ft K. N. L. C. 3 O.V.M. VERZEKERINGEN OMZETTING POLISSEN VOOR 1 NOVEMBER I I Evenals vorige jaren willen wij de verzekerden bij de Onderlinge Verzekering Maatschappij (O.V.M.) van de ZLM er op attenderen, dlat: voor 1 november a.s., aan />ns kantoor dient te worden medegedeeld of men de all-risks ver zekering van het verzekerde object per 1 januari 1971 wenst om te zetten in een W.A. verzekering. Aan deze datum moeten wij strikt de hand hou den omdat voor 15 november a.s. alle korrek- ties bij de computer bekend moeten zijn. Dit betekent, dat aanvragen voor omzetting, welke ons na 1 november a.s. bereiken, niet meer in l II behandeling kunnen worden genomen. Overi gens achten wij dit geen onredelijke voorwaar de omdat u als verzekerde al maanden lang de vraag all-risks- of alleen W.A. hebt kunnen overwegen of beantwoorden. Of het gewenst is de all-risksverzekering om, te zetten in een W.A.-verzekering valt niet met een paar zinnen te omschrijven. Uiteraard is het zo, dat de lage premies van de O.V.M. een all-risksverzekering veel langer rechtvaardigen. Daar komt bij, althans naar het zich laat aan zien, dat onze premietarieven voor 1971 onge wijzigd gehandhaafd zullen worden. Rijdt men echter in een oud wrak, waarvan de waarde 500,of minder bedraagt dan is het o.i. een duidelijke zaak n.l. alleen W.A. verzeke ren. De beslissing omtrent het omzetten van een all-risks in een W.A .-verzekering is uiteraard aan die verzekerde. Nogmaals, een dergelijke wijziging dient voor 1 november a.s. aan ons kantoor te worden doorgegeven. voor 1 november a.s. willen vook gaarne weten of er ui uw verzekerd voertuigenpark nog wij zigingen zijn opgetreden, welke u verzuimde aan ons door te geven. Dit kan b.v. zijn een vervanging van een verzekerd object of een ver koop zonder vervanging of een uitbreiding van het verzekerde bestand. Op het eerste gezicht lijkt dit een wat overbodige opmerking. Wilt u toch even uw verzekerde bestand voor 1 no vember a.s. kontroleren? U bespaart ons daar mede een massa administratieve rompslomp achteraf en dat bespaart u en ons alweer tijd en kosten. Hl Bietenslik. De bietencampagne is on<jer bijzonder gunstige omstandigheden van start gegaan. Dit betekent, dat er momenteel geen slik op de weg komt. Zodra het echter één flinke bui regent zijn de bietensporen direkt te volgen. Dit betekent slipgevaar. Nu schrijft de Wet voor, dat het slik onmiddel lijk van de weg verwijderd moet worden. Het mag althans geen gevaar op leveren voor ande re weggebruikers. Behalve een fikse boete zit er tevens het gevaar aan vast, dat derden bij zo'n slippartij letsel oplopen. Mocht het dus nog eens regenen let U dan vooral op het achter laten van sliksporen. Anderszijds willen wij alle autobezitters wijzen op het gevaar de ko mende najaars- en winterperiode in te gaan met gladde banden. Ook daarvoor zijn wette lijke voorschriften maar afgezien daarvan is het altijd nog gezonder de banden tijdig te verwis selen dan in het ziekenhuis tot de konklusie te moeten komen, dat u juist te laat was. Waarvan akte de L. COPA OVER „LANDBOUWHERVORMING" Kompromis over algemene punten Het is al weer ruim vijf maanden geleden dat de Commissie van de Europese Gemeenschappen het dokument „Landbouwhervorming" aan de EEG-Minis- terraad voorlegde. In dit stuk waren de voorstellen vervat voor een serie maatregelen ter uitwerking van het grote struktuurprogramma „Landbouw 1980" (Plan-Mansholt van december 1968). In de wandeling worden deze ontwerp-maatregelen ook aangeduid als de socio-strukturele voorstellen. Zij betreffen gemeen schapsregelingen (met meestal voor de helft gemeen schapsfinanciering) voor moderniseringssteun voor in dividuele landbouwbedrijven, bevordering van be drijfsbeëindiging en het beschikbaar krijgen van meer grond, stimulering van het onttrekken van grond aan de landbouwproduktie, het opzetten van een stelsel van voorlichting en scholing en bevordering van op richting van de z.g. producentengroeperingen tot bun deling van de afzet. Het COPA (Comité van de landbouworganisaties van de zes EEG-landen) heeft zich evenals de natio nale landbouworganisaties gezet aan de bestudering van Mansholts socio-strukturele voorstellen. Het heeft ■onlangs een algemeen standpunt hierover het licht doen zien, waaruit we straks enkele punten naar voren zullen halen. De lezer zal misschien niet onder de indruk komen van de wijsheid die het COPA ten beste geeft na zo lange tijd van studie. Maar hij ge lieve dan wel rekening te houden met de ingewikkeld heid van de zaak en met nogal verschillende opvat tingen. Op nationaal vlak hebben wij in het Land bouwschap ook nog niet een afgerond standpunt ge reed kunnen krijgen. PRIJSBELEID VOOROP Met grote nadruk stelt het COPA een goed land- bouwprijsbeleid voorop als het middel waarmee de meeste landbouwbedrijven in Europa in staat zullen zijn zich voortdurend te moderniseren. De richtprij zen etc. moeten dan geregeld aangepast worden aan de stijging van de kosten van de produktie en het levensonderhoud. Een „socio-struktureel" beleid als voorgesteld wordt, mag nooit in de plaats komen van een deugdelijk markt- en prijsbeleid. Altijd zullen de EEG-boeren over voldoende eigen financiële midde len moeten beschikken om de nodige investeringen op hun bedrijven te kunnen doen plaats hebben. Wat het prijsbeleid voor 1971/72 betreft kan in dit verband worden medegedeeld, dat het COPA zich voorstelt om half oktober a.s. met een standpunt te komen. Een eerste gedachtenwisseling heeft geleerd dat een benadering als die van het Landbouwschap (een verhoging van het algemeen peil van EEG-prij- zen met minstens 5 wel kans maakt overgenomen te worden. Er zal dan nog wel even gepraat moeten worden over het „verdelen" van die stijging over de verschillende produkten. Ook hier thuis zijn we daar nog niet helemaal klaar mee. In het COPA is met name de Franse positie nog niet duidelijk; bij de Fransen staat uiteraard het inhalen van hun achter stand op het Europese prijspeil voorop (dié is bij granen en bieten nog zo'n 81 OOK ELDERS VOORTGANG NOODZAKELIJK Een ander punt waar het COPA de nadruk op legt is de noodzaak om ter wille van een goed landbouw- struktuur beleid ook in andere sektoren van de volks huishouding voortgang te maken met het. gemeen schapsbeleid, althans met afstemmen van de nationale maatregelen op elkaar en op het landbouwbeleid. Dat geldt de regionale ontwikkeling met daarbij het schep pen van andere werkgelegenheid voor hen die de landbouw zullen verlaten. Dat is veel gemakkelijker gezegd dan gedaan als men zich de situatie in vele Zuidelijker EEG-regionen indenkt. Het geldt ook de sociale politieke van de lid-staten. Sociale hulp aan beëindigers moet passen bij de sociale voorzieningen in het algemeen, die b.v. in Italië grotendeels nog ont breken. Ook stelt het COPA en dat spreekt ons weer meer aan dat voortgang met de belastingharmonisatie en met het gelijktrekken van steunmaatregelen voor waarde is voor het welslagen van het landbouwbeleid. Het Nederlandse verlangen dat het in 1975 afgelopen zal zijn met allerlei nationale subsidies (Manshort zin speelt daar ook op) blijkt te veel gevraagd van de zusterorganisaties. ALGEMEEN SUSIDIEBELEID? Wat de Commissie-voorstellen voor moderniserings subsidies aan (een minderheid van) de EEG-rand- bouwbedrijven betreft worden in het COPA-stuk sommige dingen niet of te mooi gezegd. Daarachter steekt helaas een nogal wezenlijke tegenstelling tus sen Nederland (en min of meer Duitsland en Bërgië) en de andere Tanden. Wij zijn nu eenmaal verder met de erkenning dat voor de noodzakelijke schaalver groting in de landbouw een groot aantal boeren vrij willig en goed begeleid de landbouw zullen moeten verTaten. Italiaanse en sommige Franse landbouw organisaties lijken ervan uit te gaan dat iedere nu aanwezige boer door het opzetten en uitvoeren van een ontwikkelingsplan met subsidiering de kans moet hebben zijn bedrijfje desnoods maar iets te vergroten en tc moderniseren., (Zie verder pagina 5.) JOIND augustus van dit jaar is bij de Tweede Ka- -L' mer een wetsontwerp ingediend tot wijziging van de Inkomstenbelasting en de loonbelasting. Dit wetsontwerp beoogt een vereenvoudiging van deze belastingwetten, alhans op bepaalde punten. Een lof felijk streven, dat naar wij hopen met succes zal wor den bekroond! Een van de onderdelen die men wil wijzigen be treft de berekening van de netto-inkomsten van de eigen woning. Het is, zoals men weet, tegenwoordig zo dat men als bruto-inkomen moet aangeven de eco nomische huurwaarde van de woning. Dit wordt dan gesteld op een 100 en zoveel procent van de huur waarde voor de personele belasting. Daar staat tegenover dat aftrekbaar zijn de grond-, polder- en andere lasten, de kosten van onderhoud en verzekering en de rente van schulden waarmee de woning is gefinancierd en een afschrijvingsbedrag van 15 van de huurwaarde. T\EZE regeling wil men nu vervangen door regime waarbij de op basis van de waarde van de wo ning in het economisch verkeer, d.w.z. de verkoop waarde, de huurwaarde wordt vastgesteld. Deze huur waarden kunnen worden afgeleid uit een in het wets ontwerp opgenomen tabel. Ze zijn vrij laag, zoals blijkt uit dat tabelletje dat hierna volgt: Verkoopwaarde woning Huurwaarde Niet meer dan f 30.000,150, f30.000,— tot f60.000—300,— f60.000,— tot f 120.000,—600,— f 120.000,en hoger1.200, Deze bedragen mogen ook niet hoog zijn, want ze zijn als netto-bedragen bedoeld. De kosten en lasten zullen n.l. niet meer aftrekbaar zijn. Met uitzondering van de rente van schulden en kosten van geldlenin gen, zoals kosten van een hypotheékacte. f)IT systeem is uiteraard meestal eenvoudiger dan hetgeen wij nu hebben. Meestal, want de meest zelf bewoonde eigen woningen zijn fiscaal privé-be- zit en dan is men met een aangifte van het inkomen op dit punt gauw klaar. Overigens was het voor de meeste belastingplichtigen nu ook weer niet zo'n hek sentoer om één keer per jaar de kosten en lasten van een woning eens bij elkaar op te tellen. Een andere zaak is dat het voor de belastingadministratie een heidens karwei is om deze posten enigszins te con troleren. Vooral ten aanzien van de onderhoudskos ten liggen hier praktisch nogal wat moeilijkheden. Onderhoud en verbetering zijn zaken die-dicht bij el kaar liggen en verbeteringskosten zijn niet aftrek baar. De wet staat het niet toe, maar of het ook nooit gebeurd? 1\JU hebben wij niet alleen woningen dïe fiscaal 1 y privé bezit zijn. In de landbouw-sector wor den bijna alle zelf bewoonde woningen als- bedrijfs middel beschouwd. De huurwaarde is bedrijfsop brengst, de kosten zijn bedrijfskosten. Formeel wil men dit zo laten. De huurwaarde aangeven, maar dan bepaald volgens de hierboven staande tabel. De kos ten aftrekken maar dan wel terugboeken als vnnst Per saldo heeft men dan hetzelfde systeem als bij de privé-woningen. Tenminste wat de jaarlijkse op brengst betreft. Een vereenvoudiging is dit nieuwe systeem voor de bedrijfswoningen zeker niet. Dikwijls worden tege lijkertijd karweien gedaan aan bedrijfsgebouwen en aan de woning. Splitsing van de kosten geeft meer werk. En wat kopen wij daarvoor nu het gaat om be trekkelijk kleine posten? J~\AAR komt nog iets bij. Het is ook niet billijk tegenover de ondernemer, om onderhoudskos ten niet aftrekbaar te stellen. Men houdt door goed onderhoud de waarde van zijn woning op peil. Dat geldt voor een woning die fiscaal bedrijfsmiddel is evengoed als voor één die fiscaal privé vermogen vormt. Er is echter één verschil. Bij verkoop van een be drijf zal een waardeverschil van een bedrijfswoning in de inkomstenbelasting worden betrokken. Dat voor een privé-woning blijft er buiten. Terwille van vereenvoudiging en van een billijke bekistingheffing dient men de kosten van een be drijfsmatig bewoonde woning volledig aftrekbaar te laten. Daartegenover staat dan dat men als huur waarde een iets hoger percentage zou mogen nemen dan voor privé-woningen. Dat was veel eenvoudiger. Ik hoop dat ze dat in Den Haag ook vinden. PAAUWE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1970 | | pagina 3