Amerikaanse eisen
tot inrichting der
slachthuizen gaan te ver
Aankoop slachtvarkens
in stijgende lijn
WINTERTARWE
geeft meer dan men verwacht
VEE EN VLEES
12
De Commissie Organisatie Slachthuiswezen zal in
een rapport, dat zij binnen enkele weken aan de re
gering hoopt uit te brengen, naar alle waarschijn
lijkheid tot de conclusie komen dat noodzakelijke ra
tionele ontwikkelingen in de Nederlandse vleessec
tor worden belemmerd door de z.g. nadere keuring ex
art. 8 van de Vleeskeuringswet. Intrekking van dat
artikel, zo spoedig mogelijk, zou een goede zaak zijn.
Dit heeft de directeur-generaal voor de voedselvoor
ziening en de visserijen, ir. J. A. P. Franke, zaterdag
17 oktober j.l. op de jaarvergadering van de Neder
landse Bond van Groothandelaren in vlees te Utrecht
meegedeeld.
De heer Franke maakte in zijn toespraak gewag
van de „keiharde realiteit", dat de huidige wettelijke
voorzieningen een duidelijke hinderpaal betekenen
voor een moderne ontwikkeling van het Nederlandse
slachthuiswezen, dat kans moet hebben zich aan te
passen aan de stormachtige ontwikkelingen op 't ge
bied van de afzet van vleesprodukten. De wetgeving
van thans en met name die van de z.g. nadere keu
ring stimuleert het handhaven van keuringskringen
en minder goede slachthuizen en remt het doorvoe
ren van verstandige concentraties van slachthuizen
af. Met de inkomsten van de nadere keuring, zoals
deze door de huidige wetgeving wordt mogelijk ge
maakt. kan men immers het niet-rendabele slacht
huis „in leven" houden. „Wordt het niet de hoogste
tijd om met het systeem van de nadere keuring te
breken?", vroeg ir. Franke zich af.
Bovendien jaagt het huidige systeem de vleesdis
tributie op hoge kosten. Niet alleen de kosten van
de nadere keuring drukken op de vleesprijs, maar
ook het voortdurend omrijden, het wachten op de
keuring, het openen en sluiten van de koelwagens,
e.d., veroorzaken aanzienlijke extra kosten. De dis-
tribuant zal deze kosten niet betalen; producent en
consument krijgen de rekening gepresenteerd.
Een andere conclusie waartoe de Commissie Orga
nisatie Slachthuiswezen in haar rapport zal komen
is, dat de openbare slachthuizen zullen moeten stre
ven naar een gescheiden exploitatie van de vleeskeu
ringsdienst en het slachthuis. Zodoende zal duidelijk
uitkomen of een openbaar slachthuis zich zelf kan
„bedruipen". Voorkomen zal dan kunnen worden dat
de keuringstarieven te hoog worden gesteld om een
nadelig exploitatiesaldo te compenseren. Indien art.
8 zal worden opgeheven, zal er een zekere vrije con
currentie ontstaan tussen openbare en particuliere
slachthuizen; deze vrije concurrentie zal dan niet
meer kunnen worden verstoord doordat openbare
slachthuizen met keuringsgelden kunnen werken.
PROTECTIONISTISCH
De directeur-generaal maakte in zijn rede voorts
gewag van het door velen te protectionistisch ge
noemde E.E.G.-beleid. Ir. Franke meende dat de
Europese Gemeenschap evenzeer kritiek kan hebben
op wat andere landen doen. Onder bepaalde omstan
digheden treft men de uitvoerende landen door kri
tiek te hebben op produkten uit hygiënische of an
dere volksgezondheidsoverwegingen. Het gevaar be
staat dan dat het argument van onvoldoende kwali
teit of onvoldoende zorg wordt misbruikt, om de
Nederlandse vleesexport naar derde landen te be
moeilijken. Door overdreven en zelfs onmogelijke
eisen te stellen is deze uitvoer zeker te hinderen. In
dit verband wees ir. Franke op de kritiek van Ame
rikaanse zijde op de hygiënische inrichting in een
aantal Nederlandse slachthuizen. Afgezien van het
feit dat deze kritiek maar ten dele gefundeerd is,
moet de benadering van de regering van de Ver
enigde Staten van dit probleem naar het oordeel van
ir. Franke volstrekt onjuist worden genoemd. Ameri
ka heeft in zijn wetgeving namelijk vastgelegd dat
indien men vlees of vleesprodukten naar een land
wil exporteren het vee geslacht moet zijn in slacht
huizen die exact en naar de letter van de Ameri
kaanse wet aan dezelfde voorschriften voldoen als in
Amerika geldig zijn.
„De enige juiste bedoeling kan zijn, dat men zeker
heid moet hebben dat de geleverde produkten qua
hygiënische bereiding en voor de volksgezondheid
tenminste even goed zijn als hetgeen binnen de Ver
enigde Staten zelf in het verkeer komt", aldus de
directeur-generaal, „maar dan is het een onjuiste
opvatting te denken dat dit kan worden bereikt door
letterlijk dezelfde voorschriften aan de leverende
landen op te leggen voor de inrichting van slacht
huizen, e.d." Hij noemde zulk een opvatting niet al
leen onjuist, maar voor het internationale handels
verkeer gevaarlijk. Het is z.i. onzindelijk te verlan
gen dat in ieder land de verwerking van vlees op
dezelfde wijze plaats vindt.
ONTWIKKELING SLACHTHUISWEZEN
Over de 160 op dit moment in Nederland werkende
openbare en particuliere slachthuizen, zei ir. J. A. P.
Franke tenslotte, dat bij de verdere ontwikkeling
niet alle levensvatbaar zullen kunnen zijn. Het is in
het belang van alle betrokkenen dat er in de toe
komst een verdere concentratie van het Nederlandse
slachthuiswezen plaats vindt. Of er over twintig jaar
nog 15 slachthuizen zullen zijn, dan wel 80, daarover
durfde ir. Franke nog geen voorspelling te doen.
„Van de huidige 160 zal er echter een belangrijk aan
tal afvallen", zo meende hij, eraan to^oegende, dat
overigens de grootte van een slachthuis van vele
omstandigheden afhankelijk is.
Zijn betoog afrondende wees ir. Franke nog eens
op het grote belang van de vleeshandel voor ons land.
In 1969 voerde Nederland voor plm. 1,7 miljard gul
den aan vlees en vleesprodukten uit, tegenover een
invoer van plm. 300 miljoen gulden (export-saldo
1,5 miljard gulden). De Nederlandse produktie van
vlees en vleesprodukten had in 1969 een waarde van
rond 3,5 miljard gulden.
aribo
In de Openbare vergadering van het Produktschap
voor Vee en Vlees werd door de voorzitter Mr. F. G.
van Dijk opgemerkt, dat voor slachtvarkens de prijs
notering al weken achter elkaar gelijk ligt. Bij een
steeds stijgende lijn in het aanbod van slachtvarkens
kan dit dus geen ongunstig verschijnsel worden ge
noemd.
We kunnen echter wel constateren, dat er in de
prijzen spanningen zijn waar te nemen.
Het is dan ook niet uitgesloten, dat de prijzen van
de slachtvarkens terug zullen lópen.
MARKTSITUATIE
Het aanbod van slachtvarkens bedroeg in de week
van 28 september3 oktober 175.000 stuks. In dezelf
de week werden ongeveer 10.000 levende varkens ge
ëxporteerd.
De produktie van slachtvarkens zal voorlopig blij
ven stijgen.
Totaal bedroeg in de week van 5 oktober9 oktober
de export van levende en geslachte varkens ruim
48.000 stuks. De export van onderdelen zoals hammen
bedroeg 504 ton, schouders 398 ton, carbon-aden 312 ton
en van buikspek 572 ton.
Onze afzetmogelijkheden zijn dan ook momenteel
goed te noemen. In de gewichtsklasse 6880 kg noteer
den de inkoopcombinaties in de periode 14 september
18 oktober (dus 5 weken) ƒ2,84 per kg en incl.
BTW 2,95.
De groothandelsprijzen van de onderdelen zijn de
laatste weken dalende. In onderstaande weken waren
de noteringen als volgt:
14-19 september'70 12-18 oktober'70
Poothammen
Schouders
Ribben
Buikspek
3,80—3,85
3,40—,, 3,50
5,155,30
3,30—,, 3,40
3,55—3,65
2,90—,, 3
4,60—,, 4,80
3,10-,, 3,20
Van schouders en ribben zijn de prijzen in oktober
belangrijk lager dan in september.
De spekvoorraden die de laatste weken slechts wei
nig zijn toegenomen, bedragen ruim 3000 ton. Maan
delijks ligt het aantal zeugendekkingen vanaf april
tot en met augustus boven de 100.000.
In de maand augustus was het aantal dekkingen
hoger dan ooit te voren, namelijk 112.300. Het aantal
dekkingen bedroeg een jaar eerder in dezelfde maand
85.700. In de maand augustus zijn dus 26.600 zeugen
meer gedekt dan in dez?lfde maand van 1969.
De Adviescommissie van het Produktschap is ook
van mening, dat de varkensprijzen momenteel iets
minder vast zijn.
De prijzen van de biggen zijn dalende. De prijs voor
biggen bedraagt ongeveer 80,Op de buitenlandse
markten liggen de noteringen in de varkenssector ook
lager, vooral in Italië. Het bestuurslid de heer Hom
burg was van mening, dat aan een verdere prijsdaling
in de varkenssector niet is te ontkomen.
Hoeveel deze vermoedelijke prijsdaling in geld uit
gedrukt zal zijn, is niet te voorspellen.
Vervolgens merkte spreker op, dat het slachtge-
wicht van de varkens momenteel iets lichter is dan
twee maanden geleden. Het bestuurslid de heer Loefs
was van mening, dat er toch zo hier en daar wel
varkens zijn blijven liggen.
Brussel ziet de besprekingen over de toekomst van
de varkensprijzen als een moeilijk probleem.
Reeds is geregeld de prijzen met restituties te be
geleiden.
In augustus is namelijk een begin gemaakt met het
vaststellen van de restituties. Deze zijn van kracht
tot 1 november a.s. Mondeling is toegezegd, dat deze
restituties gehandhaafd zullen blijven en vermoede
lijk ook hoger zullen worden.
SLACHTVEEMARKT
De gemiddelde prijzen van het rundvlees zijn in de
EEG de laatste weken dalende.
In de week van 5 tot 10 oktober bedroeg de gemid
delde marktprijs in de EEG 246,99 en in Nederland
230,36.
Nederland heeft de laagste marktprijs in de EEG en
Italië de hoogste namelijk 273,85.
Bij import is de heffing op 75 vastgesteld. Het
aanbod van slachtrunderen is in 1970 hoger dan in
het voorgaande jaar. De export van rundvlees is de
laatste tijd iets toegenomen.
In de komende weken zal er wel een zekere uit
stoot van runderen komen. De Adviescommissie is
echter van mening, dat er geen extra aanbod van run
deren deze herfst te verwachten is.
De prijzen van de vette kalveren bewegen zich in
een stijgende lijn. Den Bosch noteerde in de week
van 510 oktober ƒ3,55ƒ4,15 en Barneveld in de
week van 1218 oktober ƒ3,60ƒ4,10 per kg levend
gewicht.
Nederland exporteerde in de week van 59 oktober
2162 ton kalfsvlees. De grootste afnemers van het
kalfsvlees waren West-Duitsland (891 ton) en Italië-
(981 ton).
SLACHTVERBOD (DRACHTIGE OOIEN 1967)
In de vergadering van het Produktschap kwam de
vraag naar voren of de Verordening Slachtverbod
Drachtige Ooien 1967 nog steeds gehandhaafd dient te
worden. Genoemde verordening is jaarlijks de eerste
vier maanden van kracht. Er waren namelijk in deze
periode nogal eens klachten, dat éénjarige drachtige
schapen in verband met de hoge slachtwaarde, wer
den verkocht voor de dood. Bij jonge ooien is de
drachtigheid alleen in de laatste 3 a 4 weken te con
stateren. Het slachtverbod is ook in andere Commis
sies een onderwerp van bespreking geweest.
Deze Commissies waren allen van mening, dat het
slachtverbod niet veel zin heeft. Het bestuurslid de
heer De Veer merkte op, dat reeds in 1969 in het
Produktschap genoemde verordening is besproken.
Spreker kan de mening van de verschillende diensten,
genoemd in de nota hierover van het produktschap,
wel delen. Z.i. is de verordening slachtverbod drach
tige ooien overbodig en dient dus opgeheven te wor
den. Het bestuur was het unaniem met deze ziens
wijze eens.
S.
VIJF ZUIVELFABRIEKEN GAAN DICHT
Vijf zuivelfabrieken, die deel uitmaken van het „Co-
berco-Verband" worden op 1 januari 1971 gesloten. Dit
heeft het bestuur van het „Coberco-Verband" bekend
gemaakt. Het zijn de fabrieken in Laren (Gld.) die zeven
miljoen kilogram melk per jaar verwerkt, die in Grams-
bergen en Nieuw-Leusden die samen 15,5 miljoen kilo
per jaar verwerken, die in Dinxperlo met een capaciteit
van acht miljoen kilogram en die in Vorden met even
eens een capaciteit van acht miljoen kilogram melk per
jaar. De ruim 38,5 miljoen kilogram melk zullen na 1
januari door Coberco-bedrijven in de buurt van de op
te heffen fabrieken worden ontvangen. Met de beperking
wil men de kosten verlagen.
Coberco, in 1965 ontstaan door samenvoeging van drie
bedrijven (Deventer, Lochem en Zutphen) nam in het
laatste jaar de exploitatie van dertig bedrijven in dorpen
in Gelderland en Overijssel over. Het aantal aansluitin
gen neemt nog steeds toe. De opheffing van meer zuivel
fabrieken in beide provincies valt te verwachten, zo zei
het bestuur.