Jaarvergaderingen
Jaarverslagen
r)E voorzitter van het Landbouwschap, ir. C. S.
MEN zou nog verder kunnen gaan en de vraag stel
len: moeten niet de coöperaties die al een zekere
stabiliteit aan goede positie in de markt hebben ver
overd, meehelpen om de zwakke broeders in de markt,
of vooral de nieuwe ook. tot die hoogte op te trekken?
Ik heb het gevoel, dat CEBECO deze vraag met ja be
antwoordt, gezien uw bemoeienissen met de coöperatie
ve aardappelafzet en de verwerking van deze produkten
en ook uw bemoeienissen met de ei-produkten. Maar is
Ir. KNOTTNERUS OP CEBECO JAARVERGADERING
^Knottnerus, had als gastspreker op de jaarver
gadering van Cebeco heel wat over producentengroe
peringen te zeggen. Uit zijn betoog viel op te maken
dat hij ze niet in alle gevallen als heilloos ziet: men
zal de situatie per produkt moeten bekijken. Wat be
treft de voorschriften over kwaliteit en hoeveelheid
af te leveren produkt, die volgens de Brusselse filo
sofie door unies van producentengroeperingen aan de
plaatselijke groeperingen zouden kunnen worden ge
geven: geloofde de heer Knottnerus dat hiermee in
een op concurrentie gebaseerde economie een stap
in.de goede richting zou kunnen worden gezet. Maar
in een branche waar al een duidelijk geconcentreerde
afzet bestaat, coöperatief of particulier of beide, kan
men met die unies op de door ir. De Boer genoemde
.derde weg" komen. Dan zal men er uiterst attent op
moeten zijn of dit niet juist weer tot desintegratie
leidt. Op het terrein van de contractteelt zag ir. Knott
nerus wel mogelijkheden voor producentengroeperin
gen. In de conservenindustrie bestaat belangstelling
voor een contract met een groep telers die zich ver-
pficht een bepaalde hoeveelheid grondstof aan te
voeren. De collecterende handel ageert heftig tegen
dit systeem. Men kan zeggen terecht, meende ir.
Knottnerus, maar het was naar zijn mening een toch
niet tegen te houden ontwikkeling.
gETREFFENDE de concentratiedrang in onze hui
dige maatschappij die al tot veel fusies heeft ge
leid merkte ir. Knottnerus op de indruk te hebben dat
ook in de coöperatieve wereld die wil tot samenwerking
binnen een bepaalde branche aanzienlijk is toegenomen
en dat er nu hier en daar duidelijk wordt overgegaan
naar een tweede fase; samenwerking tussen verschillen
de branches. Hij zag dit alles als een vooruitgang, nodig
in onze huidige maatschappij.
Er zijn echter ook duidelijk gevaren aan verbonden. In
de eerste plaats is daar dan de methode van samenwer
king. Om efficiënt te zijn, c*m snel te kunnen besluiten
en handelen gaat men steeds meer over op de N.V.-vorm.
Voor de zakelijke kant is dit geen bezwaar. Van fiscaal
standpunt bezien, is het vaak voordelig. De betrokken
heid van de leveranciers of van de leden moet echter
behouden blijven en dat is meestal erg moeilijk. De coö
peratie treedt hier namelijk op als ieder ander particulier
bedrijf.
■Het gevaar is zelfs niet denkbeeldig, dat om een fusie
rond te krijgen de eigen coöperatie ook tot N.V. wordt
omgesmeed, dan is de moeilijkheid nog groter. Maar het
kan lukken. Het lijkt mij tenminste dat de inspraak van
de leden niet hoeft te veranderen, of nu de Suiker Unie
bijv. een coöperatie is of een N.V. De kringvergadering
en de openbare ledenraadsvergadering zouden er even
goed om door kunnen gaan. Er moet echter ook contact
zijn met diegenen, die slechts zijdelings zijn betrokken
namelijk door de deelnemingen; dit blijft er gewoonlijk
bij in schieten. Het tweede gevaar waarop hij wees was
dat verschillende coöperaties in het stadium zijn aange
land, dat deelneming in andere ondernemingen wordt
overwogen. Wanneer er geen contact is tussen deze
coöperaties is de kans niet gering, dat ieder voor zich
gaat deelnemen in concurrerende ondernemingen, of nog
erger, dat de ene coöperatie door middel van een fusie
of deelname in rechtstreekse concurrentie komt met een
coöperatie uit een andere branche. Ik kan dan in de ake
lige positie komen, dat ik als gewoon lid van CEBECC
de concurrent wordt van mezelf als lid van de Suiker
Unie. Het is eigenlijk nog gekker, want als men er goed
over nadenkt, dan pleegt men deze concurrentie met
geld, dat van de leden is ingehouden om de positie van
de coöperatie sterk te maken, aldus ir. Knottnerus. Let
wel, ik bekritiseer dat inhouden niet, want zonder dat
zou de coöperatie aan de huidige constellatie niet meer
mee kunnen doen. Maar wat ik zou willen benadrukken
is, dat de leiding zich steeds bewust blijft, dat het geld
van de leden is waarmee zij werkt. Wanneer men dus
denkt over fusie en samenwerking met anderen, dan
meen ik dat in de eerste plaats daarvoor die coöperaties
in aanmerking komen die op dezelfde Nederlandse boeren
en tuinders zijn opgebouwd.
het verwonderlijk als een Westbrabantse boer. lid va;
CEBECO, Suiker Unie, Coöperatieve Vlasfabriek he1
merkwaardig vindt, als hij voor al deze organisaties een
bedrag moet leveren om ze sterk te maken, de verzuch
ting slaakt: zouden ze dat niet gezamenlijk met één be
drag kunnen doen.
|K vermoed dat, zo zei ir. Knottnerus,, er in Neder
land mensen zijn die uit deze duidelijke aanmoe
diging om de coöperatieve krachten te bundelen de con
clusie trekken, dat ik de coöperatieve weg als de enig -
weg zou zien. Ik geloof dat het goed is dit in zijn juist'-
proporties te zetten. Ik heb al in het begin betoogd, dat
er in onze maatschappij een duidelijke stroomlijning is
van de wegen die de verschillende produkten van pro
ducent tot consument zullen gaan. Wij zien heel duide
lijk een verkorting van de wegen. Wij zien dat er
minder mogelijkheden komen en dat er centrale punten
zijn die de afzet kunnen leiden. Dat betekent dat voor
de verschillende produkten enkelingen de, dienst uitma
ken en dat organisatie komt in plaats van' concurrentie
QP vele gebieden kan de coöperatie een zeer grote
bijdrage leveren bij de afzet verwerkihg van
de produkten van de agrarische bedrijven. Of zij dat in
de toekomst zal blijven doen, hangt in grcte mate af, of
zij zich aan de eisen van de tijd zal weten aan te passen
Daarbij geloof ik dat men zich vooral zal moeten rich
ten op de doelmatigheid en de efficiency van de- handel
en de.verwerking. Men zal zich in steeds meerdere mate
van samenwerking in allerlei vormen moeten bedienen
Daarbij dient men te bedenken dat de coöperatie die-
buiten haar eigen branche gaat met dé deelnemers in
deze buiten-branche-activiteit een heel andere verhou
ding heeft dan met haar eigen leden en dat dus de wijze
waarop men dit doet meer overeenkomst vertoont met
de verhoudingen in het particuliere bedrijf.
De duidelijke scheiding van vroeger tussen particulier
bedrijf en coöperatie zal daardoor naar mijn mening
steeds vager worden. Wat echter essentieel blijft in de
organisatie, die wij nu nog coöperatie noemen, maar die
missclren ook wel eens een andere naam kan krijgen, is
dat men steeds moet zorgen dat de deelnemers duidelijk
mee kunnen spreken op de manier en de voorwaarden
van het zaken doen en dat de invloed van de produ
centen op bestuur en bedrijfsleiding gewaarborgd blijft
Alleen dan zal het mogelijk zijn de deelnemers duidelijk
te maken dat het hun zaak is.
Tegelijkertijd zal er voor gezorgd dienen te worden,
dat deze duideli'ke invloed niet leidt tot verlamming van
de zakelijke bedrijfsvoering, want alleen een slagvaardig
geleid bedrijf kan heden zijn zelfstandigheid handhaven
Aldus ir. Knottnerus.
C.Z.A.V. - WEMELDINGE
Uitbreiding van de aktiviteiten houdt in dat ons be
drijf zijn zakelijke basis kan verstevigen. Wij hebben dit
ervaren met de uitbreiding van de klantenkring van onze
afdeling vaste- en vloeibare brandstoffen en andere ver-
bruikersgroepen. Men zou dan ook de vraag kunnen
stellen of uitbreiding van de aktiviteiten aan een grens
gebonden is. Vandaag de dag zou ik in principe deze
vraag ontkennend willen beantwoorden. Verschillende
aktiviteiten, die wij bij 15 jaar geleden zouden hebben
afgewezen, komen nu in ons programma voor. In de
praktijk moeten naar mijn mening de grenzen worden
bepaald door de wensen en verlangens van de leden èn
door.de ontwikkeling van het gehele coöperatieve gebeu
ren in ons land. Aldus de voorzitter van C.Z.A.V. Wemel-
dinge de heer J. P. Lindenbergh o.m. op de jaarverga
dering van die coöperatie op dinsdag 22 december. En
over het deel van de C.Z.A.V. als coöperatieve handels
organisatie: het'dienen van de gemeenschappelijke be
langen van de leden. Vereenvoudigd: het samen aan
kopen van een baal kunstmest en het verkopen van een
zak graan. Hiervoor is apparatuur, zijn commerciële en
technische mensen nodig. Wij willen hierover zelfstandig
de beschikking hebben en met eigen verantwoordelijk
heid deze, in wezen eenvoudige, handelingen verrichten.
Hierbij hoort, dat de verantwoordelijkheid daar komt te
liggen, waar ook de beslissingen worden genomen, n.l.
in de vergadering van de leden, het bestuur en de raad
van toezicht. Alleen dan kan, naar onze mening, de ver
eniging optimaal voor de leden functioneren, worden af
gestemd op de behoeften en mogelijkheden van het eigen
werkgebied. Het lid is hierbij direkt betrokken, en ja of
neen zeggen tegen voorgestelde ontwikkelingen. Niet
één van deze drie colleges mag naar onze mening het
gevoel krijgen, dat de vraagstukken niet overzien kun
nen worden en derhalve niet meer behoeft mede te'be-
slissen. Het bestuur ziet zeer duidelijk het fundamentele
verschil tussen een productiecoöperatie (zuivel - suiker -
aardappelmeel enz.) en de simpelere coöperatieve han
delsorganisatie.
Zijn wij dan van mening, dat wij de opdrachten van
onze leden als een solo-handelspolitiek kunnen uitvoe
ren? Geenszins.
Voor de afdeling afzet hebben wij met Cebeco en tal
van andere regionale verenigingen goed gereglemen
teerde overeenkomsten voor een gezamenlijk afzetbeleid
en een gezamenlijke exploitatie van de technische instal
latie aangegaan. Hiermee is een zeer belangrijke schaal
vergroting bereikt en Cebeco een sterke marktpositie ge
geven, waarmede voor ons op de binnen- en buitenlandse
markt kan worden geopereerd.
Deze overeenkomsten omvatten de produkten tarwe,
brouwgerst, peulvruchteh, fijne zaden en het zaaizaad.
Van het boekjaar, waarover U zo dadelijk het finan
ciële en zakelijke verslag gaat behandelen is ruim 95
over de boeken van Cebeco gelopen. Op dit ogenblik
kunt U van het bestuur en de raad van toezicht nog geen
voorstel verwachten om in de bevoegdheden van de
ledenvergadering, het bestuur en de raad van toezicht
veranderingen aan te brengen. U kunt zich verzekerd
weten, dat wij de ontwikkelingen nauwlettend zullen
volgen, maar voorshands voorbijgaan aan degenen die
zo goed weten wat goed is voor de ander en, nu citeer
ik de voorzitter van het K.N.L.C. Ir. Knottnerus: „dat de
wereld alleen maar door kan draaien, als zij hun zin
krijgen"! Aldus de heer Lindenbergh.
Het jaarverslag 1 juli '6930 juni 1970 vermeldt be
treffende de bedrijfsresultaten dat tengevolge van prijs
stijgingen van diverse produkten van de handelsafdeling
Afzet de geldswaarde, van de totale omzet steeg tot
14.987.200,exclusief 699.200,in rekening ge
brachte en 228.800.uitbetaalde omzetbelasting
Daarbij zijn de in de dienstensektor behaalde omzetten
buiten beschouwing gelaten. Tengevolge van de stijging
van de rentevoet nam de rentelast toe. Eveneens de tota
le loonsom. De algemene bedrijfskosten waren dit jaar
iets lager. Het behaalde financiële resultaat geeft reden
tct tevredenheid. Een bedrag van 262.200,kon voor
voor afschrijvingen op de activa worden aangewend. Aan
de onderheudsvoorziening is behalve de rente 8.000.
toegevoegd. Het risicofonds centrale afzet groeide even
eens met de rente en ontving een kleine dotatie groo'
2.500,Ter voorziening in eventuele dubieuze debi
teuren werd een bedrag van 12.500,gereserveerd
Het daarna resterende onverdeeld saldo bedraagt
11.700,Het aantal leden van de C.Z.A.V. was per
30 juni '70 490. De omzetten in het boekjaar 1969-1970
waren.
Handelsafdeling
Aankoop 24.204.700 kg/st. f 6.423.600
Afzet 23.467.100 kg/st. 8.563.600
47.671.800 kg/st. 14.987.200.—
Omzetbelasting 699.200.
Totaal 1969-1970 47.671.800 kg/st. f 15.686.400,—
Totaal 1968-1969 47.158.600 kg/st. 14.262.000.—
COÖPERATIEVE LANDBOUWVERENIGING
WALCHEREN - MIDDELBURG
Coöperatie „Eiland Walcheren" heeft een zeer gunstig
boekjaar '69/'70 achter de rug, aldus kan uit het jaar
verslag geconcludeerd worden. Tevens wijst het ver
slag erop dat de ontwikkeling van de vertrouwde coöpe
ratie-vorm nü nog past in de sterk veranderende econo
mische omstandigheden. Dit is één van de vele proble
men die bestuur, kommissie van toezicht en direktie dit
jaar meerdere malen als onderwerp van bespreking had
den. De struktuurveranderingen binnen Cebeco werden
in deze periode bij grote meerderheid aanvaard. Een
verder aanpassing, ook van deze vereniging, bij het A-
beleid van Cebeco zal ingrijpende verandering vragen.
Het denkbeeld van een zeer nauwe samenwerking van
de aan- en verkoopverenigingen in het zuidwesten lijkt
gestalte te kunnen krijgen. Willen de coöperaties niet
overheerst, dus beheerd worden, door nationale of inter
nationale handelshuizen, dan zal het nodig blijken ons
te versterken tot grotere economische eenheden. Het
verslag vermeld verder dat in het boekjaar 1969/'70 de
omzet in hoeveelheeden wat terug liep tot 34.117.000
kg/eenh. 4 De omzet in geld steeg echter tot ruim
10.500.000 3 De financiële uitkomsten waren
goed.
In het zakelijk verslag wordt er op gewezen dat de
resultaten van de diverse onderdelen van het bedrijf uit
eenlopen. Van groot belang wordt dit niet geacht omdat
als een volledig pakket van diensten en goederen wordt
geleverd en de afzet van de agrarische produkten wordt
verzorgd, elk lid zijn steentje in de kosten van het bedrijf
bijdraagt. De uitbreiding van het gebouwencomplex
werd dit jaar gerealiseerd. Aan verdere plannen voor het
bouwen van grotere opslag- en verkoopruimte van voer
artikelen, bestrijdingsmiddelen, gereedschappen en aan
verwante artikelen wordt gewerkt. Naar wij menen te
weten zijn er plannen in een vergevorderd stadium om
de dpor Cebeco gevoerde bedrijfs- en winkelartikelen
die onder de naam Weikoop onlangs geïntroduceefd
werden te gaan voeren. Het jaarverslag '69/'70 vermeldt
een omzet van de afd. Gereedschappen en diversen van
359.000 ofwel 10 'l van het totale bedrag dat in de
aankoopsector werd omgezet. De omzet van deze arti
kelen zelf steeg 13 en ook wordt er op gewezen da-
deze afdeling in een speciaal gebouw gehuisvest zal wor
den waardoor het assortiment verder uitgebreid zal kun.
nen worden en meer service ook aan de ,,burger"-klan
ten gegeven kan worden. Speciaal in dit onderdeel van
het bedrijf liggen nog grote mogelijkheden zo conelu
deert het verslag.
De Verlies- en winstrekening sluit dit jaar met een
voordelig saldo van 53.675,(1968/'69 was di'
ƒ81.242,De arbeidskosten zijn dit jaar ruim
70.000,hoger, en dit is eveneens het geval met de
financieringskosten. Ook de afschrijvingen liggen ruim
80.000,hoger en tevens is 100.000,extra uitge
trokken voor extra ledenkorting en belastingen. De toe
lichting op de V. en W.-rekening geeft over deze pos'
echter geen nadere bijzonderheden. De inkomsten waren
dit boekjaar echter ook hoger zodat nog een voordelig
saldo van 53.675,kon worden bereikt. Coöperatie
Eiland Walcheren houdt vast aan het beginsel „Door de
leden, vóór de leden", past zich aan de eisen van de
19