Afzet
en telersprijzen
10
TARWE
ROGGE
GERST
HAVER
PEULVRUCHTEN
Donderdag 7 januari vergaderde het Produktschap voor Granen, Zaden en Peul
vruchten te Den Haag waarbij o.m. de afzet en de telersprijzen van de diverse pro-
dukten aan de orde kwamen. Aan een bij de agenda gevoegde bijlage ontlenen wij de
hierover volgende gegevens:
TARWE
In het afzetpatroon van de inlandse tarwe is in november en december ten opzichte
van de voorgaande maanden weinig verandering gekomen. De maalindustrie kocht
op de binnenlandse markt slechts enkele duizenden tonnen aan. Dit seizoen zal tot
eind december ongeveer 50.000 ton inlandse tarwe voor consumptiedoeleinden uit de
markt zijn genomen (vorig jaar -± 80.000 ton). De maalbedrijven dekten hun behoef
te aan zachte tarwe in door aankopen in andere lid-staten, in hoofdzaak Frankrijk.
De afzet van inlandse tarwe heeft zich in deze maanden dan ook in hoofdzaak weer
geconcentreerd op de veevoedersector, zowel, in het binnenland als ook voor West-
Duitsland.
De hoeveelheden inlandse tarwe, die in november en in december 1970 zijn gedena
tureerd zijn echter ten achter gebleven bij de hoeveelheden, die in de beide voorgaan
de maanden werden gedenatureerd. De grote verwerking van tarwe in de mengvoe
ders in de maand september is het gevolg geweest van de hoge prijzen van de andere
veevoederprodukten, veroorzaakt door de staking in de Rotterdamse haven.
De boordvrijprijzen van de uitheemse granen en andere veevoedergrondstoffen zijn
inmiddels echter zodanig dat verwerking van gedenatureerde tarwe in de mengvoe
ders minder aantrekkelijk is geworden.
Tot medto december j.l. was circa 208.000 ton inlandse tarwe voor denaturatie aan
gemeld. Naar West-Duitsland waren nog steeds behoorlijke afzetmogelijkheden voor
gedenatureerde tarwe, ook voor levering in de voorjaarsmaanden. In november en
december werd bij inschrijving door het V.I.B. 16.000 ton inlandse tarwe uit de markt
aangekocht voor voedselhulp.
Volgens de definitieve oogstraming van het Centraal Bureau voor de Statistiek
wordt van de oogst 1970 in totaal 643.200 ton inlandse tarwe verwacht. Voor zaai-
doeleinden zal ongeveer"*25.000 a 26.000 ton worden bestemd, zodat, rekening hou
dende met droog- en gewichtsverliezen, ongeveer 615.000 ton inlandse tarwe over de
markt moet worden afgezet.
Medio december 1970 had circa 307.000 ton (50 een bestemming gevonden, zo
dat per medio december '70 nog 308.700 ton moet worden afgezet of wel 50 Het
vorige jaar was dit percentage ongeveer 80
In verhouding tot de thans nog beschikbare hoeveelheid zijn bij het huidige prijs
niveau, dat ongeveer 3,per 100 kg hoger is dan de geldende interventieprijs, de
afzetmogelijkheden beperkt. Ten einde priisbederf te voorkomen zijn de voorraad-
houders terughoudend, niet alleen in Nederland, doch ook in.de andere lid-staten van
de E.E.G. Gezien de voorraadpositie zullen nog belangrijke hoeveelheden zachte
tarwe van oogst 1970, in de Gemeenschap moeten worden gedenatureerd en/of naar
derde landen moeten worden uitgevoerd. Bij de huidige prijsverhoudingen zijn de
afzetmogelijkheden in de veevoedersector beperkt, terwijl uitvoer van zachte tarwe,
afgezien van de uitvoer in de vorm van meel, bij de huidige restituties praktisch tot
de onmogelijkheden behoort.
Het is naar het inzicht van het Produktschap zeer de vraag of bij de thans bestaan
de afzetmogelijkheden, zowel in de Gemeenschap als naar derde landen, de prijzen
voor zachte tarwe in de Gemeenschap zich op het huidige, toch wel zeer hoge niveau,
kunnen handhaven. Het lijkt voorshands niet aannemelijk dat de Europese Commissie
bereid zal zijn de afzetmogelijkheden door verhoging van d;e denaturatiepremie of
hogere restituties te verruimen, zolang de prijzen voor zachte tarwe zich in de Ge
meenschap op dit niveau handhaven. Naar mate het verkoopseizoen 1970/1971 vordert
zal naar het zich laat aanzien de mogelijkheid toenemen, dat de prijzen voor zachte
tarwe in de Gemeenschap teruglopen, hetgeen dan ook voor de prijs van inlandse
tarwe zal gelden. In dat geval kunnen de afzetmogelijkheden uiteraard ook weer toe-
nomen.
TELERSPRIJZEN IN OKTOBER EN NOVEMBER 1970
Blijkens een voorlopige berekening hebben de telers in de maanden oktober en
november 1970 voor inlandse tarwe, bij levering af boerderij, de navolgende
prijzen gemaakt, bij de daarbij genoemde condities en exclusief omzetbelasting van
4
In guldens per 100 kg
oktober
november
?m. gemaakte telersprijs
a. doorsneekwaliteit 17 vocht
b. E.E.G.-standaardkwaliteit 16 vocht
telersprijs afgeleid van:
interventieprijs
drempelprijs
1969
ƒ34,10
34,60
1970
36,05
36,55
1969
3.4,85
35,35
1970
36,55
37,05
34,35 34,35
36,85 36,85
34,70 34,70
37,20 37,20
Evenals in augustus en september dit het geval was benaderen de gemaakte prijzen
dicht die van de drempelprijzen afgeleide telersprijzen. Ook in december 1970 zal dit
het geval blijken te zijn.
ROGGE, GERST EN HAVER
Begin november 1970 was het C.B.K. voor brouwgerst nagenoeg alleen voor januari-
afname aan de markt, begin december alleen nog voor februari-levering en later;
slechts enkele partijen werden nog voor december-afname aangekocht. De afzetmoge
lijkheden voor brouwgerst naar West-Diuitsland waren de laatste maanden aanzienlijk
kleiner dan voordien zulks mede als gevolg van de hoge vrachtprijzen. De verkoop
mogelijkheden naar België waren van weinig betekenis. Vanaf het begin van het sei
zoen tot en met 15 december j.l. is ongeveer 23.300 ton brouwgerst naar West-Duits
land en België afgeleverd, tegenover 24.600 ton in dezelfde periode van het vorige
jaar. Rekening houdende met nog lopende contracten mag worden aangenomen, dat
medio december 1970 de voor brouwdoeleinden geschikte zome'rgerst voor ongeveer
90 was afgezet.
De telersprijzen in oktober en november 1970 die gemaakt zijn voor inlandse rógge,
gerst en haver, bij levering af boerderij (excl. BTW 4 waren:
In guldens per 100 kg
november 1970
rogge gerst haver
oktober 1970
rogge gerst haver
gem. gemaakte telersprijzen
a. doorsneekwaliteit 17 vocht 31,10 33,15 29,95
b. E.E.G.-standaardkwaliteit 16 vocht 31,45 33,55 30,30
telersprijs afgeleid van:
interventieprijs 31,50 30,25 31,80 30,50
drempelprijs 33,65 32,40 30,40 33,95 32,70 30,65
De telers hebben bij ongewijzigde interventie- en drempelprijzen in de eerste
vier maanden van het verkoopseizoen 1970/1971 per 100 kg meer gemaakt dan vorig
jaar.
augustus september oktober november
rogge ƒ1,65 ƒ1,— ƒ0,60 ƒ1,05
gerst 3,55 ƒ3,10 ƒ2,95 ƒ2,35
haver 4,70 4,50 2,65 3,10
Voor brouwgerst werd in de maanden oktober en november 1970 gemiddeld 36,65
respectievelijk 36,85 gemaakt. Ten opzichte van de voergerst een premie van 4,90
respectievelijk 4,95.
De gegevens over de maand december 1970 zijn nog niet volledig. Het laat zich
aanzien, dat de decemtoerprijzen voor alle produkten slechts gering zullen afwijken
van het prijsniveau in november 1970. Voor rogge werd derhalve een prijs gemaakt
ongeveer gelijk aan de van de interventieprijs afgeleide telersprijs, voor gerst circa
ƒ1,boven het niveau van de van de drempelprijs afgeleide telersprijs, terwijl voor
haver ongeveer dit niveau werd bereikt.
PEULVRUCHTEN EN ZADEN
In het binnenland waren de afzetmogelijkheden voor groene erwten en kapucijners
beperkt. Naar bruine bonen was echter een goede vraag. De verkoop van groene
erwten en schokkers naar andere landen is teleurstellend. De behoefte in West-Duits
land wordt dit seizoen in grotere mate ingedekt met Franse erwten dan voorheen. De
invoerbehoefte aan schokkererwten in het Verenigd Koninkrijk is dit seizoen klein.
De oogst van schokkers is zodanig dat Engeland dit seizoen exporteur is. De afzet
mogelijkheden voor bruine bonen naar andere landen waren gunstig.
In de maanden augustus, september en oktober j.l. werden ongeveer 12.400 ton
groene erwten uit Frankrijk ingevoerd, tegenover 10.600 ton in dezelfde periode van
het vorige seizoen. De uitvoer van groene erwten en spliterwten bedroeg in de eerste
drie maanden van dit seizoen 7.800 ton; in dezelfde periode van het vorige seizoen
9.000 ton.
Mede als gevolg van het ontbreken van aanbod uit Oost-Europese landen, waren er
op de wereldmarkt, regelmatig verkoopmogelijkheden voor karwijzaad en blauwmaan-
zaad. In augustus t/m oktober 1970 werd 1.100 ton karwijzaad en 900 ton blauwmaan-
zaad uitgevoerd, het vorige seizoen in dezelfde periode 1.050 ton respectievelijk 530
ton.
De omzetten in koolzaad waren gering, mede omdat eind oktober reeds een groot
deel van de oogst was afgezet. Medio december 1970 was nog 1200 ton af te zetten.
j
TELERSPRIJZEN IN OKTOBER 1970
Volgens de door het L.E.I. bekend gemaakte gegevens hebben de telers in de maan
den oktober en november 1970 voor peulvruchten en zaden gemiddeld de volgende
prijzen kunnen maken voor boerenschone partijen, bij levering af boerderij.
In guldens per 100 kg incl. 4 BTW
oktober
1969
1970
groene erwten
58,25
52,55
schokkers
61,20
57,90
kapucijners
59,85
69,95
bruine bonen
97,65
69,20
karwijzaad
111,25
132,10
In vergelijking met vorig jaar hebben de telers voor groene erwten, schokkers en
bruine bonen lagere en voor kapucijners en karwijzaad hogere prijzen gemaakt.
Een overzicht van de noteringen van de beurs Rotterdam.
In guldens per 100 kg
9/11 '70
23/11 '70
7/12 '70
21/12 '70
tarwe (meelfabrieken) 17 vocht
37,70
1
tarwe (overige bestemmingen) 17 vocht
38,—
38,75
38,90
39,10
gedenatureerde tarwe (visolie)
32,70
33,40
33,50
33,70
rogge
33,60
33,70
34,30
34,50
brouwgerst (C.B.K.-cond. jan.-afname)
16 vocht
44,—
44,—
brouwgerst (Duitse cond.) I6V2 vocht
43,50
43,50
43,50
44,—
brouwgerst (Belg.-cond.) 17 vocht
37,—
37,—
38,—
38,—
zomergerst (65/66 kg)
33,75
33,75
34,25
34,50
haver (50/51 kg)
31,75
31,75
32,25
32,25
groene erwten (3
58,—
56,50
56,—
55,—
schokkers (3
66,—
63
64,50
63,—
kapucijners
75,—
75,—
75,—
75,—
bruine bonen
90,—
85,—
95,—
98,—
karwijzaad
150,—
151,
153,—
153,—
blauwmaanzaad
230,—
231,
222,50
227,50
lijnzaad
44,50
44,
43,—
44,—
VERWERKING GRANEN IN MENGVOEDERS
Naar aanleiding van een overzicht van het Produktschap voor Veevoeder betreffen
de de mate waarin de laatste jaren granen in de mengvoeders zijn verwerkt wordt
opgemerkt dat uit de verstrekte cijfers voor de akkerbouwsector een benauwende
ontwikkeling blijkt!
x 1.000 ton
mengvoeder-
granen
eigen
granen in
periode
produktie
excl. eigen
behoud
mengvoeders
excl. kunstmelk
behoud
1966/1967
6.161
3.176
180
51,6
1967/1968
6.392
3.110
140
48,7
1968/1969
6.838
2.639
99
38,6
1969/1970
7.517
2.634
76
35,0
31,55
31,90
33,15
33,55
30,45
30,80
Niettegenstaande een stijgende produktie van mengvoeders, blijkt de verwerking
van granen regelmatig terug te lopen n.l. van bijna 52 in het seizoen 1966/1967
tot 35 in het seizoen 1969/1970. In het begin van de zestiger jaren bedroeg de
graanverwerking nog 65
Het dalende graanverbruik bij de produktie van mengvoeders is het gevolg van het
feit, dat belangrijke hoeveelheden andere veevoedergrondstoffen worden verwerkt, die
tegen lagere prijzen in het binnenland en/of in het buitenland kunnen worden aange
kocht en die onder of vrijwel zonder heffing kunnen worden ingevoerd. De voornaam
ste van deze veevoedergrondstoffen zijn graanderivaten/- afvallen, veekoeken, gras-,
klaver- en luzernemeel, gedroogde bietenpulp, melasse, voerpeulvruchten en maniok.
Voor de veehouderijsectoren is dit een aantrekkelijke zaak, doch voor de akkerbouw
sector een benauwende ontwikkeling.