Langs de melkweg
(XXXIII)
Gedragingen van en omgang met melkvee
11
Het lossen van het gras op de voergang is geen probleem en vraagt weinig arbeid.
Er wordt rijdend vóór het voerhek gelost. Bij volledige zomerstalvoedering ligt dit
anders, omdat hier grotere hoeveelheden gras worden aangevoerd. Dit gras moet
éhigszins gespreid worden op de voergang om broei te voorkomen. Daarna moet het
gras in enkele keren voor de koeien gevorkt worden.
DE KWALITEIT VAN HET VERS TE VOEREN GRAS
De opname aan droge stof uit het verse gras wordt door vele faktoren beïnvloed.
Een hoge droge stof opname van gras met een hoge voederwaarde is van bijzonder
belang. Dit bepaalt namelijk de mogelijke melkproduktie en de aanvullende kracht
voergift. De opname aan droge stof is afhankelijk van:
le Het droge stofgehalte van het gras. Hierbij komen grote verschillen voor, meestal
variërend tussen 10 en 20 d.s. Praktijkwaarnemingen hebben aangetoond, dat
van gras met 10 'd.s. - 90 kg vers gras werd opgenomen. Dit is 9 kg d.s. per
koe. Van gras met 20 d.s. werd ca. 60 kg opgenomen, dit is 12 kg d.s.
2e De kwaliteit en de smakelijkheid van het gras. Beide zijn sterk afhankelijk van
het maaistadium. Een graslengte van ca. 1520 cm is het meest aantrekkelijk.
In de praktijk is gebleken, dat vooral eind mei-begin juni het gras gemakkelijk
doorschiet. De voederwaarde loopt dan snel terug. Onderstaand overzicht is hier
van een duidelijk voorbeeld.
Week
Snede Gehalten in de d.s. Opname kg Voldoende voor
v.re
ZW
d.s./koe
kg melk
4-5/10-5
1
22,1
63
11-5/17-5
1
15,6
57
12,1
15
18-5/24-5
1
12,2
55
10,7
11,5
25-5/31-5
1
11,3
51
10,6
9,5
1-6/ 7-6
2
18,1
60
13,0
18,5
8-6/14-6
2
20,2
61
13,8
21,0
l) op basis van
de ZW.
Grote maaicapaciteit maar veel aan- en afkoppelen van apparatuur.
DE KRACHTVOERGIFT EN DE MELKPRODUKTIE
Uit bedrijfsgegevens is gebleken dat de krachtvoergift op zomerstalvoederingsbe-
drijven en bedrijven waar de koeien 's nachts worden opgestald, hoog is. Onderstaand
overzicht toont dit aan:
Melkprod. in de wei
Krachtvoergift
in de wei
Gemiddelde
veebezetting
Soort bedrijf
Voll. zomer
stalvoedering
Ged. zomer
stalvoedering
Gem. aantal kg
melk/koe in 185 d.
Gem. krachtvoer- Kg ZW* M.koei- Aantal
gift/koe/dag uit an- en per g.v.e
dere pr. ha per ha
/koe/d.
1
2
3
4
2466 kg
2310 kg
2721 kg
2220 kg
3,20 kg
3,70 kg
3,40 kg
2,90 kg
1,85 2,33
1,77 2,00
1,67 2,17
Koeien 's nachts
op stal
5
2570
kg
3,50
kg
2,73
2,77
Bedr. met een
6
2498
kg
2,50
kg
1,50
1,65
2,03
zware veebez.
7
2592
kg
1,90
kg
2,00
2,18
2,77
en bijvoeding van
8
2193
kg
1,90
kg
0,70
2.20
2,74
andere produkten
koeien s nachts
op stal
Hieronder wordt bostel, dr. pulp en aardappelen gerekend.
Bovenstaande cijfers hebben betrekking op het volledig aantal melkkoeien, dus
zowel droogstaande als melkgevende koeien. Hoewel de krachtvoergiften op deze be
drijven hoog zijn, staat hier tegenover dat de produktie eveneens bijzonder goed is.
Daarbij komt dat de conditie van de dieren op zömerstalvoederingsbecirijven zeer
goed is. Toch blijft de krachtvoergift een punt waarop scherp gelet moet worden. Dit
geldt niet alleen voor zomerstalvoederingsbedrijven, maar ook voor bedrijven die
normaal beweiding toepassen. Bij al te hoge krachtvoergiften gaat een zekere „luxe
consumptie' optreden. De krachtvoerpost wordt dan te hoog.
HET VERLOOP VAN DE MELKPRODUKTIE
'Sinds juli 1970 wordt op de nitslagformulieren van de melkkontrole de standaard-
koeproduktie weergegeven. Aan de hand van dit cijfer is de hoogte en het verloop
van de produktie van de melkgevende koeien na te gaan. Tevens is het nu.
mogelijk om verschillende bedrijven enigszins te vergelijken. In onderstaand over
zicht zijn de standaardcijfers van verschillende soorten bedrijven weergegeven.
Volledige Gedeeltelijke zomerstal-
zomerstal- voedering, koeien
voedering 's nachts op stal
Bedrijven met zware vee
bezetting en bijvoedering,
koeien 's nachts op stal
1
2
3
4
5
6
7
8
mei
34
31
33
32
31
juni
34
28
29
29
32
juli
28
26
31
28
29
26
30
augustus
31
29
32
27
28
28
33
29
september
30
27
33
29
28
26
27
25
oktober
28
26
27
29
28
27
28
26
Uit bovenstaande cijfers blijkt, dat de standaardproduktie op de stalvoederings-
bedrijven vrijwel de gehele weideperiode duidelijk boven het gemiddelde van de
doorsnee-melkvee bedrijven ligt. Ook in september en oktober blijft de produktie goed
op peil. Vooral in het najaar is de mogelijkheid van een gepaste bijvoeding van groot
belang. We zien juist in deze perioden de melkproduktie op veel bedrijven sterk dalen.
SAMENVATTING
Voor voldoend grote bedrijven van 15 a 20 ha of meer met een slechte verkave
ling kan zomerstalvoedering een oplossing zijn.
Stalvoedering biedt arbeidstechnisch geen voordelen, doch bij een goede mecha
nisatie is de extra arbeid t.o.v. normaal weiden en op afstand gaan melken gering.
Het veelvuldig verscharen van grote koppels koeien is bijna niet uitvoerbaar.
De extra investeringen voor stalvoedering zijn in wezen de kosten voor de op-
raapwagen en de maaibalk. De investering voor doorloopmelkwagen en hulptank
komen echter te vervallen.
Bij een kleine oppervlakte grasland aan huis is het mogelijk met bijvoeding van
gras van elders ca. 8 melkkoeien per ha te houden.
De opbrengst van het grasland neemt door intensief maaien eerder toe dan af.
De kwaliteit van het bij te voeren gras bepaalt in hoge mate de melkproduktie en
de aanvullende krachtvoergift.
De krachtvoergift is hoog, maar ook bij beweiding komen hoge krachtvoergiften
voor.
De melkproduktie op de betrokken bedrijven is zeer goed, op jaarbasis wordt een
melkproduktie van 45005200 liter per koe gehaald.
Bovenstaande gegevens hebben betrekking op slechts enkele bedrijven, die nog
maar één of soms enkele jaren zomerstalvoedering toepassen. Het is nodig deze
bedrijven te blijven volgen en de mogelijkheden van dit systeem te leren kennen.
J. H. LANTINGA
Consulentschap voor de akkerbouw
en rundveehouderij Goes
IIET rundvee behoort tot de kuddedieren. We moe-
ten ons voorstellen dat de oorspronkelijke wild-
VGrmen van ons rundvee in kudden voorkwamen, die
ieder werden geleid door een stier. Deze leider was
de heerser' en tevens beschermer van de kudde. Om
het leiderschap kwamen vaak gevechten voor. In de
kudde is er een sociale rangorde aanwezig. Bij het
trekken (reizen) werd de richting bepaald door de
eerste koe in rangorde. Er mag worden veronder
steld, dat de kudden het grootste deel van het etmaal
in de bossen verbleven. Na het grazen op de vlakten
trokken de dieren zich ter beschutting en bescher
ming in de bossen terug om te herkauwen en te rus
ten. Bij het trekken werden regelmatig dezelfde pa
den gebruikt.
De instandhouding van de soort gebeurde door na
tuurlijke selectie. De zwakke dieren vielen het eerst
ten prooi aan de jacht van mensen of roofdieren. Ook
bij minder gunstige levensomstandigheden zoals wei
nig voedsel en in de noordelijke streken ook koude,
deed alleen de dieren met voldoende weerstandsver
mogen overblijven.
De paring gebeurde op geheel natuurlijke wijze. De
eertijds in onze streken voorkomende wilde runde
ren kalfden uitsluitend in het voorjaar. De levens
omstandigheden waren dan het meest gunstig. Bronst
kwam alleen in de zomermaanden voor. De melkpro
duktie bedroeg waarschijnlijk slechts enkele honder
den liters.
Het begin van de domesticatie van het rundvee
verliest zich in nevelen van de historie. Met het huis
dier worden zijn de levensomstandigheden van de
runderen in de loop der eeuwen belangrijk gewijzigd.
Het regelmatig aanwezig zijn van voedsel en de be
schutting bij slechte weersomstandigheden heeft in
zekere mate de weerstand tegen moeilijke levensom
standigheden doen afnemen. De selectie op productie
en exterieur heeft een wijziging doen ontstaan in de
vorm en type van de lichaamsbouw.
Onder invloed van de betere levensvoorwaarden
kan bronst gedurende het gehele jaar optreden, het
geen al gedurende eeuwen bij ons rundvee voorkomt.
(Zie verder pagina 14)