Brouwgerstpremie van f 4,70 voorgesteld Van het landbouwschap KORTE WENKEN AKKERBOUW UITGAANDE bijvoorbeeld van de situatie per augustus 1970 kan de volgende brouwgerst prijs- calculatie opgezet worden: midden tussen drempelprijs (augustus 1970) 33,74 en interventieprijs 31,80, in het stadium van de groothandel 32,80 afgeleid tot af-boerderij circa 1,85 Tevens zijn er nog verschillen in toe te rekenen kos ten als zaaizaad, bemesting, oogstkosten enz. De teelt van zomergerst geeft per ha lagere kosten voor zaaizaad f 16, kunstmest 10, stropersen f 28, B.T.W. 1 brouwgerstpremie af-boerderijprijs voor boerenschone brouwgerst circa ƒ30,95 4,70 ƒ35,65 BOVEN GEMIDDELDE VOERGERSTPRIJS f) E afgelopen maanden heeft, zoals bekend, uit- voerig overleg plaats gevonden tussen verte genwoordigers van het C.B.K. en H.A. Akkerbouw van het Landbouwschap over de produktie, de afzet en de prijsvorming van brouwgerst. Dit overleg heeft blij kens de bij de agenda van de bestuursvergadering van het Landbouwschap gevoegde stukken praktisch tot overeenstemming geleid. Alhoewel officieel een en ander van de zijde van het C.B.K. nog niet beves tigd is kan verwacht worden dat, op basis van het uit gestippelde brouwgerstbeleid, het C.B.K. bereid zal zijn meerjarige contracten af te sluiten voor de aan koop van nader te bepalen hoeveelheden brouwgerst. En dit voor een prijs waarin voor de teler een brouw gerstpremie is verwerkt van f 4,70 boven de gemid delde prijs van voergerst. De aankoopprijs van het C.B.K voor klaar gemaakte partijen brouwgerst zal dan moeten worden opge bouwd op deze af-boerderijprijs voor boerenschone brouwgerst, met inachtneming van een voldoende marge voor coöperatie en handel in verband met schoningskosten, uitval, schoningsverliezen, op- en aflading, opslag- en rentevergoeding. Gedacht wordt aan een geleidelijke aanloop van deze brouwgerst- regeling. Mede afhankelijk van de belangstelling hiervoor bij telers, coöperaties en handel stelt het C.B.K. zich voor om in de komende 3 jaren een deel van de brouwgerstbehoefte in het kader van dit systeem aan te kopen. VERGELIJKING ZOMERGERST—ZOMERTARWE De 4,70 extra aan brouwgerstpremie is tot stand- gekomen door het opzetten van een vergelijking van kosten en opbrengsten in Zeeland tussen zomergerst en zomertarwe. zomertarwe zomergerst korrel stro korrel stro Gem. opbrengst in kg 4375 3775 4350 2400 prijs/100 kg ƒ34,95 ƒ69,— ƒ31,15 ƒ72,50 Gem. totale opbrengst 1789,1529, totaal 55, zodat de opbrengst voor zomergerst 1529 55 ca. 1584,bedraagt. Volgens deze opstelling dus een verschil van 205/- ha in het nadeel van zomergerst bij een gem. op brengst van 4350 kg/ha. Dit komt neer op 4,70 per 100 kg. r-ARNAAST zijn er nog een aantal moeilijk in exacte bedragen aan te geven factoren, die van invloed zijn op het minder of meer aantrekkelijk zijn van de brouwgerstteelt zoals extra zorg voor schoon land, schone maaidorser enz. risico dat in een slecht oogstjaar de zomergerst niet voor brouwgerst geschikt zal zijn risico van kortingen wegens niet voldoen aan sor- terings- en kiemkracht eisen. In verband hermede, zo wordt gesteld is het in de oogstjaren 1966/1969 geconstateerde prijsverschil van 3,80 niet voldoende en moet teneinde de brouw gerstteelt in de zelfde positie te plaatsen als de zomer- tarweteelt tenminste een kostenverschil van 4,70 per 100 kg worden berekend. Wanneer echter in het kader van het E.E.G.-markt en prijsbeleid het verschil tussen de drempel- en in terventieprijzen van tarwe en gerst kleiner zou wor den, zal de brouwgerstpremie opnieuw moeten wor den bezien. Daarbij zal ook het noodzakelijke prijs verschil tussen voergerst en brouwgerst in acht geno men worden. BI (Vervolg van pag. 5) echter ook de instrumenten van het structuurbeleid de zelfde versterking ondergaan. Ik heb niet de illu sie dat de regering, van welke politieke samenstel ling ook, kans zal zien de inflatie geheel te onder drukken. Op zijn best is een zekere vertraging mo gelijk, wat ongetwijfeld zou worden bevorderd door een ontspanning van de economie. Wij zullen moeten leven met de inflatie Maar als zelfstandigen mogen wij van de regering verlangen dat dan ook onze prij zen worden aangepast voorzover de regering daar op invloed heeft en dat het fiscale en sociale be leid ons meer groeikansen geven, in plaats van deze te remmen zoals nu nog het geval is GROEI NOODZAKELIJK PROEI is voor elke onderneming in deze tijd een eerste vereiste. De agrarische onderneming stuit hierbij steeds sterker op het financieringsvraagstuk. Ik hoop van harte, dat we met dit vraagstuk in 1971 nader tot een oplossing zullen komen door middel van een grondbank of althans een instelling die de grondfinanciering van de boer overneemt. Dit zou vooral van belang zijn voor de drie categorieën die ook werden aangeduid in het rapport Grondfinancie ring van het Landbouwschap en de centrale land bouwkredietinstellingen: jonge boeren die het bedrijf van hun familie overnemen, boeren die hun bedrijf aanzienlijk willen vergroten en pachters die zich ge noopt voelen gebruik te maken van hun voorkeur recht. Overigens vraag ik me af of hiermee aan de eis tot jaarlijkse groei van elk agrarisch bedrijf zou kunnen worden voldaan. SAMENVOEGING LEVENSVATBARE BEDRIJVEN IN de industrie zien we de laatste tijd dat de groei van ondernemingen vooral door middel van fusie plaats vindt.. Tot nu toe is in de landbouw de gelei delijke groei' van de produktie per man mogelijk ge weest door intensivering, maar daar komt ook een eind aan. Samenvoeging van bedrijven zou geen mid del zijn om meer mensen in de landbouw vast te hou den, maar wel om sneller tot levensvatbare bedrij ven tc komen. Ik weet dat de meeste boeren hiervoor weinig voe len omdat ze hun zelfstandigheid willen bewaren. Maar wat zal op relatief kleine bedrijven op de duur de inhoud van die zelfstandigheid zijn? We zien nu al dat contracten en integratiesystemen hand over hand ingang vinden, waardoor de boer een stuk ri sico kwijt raakt maar ook een deel van zijn zelfstan digheid. Is het erger om de zelfstandigheid te delen met-collega's - boenen of tuinders dan met de handel en industrie? Het is naar mijn mening op de duur onvermijdelijk dat we onze marktpositie gaan ver beteren door samen met onze afzetorganisaties een zekere discipline te aanvaarden. Een dergelijke afzet- structuur vereist, dacht ik, ook een aangepaste pro- duktiestructuur. Zoals ik in het begin al zei: dit kost pijn en moeite, maar daarbij moeten we beseffen dat onze opvolgers niet meer kritiekloos bereid zijn de boedel over te nemen, en dat zij veel genuanceerder tegenover de begrippen eigendom en zelfstandigheid staan dan wij ouderen in onze jonge jaren. AKTIEPROGRAMMA LANDBOUWSCHAP 1971—1975 IK weet niet of u allen mij in deze gedachtengang kunt en wilt volgen. We zijn 't er in elk geval wèl over eens dat onze bedrijfstak in versneld tempo structureel versterkt moet worden. Dat was ook de strekking van ons urgentieprogramma voor 1970 en het zal weer te vinden zijn in het actieprogramma 19711975 en dat binnenkort besproken zal worden bij de landbouworganisaties en in de diverse Hoofd afdelingen, Afdelingen en Commissies van het Land bouwschap. Inmiddels heeft de overheid enkele van onze wen sen ingewilligd. Blijkbaar heeft onze argumentatie toch wel indruk gemaakt De bereikte verbeterin gen lossen echter nog maar een klein deel op van de enorme problemen waarvoor onze bedrijfstak staat. Het is verheugend, dat de zelfstandigenproblematiek, in de programma's van enkele politieke partijen grote aandacht heeft gekregen. Wij zullen in de komende maanden in deze richting krachtig verder moeten werken, aan de hand van dit actie-programma. Het dagelijks bestuur heeft bij de voorbereiding van dit programma gestreefd naar discussie in de kring van de organisaties, om tot een zo groot mogelijke in spraak van het bedrijfsleven te komen. De Neder landse land- en tuinbouw moet naar onze mening zijn toekomst niet zoeken in het produceren van mas sa-artikelen, maar in het aan de markt brengen van kwaliteitsprodukten. Dit betekent dat de producen ten zich meer en meer zullen interesseren in de gang van zaken in de hele bedrijfskolom, dus ook de al zetproblematiek. Ook het Landbouwschap zal op dit gebied de nodige activiteit moeten ontplooien. De in het Landbouwschap samenwerkende organisaties gaan zich eveneens meer op deze problematiek in stellen. Dit blijkt o.m. uit de opstelling van de 3 CLO's in de Nationale Coöperatieve Raad. De orga nisaties van de landarbeiders zijn reeds nauwere re laties aangegaan met andere groeperingen uit de agrarische bedrijfskolom, die wel getypeerd--' is als „van de grond tot de mond". Overigens omvat het actieprogramma vanzelfsprekend ook alle „klassieke" beleidspunten, met name het bevorderen van afvloei ing uit de landbouw, het scheppen van grotere mo gelijkheden tot bedrijfsaanpassing en het voeren van een, gelet op de inflatie, realistisch prijsbeleid POSITIE VERSTERKEN AAN het begin van dit nieuwe jaar wil ik er nog- maals uitdrukkelijk op wijzen dat wij onze ac tiviteiten zowel in de organisaties afzonderlijk, doch vooral ook in ons samenwerkingsorgaan moe ten blijven richten op de versterking van het zelf standige land- en tuinbouwbedrijf en van allen die daarin werkzaam zijn. Daarbij wil ik overigens wel opmerken dat zelfstandigheid en vrijheid in dit geval niet hetzelfde is. De agrarische ondernemer neemt wel dagelijks in volle vrijheid vele beslissingen en draagt daarvan ook de gevolgen zowel in positieve als in negatieve zin. Het terrein voor deze vrije be slissingen wordt echter steeds verder ingeperkt door de economische wetmatigheden van produktie en afzet, door fiscale bepalingen, door planologische be perkingen enz. Gelukkig zijn de meeste agrariërs zich bewust van deze verandering van het begrip zelf standigheid. Zij weten dat hun mogelijkheden als zelfstandigen alleen maar vergroot kunnen worden wanneer zij samenwerken bij zowel produktie en af zet als op het terrein van de beïnvloeding van het overheidsbeleid. Aangezien de agrarische beroepsbe volking steeds kleiner zal moeten worden, zal voort durend gelet moeten worden op de efficiëncy van de organisatievormen, waarin deze samenwerking ge stalte heeft gekregen! Bij het begin van de openbare bestuursvergade ring sprak ir. Knottnerus tenslotte gaarne de wens uit, dat de georganiseerde landbouw in 1971 in goede samenwerking concrete resultaten voor deze bedrijfs tak zal weten te bereiken! Consulentschap Akkerbouw en Rundveehouderij Zevenbergen DE LAATSTE TIJD WORDEN meer buitenlandse meststoffen aangeboden waarbij men niet precies weet hoe deze meststoffen moeten worden beoordeeld. Alle meststoffen die in Nederland ten verkoop worden aangeboden, moeten voldoen aan de eisen van het meststoffenbesluit. Op de verpakking of label moet de naam zijn vermeld en het gehalte. Wordt geen gehalte vermeld dan moet u het minimum gehalte wat de wet stelt, aanhouden. WORDT U KALKAMMONSALPETER aangeboden waarbij alleen de naam wordt vermeld, dan betekent dit dat er minstens 20 stikstof in zit. Garandeert de fabrikant een hoger gehalte, dan is dat op de zak ver meld. Wordt er Kas 26 aangeboden, dan moet op de zak staan: Kalkammonsalpeter 20 Staat er dat niet op, dan heeft u alleen maar een garantie voor 20 stikstof. NU HET SPUITSEIZOEN voorbij is, is het goed het bestrijdingsmiddelenlokaal eens grondig na te zien. Verwijder en vernietig lege fust die vaak aanwezig is, reinig de vloer door die eens goed te schrobben en plaats daarna de nog aanwezige bestrijdingsmiddelen overzichtelijk bij elkaar. Voorkom schade door naam loze restanten of resten waaraan u twijfelt eveneens te vernietigen. EEN GOED BEST RIJ DIN GSmiddelenhok behoort op elk bedrijf dat bespuitingen uitvoert, aanwezig te zijn. Zo'n bewaarplaats moet vorstvrij zijn omdat de middelen niet mogen bevriezen, er moet ook een goede ontluchting zijn om eventueel gevormde dam pen naar buiten te laten ontwijken. En dat ook een deugdelijk slot op de deur niet kan worden gemist behoef ik u niet te vertellen. NA HET SPUITSEIZOEN moeten ook de spuit- machines goed worden schoongemaakt, waarbij u het inxpendige niet mag vergeten. Verwijder spuitresten en tap het water van de pomp af. Maak de spuit- plaatjes goed schoon en bewaar ze in olie, controleer de slangen op lekkages, kijk manchetten en kleppen na. Vervang versleten spuitplaatjes door nieuwe en controleer of alle spuitplaatjes ongeveer dezelfde wateropbrengst geven.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 11