UIT DE PRAKTIJK Aardappeloogst ver gevorderd Voor Thoolse aardappelpool (nog) weinig belangstelling Brabantse aktiviteiten Elk jaar is weer anders Korrelmaisoogst begonnen 3 Hoewel we ook op ZUID-BEVELAND vrij laat aan de aardappeloogst zijn begonnen, zijn we door het gunstige weer er in geslaagd om rond 1 oktober toch het overgrote deel van de oogst geborgen te hebben. Het is echt wel in een snel tempo gegaan. Per polder of gebied zijn er nog wel enige verschillen, maar hooguit zat er in het begin van de week nog 10 a 15 in de grond. De opbrengsten vallen overal mee. De kwaliteit, in dit geval de vorm van de knollen, laat op vele percelen te wensen over. Grote tarra- percentages zullen hier het gevolg van zijn. De door was is veelal hiervan de oorzaak. Bij het rooien was het te langzaam afsterven van het aardappelgewas een groot probleem. Voor de doorwas moest men wel rooien, voor het loslaten van de knollen moest men eigenlijk wachten. Veelal is men toch tijdig begonnen, waarbij nogal eens wat knollen aan het loof bleven zitten en dan verloren gingen. Ook het vervellen gaf hier en daar nog wat moeilijkheden. Te vroeg toedienen van een conser veringsmiddel is in zulke partijen ongewenst. Als men andere couranten mag geloven zou men het idee kunnen krijgen dat we een goede suikerbie- tenoogst kunnen verwachten. Wij hopen van ganser harte dat ze gelijk krijgen. Het is echter zo dat in het algemeen de boeren van Zuid-Beveland over de te verwaahten opbrengst pessimistisch zijn gestemd. De eerste opbrengsten vallen tegen en op een te groot aantal percelen is zelfs nu, na de vele regen, vrijwel geen nieuwe groei meer te zien. Gewichtstoe name is dan nog moeilijk te verwachten. Nu ja, over een week of zes zullen we het zeker weten. Op vele bedrijven heeft men in de afgelopen pe riode al kans gezien om flinke kuilen met bietenkop pen en -blad bijeen te brengen. In ieder geval is zo al een deel van het wintervoer veilig gesteld. Tot nog toe is er nog weinig haast gemaakt om wintertarwe in te zaaien. Op de meeste bedrijven wil men liever wachten tot na 10 oktober. Er is veel be langstelling voor het nieuwe ras Lely, verder zal Manella wel de grootste oppervlakte voor zijn reke ning nemen. aarnaast nog wat andere rassen als Caribo, Joss Cambier en Norda. De aktiviteiten in kringen en afdelingen beginnen weer langzaam op gang te komen. De leden van de kring Oost- en Midden-Brabant kwamen bij elkaar om geïnformeerd te worden over het praktijkonder wijs aan de praktijkschool voor pluimveeteelt en de varkenshouderij te Horst. De belangstelling voor het praktijkonderwijs is groot en vooral de varkenshou derij trekt veel belangstellenden. De goede prijzen in het recente verleden hebben de uitbreiding van de varkenshouderij in Brabant weer sterk gestimu leerd. Brabant had zich in de loop der jaren toch al ontwikkeld tot de provincie met de grootste varkens stapel. Het nieuwe varkensproefbedrijf in Sterksel zal er mede voor moeten zorgen dat de zeugenhou der ij en varkensmesterij op de bedrijven zo goed mo gelijk kan worden opgezet. Onderzoek naar verschil lende methoden van verzorging en nieuwe systemen in de varkensmesterij en zeugenhouderij kan hierbij van belang zijn. In de kring „Langstraat" wordt momenteel de voor lichting over de ruilverkaveling intensief ter hand genomen. Na een aantal voorlichtingsavonden in de streek vond op 1 oktober de informatieve vergade ring plaats. De vergaderingen werden over het alge meen goed bezocht en velen zijn met vragen geko men waardoor het nut van deze uitgebreide infor matie tot nu toe werd onderstreept. Voordat de stemming zal plaatsvinden, waarschijn lijk half december, kan men zich nog informeren op zitdagen die in het gebied zullen worden gehouden en waarover U elders meer kunt lezen. In het algemeen houdt men zich in de kringen bezig met het programma voor het komende winter seizoen. In de kring Altena-Biesbosch heeft het kring- bestuur plannen uitgewerkt voor de opzet van twee discussiegroepen naar aanleiding van de teleac-cur- sus „Onze landbouw nu en straks". Zowel voor de akkerbouwers als voor de veetelers hoopt men tot de opzet van enkele interessante avonden te komen. Aangezien het hier discussiegroepen betreft zal dit ook veel van de deelnemers zelf afhangen. Men kan zich hiervoor opgeven bij de kring- en afdelings secretaris, een opgaveformulier en nadere mededelin gen over het programma kan men binnenkort ver wachten. Van de jongeren zijn de eerste aanmeldin gen reeds binnen. DEN deel van Westelijk Noord-Brabant wordt ge- confronteerd met de procedure van aanleg van een pijpleidingstraat. Het aantal leidingen in dit ge bied wordt langzamerhand zó groot dat ordening op zijn plaats lijkt. In een strook grond, die 200 a 100 m breed wordt, zullen een aantal leidingen worden ge legd met een minder hoge grondbedekking. De re gering voelt in principe voor aankoop van een der gelijke strook maar onteigening voor dit doel is niet mogelijk via de onteigeningswet. Via een nog aan te nemen Nutswet gaat dit wel. De 'hiervoor benodigde stukken liggen thans op de betreffende gemeente huizen ter visie. Verwacht wordt dat verschillende aanpassingswerken nodig zijn en dat beperkt agra risch gebruik mogelijk blijft. Het Landbouwschap stelt in een aantal voorlichtingsbijeenkomsten de vraag aan de orde of deze vérgaande consequenties wel nodig zijn. Zij vraagt zich af of de tot nog toe gevoerde procedure van het leggen van leidingen kan worden gehandhaafd. Daarbij werd een zakelijk recht aan de pijpleggende instantie verleend, die als tegen prestatie bepaalde vergoedingen betaalde. Het Land bouwschap vraagt zich af of op deze wijze een beter grondgebruik mogelijk is dan na onteigening met alle doorsnijdingen van dien. Anderzijds zal het agra risch gebruik in de praktijk misschien zodanig tegen vallen, dat het weinig zin heeft om deze grond in ge bruik te nemen. De suggestie, op een van de voor lichtingsbijeenkomsten naar voren gebracht, om op beperkte schaal te ruilverkavelen zou misschien de beste oplossing bieden. Met de septembermaand is ook het mooie weer vertrokken. Door de THOOLSE en PHLIPLANDSE aardappelteler is het gunstige weer goed benut om zoveel mogelijk aardappelen in de cellen te krijgen. Goed georganiseerde aardappelcombinaties hebben hun nut weer afgeworpen. We hoorden van dagcapa citeiten van dergelijke combinaties met een twee- rijige rooier tot 4 iha. De dagen zijn dan wel wat lang, maar het aantal benodigde rooibare dagen wordt dan tot het minimum beperkt. En het lijkt erop dat dit ook dit jaar weer nodig is. Hoewel er al diverse telers klaar zijn, viel het ons bij nadere oriëntatie toch op dat in onze streek hier en daar nogal wat aardappe len gerooid moeten worden. Misschien een gevolg van het late doodspuiten. We hopen echter niet dat zal blijken dat die laatste kilo's wel eens erg duur kunnen worden. Naar schatting is momenteel (5 okt.) 75 van de aardappelen gerooid. De opbrengsten zijn over het algemeen goed, doch' niet buitengewoon hoog. Wanneer het hoge uitvalspercentage van de totale kilogramopbrengst is afgetrokken zal ons in ziens geen abnormaal grote hoeveelheid consumptie aardappelen beschikbaar komen. We vernamen dat via de Thoolse veilingen weer geprobeerd wordt een pool voor late aardappelen van de grond te krijgen. Blijkbaar is er bij de telers hiervoor alleen maar belangstelling als de prijzen laag zijn en de afzet niet best loopt. Men zoekt dan De werkzaamheden aan de aardappel- en de uien- oogst zijn op WALCHEREN al flink gevorderd. We hebben een aantal rooibare dagen zeer goed kunnen benutten door alle beschikbare machines en man kracht in te zetten. Om zo efficiënt mogelijk te wer ken blijkt nu wel dat we op elkaar zijn aangewezen. Door samenwerking bij aanschaf en/of gebruik van machines èn de inbreng van mankracht is het moge lijk tot zeer hoge dagprestaties te komen. De nood zaak hiertoe komt steeds meer tot uiting. Het aantal werknemers is op de bedrijven in ons gebied zeer sterk geslonken. Slechts enkele grotere bedrijven hebben nog één, hoogstens twee „vreemde" arbeids krachten. We voorzien nog een steeds verdere af vloeiing van werkers in de landbouw. In de eerste plaats door de bedrijfsbeëindiging van hen die over wegend de wat kleinere bedrijven beheren. Maar ook vele ouderen gaan er mee stoppen en hebben geen opvolger meer. Jongeren die nog als opvolger aan gemerkt konden worden blijken oók een andere werkkring te prefereren. We zijn benieuwd hoeveel er in 1980 nog in de landbouw in ons gebied zullen werken. Een voorspelling hierover is moeilijk en vereist nogal wat nadere studie. De konklusie moet in ieder geval wel zijn dat degenen die over zullen blijven de bereidheid zullen moeten opbrengen tot vérgaande samenwerking met kollega-overblijvers. Dit zal van deze overblijvers vooral ook moreel een zeer grote aanpassing vergen. De jongeren van 15 25 jaar van nu die mogelijk in de eerstvolgende 10 Het mooie zomerse weer van de 2e helft van sep tember zette zich niet voort in oktober. Regen in de eerste week van deze maand is de oorzaak geweest dat er op SCHOUWEN-DUIVELAND geen oogstwerk is verricht t.a.v. aardappelen en uien. Momenteel kun nen we stellen, dat er 90 van de aardappelen ge rooid zijn. Van de uien liggen er nog heel wat per celen gerooid op 't land. Enkele percelen staan nog vast. Over de opbrengst van beide genoemde produk- ten is reeds geschreven. Gaarne hadden we hier gun stige prijzen aan toe willen voegen, maar dit is mo menteel nog taboe. Hopelijk verandert dit in gunstige zin, evenals 't weer," zodat de oogst onder gunstige omstandigheden geheel afgerond kan worden. Boven dien zou dit gunstig zijn t.a.v. de suikerbietenoogst. Deze verloopt gestadig, onder natte omstandigheden natuurlijk met beperking. Aantasting van vergelings- ziekte is toch beperkt gebleven tot enkele plekken. Over schade van betekenis kunnen we dan ook niet spreken. Over 't algemeen zien we veel kleine bieten zodat we eigenlijk moeilijk aan kunnen nemen, dat we zijn toevlucht bij de veiling waar men lid van is en die dus op dit terrein ook maar eens wat moet pres teren! Wanneer echter deelname aan een aardappel- pool wordt gevraagd in een jaar met vlotte afzet en hoge prijzen blijkt er geen belangstelling. Voorwaar geen prettige taak van de veilingen om zo je leden te moeten dienen. Graag willen we deze keer aandacht schenken aan een bedrijfstak die doorgaans in deze rubriek niet zo dikwijls genoemd wordt, n.l. de rundveemesterij. De resultaten van deze bedrijfstak zijn de laatste jaren niet best geweest, maar momenteel hebben de prij zen wel een abnormaal dieptepunt bereikt. Speciaal de vetweiderij geeft de laatste jaren en dit jaar in •het bijzonder miserabele resultaten. Menig vet rund gaat voor minder geld de wei uit dan dat het er in het voorjaar inging. De vooruitzichten voor het mes ten op stal zijn ook niet best, vooral niet als we be denken dat we stro van 110,hooi van 175, en bietenblad van 10,per ton daarbij moeten ge bruiken. Hoewel we (als we dat nu aan kunnen schaffen) uitgaan van goedkoop mager vee, zullen de rundvleesprijzen toch heel wat moeten stijgen, wil len de arbeidsuren aan deze zaak besteed redelijk betaald worden. Bij dit alles vragen we ons met zorg af, hoelang we nog op de voorspelde gunstige per spectieven voor de vleesproductie moeten wachten jaar boer zullen worden, dienen zich dat nu al goed te realiseren. Na deze misschien voor velen wat sombere bespie gelingen weer terug naar de praktijk, hoewel we nog wel even willen stellen dat genoemde bespiegelingen ook van de praktijk zijn afgeleid. Tot op heden is er nog vrijwel geen wintertarwe gezaaid. Er moesten nog verschillende andere ook noodzakelijke werkzaamheden gebeuren. Dit oogst jaar is wel gebleken dat de vroegstgezaaide vorig na jaar niet de beste opbrengst gaf. Anderzijds dienen we ons ook wel te realiseren dat een late zaai zoals vorig jaar ook niet altijd goede resultaten geeft. Vo rig jaar zat er zeer lang „groei" in de grond. Hoe of het dit najaar zal zijn moeten we maar weer afwach ten. Wanneer we op de normale tijd kunnen zaaien hebben we de meeste kans op het beste resultaat. Elk jaar is toch weer anders. Van de bietenopbrengsten valt nog weinig te zeg gen. De belangstelling voor veel vroege levering lijkt niet erg groot. De praktijk verwacht kennelijk nog een flinke groei. Het suikergehalte is nog niet di- rekt zo om over naar huis te schrijven. Dit najaar is op Walcheren het eerste perceel op praktijkschaal behandeld met D.D. ter bestrijding van het bietencystenaaltje. Er blijkt hiervoor in ons ge bied nog weinig belangstelling te bestaan. Toch zagen we afgelopen groeiseizoen nogal wat „slapende bie ten". dit jaar de hier normale kg-opbrengst zullen halen. Het zaaivoorploegen staat weer voor de deur. Een tamelijk grofkruimelige, goed bezakte bouwvoor is 't ideale zaaibed voor wintertarwe. Hierop is 't moge lijk ondiep te zaaien, zodat de tarwe een krachtig wortelgestel kan vormen en daardoor goed bestand is tegen 't optreden van kiemschimmels en aantasting door voetziekten. Bovendien blijkt na iedere vorstperiode, dat tarwe met een krachtig wortelgestel beter tegen de vorst bestand is en zich gemakkelijker herstelt. T.a.v. de te zaaien rassen kunnen we wel aannemen dat de rassen Manella en Jos Cambier 't meest gebruikt zullen wor den. Het eerste perceel korrelmais is hier geoogst. Het vochtgehalte was 37 Het combinen verliep vlot en 't produkt was goed. Vele percelen moeten nog vol gen. Zeer belangrijk is dat men 't vochtgehalte laat bepalen alvorens over te gaan tot combinen om teleur stelling te voorkomen, zowel t.a.v. de kwaliteit (breuk) als van de droogkosten.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1970 | | pagina 5