Varkens houderij gaat moeilijke tijd tegemoet WIJ MAKEN U ATTENT Rond de Schelde KORTE WENKEN 19 CCHRIJVEN over de situatie op de varkensmarkt is in zoverre een riskante bezigheid, dat men al tijd kritiek uitlokt. Is men optimistisch over de prijs ontwikkeling op korte of lange termijn, dan vraagt de praktijk of men soms aandelen in een voederfabriek heeft en de statistici vragen of men geen cijfers kan lezen. Wie pessimistisch is, kan rekenen op verwijten van de toeleverende en afnemende industrie. Want de eerste heeft belang bij veel varkens omdat men dan meer verkoopt. En de slachterijen zien wel graag een groot aanbod, omdat een lage inkoopprijs hun win sten bij uitvoer van vlees en vleeswaren vergroot. Hoe moeten deze zaken van de kant van de boer be zien worden? DE GROEI IS INDERDAAD ZEER STERK FNKELE weken was „de onwrikbare drie gulden", de gemiddelde prijs voor de slachtvarkens. In tussen is die prijs dan toch losgewrikt en wel in neer waartse richting! Op de veemarkten kwam men la ger en sinds half september zitten de inkoopcombi naties allemaal er beneden. Veel lager zal men voor lopig wel niet zakken, maar op den duur is dat wel waarschijnlijk. De prijsdaling is vooral pijnlijk voor die mesters welke zeer dure biggen hebben gekocht. Zij zullen thans een ronde afmaken zonder verdiensten want bezien wij de kostprijsberekeningen van het L.E.I., dan blijken de kostprijzen per kg geslacht zó dicht bij de 2,90 te liggen, dat een prijs beneden de drie gulden in feite geen winst meer geeft. Wèl naiuurnjK. nog arDeiasmKomen ais aues reaenjK ver loopt. Per 1 augustus j.l. telde het C.R.S. 6.157.000 var kens in ons goede vaderland en een jaar eerder wa ren dat er 5.034.000. De stijging zit in alle groepen: biggen bij de zeug, varkens tot 50 kg, mestvarkens vanaf 50 kg, gedekte zeugen, zeugen bij de biggen en vooral ook bij de fokvarkens vanag 50 kg. Omdat de biggemarkt invloed van aanbod uit het buitenland ondervindt (waar de prijzen eveneens ge daald zijn) kan het niet anders of ook voor de fok kers is de gulden tijd voorbij. OVERPRODUKTIE MEN kan zich afvragen of er een overproduktie is of niet. De heer Homburg stelde dit aan de orde in een vergadering van het Produktschap voor Vee en Vlees n.a.v. de vraag of de slachtcapaciteit in ons land wel groot genoeg was om de produktiegolf op te vangen. Nu is de uitspraak „geen varken blijft ongeslacht liggen" een slechte norm. Nergens in de E.E.G. zijn eieren vernietigd en niettemin kreunt de pluimveehouder onder de verstoorde markt. Men kan zeggen, dat het niet zozeer de produktie golf is geweest die de varkensmarkt terug deed lo pen als wel tal van bijkomstigheidjes. Het slachten is een stuiver per kg duurder geworden door de strengere eisen die men is gaan stellen. Verder is de industriële onrust óók merkbaar in de vleeswaren- industrie en de slachterijen en het produktietempo schijnt daardoor verlaagd te zijn, terwijl men tóch al kampte met personeelstekorten. Vandaar dat on danks de goede afzetmogelijkheden de prijzen daal den. Tegelijk stegen de voerprijzen en dat proces zal nog doorgaan. Deze prijzen liggen nu al gem. 8 boven die van vorig jaar september en men verwacht dat eind 1970 de stijging 10 procent zal zijn. Alsdan zal de drie-gulden-prijs niet meer boven de gem. kostprijs tiggen en kan alleen de beste en gelukkig ste mester nog wat verdienen. Rekenen wij hierbij op een steeds toenemend aan bod (en dat volgt uit de genoemde C.B.S.-cijfers en de dekkingensteekproeven) dan kan men onmoge lijk nog erg optimistisch zijn. Want ook in de overige E.E.G.-landen stijgt de produktie snel. VOLHOUDEN THANS luidt het parool, aangeheven door allen die op enigerlei wijze van de varkens moeten leven: „Volhouden! Het is heel goed, dat er eens een jaar met weinig verdienste tussendoor loopt. Dan worden nl. de fokkers en mesters elders afgeschrkt en krimpen zij hun produktie in. Nederland zal dan uiteindelijk de strijd wel winnen en zijn grote pro duktie kunnen behouden of uitbreiden!" Daar zit iets in, maar wellicht is het minder dan men denkt. Het is waar, dat Nederland thans het sta dium heeft bereikt waarop het beschikt over de bes te varkens en de laagste kostprijs in de E.E.G. Maar wij moeten ons afvragen waar onze varkens vandaan komen. En dat is voor meer dan een derde van niet- specifieke bedrijven zonder moderne stallen. Een specifieke varkenshouder zal met de produk tie doorgaan. Echter de man die minder goed geoutil leerd is (en dus over volkomen afgeschreven bouw sels beschikt) zal dat bepaald niet lang meer doen als de ontwikkeling gaat zoals te verwachten is. Daar komt dan nog bij, dat de beste varkenshouders veelal ook de beste kostprijskenners zijn. Vandaar dat men in andere landen landen nog geruime tijd zal door gaan met de varkens en pas vrij laat tot de slotsom komen dat men er beter mee kan ophouden. Er zijn echt niet zoveel redenen meer om te veronderstellen dat de Belgische of Rijnlandse mester het zo gauw zal opgeven. En tenslotte zijn er óók hypermoderne varkensbedrijven die te duur produceren omdat zij meer geïnvesteerd hebben dan verantwoord was. Dit laatste komt in Nederland méér voor dan in België en Duitsland. WAT TE DOEN? |\AT er nog wel wat te doen is, bewees de V. D.. die op 21 september j.l. toestond dut eindelijk eens levende slachtzeugen naar België mochten wor den uitgevoerd, zij het in verzegelde wagens. Dit ont last de markt een klein beetje en de slachthuizen ook In Brussel denkt men er thans over om de drom pelprijzen te verhogen. Zoiets geeft automatisch een hogere heffing op invoer van varkens er. varkens vlees en helpt zeer zeker. De maatregel zou. gerecht vaardigd zijn omdat de voergraanprijzen plus de mengvoeders zo sterk in prijs gestegen zijn. Voorts is er veel te doen op het gebied van de slachtcapaciteit. n.l. een zodanige samenwerking dat die capaciteit goed benut wordt. Tenslotte zitten onze varkenshou ders, mét de andere dierlijke veredelaars in dezelfde positie wat de E.E.G. betreft t.a.v. de discriminaties Misschien zullen die laatste wat meer aandacht krij gen zodra het werkelijk slecht gaat worden. Dat do Belgische uitvoer van varkens sterk stijgt en de Bel gische invoer daalt is reeds een vaag teken. Onderwijs Er wordt de laatste tijd lang en breed gesproken over democratisering van het onderwijs. Er is ook in conferenties van het K.N.L.C. veel gesproken over de taak van het schoolbestuur en de taak van directies en leerkrachten in ons onderwijs. Er wordt hier en daar gesproken in ons onderwijs over inspraak en medezeggenschap van leerlingen en ouders. Er wordt zelfs gevolg aan die inspraak gegeven. De verschillende groeperingen binnen het onder wijs: besturen, directies, leerkrachten, niet-onderwij zend personeel, ouders en leerlingen komen in het overleg dichter bij elkaar. Eén van de problemen waar veel schoolleiders en schoolbesturen mee te maken hebben is, dat ze het allemaal niet zo meer zien. De dagelijkse taken wor den wel uitgevoerd, maar waar moef. het op de langere duur naar toe? Wie zich als schoolleider of als school bestuur wat meer in deze vragen wil verdiepen zou den wij willen aanraden om kennis te nemen van enige literatuur die hierover kort geleden is versche nen of binnenkort zal gaan verschijnen. Wij denken daarbij aan een tweetal uitgaven, elk in de prijs van 3,50. DIRECTIES H.N.O. Een werkgroep van directeuren en directrices bij het huishoud- en nijverheidsonderwijs heeft zich het afgelopen jaar bezig gehouden met de taak van de directie van een school. Bij het doornemen van het verslag dat hiervan is gemaakt viel ons de prettige leesbaarheid op en de tot nadenken stimulerende wijze waarop het rapport is geschreven. Wij zouden deze uitgave, te bestellen bij de scholengemeenschap „Sancta Maria" te Borne, Grptestraat 235, graag ook in handen zien van schoolbesturen. Ook hun taak komt in deze uitgave namelijk ter sprake. DEMOCRATISERING IN ONS ONDERWIJS Een brochure over „Democratisering in ons onder wijs" zal binnenkort verschijnen bij de Algemene Bond ter Bevordering van Beroepsonderwijs, Bezui- denhoutseweg 211 's-Gravenhage. Deze brochure is de weerslag van een conferentie, dit voorjaar over dit onderwerp gehouden. Zij is bedoeld als een aanzet tot discussie over de taak en plaats en rol van be sturen, directie, leerkrachten, leerlingen, ouders en niet-onderwijzend personeel in de school. Deze bro chure kan uitgangspunt zijn voor gesprekken tussen deze belanghebbende groeperingen in de school over hun plaats en taak. Op deze manier kunnen alle belanghebbenden eens nagaan in hoeverre zij hun taak op de juiste wijze vervullen, en hoe dit, in gezamenlijk overleg beter zou kunnen. Nu rondom het onderwijs zoveel gaande is lijkt het ons nuttig voor de belanghebbenden van deze uitgaven kennis te nemen. J .R. WESTERHUIS. Consulentschap akkerbouw en rundveehouderij Zevenbergen DUISTBESTRIJDING IN WINTERTARWE in het najaar is nog steeds een urgente zaak. Direkt na het zaaien kunt U toepassen de middelen Igran 50, Tok E 25 en Tribunil. Voor een goede werking van de middelen moet de grond niet te grofkluiterig zijn. Voorkom overlapping en overdosering want dan krijgt U gemakkelijk schade aan het gewas. ELK JAAR WEER WORDEN er koeien gedood doordat de stal onder elektrische stroom komt te staan. Ook mensenlevens staan er dan op spel. Vele elek trische leidingen zijn van oudere datum en een voch tige omgeving vergroot de kans op ongelukken. Soms is er in de loop der jaren door ondeskundigen aan ge prutst voor een extra lichtpunt e.d. Loop geen risico en laat bij twijfel de gehele elektrische installatie des kundig controleren. HEBT U ER WEL EENS OVER NAGEDACHT of de opfok van kalf tot hoogdrachtige vaarts op een gespecialiseerd opfokbedrijf voor U niet gunstiger is dan zelf de opfok, te verzorgen? Deze specialisatie geeft diverse voordelen, gezondheid, minder arbeid e.d. Wilt U hierover meer weten neem dan contact op met Uw bedrijfsv oor lichter. DE HOOIWERKTUIGEN hebben hun seizoen ach ter de rug. Geef na de laatste percelen voederwinning de machines een goede onderhoudsbeurt. Poets de ma- chins goed af, vervang versleten lagers en gebroken tanden en controleer de V-snaren op zwakke plek ken. Goed onderhoud voorkomt storingen in het vol gende seizoen. Het is herfst geworden. Flinke buien zijn van over de Schelde gekomen en hebben ons een berg neerslag bezorgd. Voor de aardappels, die nog in de grond zit ten, moet het rooien wel even uitgesteld worden tot enkele mooie herfstdagen met zon en wind. Vooral het aardappelloof is een moeilijk verwerkbare massa wan neer het nat en taai is en een opgebouwde loofklapper op de rooimachine is meestal een prima hulpmiddel om min of meer ongestoord te kunnen rooien. Bij de methode van enkele dagen voor het rooien steeds loof te klappen lopen we veel risico van „daggroen" en dit geeft later bij aflevering alleen maar extra werk. Niets is aangenamer dan op tijd klaar te zijn met het rooien en dat hebben we deze week weer eens onder vonden. Als oud gebruik gaan we zodra de aardappels uit zijn naar de grote stad om ons in het nieuw te steken. Samen met buurman en natuurlijk onze dames er bij zijn we op pad geweest en hebben eerst een modeshow bezocht. Je komt dan in een geheel andere wereld terecht. Een geestdriftig publiek, dat met on gekende aandacht de presentatie van de vondsten van de modeontwerpers volgde. Alles mag; of het nu mini, midi of maxi moet zijn wordt nergens voor geschreven. De mode is wel langer geworden, maai de lengte is slechts een onderdeel van het model. Voor al buurman was weg van de „speaker", die met groot elan zijn publiek mee sleepte in deze sprookjeswereld van kleur en gratie. Zo'n man hebben wij broodnodig cm ons fruit en onze aardappelen zo verrassend te presenteren en aan te praten, dat het publiek er van begint te watertanden was buurmans commentaar. De volgende dag waren we weer thuis aan het werk in de bieten en ook dat is mooi wanneer je het door een showbril bekijkt. Want aan het bietenblad zijn ook vele kleurenvariaties te ontdekken en hier en daar bespeur je nog een decoratie in de vorm van een spinnewebje, een lieveheersbeestje en al wat daar leeft. De bomen aan de dijk laten al wat bladeren vallen en heel de natuur is getooid in een heel andere kleur. Het is herfst geworden, maar met een beetje fantasie is er nog veel moois te ontdekken. We moeten het willen zien of het moet ons aangepraat worden en in dat laatste is juist thans de reclame zo bijzonder sterk, want zij is een publieke aanprijzing van iets in de modernste zin des woords en wel zo up to date, dal het publiek er door gevat wordt en er bepaald in ge looft. Toch ben ik in één ding de reclame dankbaar en wel voor het feit, dat nu alles kan en alles mag. Wan neer mijn vrouw en dochters nu voor hun klerenkast staan en niet weten wat ze aan moeten trekken, dan is het in deze toch wat gemakkelijker geworden. Wij als mannen schijnen iets minder door de reclame ge raakt te worden. Wij weten het zelf immers wel! Of sukkelen wij een beetje achteraan? Op het gebied van de mode misschien wel, maar in onze bedrijfs voering toch niet!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1970 | | pagina 19