Bijdragereleling stimulering praktijkbeproeving mechanisatie vlasoogst 7 Lucernenetelers opgelet GEZIEN de recente ontwikkelingen in de vlassector waarbij intensief gezocht wordt naar nieuwe werkwijzen bij de vlasoogst die tot arbeidsbesparing kunnen leiden heeft het Bestuur van het O. en S. Fonds onlangs besloten een bijdrageregeling in het leven te roepen ter stimulering van de - praktijkbe proeving van de mechanisatie van de vlasoogst. De problemen zijn bekend. Een steeds verder teruglopend vlasareaal, niettegenstaande de teelt van vlas voor het akkerbouwbedrijf om verschillende redenen een aantrekkelijk gewas is. De tot-standgekomen E.E.G.- vlasregeling probeert door de vlasteeltpremie van rond 200,per ha de teelt voor de teler weer aan trekkelijker te maken. Maar één van de knelpunten is ook de mechanisatie van de vlasoogst na het trek ken. In ons blad van 30 oktober brachten wij reeds de resultaten van proeven dienaangaande op een de monstratie te Neubourg en gegevens betreffende de stand van het onderzoek dienaangaande in Nederland. Aan 't rapport van ir. J. C. Friederich- van het P.A.W. te Wageningen werd door ons ruime aandacht be steed. IYE bijdrageregeling die nu is ingesteld om de me- chanisatie van de vlasoogst in de praktijk te sti muleren houdt o.m. het volgende in. De opzet gaat voorlopig uit van een viertal vlaskernen in gebieden in ons land die daarvoor het meest in aanmerking komen zoals bijv. Zeeland, de N.O.P. en Groningen. elk vlaskernproject dient 3040 ha per kern te omvatten het in deze kernen verbouwde en geoogste vlas moet gedurende de gehele proefperiode door één van de daartoe aangewezen groep van vlasver- werkende bedrijven worden verwerkt (bijv. voor Zeeland wellicht Dinteloord); de aan de vlaskern deelnemende vlastelers moeten in elk geval meedoen voor een beproevingsperiode van 3 jaar terwijl gedurend^ deze 3 jaren per deel nemer tenminste jaarlijks 3 ha vlas in één perceel geteeld moet worden aanwijzingen van de werkgroep „Mechanisatie Vlasteelt" die samenwerkt met de pro-direktie Bedrijfsontwikkeling moeten opgevolgd worden de aan de vlaskern deelnemende vlastelers ont vangen een subsidie van f 500,per ha. De telers aanvaarden daarbij zelf het risico van slechte weersomstandigheden en dus de mogelijk heden van het geheel of gedeeltelijk mislukken van de oogst die het gevolg kunnen zijn van de proefopzet. Dit kan bijv. het geval zijn als het vlas op zwad op het veld ligt en door voortdurende regen niet mecha nisch verwerkt kan worden. r.ARNAAST worden eisen gesteld echter ook sub sidie verleend aan de loonwerker of werktuigen combinatie die in de voor de nieuwe oogstmethoden benodigde machines zullen moeten investeren. Reeds aanwezig zullen moeten zijn: 1 zwadvoorplukker; 1 zwadkeerder; 1 lagedrukpers; 1 verzamelwagen. Voor nieuwe machines wordt er van uitgegaan dat per kern op basis van nieuwwaarde een investerings bedrag van 50.000 nodig zal zijn. In het kader van deze regeling wordt in deze investeringskosten een bijdrage van 50 gegeven van de aanschafprijs, mét de ombouw, tot een maximum van f 25.000,Ook hier is er risico dat gelopen wordt indien zou blijken dat de praktijkbeproeving niet aan de verwachtingen voldoet voor de betrokken loonwerker of voor de com binatie. Het betreft hiqr specifieke machines waarvan (de snelle ontwikkelingen in aanmerking nemende) de mogelijkheden van economische veroudering niet mogen worden onderschat. Het tarief voor de ver richte werkzaamheden wordt in onderling overleg tussen de vlaskerntelers en de loonwerker of com binatie vastgesteld. NADRUKKELIJK dient er dus op gewezen te wor den dat aan het project bepaalde risico's voor de deelnemers aan een vlaskern vastzitten die niet te voorspellen zijn. Daar tegenover staat dat, als er goede resultaten geboekt worden, evenals dit bijv. bij de maiskernen het geval is, de deelnemers door deze bijdrageregeling een goede financiële steun in de rug krijgen en bij een gunstige situatie zodanige ervaring opdoen, dat daarop later zonder hoge kosten kar. voortgebouwd worden. BELANGSTELLENDEN voor deze bijdragerege ling vlaskernen kunnen zich voor nadere inlich tingen en vooropgave tot deelneming wenden tot de Prov. Direktie Bedrijfsontwikkeling in hun gebied Die zal gaarne verder behulpzaam zijn. In ons rassennummer van de volgende week komt ook ir. Friederich nog op deze bijdrageregeling vlas kernen terug. Daar ons echter tijdens de D.B. ver gadering bleek dat er in verschillende delen van Zee land belangstelling voor bestaat, nu reeds deze voor lopige gegevens. piND" vorig jaar heeft de Stichting Ontwikkelings- k en Saneringsfonds voor de Landbouw bij Be stuursbesluit nr. 60 een bijdrageregeling in het leven geroepen ter bevordering van de rationalisatie van de teelt en de verwerking van groenvoedergewassen en van de samenwerking van akkerbouwbedrijven. Aangezien deze regeling mogelijkheden biedt voor de teelt van groenvoedergewassen in de akkerbouw gebieden en met name voor de luzernetelers. volgt hier een korte toelichting. DOEL De gehele regeling heeft ten doel, om de teelt en verwerking van groenvoedergewassen rationeel te doen plaatsvinden. Als groenvoedergewassen worden aangemerkt luzerne, klavers, raaigewassen en snij- mais. De regeling geldt voor de jaren 1971 t/m 1975. BIJDRAGE De jaarlijkse bijdrage voor de teelt van een groen- voedergewas bedraagt het eerste jaar 350,per ha. Dit bedrag neemt af met 50,per jaar en per ha en bedraagt tenslotte in 1975 nog 150,per ha. Ge durende 5 jaren komt dit neer op 250,per ha per jaar. De maximale bijdrage geldt voor 20 ha. AAN WELKE EISEN MOET DE AANVRAGER VOLDOEN 1. De met een groenvoedergewas beteelde opper vlakte, die als één geheel moet kunnen worden geoogst, bedraagt minimaal 5 ha. Indien deze op pervlakte voor één bedrijf te groot zou zijn, kan de bijdrage worden aangevraagd door een combi natie van bedrijven, die om beurten het groen voedergewas telen. 2. Het gewas moet worden geleverd aan een groen- voederdrogerij, welke is aangesloten bij het sa- menwerkingslichaam. In het Z.W.-kleigebied zijn hierbij aangesloten: J. G. Timmerman N.V. te Goes; N.V. Drogerij „Marknesse". Afd. Scherpenisse te Scherpenisse: N.V. Drogerij „Zeeuwsch-Vlaanderen" te Sluiskil, Coöp. Green voederdrogerij „De Bevelanden" te Kortgene; K. J. Janse, Groenvoederdrogerij te Steenbergen, Coöp. Groenvoederdrogerij „De Samenwerking" te Klaaswaal. 3. De aanvrager dient te beschikken ever een teelt - en leveringscontract met de hierboven genoemde drogerijen. Bij de aanvraag dient dit te worden getoond. 4. De aanvrager moet zijn hoofdberoep in de land bouw hebben. (Zie veder pag. 15) I'/AN formulieren hebben wij tegenwoordig niet r zo gauw gebrek. Wij hebben pas weer wat enve loppen binnengekregen met aangiftebiljetten omzet belasting en loonbelasting en nog wel een paar meer. De één heeft aan die dingen wat meer een hekel dan de ander. Sommige mensen vullen ze ook nooit op tijd in. Ze hebben wat je noemt een abonnement op aanmaningen, die kosten ook wel eens geld. Geld, waar je niks aan hebt want één keer moeten die for mulieren toch ingevuld worden! Dat geldt voor de meeste van die papieren, maar niet voor allemaal. Er zijn er waar geen aanmaningen voor verstuurd worden. Dan gaat het om stukken die geen geld kosten, maar die geld kunnen opbrengen. T/EEL komt men die niet tegen. Een voorbeeld van r deze soort formulieren, zijn de aanvraagformu lieren voor STUDIEBEURZEN. Wie kinderen heeft op een school voor voortgezet onderwijs heeft mis schien van deze wel een exemplaar gehad. Ze kunnen de aandacht verdienen in de gevallen dat studiekosten van kinderen een te groot beslag leg gen op het inkomen of het vermogen. Vereist is echter dat de aanvragen OP TIJD gedaan worden. Dat wil zeggen voor 31 januari! Die vraag is als regel een voudig. Later komen er vragenlijsten en moet het inkomen over het laatste jaar worden opgegeven. NU moet de aanvraag worden gedaan. Moet iedereen die studerende kinderen heeft nu een aanvraag indienen? Uiteraard niet. In de eerste plaats rust de plicht om studiekosten te betalen op de ouders. Als hun inkomen en eventueel vermogen voldoende zijn om dit te doen, heeft het geen zin om een studie toelage te vragen. Wanneer is dit nu het geval? S~IP die vraag is geen eenvoudig antwoord te geven. Of men een studiebeurs krijgt hangt behalve van het inkomen en het vermogen af van het aantal andere kinderen, waarvoor men fiscaal afttek heeft. Bovendien speelt een rol de kwestie of er al dan niet kinderaftrek en kinderbijslag wordt genoten voor het kind waarvoor men een studiebeurs aanvraagt. Alles bij elkaar wordt het een tamelijk ingewikkelde be rekening. Iets valt te leren uit de regels die golden voor de toekenning van rijksstudiebeurzen. De studiekosten voor een uitwonend kind dat wetenschappelijk onderwijs genoot werden normatief vastgesteld op f 4.750,voor het hoger beroepsonder wijs op f 4.250, Uit een eventueel VERMOGEN van de ouders wer den bijdragen mogelijk geacht bij een bedrijfsver mogen boven f 100.000.en een ander vermogen boven 50.000,Die bijdrage loopt procentsgewijze op, afhankelijk van het inkomen dat men genoot. JDIJ minder dan f 10.000.inkomen was de bij- *-* drage 2 van het vermogen boven dq genoem de grenzen, bij een inkomen van 10.000,— tot f 15.000,3"2 en boven f 15.000.inkomen 5 Uit het inkomen op zich zelf konden de ouders met één studerend kind de kosten geheel betalen, bij o.a de volgende grenzen: Bij geen andere fiscale kinderen Bij één ander fiscaal kind Bij twee andere fiscale kinderen Bij drie idem Bij vier idem Bij vijf idem f 14.650, 16.400. 18.250, 19.900,- ..22.000, „23.750, T/ERDER laten vrij de tabel rusten. De cijfers dienen om een indruk te geven van de in komenshoogte, die vorig jaar in de meeste gevallen tot afwijzing iwn een aanvrage leidden. Bij meer stu derende kinderen uit een gezin lint de zaak weer anders. Daarop kunnen wij hier niet ingaan. Wie meent in aanmerking te komen voor extra hulp of wie een opleiding volgt waarvoor het Rijk geen studiebeurs geeft, zoals b.v. voor het Z.T.I. kon een beurs aanvragen bij het Zeeuws Studiefonds, Dam 31 te Middelburg. Dit fonds werkt echter alleen aanvullend. Men moet daarom ALTIJD een Rijksbeurs aanvragen. Niet AL LEEN dus bij het Zeeuws Studiefonds een aanvraag indienen. Hierboven schreven wij meestal studiebeitrs. in- plaats van het wat deftige woord studietoelage te ge bruiken. Wij bedoelden die wel. d.w.z. dot dit stukje evengoed betrekking heeft op de eigenlijke beurzen, die men niet moet terugbetalen en de renteloze voor schotten, waarbij dat wel het geval is. Tenslotte Vraag op tijd aan! PAAUWE a

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 3