We hebben de indruk dat er wat meer
vraag komt naar cgnference. Hieraan zal voldaan moe
ten worden, want laten we het na, dan zullen andere
landen leveren of de consument gaat over op andere
fruitprodukten. Het vraagstuk van een geregelde aan
voer van fruit hebben we in deze rubriek al dikwijls
aan de orde gesteld. Dat we er in dit eerste nummer
van 1971 weer over beginnen komt, omdat het van
zo enorm groot belang is.
LIET bericht dat N.F.O. kringvoorzitter Stoutjes-
dijk is gestopt als fruitteler, is in sterke mate
onderwerp van gesprek geweest in de fruittelerswe
reld rond de jaarwisseling. Ook buiten deze kring werd
het trouwens druk besproken. Beter dan alle verhan
delingen over te lage prijzen, maakt een dergelijk be
richt de buitenstaander duidelijk hoe groot de nood in
de fruitteelt is geworden!
Dat het bericht over het stoppen van de heer Stout-
jesdijk niet op zichzelf staat en nog door vele andere
berichten over het stoppen van bekende ondernemers
in de fruitteelt gevolgd zal worden, staat vast.
Het ontbreken van perspectief in deze bedrijfstak
en de wetenschap dat degenen die tot nu toe hebben
gestopt het gelijk steeds aan hun zijde hebben ge
vonden, maakt het voor sommigen iets gemakkelijker
om de moeilijke stap van bedrijfsbeëindiging te onder
nemen.
Hierbij komt dat de vergoedingen die men bij het
stoppen krijgt uitgekeerd, nu ook heel wat beter zijn
geworden. Het artikel van de heer Van Oosten in het
vorig nummer van dit blad heeft dat duidelijk aange
toond. Wanneer men geen modern bedrijf heeft waar
nog groei in zit, kan men zonder twijfel het beste ge
bruik maken van de mogelijkheden die er nu zijn om
te beëindigen. Vooral is het belangrijk om in de gaten
te houden dat men voor de EEG-rooipremie de aan
vragen ingediend moet hebben voor maart a.s. Twij
felt men nog over hetgeen men in de toekomst wil
doen, dan is het toch verstandig om de EEG-rooipre
mie aan te vragen, want men weet nooit van tevoren
of er nog een tweede kans komt om uit Brussel sub
sidie te verkrijgen wanneer men fruitbomen wil op
ruimen. Wanneer men premie heeft aangevraagd, wil
dat bovendien nog niet zeggen dat men ook verplicht
is om te rooien. Wanneer de omstandigheden zodanig
mochten veranderen dat het weer interessant is ge
worden om de bomen te laten staan, dan laat men de
premie aan zich voorbij gaan. Overigens komen we
weinig mensen tegen die nog geloven in de toekomst
mogelijkheden van het reeds wat oudere fruitbedrijf.
Hiermede kan men niet meer vooruit. Het is verstan
dig om dat te erkennen en te onderkennen, hoe ver
velend het ook is.
70ALS we reeds zeiden is het bericht van het
stoppen van de N.F.O. kringvoorzitter en de
fruitteeltdeskundige in ons ZLM-bestuur hard aange
komen. De heer Stoutjesdijk had het vertrouwen van
de meeste fruittelers in dit gebied. Hij toonde steeds
opnieuw heel goed te begrijpen hoe moeilijk de si
tuatie voor de meeste ondernemers is en hij kon dat
op voortreffelijke wijze onder woorden brengen.
Men had vertrouwen in hem en hoopte dat onder
zijn leiding iets bereikt zou kunnen worden voor de
groep van fruittelers die hopelijk over zullen blijven.
Er is voor de fruitteelt tot nu toe wat bereikt. Dat kan
niemand ontkennen. Alleen is dat in feite alleen van
belang voor degenen die er mee gaan stoppen. Voor
degenen die fruitteler willen blijven is er te weinig
gebeurd al zijn er enkelen die profiteren van de over
bruggingsfinanciering.