De maand
januari
op het
zuidwestelijk
akkerbouwbedrijf
8
BEDRIJFSBELEID
In januari zullen we ons weer moeten beraden aangaande het te voeren beleid. Dit
zowel op het economische- als het technische vlak. De ons ten dienste staande pro-
duktiemiddelen, grond, arbeid en kapitaal, zullen we zodanig moeten combineren dat
het optimale resultaat kan worden verkregen. Mogelijk zelfs, dat men ook onder ogen
moet zien of men er niet beter aan doet het bedrijf te beëindigen. Besluit men verder
te gaan, dan zal voor een aantal bedrijven niet te ontkomen zijn aan aanpassing. Er
zullen deze maand weer diverse vergaderingen zijn waar vele zaken aangaande het
bedrijfsbeleid zullen worden behandeld. Middels de vele informatie die kan worden
verkregen zal ieder voor zich dit beleid moeten uitstippelen. De verantwoording voor
de te nemen beslissing draagt men uiteindelijk zelf. Niettemin zal uit de veelheid van
mogelijkheden de keuze soms moeilijk zijn, zodat aan een brede oriëntatie niet te
ontkomen valt.
Vele toonaangevende boeren denken dat de tijd voor het individueel verkopen
van aardappelen voorbij is.
w. JANSE
M. A. DE HOND
Consulentschap Akkerbouw en
Rundveehouderij
Goes
Alleen de boeren die vertrouwen hebben in de toekomst van de landbouw
moeten boer blijven.
De kleinere akkerbouwbedrijven moeten het hebben van de gewassen die een hoog
saldo geven. Dit zijn vaak de arbeidsintensieve gewassen.
Na de feestdagen en de jaarwisseling staan we weer aan het begin van
een nieuw jaar. Een jaar waar we nu weer tegenaan kijken en waarvan we
over een klein jaar weer zullen zeggen ,,wat was het vlug voorbij".
De afgelopen dagen hebben we nog eens achterom gezien en het voor
bije jaar, ook op agrarisch gebied, op zijn vóór- en nadelen gewaardeerd.
Aan het begin van het nieuwe jaar gaat onze blik weer vooruit en richten
onze gedachten en ons doen en latenzich weer op de taak die wacht op het
bedrijf. Indien we fouten hebben ontdekt in ons bedrijfsbeleid, laten we er
naar streven deze te voorkomen in het komende jaar.
We gaan het nieuwe jaar in met min of meer pessimistische gevoelens
t.a.v. de grote voorraden aardappelen en uien en de lage prijzen van deze
produkten. Nu is het geen boterberg of een groot tarwe-overschot die ons
van het ene op het andere jaar vergezellen, maar te grote voorraden aard
appelen en uien. Deskundigen zeggen dat we onze produktie meer moeten
richten op de consumptiebehoefte. De behoefte is vrij stabiel maar de pro
duktie kan sterk variëren.
BOUWPLAN EN VRUCHTWISSELING
Aansluitend op hetgeen in voorgaande is betoogd, zullen we streven naar zoveej
mogelijk gewassen waarvan een gunstig financieel resultaat kan worden verwacht.
We zijn hierbij echter gebonden aan eisen die de vruchtwisseling stelt, terwijl ook de
arbeidsbehoefte van de gewassen zoveel mogelijk in overeenstemming met het
arbeidsaanbod moet zijn.
Verder lijkt het er op dat er weer wat meer verruiming in de gewassenkeuze op
komst is. De perspectieven zowel voor graszaad als voor vlas lijken wat gunstiger
te worden. Ook bruine bonen en blauwmaanzaad konden in 1970 goed mee.
Vooral op de kleinere bedrijven zal gezocht moeten worden naar teelten die
arbeidsintensief zijn, zodat de beschikbare arbeid „te gelde" kan worden gemaakt.
Door de voortschrijding van de techniek en de mechanisatiemogelijkheden wordt het
aantal gewassen die nog arbeidsintensief zijn, steeds geringer. Bij de minder bekende
teelten is het van belang dat niet alleen wordt gekeken naar de (mogelijke bruto-geld-
opbrengst. Men dient op de hoogte te zijn van de totale arbeidsbehoefte en de perio
den waarin deze behoefte zich voordoet.
Met het oog op de vruchtwisseling en het voorkomen van diverse soorten aaltjes
is het noodzakelijk hierover voor zijn bedrijf een inzicht te hebben. Door middel van
grondonderzoek kan de aaltjesbezetting worden nagegaan. Vele bedrijven hebben al
een volledig onderzoek voor hun bedrijf toegepast.
ZAAIZAAD EN RASSENKEUZE
Met het samenstellen van het bouwplan vraagt ook de zaaizaadvoorziening en de
keuze van-het ras per gewas weer de aandacht. Uitgegaan moet worden van gezond
zaaizaad met een goede kiemkracht. Het moet vrij zijn van onkruidzaden en ontsmet
ting tegen kiem- en bodemschimmels mag nimmer achterwege blijven. Uienzaad dient
vrij te zijn van uiestengelaaltje.