Het oogsten van knolselderij Groenteteelt in de volle grond DINGEN VAN DE WEEK 6 C. J. v. d. VEN B. P. MEELDIJK Cons. v. d. Tuinbouw Barendrecht KNOLSELDERIJ verdraagt geen vorst, daarom moeten de knollen gerooid zijn voordat de vorst invalt. In sommige jaren bestaat er van de zijde van de groentedrogerijen belangstelling voor het knol selderij blad. Het afplukken van een gedeelte van de groene bladeren kan zonder bezwaar geschieden wanneer de knollen vrijwel volgroeid zijn. Wordt het blad te vroeg in de herfst geoogst dan zal dit een regelmatige ontwikkeling van de knol verstoren, waardoor de kg-opbrengst lager zal zijn. Voorts dient men er rekening mee te houden dat door het oogsten van het blad de knollen hun natuurlijke bescherming tegen nachtvorst voor een gedeelte verliezen. Meest al wegen de voordelen niet op tegen de nadelen. UOE het produkt wordt geoogst kan afhangen van de bestemming van de knollen. Deze bestem ming kan zijn: a. Langdurige bewaring, waarbij de knollen worden opgezet in een warenhuis en in februari of maart met een pruikje loof worden verkocht (tuinders teelt) b. kortere bewaring aan hopen, in schuren of cellen; c. directe levering aan goentedrogerijen. Voor de onder a genoemde bestemming wordt nog wel met de hand gerooid, omdat de knollen dan vrij wel onbeschadigd uit de grond komen. Tijdens de bewaring gaan stoot- of kneusplekken in het gunstigste geval verkurken. Niet zelden zijn deze plekken echter oorzaak van rotting van de knol len. Voor deze langdurige bewaring is ihet machinaal rooien nog niet ideaal. Arbeidsbesparing kan worden verkregen door de planten met een lichter los te rij den. Daarna worden de knollen uit de grond getrok ken en geheel of gedeeltelijk van het loof ontdaan, terwijl ook van de wortels een groot deel wordt af gesneden. KNOLSELDERIJ welke niet of slechts voor korte tijd bewaard wordt, kan worden gerooid met behulp van een bietenrooier. Bij het machinaal rooi en van op contract geteelde knollen dient men reke ning te houden met de afleveringseisen die in het contract staan vermeld. Daarin worden onder meer de volgende eisen gesteld: OOK NEDERLAND NU BIJDRAGE IN KOSTEN HAGELSCHADEVERZEKERING Nu de Commissie van de Europese Economische Gemeenschappen Frankrijk inmiddels heeft toege staan de steun aan de Franse fruittelers in de vorm van een subsidie op de kosten van verzekering tegen hagelschade te handhaven, zal minister ir. J. P. Lar- dinois ook in ons land met een subsidie in deze kos ten de moeilijkheden van de fruittelers verlichten. Destijds zegde minister Lardinois n.l. toe dat, indien de Franse regeling zou worden gehandhaafd, ook in ons land een overeenkomstige tegemoetkoming voor de fruittelers ingevoerd zal worden. De tegemoetko ming zal in 1970 16 van de premie der verzekering tegen hagelschade bedragen. In overleg met het be treffende bedrijfsleven zal deze regeling op korte ter mijn worden uitgewerkt. Zodra de praktische uitwer king is afgerond, volgt nadere bekendmaking van de regeling. 1. de knollen moeten praktisch vrij zijn van in- of uitwendige gebreken; 2. de knollen moeten praktisch vrij zijn van roest (bedoeld wordt schurft); 3. de doorsnede van de knollen moet tenminste 8 cm bedragen; 4. de knollen moeten vrij zijn van blad; 5. de knollen moeten vrij zijn van wortels, grond en vuil; 6 de knollen moeten vrij zijn van beschadiging, met name ook wanneer machinaal wordt geoogst. De punten 1, 2 en 3 worden niet beïnvloed door het mechanisch rooien. De punten 4, 5 en 6 hebben wel met de methode van het rooien te maken. VOOR het rooien van de knollen worden de vol- gende rooimachines gebruikt: '1. de eenrijige bietenrooiers, zoals Vicon, Stoll, Klei ne en Schmotzer. Deze machines werpen de knol len op een meerijdende wagen of op hopen op 'het veld; 2. de zesrijige bietenrooiers, zoals Volvo en Herriau, waarbij 12 rijen knollen op een langszwad wor den gelegd. Later worden de knollen met een op- raper op wagens gedeponeerd. Voorwaarde bij deze methode is dat de planten in het voorjaar ook met een zesrijige plantmachine zijn geplant. (Zie verder pag. 12) |W\ET meer dan gewone belangstelling hebben we vorige week de berichten gevolgd die kwamen uit de vergadering van de Europese commissie in Brussel. Die belangstelling gold niet direct-de vis waarover veel en langdurig is gesproken, maar wel de fruitteelt en het optreden van de Europese com missie tegen de nationale fruitsubsidies. Het was bekend dat de EEG-landen op verschillen de wijzen subsidies verlenen ten behoeve van de nationale fruitteelt. Vooral het optreden van Frank rijk en Italië in dezen is in ons land een voortduren de bron van kritiek. Door dé wijze waarop vooral Frankrijk de fruitteelt en fruitafzet heeft gesubsidieerd en nog subsidieert, is de zeer ongelijke concurrentie verhouding binnen de EEG ontstaan en zitten wij nu diep in de put wat de afzet betreft. Bij de protesten die uit de fruittelerskringen het vorig jaar naar voren werden gebracht stonden deze buitenlandse subsidies centraal. Er is toen soms een welles nietes spelletje opgevoerd tussen de minis ter en de organisaties. We mogen echter vaststellen dat sindsdien minister Lardinois voortdurend in Brus sel heeft gesproken over het kwaad van de nationale subsidies. En dat hij ook maatregelen heeft geëist. Hij heeft in Brussel zeer nadrukkelijk gesteld dat er oneerlijke concurrentie plaats vindt wanneer er na tionale subsidies worden verleend. Dat onze minister daarbij het gelijk aan zijn kant heeft gevonden blijkt uit de berichten die vorige week uit Brussel kwamen. Alle EEG-landen behalve Neder land blijken in de een of andere vorm subsidie aan de fruitteelt te hebben gegeven. Nederland heeft dus niet ten onrechte dit kwaad aan de kaak gesteld. Vo rige week zijn er vanuit Brussel brieven gegaan naar alle EEG-landen over deze nationale subsidies en de regeringen is gevraagd binnen 3 weken hun reacties kenbaar te maken. De Europese commissie heeft de steunmaatregelen voor de fruitteelt ingedeeld in drie categorieën en verder medegedeeld welke maatrege len verboden zijn, welke onder bepaalde omstandig heden zijn toegestaan en welke steeds zijn toege staan. In totaal staan er 74 maatregelen op de lijst van de Europese commissie. Het kwaad van de na tionale subsidies in de fruitteelt heeft dus wel een zeer grote vorm aangenomen! Op de Nederlandse subsidielijst komen er 5 voor. Maar deze staan alle in de groep van de toegestane subsidies! VA/AT de verdeling van de nationale fruitsubsidies v in groepen betreft staan er niet minder dan 39 in de groep waarin de steunmaatregelen voor produk- tie en afzet zijn ondergebracht. Deze maatregelen voor produktie en afzet zijn weer onderverdeeld in groe pen, Tn totaal nief minder dan 11 en hiervan zijn er 7 volgens het EEG-verdrag altijd verboden. Daaronder valt o.m. directe steun voor verpakking en sorteren en verder aanplantsubsidies, behalve een reeds ten behoeve van Italië gemaakte uitzondering die geldt tot 1 mei van het volgend jaar. Het is dus nog al wat wanneer er 39 maatregelen staan op de lijst van verboden subsidies en wanneer men ziet dat Nederland niet voorkomt op deze lijst. Onder bepaalde voorwaarden zijn toegestaan o.m. verzekering tegen natuurrampen, subsidie aan telers organisaties en rooipremies. De laatste moeten steeds met een verbod tot wederinplant gepaard gaan, ter wijl in geval van steun aan telersverenigingen het erop neer komt of de organisatie de bevordering van de concentratie van het aanbod ten doel hebben. Zo niet dan dienen de steunmaatregelen als onverenig baar met het verdrag beschouwd te worden. In dit speciale geval is de aanpassingstermijn één jaar. In de tweede groep staan 23 subsidiemaatregelen die worden aangetroffen op het gebied van de opslag en het verpakken en verzenden van vers fruit, de ver werking van fruit en de commercialisatie. De com missie heeft enkele kriteria opgesteld waaraan deze soorten steunmaatregelen moeten voldoen en waar aan de steunmaatregelen voor 31 december van dit jaar moeten worden aangepast. Telersorganisaties ne men wat dat betreft in Brussel een grote plaats in en gezegd wordt dat de steun voor bevordering van de afzet via deze groepen verleend zal moeten worden. Dit is toegestaan mits de begunstigde ministens de helft van de kosten zelf draagt. In de derde groep van steunmaatregelen vermeldt de commissie vier soorten steun, die verleend worden voor het handhaven of uitbreiden van de afzet via de handel: steun voor reclame, voorlichting van consu menten, het deelnemen aan tentoonstellingen en jaar beurzen en markt-onderzoek. Om in overeenstemming te zijn met de bepalingen van het verdrag is steun niet toegestaan wanneer utisluitend voor het eigen nationaal produkt reklame wordt gemaakt. Wel mag dat gebeuren voor een regionaal bekend produkt. TEGELIJKERTIJD heeft de commissie brieven ge stuurd betreffende twee bijzondere gevallen van steunverlening in Duitsland en in Frankrijk. In het Duitse geval gaat het om een compensatie van de invloed van het monetaire beleid van de regering in 1969. De commissie is van mening dat deze steun, zoals zij door de Duitse regering verleend is, onver enigbaar is met de gemeenschappelijke markt. Ze wil echter rekening houden met de overwegin gen welke de raad deden besluiten in december 1969 maatregelen als gevolg van de revaluatie van de Duit se mark vast te stellen en laat de zaak verder rus ten. De commissie is evenwel van mening dat het om buitengewone gevallen gaat die in geen geval als precedenten kunnen worden beschouwd. In het Franse geval betreft het de steun voor de commercialisatie van bepaalde hoeveelheden Golden Delicious-appelen. Deze steun welke eveneens on verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt, is pas aan de commissie, op haar verzoek, meegedeeld nadat hij aan de ontvangers was toegekend. In haar brief dringt de commissie er bij de Franse regering op aan alles in het werk te stellen om in het vervolg het verdrag na te leven. De commissie behoudt zich echter het recht voor alle geëigende middelen aan te wenden om de aan dacht van de betrokkenen te vestigen op de rechts toestand, welke er voor hen zou ontstaan door het toekennen van steun, als deze in strijd zou blijken met de bepalingen van het verdrag. \A/E zijn deze week wat uitvoerig ingegaan op het- geen uit Brussel werd bekendgemaakt. We achten het van grote betekenis dat op deze manier aandacht is besteed aan de nationale subsidies voor de fruitteelt. Het blijkt dat er inderdaad reden is voor de Nederlandse verontrusting over deze gang van za ken. Dat we als Nederlandse fruittelers een grote ach terstand hebben gekregen door de concurrentie-ver- valsende maatregelen in het buitenland staat vast. We hopen dat dit voor onze regering aanleiding zal zijn om maatregelen te nemen om een deel van dit on recht nog goed te maken. De enorme kapitaalverlie zen die de fruitteler lijdt, zijn voor een groot deel het gevolg van dit verkeerde buitenlands beleid dat nu aan de kaak is gesteld. Hieraan zal tegemoet geko men móeten worden. Ook een betere bedrijfsbeëin- digingsregeling is belangrijk en verder verbetering van de overbruggingsfinanciering voor het perspec tief biedende bedrijf. Nu onomstotelijk door Brussel is naar voren ge bracht dat er in alle landen behalve Nederland voor de fruitteelt subsidies zijn verleend die niet door de beugel kunnen, zal dat een sterk wapen zijn in de hand van minister Lardinois om de gevolgen van het Nederlandse beleid ten opzichte van het buitenland, voor onze ondernemers te verzachten. Het is te hopen dat het beleid van Brussel tot ge volg zal hebben dat er een eind komt aan de verbo den nationale subsidies. Ze worden gegeven en ze zijn mede de oorzaak van de moeilijkheden in de fruitsektor. Met belangstelling wachten we af wat er verder gaat gebeuren. Voor velen zal het dan overi gens al te laat zijn!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1970 | | pagina 6