Een ietwat late nabeschouwing Centrale fokveedag 1970 Schouwen-Duiveland IIET aangevoerde stierenmateriaal was dit jaar van goede klasse. De ruim 1% jonge Leuntjé's Kolo nel van L. C. Bolijn en Zn. werd tot kampioen uitge roepen. Deze vastgebouwde stier, die vooral van moe derszijde veel goede eigenschappen kan hebben mee gekregen, kan best eens een goede aankoop blijken te zijn. Het reservekampioenschap werd behaald door het Duivelandse fokprodukt Friso van D. P. Korstanje. Voor de fokkers S: L. en W. Vijverberg een leuk succes, waarin hun Geertje 13 een belangrijke bijdrage heeft geleverd. Het niet al te krachtige beenwerk van deze stier werd door de jury terecht opgemerkt. VWALITATIEF gezien was de groep vaarzen en kalf vaarzen van iets mindere klasse dan in 1969. In de rubrieken was weinig uniformiteit, terwijl zelfs sommige dieren echt te weinig klasse vertoonden om er in de naaste toekomst veel van te kunnen ver wachten. De kopnummers bezaten echter voldoende kwaliteit en het was Mina 19 van de Gebrs. Beije die het kampioenschap voor zich opeiste. Met als vader Lytse Rudolf en als moeder de alombekende Mina 5, mag de prestatie van dit jonge dier met vertrouwen tegemoet worden gezien. VOOR het eerst werd dit jaar het kampioenschap bij de melkkoeien gesplitst in een jeugdkam pioene en een kampioene bij de oudere dieren. Mijns inziens was dit een juiste beslissing van de regelings commissie, waarbij echter de vraag kan worden ge plaatst of het gewenst is deze splitsing aan te brengen bij de 2e en 3e kalfkoeien, ofwel bij de le en 2e kalf- koeien. Nu werd de eerstgenoemde mogelijkheid toe gepast, waardoor de voor de 2e keer gekalfde Juliana 10 van S. Simonse de hoogste eer behaalde. Gezien haar veelzijdige kwaliteiten een waardig kampioene. Bij de oudere kooeien werd na een grondige selectie de oranjewimpel toegekend aan Jarinkje 72 van S. Simonse, die hiermede dus een dubbel succes boekte. Overwegende dat beide dieren Rudolf Siccalma tot vader hebben, is dit toch misschien nog een wat on verwacht positief resultaat van deze al veel bespro ken stier. De verleden jaar zo succesvolle fokkers Gebrs. Beije moesten nu genoegen nemen met het reserve-kam pioenschap, dat Mina 8 kreeg toegewezen (Tussen haakjes: ook dit is een dochter van Rudolf Siccama!). In de produktieklasse werden elf dieren gerang schikt, waarvan de eerste drie als volgt werden ge klasseerd: no. 1 Leida 15 van C. v. d. Houten en P. J. Hart, no. 2 Fokje 11 van L. M. Moermond, no. 3 Jel- sumer Wimpie 185 van A. J. Dalebout. In produktieve zin een drietal wat er zijn mag! |\E levensproduktieklasse (minimale melkgift 30.000 ■'kg) werd gevormd door tien melkkoeien, die hun produktieve eigenschappen op vaardige wijze reeds hebben aangetoond. Het was Afke 2 van A. J. A. Bolijn die met een produktie van gemiddeld 759 gram vet per dag als lijstaanvoerder optrad, op de voet ge volgd door Juliana 8 van S. Simonse, die het tot 728 gram vet per dag wist te brengen. De keuring van de diverse groepen was ook dit jaar weer een heel kar wei. Hierbij plaatsten zich op de voorgrond de vijf stuks zelfgefokte vaarzen van L. M. Moermond, ter wijl bij de vijf stuks zelfgefokte melkkoeien S. Si monse de le plaats bezette. Bij de groep van drie stuks zelfgefokte vaarzen moest A. Jasperse zijn meerdere erkennen in de groep van A. J. A. Bolijn, terwijl bij de drie stuks zelfge fokte melkkoeien S. L. en W. Vijverberg hun Geertjes met succes in de ring brachten. De rubriek koeien met minstens twee directe af stammelingen werd een onbetwiste zege voor de Gebrs. Beije, die de zorgzame Mina 5 met haar doch ters Mina 6, Mina 8 en Mina 19 aan de jury presen teerden. Dit geweld was voor A. J. Dalebout te mach tig, ondanks Sneeker 156 met een drietal dochters, die terecht als 2e werden geplaatst TOT de koe met het beste uier" werd bekroond de reeds eerder genoemde Juliana 10 van S. Si monse, die bovendien het ere-kampioenschap van deze fokveedag voor zich opeiste. Zij drukte hiermede vol ledig haar stempel op deze centrale fokveedag. De le prijs voor de verzorging en het voorbrengen van de dieren werd ook dit jaar toegewezen aan A Vijverberg Pzn., die in L. M. Moermond en A. J. A. Bolijn zijn grootste rivalen had. De kalver-opfokwedstrijd was ook nu weer een leer zame bezigheid. De jeugdige deelnemers trotseerden ook de slechte weersomstandigheden en bekampten elkaar de hoogste eer. Deze werd tenslotte ingenomen door M. v. d. Hoek, die daarvoor de hoofdprijs in ont vangst mocht nemen. AFDELING KOUDBLOEDPAARDEN |YE gehouden premiekeuringen van de Kon. Ver- eniging „Het Nederlandsche Trekpaard", als mede de keuringen van de „Bond van Paardenfokkers" verliepen weer in een spannende sfeer. Vooral het aanwijzen van de kampioene 1970 was een zware op gave voor de jury. Het werd tenslotte de fraai ge vormde Wilma van Steenzwaan van A. N. Steendijk. Het ere-kampioenschap werd verworven door Tanja v. d. Hoek van C. v. d. Houten en P. J. Hart. Enkele demonstrateis van deze enthousiaste fokkers dwongen bij de aanwezigen bewondering af. AFDELING SCHAPEN IYAT de schapenfokkerij ook in ons gewest een deskundig woordje meespreekt, was ook nu weer wel te zien. Het aantal toonaangevende fokkers is echter gering, hetgeen voor een keuring als deze toch wel jammer is. Niettemin ziin de fokprestaties er niet minder om, want de kampioenen in deze categorie waren van uitstekend gehalte. Het kampioenschap en het resferve-kampioenschap bij de ooien was voor C. J. Zoeter met resp. Z 7511 en Z 7512, beide een fokpro- EIERPRODUKTIE BLIJFT ONDER PROGNOSE De ederproduiktie die oorspronkelijk voor 1970 op 5.100 miljoen stuks was geraamd, zal, als de door het C.B.S. voor de afgelopen maanden aangegeven trend zich voort zet, waarschijnlijk slechts 4.674 miljoen stuks bedragen, maar 300 miljoen meer dan in 1969. In de E.E.G. is de inleg van broedeieren voor legrassen in het eerste half jaar van 1970 met 12,7 procent gedaald ten opzichte van de eerste helft van 1969, in Nederland bedroeg de daling tot en met juli 22,6 procent. De voorzitter van het produktschap voor pluimvee en eieren, de heer H. H. Garrelds, zei verleden week woens dag op de bestuursvergadering van het schap, dat in Nederland vorige maand 3,8 miljoen broedeieren zijn in gelegd, voor het eerst dit jaar weer meer dan in een overeenkomstige maand van 1969. Het totaal tot en met augustus kwam daarmee op bijna 31,4 miljoen (vorig jaar 39 miljoen). De gemiddelde producentenprijs was tot en met augus tus 1,46 per kilo (1969: 1,91) en in de derde week van september 1,36 1,89). De heer Garrelds zei, dat de situatie nog rampzaliger zou zijn geweest als de eipro- duktenindustrie per maand niet gemiddeld 25 a 30 mil joen eieren extra uit de markt had genomen. De prijs van slachtkuikens is de afgelopen vier weken volgens de heer Garrelds met een dubbeltje per kilo gedaald, enkele bestuursleden spraken over een daling van ongeveer 30 cent. Er zijn opnieuw meer broedeieren voor de slachtras- sen ingelegd: 33,8 miljoen in augustus (vorig jaar 25,6 miljoen) en tot en met augustus in totaal 235,3 miljoen 194,2 miljoen) De opzet van moederdieren is vermin derd, maar dit zal als deze tendens zich voortzet pas medtio 1971 tot een geleidelijk kleiner wordend aan bod van slachtkuikens kunnen leiden. Het bestuur sprak uitvoerig over de verantwoordelijk heid van het bedrijfsleven voor het in evenwicht houden van vraag en aanbod. Men was vrij algemeen van oor deel, dat het treffen van regelingen voor deze vrije markt zeer nadelige gevolgen kan hebben. De heer Gar relds zegde voor de volgende vergadering een nota toe van het dagelijks bestuur over de gevaren van overpro- duktie en de eventuele wenselijkheid, maatregelen te treffen. dukt van de kampioenram 1969. Dezelfde eigenaar presenteerde ook de kampioenram 1970. n.I. Z 1450. Een mooi succes was weggelegd voor W. Berrevoets. die met de ram Z 1451 het reserve-kampioenschap voor zich opeiste. Het middagprogramma had ook nu weer met de medewerking van de „Schouwse Ruiters" een goed verloop. Alle prijswinnaars mogen wij feliciteren mei de behaalde successen en prijzen, terwijl allen die hebben meegewerkt tot het slagen van deze dag een woord van dank hebben verdiend. Gezamenlijk mag worden teruggezien op een manifestatie, die het waard was te worden georganiseerd. H. A. v. d. WERF. Secretaris Centrale Fokveedag Schouwen-Duiveland De katoen is van het land. Over de opbrengsten mogen we niet klagen. We zijn weer hoger gekomen dan vorig jaar. En we hadden nog veel hoger kunnen komen als de laatste bollen niet door een schimmel waren aangetast. Binnen enkele dagen waren ze ge heel verdroogd. Maar 't kan ook niet allemaal mee zitten, anders kunnen we volgend jaar misschien niet weer hoger komen. Eens zullen we wel de top heb ben bereikt. Op zestien september moeten alle blokken gekapten gebrand zijn. Degenen die dan niet klaar zijn krijgen hun laatste uitbetaling niet. Dat is een goede stok achter de deur. Zouden we dat niet doen, dan kunnen we er zeker van zijn dat de katoenstruiken er in december nog staan! Je moet dat volkje kennen, anders gaan ze met je lopen. We hebben een tijd lang niet gebulderd, maar we zijn er de laatste weken weer eens mee begonnen, en dan heeft het toen hog wel effekt. We hebben in het Nederlands een toverwoord, we zullen het hier niet neerschrijven, ofschoon in de moderne literatuur niet wordt geschroomd dat woord te gebruiken. Maar over de gehele lijn mogen we niet klagen over de discipline. Op het ogenblik zijn we druk de laatste hand aan het leggen om de zeven honderd gemeet tweede oogst grondbewerking klaar te krijgen. Het is niet volgens planning gegaan. Dat lag niet aan ons, maar aan de boeren. Maar de ge plande zaaidata kunnen in ieder geval worden aan gehouden. We moeten nu nog een dikke honderd gemeet ploegen en dan hebben we het er op zitten. De grondnoten zitten er bijna in en gisteren zijn de eerste boeren al begonnen hun mais te zaaien. De grond ligt er heel goed bij. Als je zo direkt na de katoen kunt gaan ploegen heb je weinig last van on kruid. De blokken liggen er over het algemeen heel erg schoon bij. We hebben dit jaar voor het eerst in shifts gewerkt. Voor de elf trekkers hebben we twee en twintig chauffeurs. Elf komen er van zes uur 's mor gens tot half een 's middags. De andere elf brengen we dan naar het land. Ze nemen onmiddellijk de trek kers over en gaan door tot zes uur 's avonds. Op de werkplaats is een groep jongens die het onderhoud doen, zodat we de andere morgen weer direkt van start kunnen. Althans dat zou moeten kunnen, maar over die werkplaats hebben we niet zo heel veel te zeggen. Het komt nogal eens voor dat we 's morgens de trekkers niet gesmeerd vinden. Kijk dan moet je bulderen, maar ook weer niet te hard anders wordt je spoedig voor anti-Afrikaans uitgemaakt. En daar moet je toch mee oppassen in een jong onafhankelijk land. Het zal niet de eerste keer zijn dat een blanke plotseling de aanzegging krijgt binnen vier en twintig uur zijn biezen te pakken omdat hij wat grof uit de hoek kwam. Dat alles vergt nogal wat takt. De ene keer lukt dat beter dan de andere keer. De tegen woordige werkplaatsvoorman is iemand die lijdt aan een groot minderwaardigheidscomplex. Voor je hem wat zegt moet je eerst je woorden wikken en wegen en voorzichtig zijn dat je hem niet op zijn tenen gaat staan, want het woord blank-zwart ligt hem in de mond bestorven. Hij ziet de blanken alleen maar als een soort hooghartige schreeuwers. Zelfs wanneer je opmerkt dat het na een dag van meer dan twaalf uur echt nodig is dat de trekkers een goede onderhouds beurt krijgen. Ook al wanneer je voorzichtig zegt dat het gek is dat niemand meer kan vinden wanneer de trekkers voor de laatste keer van olie zijn ververst. Maar goed, van de andere kant moet je het jezelf niet al te veel aantrekken, want als we inderdaad over een dik half jaar hier weggaan dan moeten ze het toch zelf rooien, en als ze er dan een rotzootje van willen maken dan moeten ze het zelf weten. En in een nuch tere bui, dan kom je tot de konklusie dat al dat bulde ren toch ook niets is. Gewoon hetzelfde als het bou wen van een mooi fort op het strand bij eb. Je weet van tevoren dat het toch bij vloed weer kapot zal gaan. Het is misschien wat onaardig om te zeggen maar hier in Galole zouden ze altijd onder goede supervisie moeten staan. Want nu hebben we nog kun nen voorkomen dat we op de plantdag van de mais helemaal geen mais hadden. Ter elfder uren hebben we een vrachtwagen er op uitgestuurd om mais te gaan halen in een plaats honderd kilometer hier vandaan. Dan kan het dus voorkomen dat we een vrachtwagen speciaal naar Nairobi moeten sturen om grondnotenzaad te gaan halen, let wel speciaal, zes honderd en vijftig mijl op en neer. En wat zit er dan in die lorry, als we vol verwachting het zeildoek op tillen? Acht zakken zaagsel, die ze nodig hebben om muskieten te bestrijden, drie drums met insekten- bestrijdingsmiddel, en een gammele tafel, vier wan kele stoelen, en een roestig bed. En zo hebben ze het bestaan om die vrachtwagen terug te sturen. En wij zitten zonder grondnotenzaad. Een dag later sturen we de vrachtwagen maar weer naar Nairobi, opnieuw zeshonderd en vijftig mijlen op en neer. En dit keer zitten de grondnoten er wel in. Dan kijken ze nog gek ook als je eens een keertje of wat dat rollende Hollandse woord laat ratelen. En toch komt dan alles weer op zijn pootjes terecht. Op het ogenblik zijn we druk bezig om drie trekkerchauffeurs te trainen voor de provinciale ploegwedstrijden, die over een dag of tien in Mombasa worden gehouden. Deze drie chauffeurs waren de besten in onze eigen Galole ploegwedstrijd. Nu zitten we ze de hele dag achter hun broek om ze zo goed mogelijk hun best le laten doen. En ook al waren het toen de besten, nu kunnen ze er weer een potje van maken. Kimotho die destijds nummer twee was beweerde van de week, toen we knorrig in zijn golvend landschap stonden dat de ploeg niet goed was. Of hij niet even terug kon naai de werkplaats om een andere ploeg. Hij keek wat be teuterd, toen we die foute ploeg helemaal in het spoor brachten, en zeiden dat hij de fout was. Hij trok zijn hoed diep over zijn ogen en zei verder de hele morgen niks meer. Maar we hopen te winnen daar in Mom basa! En dan in november gaan we naar Nakuru om deel te nemen aan de landelijke wedstrijden. Het zou een kroon op ons werk zijn als we daar goed terecht kwamen SCHRIJFKOUTER 17

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1970 | | pagina 17