k|f Is
Dierlijke
organische mest op
klei-akkerbouwbedrijven
KORTE WENKEN
11
MESTBANK ALS SCHAKEL TUSSEN
„PRODUCENT EN CONSUMENT"
A. M. v. d. VEEKEN
Consulentschap Akkerbouw
en Rundveehouderij Zevenbergen
LIET behoud van de vruchtbaarheid van de grond
is een zaak van de eerste orde. Voor dit doek
worden jaarlijks zeer terecht vrij veel groenbemes-
tingsgewassen verbouwd. Elke klei-akkerbouwer is
zich bewust van de noodzaak om een regelmatige or
ganische bemesting toe te passen.
In combinatie met een goede ontwatering en kalk-
toestand van de grond zijn dan de voorwaarden aan
wezig om een structuur van de grond te behouden of
te verkrijgen in optima forma. Als aanvulling of ter ver
vanging van groenbemesting zou kippe- en varkens-
mest kunnen worden gebruikt.
In verband met de berijdbaarheid van het land zul
len de mogelijkheden van toepassing van deze mest-
soorten zich in hoofdzaak beperken van eind juli tot
oktober. Voor een aantal akkerbouwers kan het zijn
nut hebben om een en ander omtrent deze organische
mestsoorten nader toe te lichten.
DE MESTBANK
ALS gevolg van schaalvergrotingen in de landbouw
heeft zich plaatselijk, onder andere in Oost-Bra
bant een sterk geconcentreerde veredelingslandbouw
(varkens- ,en kippehouderij) ontwikkeld. Hierby ont
staan grote mestoverschotten. Potentieel liggen voor
deze mestoverschotten gunstige mogelijkheden op de
West-Brabantse en Zeeuwse akkerbouwbedrijven. Bo
vendien betekent transport van vaste mest van Oost
naar West nog de meest aantrekkelijke vorm van af
voer. Voor dit doel is onlangs de mestbank in het le
ven geroepen.
WAT IS DE MESTBANK EN WAT DOET ZIJ
ALS eerste begin is de mestbank in wezen niets
anders dan een schakel tpssen aanbieders van
en vragers naar mest. Zoals een normale bank be
middelt In-geldzaken, tracht de mestbank vragers en.
aanbieders van varkens- en kippemest met elkaar in.
contact te brengen. Voorlopig niets meer. Afhanke
lijk van de ontwikkelingen m de toekomst behoort een
verdere uitbouw van de taken en rechtspositie niet
tot de onmogelijkheden. De mestbank is gevestigd op
het kantoor van de N.C.B., Spoöflaan 350 te Tilburg.
Telefoon 04250—20080.
ANALYSE EN WERKING VAN
DE VERSCHILLENDE MESTSOORTEN
|\E teelt van groenbemestingsgewassen vormt bij
het huidige akkerbouwbedrijf vrijwel de enige
mogelijkheid voor de organische bemesting. Onder
zoek en praktijk hebben geleerd1 dat ook dit vaak niet
zonder strubbelingen verloopt. Zonder afbreuk te doen
aan de waarde van een groenbemesting zou echter
een organische bemesting van dierlijke oorsprong als
een waardige vervanger of als aanvulling op de teelt
van groenbemesting kunnen worden gezien. Bij de
vaste mestsoorten wordt met de geplande giften on
geveer 6000 tot 7000 kg droge organische stof per ha
toegediend.
Een goed geslaagde en volledig ondergeploegde
groenbemesting komt niet hoger dan 4500 kg droge
stof per ha. De grote hoeveelheid organische stof en
het gehele arsenaal van mineralen maakt de organi
sche mestsoorten in wezen tot de meest volledige
mengmesten. De relatief fosfaatrijke mestsoorten als
kippe- en varkensmest passen zeer goed op het klei-
akkerbouwbedrijf, daar de fosfaatvoorziening van vele
van deze gronden nog wel enige verbetering behoeft.
Bij een geregeld gebruik van dierlijke mest in de hoe
veelheden zoals in de tabel is weergegeven, behoeft de
akkerbouwer geen groenbemestingsgewassen te ver
bouwen en slechts enkel de stikstofgift aan te vullen.
Naast de chemische bestrijding van wortelonkruiden
wordt dit ook beter mechanisch mogelijk, daar de
jroenbemesting geen belemmering meer vormt.
GEMIDDELDE SAMENSTELLING VAN
ORGANISCHE MEST VAN DIERLIJKE OORSPRONG
Hoeveelheden stikstof (N), fosfaat (P2O5) enz. in kg
per 10 ton.
(H
O
«w
O
-5
ub
o
TJ
Grupstal-
mest 1400 55
Dunne mest
(rundvee) 600 45
Varkensmest
(normaal) 1600 75
Dunne mest
(varkens) 630 70
Kippemest
(normaal) 2300 110 160 70 235 25 25 a 30 ton
Kippestrooi-
selmest 3500 160 200 105 340 40 20 ton
Dunne mest
(kippen) 1500 100 85 55 165 15 40 ton
Aangezien de diverse mestsoorten in hoofdzaak in
het najaar zullen moeten worden aangewend, be
draagt de verwerkingscoëfficiënt van de stikstof maar
3040 van wat in de tabel is aangegeven. De wer
king van het fosfaat en de kali kunnen we gelijk stel
len met die van kunstmest. Bij de in de tabel vermel
de giften is er van uitgegaan om met de organische
mestsoorten een volledige fosfaat- en kaibemesting
toe te dienen, zodat niet meer met fosfaat of kali in
de vorm van kunstmest behoeft te worden bij gestrooid.
In enkele gevallen, b.v. in verband met blauwgevoe-
ligheid van de aardappelen, kan nog wel een aanvul
ling met kunstmestkali gewenst zijn. De stikstofbe
mesting zal vrijwel steeds een lichte aanvulling be
hoeven. We moeten ons echter we lbewust zijn, dat
vooral bij de dunne mestsoorten de spreiding in ge
halten voor de verschillende elementen soms vrij groot
kan zijn. Dit hangt uiteraard af van de toegevoegde
hoeveelheid water. Zo nu en dan een monster nemen
is zeer zeker aan te bevelen zoniet noodzakelijk.
WAARDERING MESTSOORTEN
MET behulp van voorafgaande analyses is het mo
gelijk een berekening omtrent de waarde van de
verschillende mestsoorten op te stellen. In het volgen
de gestelde voorbeeld is uitgegaan van één mestsoort,
namelijk normale kippemest (overwegend uitwerpse
len). Het uitgangspunt is volledige fosfaat- en kali
bemesting voor gewassen als aardappelen of suiker
bieten. .v
Hoeveelheid "30 ton per ha. Werkingscoëfficiënt
stikstof 40 t
Stikstof 0,4 X 330 kg 132 kg N èc 0,85 112,20
Fosfaat (volledig) 480 kg P2O5 h f 0,70 336,
Kali (volledig) 210 kg K2O a 0,35 73,50 -
Kalk 700 kg CaO
Magnesium 75 kg MgO
Droge organische stof 7000 kg 0,03 210,—
731,70
Af 10 extra verliezen t.o.v. kunstmest 73,
Totaal voor 30 ton (afgerond) 660,
Waardegevende elementen plus organische stof
22,per ton kippemest.
OPMERKINGEN:
VAN fosfaat is een ruime overdosering.
Voor fosfaatarme kleigronden is dat niet erg.
Bovendien blijft er nog voldoende over voor een vol
gend graangewas.
Kalk en Magnesium zijn niet in de berekening op
genomen, doch hebben voor kalkarme gronden beslist
hun waarde.
De organische stof is berekend naar 3 cent per kg.
Dit komt ongeveer overeen met de direkte kosten aan
zaaizaad en stikstof per kg droge organische stof van
de belangrijkste en dan tevens goed geslaagde groen
bemestingsgewassen. Wanneer we bedenken dat er
nogal eens een groenbemester mislukt, geeft dat al di-
Duizenden kippen leveren grote mesthopen!
rekt een kostenstijging voor het geheel van de teelt
van groenbemesting. Uit vergelijkingsproeven rund-
veemest met enkel kunstmest op zandgronden gaven
deze proeven op aardappelen een gemiddelde rest
waarde van de stalmest boven de optimale kunst-
mestgift van cent per kg droge organische stof. Een
soortgelijke proef op kleigrond gaf zelfs een hoger
rendement dan 3 cent als restwaarde voor de orga
nische stof uit stalmest. Uit dit alles blijkt, dat 3 cent
per kg droge organische stof beslist geen overdreven
waardering is.
ENKELS NEGATIEVE KANTEN
IIITERAARD zijn er ook minder prettige kanten
aan het gebruik van dierlijke mest. Er is reeds
gewezen op de betrekkelijk korte tijd van aanwen
dingsmogelijkheden op het akkerbouwbedrijf. Voorts
is het bekend dat varkens- en kippemest een behoor
lijke stank verspreiden. Tijdens het vervoer en de aan
wending valt dit niet te^ntkennen. Overigens valt
de stank van mest aan de hoop erg mee. Veelal zal
meteen uitgereden kunnen worden.
Een ander gevaar dat aanwezig kan zyn, is de ver
spreiding van lastige onkruidzaden. Men denke hier
bij aan wilde haver en duist. Het stro in de varkens
mest zou wilde haver kunnen bevatten en voor zo
ver het stro ^ïkomstig is uit de kleistreken is de aan
wezigheid van duist niet uitgesloten. Controle^ is moei
lijk uitvoerbaar. Het stellen van eisen'is een moge
lijkheid, wanneer men de mest van een bepaald be
drijf betrekt. Bij een intensieve verbouw van hak-
vruchten zal de narigheid heus wel méevallen. Niet
al te pessimistisch zyn. In kippemest kan vrijwel geen
onkruid voorkomen.
DE PRIJS
prijs van de mest zal ten nauwste verband hou
den met de vervoerskosten, waarbij de soort
mest eveneens van invloed zal zijn. Exacte prijzen zijn
nog nauwelijks vastgesteld, doch over het geheel ge
nomen zullen minstens de vervoerskosten betaald
moeten worden! De mestbank met als contactadres
N.C.B. Tilburg kan U nadere inlichtingen omtrent
de prijzen verstrekken.
Tenslotte nog het volgende: Tot nog toe is de vraag
naar mest bii de mestbank nog zeer beperkt en blijft
het achter bij het aanbod!
De verklaring hiervoor is waarschijnlijk tweeledig.
Ten eerste het nauwelijks bekend zijn van de bank.
Verder waren de gewassen reeds ingezaaid toen de
mestbank met zijn bemiddelingstaak begon.
In dit artikel is getracht U op de hoogte te brengen
van de waarde van de verschillende mestsoorten,
waarby de cijfers er niet om liegen. Aan U als prak
tische boer nu het antwoord. Wilt U enige ervaringen
met organische mest opdoen, bel dan meteen. Het zal
wellicht een gunstige ervaring worden.
0
O
(L
O
H
CaO
MgO
35
35
40
15
20
50
20
10
90
45
90
25
40
40
35
1
G
Q.
1 W) c
cfl Oh C <U
<D w fC
b3
Consulentschap akkerbouw
en rundveehouderij Zevenbergen
TER BESTRIJDING VAN DUIST in koolzaad zijn
de laatste jaren gunstige ervaringen opgedaan met
een bespuiting van 12 kg T.C.A. per ha, direkt na het
zaaien. Op zware kleigronden mag de dosering wel tot
15 kg worden opgevoerd. Behalve duist wordt even
tueel voorkomende gerstopslag bestreden, zij het niet
geheel afdoende.
WANNEER IN UW PERCEEL AARDAPPELEN
doorwas van betekenis voorkomt, zullen de jonge
knollen erg gevoelig zijn voor ontvellingen tijdens het
oogsten. U zult Uw aardappelen dus voldoende gele
genheid moeten geven om af te harden, zodat U pas
na 10 tot 14 dagen na het doodspuiten kunt gaan oog
sten. Ook dit zult U in het veld nauwkeurig moeten
nagaan.
EEN GROEN GEWAS AARDAPPELEN kan begin
september dagelijks een gewichtstoename geven van
500 kg aardappelen per ha. Een lang doorgroeiend
gewas geeft dus een hogere opbrengst en een grovere
sortering, hetgeen betekent dat een aantal percelen
dit jaar laat aan doodspuiten toe is. Laat oogsten ver
groot echter het oogstrisico, terwijl de iverkzaamhe-
den opéén hopen. U zult dus welbewust moeten kie
zen.