TUINBOUW-
KLANKEN
Bloeitijd gladiolen
later dan normaal
Wel of niet specialiseren
DINGEN VAN DE WEEK
„OUDERWETSE" GOLDEN DELICIOUS
Ondanks het vele rooien zal de fruitoogst dit jaar
weinig of niet kleiner zijn dan vorige jaren. Ook
uit België wordt dit gemeld. Nog steeds komen er
veel jonge fruitbomen in produktie en dat is van
grote invloed. Denk b.v. aan de Flevolandpolder,
waar 5 jaar geleden nog geen fruit was en waar nu
al 7 miljoen kg fruit wordt verwacht.
Niettemin is het toch van veel betekenis dat er
werd gerooid, want anders zou de produktie nog
veel hoger zijn geweest. Wel is het onder de hui
dige omstandigheden jammer dat de nadruk door
deze gang van zaken steeds meer op de Golden
komt te vallen. Het aanbod van andere appels
neemt af en speciaal dat van de Golden neemt toe.
Meer dan de helft van de „nieuwe" Flevolandse
kilo's fruit komen voor rekening van de Golden
Delicious. Terwijl iedereen het gevoel heeft dat
elke kilo Golden die er bij komt, overbodig is. Dat
blijkt ook min of meer bij de verkoop van fruit op
't hout. De handel is gereserveerd. Voorzover men
belangstelling toont, zoekt men vanzelfsprekend
speciaal de jonge bedrijven op die de aanvallige
leeftijd van 36 jaar hebben. En voor 't eerst
vraagt men naar andere rassen dan Golden: men
wil Goudreinette, Cox's en Winston. De Golden
wordt duidelijk lager gewaardeerd en brengt aan
merkelijk minder op.
Een gunstig feit bij dit alles is: het fruit is van
goede kwaliteit. De Cox's maakt een prima indruk,
want de appels zijn flink van stuk, maar toch niet
zo grof dat ze beslist stip moeten hebben. En de
Golden Delicious is van een kwaliteit zoals we in
geen tijden meer hebben gezien. Voorgaande jaren
was het vaak narigheid, met kleine, groene en voor
al duwschillige appels. Men vroeg zich af wat er
aan kon mankeren. Deskundigen studeerden er op
en kwamen er niet uit. Ons klimaat was minder
geschikt voor Golden, maar hoe was dat dan 1015
jaar geleden? Toen hadden we ze toch ook glad en
gaaf!
Onverwachts zijn ze nu op de meeste bedrijven
weer van vooroorlogse kwaliteit. Als een „zonne
tje", zoals men dat in de praktijk zegt. Vorig jaar
riep iedereen over de kwaliteit van de Franse Gol
den, maar nu hoeft men voor prima kwaliteit niet
naar dat land toe te gaan. Ook de handel niet. Mis
schien dat dit een lichtpuntje genoemd kan worden
in de duisternis. Want de situatie blijft door over-
produktie moeilijk en zorgwekkend.
Het is medio augustus nu we dit overzichtje voor
Schouwen en Duiveland samenstellen. Voor velen
zit de vakantie er weer op, hetgeen in onze omge
ving goed merkbaar is aan de mindere verkeers
intensiteit.
Voor de ondernemers in land- en tuinbouw is de
vakantietijd voor de meesten een tijd geweest van
volop aktiviteit, begunstigd door fraai zomerweer.
Als men de polders zo doorkruist, ziet rnen al heel
wat lege percelen. De oogst van diverse produkten
is in volle gang of reeds achter de rug.
Tot dit tijdstip zijn na de oogst van de plantuien
al heel wat vroege zaaiuien geleverd. Zij die zo ge
lukkig waren over een vroeg gewas te beschikken,
hebben, voor zover er tijd voor was, kunnen pro
fiteren van levering tegen zeer aantrekkelijke prij
zen. Op dit moment is echter van goede prijzen
geen sprake meer. Jammer genoeg is een scherpe
prijsdaling opgetreden, tot ongenoegen van teler en
handelaar. Het liep allemaal zo best! Precieze oor
zaak van deze prijsdaling is niet bekend. Uiteraard
is wellicht het aanbod wat toegenomen; hoofdoor
zaak schijnt een geringe vraag te zijn.
Voor de bewaaruien vraagt de bespuiting ter be
vordering van de houdbaarheid onze aandacht.
Hoewel op Schouwen en Duiveland nog weinig
glastuinbouw wordt bedreven, zijn enkele onderne
mers gekonfronteerd met de steeds dalende toma
tenprijzen. Een daling, die is ingezet tijdens de ha
venstaking in Engeland, maar na de opheffing van
de staking echter niet tot staan is gekomen. In
ieder geval is van herleving van het prijspeil geen
sprake geweest. Zij die een goed gewas hebben ge
oogst wat betreft kwaliteit als kwantiteit zijn nog
tot een redelijk resultaat gekomen.
,Na de vakantie-onderbreking moeten wij eigen
lijk met frisse moed aan dit eerste „na de pauze"
artikel uit Walcheren beginnen. De frisheid ont
breekt enigszins. Enerzijds hebben onze tuinders
een moeilijke periode achter de rug en anderzijds
hebben we ditmaal niet zo veel opwekkends te
schrijven. De prijzen en dit is toch het kardinale
punt zijn ook voor groenten niet bepaald impone
rend. Tomaten en komkommers zijn zonder meer
slecht in de prijs. Hoe dit komt hebt U o.a. in ons
vorig nummer in „Dingen van de week" kunnen
lezen. Het heeft dus weinig zin er nog eens op te
rug te komen dat het buitenland, begunstigd door
een groeizame zomer, op de Europese markten zeer
veel produkt levert. Nu hier ook van de hoofdpro-
dukten een grote aanvoer is, loopt het uit de hand.
Gelukkig hebben velen onzer nogal eens een ex
tra teelt gehad. We denken aan de aardbeien, de
bonen (die ook nu nog een goede uitzondering ma
ken), de vroege aardappelen, vroege uien enz. We
hebben in voorbije jaren meermalen tegen de
stroom ingeroeid door te stellen dat we liever be
trekkelijk veel teelten op een bedrijf zien dan be
drijven die een zekere specialisatie nastreven. Het
deed ons deugd toen we op enkele vrij grote bedrij
ven met onze collega's e.e.a. eens doorpraatten en
merkten dat dit (althans op Walcheren en daar
schrijven we toch voor?) vrij sterk leeft.
Na de regenperiode van enkele weken terug is
in onze regio nogal wat prei uitgeplant. We hebben
de indruk dat het uitgeplante areaal sterk is uit
gebreid ten opzichte van vorige jaren. De bevre
digende resultaten van onze kollega's in voorgaan
de jaren zal daar niet vreemd aan zijn. We zullen
hopen dat tegenover een eventueel groter aanbod,
een evenredige vraag zal bestaan, opdat het prijs
peil lonend blijft.
In de sektor bloembollen is de oogst en afleve
ring van bol-irissen thans aan de orde. De opbreng
sten lopen van perceel tot perceel sterk uiteen. Op
de droogtegevoelige gronden valt het aantal lever
bare bollen tegen. Met name de kopmaat valt tegen
in aantal. Zij die niet hebben voorverkocht kunnen
nog profiteren van een goede prijs voor de kopmaat.
Sinds enkele weken is de oppervlakte uitgeplan
te gladiolen bekend. De uitbreiding van ongeveer
7 procent is zowel bij de handel als de teler meege
vallen. Men vreesde een aanmerkelijk grotere uit
breiding. Toch staat de handel niet in de rij voor
bollen in voorkoop vast te krijgen, althans niet
tegen aantrekkelijke prijzen voor de teler. Men is
zeer voorzichtig! Liefst koopt de handel vaste ge
tallen, waarvoor een premie wordt betaald.
Voorverkoop van vaste getallen blijft echter een
bedenkelijke zaak. Er moet nog heel wat gebeuren
voor de grote maat er is. Veel is mogelijk, maar
vandaag staat wel vast dat de bloei aanmerkelijk
later is dan normaal, vooral de kleinere plantmaten
hebben een fikse achterstand.
Overigens ervaart men hoe snel de seizoenen el
kaar opvolgen en hoe daarmee de tijd aan ons voor-
bijsnelt.
Eén van onze collega's zei, dat hij blij was in de
grootste hitte ook nog eens op zijn vrije percelen
buiten de kassen te kunnen werken. Hij vond dit
een groot winstpunt. Nu de onkosten zo onrustba
rend stijgen zal e.e.a. ons inziens nog meer gaan
klemmen. Personeel is schaars en wordt steeds
duurder. Zo was er een gerenommeerd collega uit de
boerenhoek die, doordat zijn bedrijf te klein wordt,
noodgedwongen zijn laatste vaste man gevraagd
heeft naar een andere werkkring uit te zien. Nu
kan men stellen dat een dergelijk landbouwbedrijf
te klein is en het dus niet meer economisch verant
woord is om personeel in dienst te hebben. Wij zul
len de laatste zijn dit te bestrijden. Maar het feit
als zodanig blijft dat bedrijven die vroeger met
personeel konden werken, nu alleen of in samen
werking met buren en/of loonwerker hun bedrijf
moeten runnen. Maar deze mogelijkheid tot samen
werking of zien met een loonwerker het werk rond
te krijgen is in de tuinbouw o.i. veel beperkter dan
in de landbouw. En voor dit probleem hebben we
nog geen direkte oplossingen gehoord! Overigens,
en dit ter vermijding van boze brieven aan ons
adres, wij weten zelf maar al te goed dat aan het
vraagstuk „wél of niet specialiseren" vele kanten
zitten waarop wij in deze korte bijdrage niet in kon
den gaan, maar te zijner tijd nog wel eens op
terugkomen.
Dat er spanningen heersen op de arbeidsmarkt
bemerken we ook als tuinders haast elke dag. Het
valt niet mee om mensen vast te krijgen voor de
seizoenwerkzaamheden die er op onze bedrijven
moeten plaats vinden. Dikwijls is het zelfs moei
lijk om vaste krachten aan te trekken zo daar aan
leiding toe bestaat. De zuigkracht van de industrie
en de dienstenverlenende bedrijven is groot. Er zijn
geen aanwijzingen dat hierin op korte termijn ver
andering gaat komen. We lazen deze week dat de
Europese commissie verwacht dat de spanning op
de arbeidsmarkt in Nederland nog verder zal toe
nemen. In het algemeen genomen schijnt de zeer
grote pendel van Nederlandse arbeidskrachten
naar West-Duitsland daarbij een grote rol te spe
len. De Europese commissie heeft nog eens ge
wezen op de wenselijkheid dat ook de gehuwde
vrouw wordt ingeschakeld in het arbeidsproces. Wat
dat betreft zijn er ook in ons gebied nog genoeg
arbeidskrachten, maar de moeilijkheid is de ge
huwde vrouwen zover te krijgen dat ze een werk
kring aanvaarden. We weten dat in het buitenland
de gehuwde vrouw in veel sterkere mate is inge
schakeld in het arbeidsproces dan in ons land. Ve
len voelen er niets voor om te gaan werken. De
redenen kunnen afhankelijk van de persoonlijke
omstandigheden, verschillend zijn. Echter vooral
het feit dat de fiscale maatregelen over het door
de gehuwde vrouw verdiende inkomen zo ongun
stig zijn maken dat velen het niet de moeite waard
vinden om, voor hetgeen er na aftrek netto over
blijft, daarvoor aan het werk te gaan.
De spanningen op de arbeidsmarkt vergroten de
inflatoire tendenzen in sterke mate. We hebben de
laatste jaren leren leven met de inflatie en er zijn
al heel wat slachtoffers door gevallen. We zullen
er rekening mee moeten houden dat dit proces
voort gaat. Dat zal voor onze sektor betekenen dat
er nog heel wat bedrijven zullen moeten verdwijnen
om de meest gewenste structurele tuinbouwbedrij
ven te verkrijgen.
Met belangstelling namen we kennis van de
nieuwe bedrijfsbeëindigingsregeling voor het mid
den- en kleinbedrijf die staatssecretaris Van Son
vorige week bekend maakte. Enkele tuinders die
het bericht niet al te goed hadden gelezen vroegen
ons wat er voor hen als nieuwe mogelijkheid was
gekomen. We moesten hen teleurstellen en vertel
len dat het gold voor een andere categorie onder
nemers dan waartoe zij behoren.
De nieuwe bedrijfsbeëindigingsregeling voor het
midden- en kleinbedrijf legt sterk de nadruk op het
sociale aspect van het beëindigen van het bedrijf.
Uitgangspunt van de nieuwe regeling is, dat het
verdwijnen van ondernemingen die inkomsten ver
schaffen beneden een bepaajd minimum altijd struc-
tuurverbeterend werkt. De nieuwe regeling wil on
dernemers wier inkomen beneden een bepaald be
drag is gebleven (ƒ13.000,fiscaal inkomen over
1968) het mogelijk maken over te schakelen naar
een ander beroep, al dan niet zelfstandig.
Dat gebeurt door hen na het beëindigen van hun
bedrijf een inkomensgarantie te geven. We willen
hier niet ingaan op de details van deze regeling
die voor de ondernemers in onze sektor van geen
belang is. We vinden wel belangrijk dat men er
van uitgaat dat het verdwijnen van ondernemingen
die geen voldoende inkomen bieden structuurver-
beterend werkt. Dat geldt niet minder voor onze
sektor. Nog altijd zijn velen ontevreden over de
beëindigingsregeling voor de land- en tuinbouw via
het O.- en S.-fonds. Het steekt vooral in het feit
dat de huidige regeling zoveel slechter is dan de
eerste regeling. Zonder de goeden te kort te doen
stelt de tuinder dat het dikwijls de zwakste bedrij
ven waren die hebben geprofiteerd van de eerste
gunstige regeling. De vasthoudende ondernemers
die zich nog niet neer wilden leggen bij het feit dat
hun bedrijf geen bestaan meer bood, ploeterden
door en kregen te maken met een veel ongunstiger
regeling toen ze bemerkten dat het tegenover zich
zelf en hun gezin niet langer verantwoord was om
ondernemer te blijven. Het is te hopen dat hier
in op korte termijn verbetering zal komen!