Nutswetprocedure bij plan
Landinrichting midden Delfland
Cursussen agrarisch vakonderwijs in Zeeland 1970-1971
4
,0ESTIJDS is in de verschillende dagbladen reeds uitvoerig bericht over
de beslissing van de regering om ter handhaving van de open ruimte
in het gebied Midden-Delfland tot een ingrijpende „landinrichting" te komen.
Een speciale daarvoor ontworpen wettelijke regeling is daartoe ontworpen
om dit ca. 6000 ha grote gebied daartoe in te richten, nl. 4100 ha voor de land
en tuinbouw en 1900 ha voor doeleinden van openbaar nut, in hoofdzaak
voor recreatie. De voor de openbare voorzieningen benodigde 1900 ha zullen
moeten worden aangekocht dan wel onteigend. Vandaar dat nu een ontwerp
voor de landinrichting van Midden-Delft ter visie ligt en hiertegen bezwa
ren kunnen worden ingebracht. Voor wat de onteigening betreft zal in grote
lijnen, volgens de toelichting bij dit ontwerp de zgn. nutswetprocedure wor
den gevolgd. Dit houdt in dat alvorens het ontwerp van wet naar de Staten-
Generaal wordt gezonden, een ieder zijn bezwaren kenbaar kan maken tegen
de plannen ten behoeve waarvan onteigend zal worden. Deze bezwaren zul
len in een rapport worden verwerkt en tegelijk met het wetsontwerp aan
de Staten-Generaal worden aangeboden.
Daartoe strekt deze eerste ter visie legging. Bij aanvaarding van het wets
ontwerp door de Staten-Generaal zal na verloop van tijd een tweede ter visie
legging plaatsvinden, met eveneens de mogelijkheid van bezwaar maken, ter
voorbereiding van de definitieve aanwijzing van de te onteigenen percelen.
Het in grijs aangegeven gebied zal in hoofdzaak voor de dagrecreatie wor
den ingericht. Er zal een grote diversiteit van mogelijkheden moeten wor
den voorzien voor de dagrecreatie vooral voor de bewoners van de omliggen
de steden.
Voor het aangegeven gebied staan de inrichtingsplannen nog niet vast.
Zoals elke eerste ter visie legging volgens de nutswetprocedure is ook deze
bedoeld om de bezwaren tegen de algemene strekking van het plan te ver
nemen. Zodra de detailplannen vastere vorm hebben gekregen, volgt, zoals
vermeld, nog een tweede ter visie legging, met de nodige kadastrale aandui
dingen van de gronden die zullen worden aangewezen voor onteigening.
•WIJ menen dat de hier gevolgde gang van zaken en procedure, ook voor
niet direkt bij deze landinrichtingsplannen Midden-Delfland betrok
kenen van belang is, en besteden er daarom dan ook aandacht aan. De
Gewestelijke Raad voor Zuid-Holland van het Landbouwschap heeft n.l. in
een brief aan minister ir. P. J. Lardinois van Landbouw en Visserij ernstig
bezwaar gemaakt tegen deze onteigeningsplannen. De gewestelijke raad zegt
het zeer bedenkelijk te vinden, dat het agrarisch bedrijfsleven tot dusver
in geen enkel opzicht werd gekend in de voorbereiding van deze voor haaT
zo ingrijpende maatregelen. De plaatselijke agrarische bevolking is daardoor
geïrriteerd. Ze is alleen maar op de hoogte gebracht van het voor de land
en tuinbouw bestemde gedeelte van het plan. Dat zal in de geest van de her
en ruilverkaveling worden uitgevoerd. In het algemeen richten de bezwaren
zich tegen het feit, dat men de onteigening ter hand wil nemen nog vóórdat
het plan in zijn totaliteit met alle betrokkenen is doorgesproken.
De gewestelijke raad stelt met nadruk, dat zij zich niet verzet tegen het
onttrekken van grond aan de land- en tuinbouw. Het bezwaar van de raad
is gericht tegen het voornemen om in het huidige stadium een onteigenings
procedure aanhangig te maken, zonder dat het kader waarbinnen deze maat
regel wordt getroffen vaststaat. Zelfs de noodzaak van een onteigening is
nog niet aangetoond. De gewestelijke raad acht het verder niet uitgesloten,
dat agrariërs in het voor „groene bufferzone" bestemde gebied hun grond in
de toekomst voor recreatieve doeleinden willen gebruiken.
DOVENDLEN vindt de gewestelijke raad, dat de grenzen tussen het agra-
u rische en het voor recreatie bestemde gebied in het plan Midden-Delf
land ongelukkig zijn getrokken. De raad stelt voor rijksweg 19 als scheidings
lijn te laten fungeren. Zij adviseert geheel Midden-Delfland oost tot buffer
zone te bestemmen en de agrarische bedrijven, die in dat gebied particulier
worden geëxploiteerd, te beëindigen. De herindeling van Midden-Delfland west
ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering is een juiste maatregel, mits
het bedrijfsleven een beslissende stem in het kapittel krijgt. Reeds nu vraagt
de gewestelijke raad aandacht voor de toekomst van de glastuinbouw in
Midden-Delfland. Juist in dit gebied liggen voor de glastuinbouw de laatste
expansie- en uitwijkmogelijkheden. Meer dan ooit is het geboden de uitbouw
van het Westland nu in concrete plannen vast te leggen. Midden-Delfland
west biedt een uitstekende mogelijkheid om een modern vestigingsgebied af
te ronden en de overgang naar het aangrenzende weidegebied volgens plan
uit te voeren.
De raad herinnert in zijn brief aan het Koninklijk 'Besluit van 1965 inzake
het streekplan Westland. Dit besluit bevat aanwijzingen voor een vergroting
van het voor tuinbouw bestemde gebied onder De Lier tot aan de Gaag. De
raad pleit ervoor dit gedeelte van Midden-Delfland voor de glastuinbouw in
te richten en een tuinbouw vestiging in geleide projecten voor te bereiden.
Een uitermate belangrijk aspect van de herinrichting van Midden-Delfland
is de positie van de agrarische werknemers. Het betreft hier circa 270 man.
Een aantal van hen zal in de komende jaren te maken krijgen met de ge
volgen van bedrijfsbeëindiging. De Gewestelijke Raad voor Zuid-Holland
wil dat vooruitlopend daarop regelingen worden ontworpen. Het is de raad
bekend, dat pogingen elders ondernomen tot oprichting van een fonds om
schadevergoeding te kunnen uitkeren resultaat hebben gehad.
De tijd voor het volgen van land- en tuinbouw-
cursussen is weer aangebroken. Gaarne wil de Com
missie Agrarisch Vakonderwijs dan ook de aandacht
vestigen op de vele mogelijkheden, die er zijn om
zich verder voor zijn taak te bekwamen. Bij vol
doende deelname kunnen o.a. de volgende cursus
sen worden gevolgd.
BEDRIJFSECONOMISCHE CURSUSSEN
TUINBOUWCURSUSSEN
Schakelcursussen. Het doel hiervan is de teler,, die
in het bezit is van een erkenning voor een bepaalde
teeltrichting en als zodanig geregistreerd is, in de
gelegenheid te stellen tevens erkend te worden
voor een andere teeltrichting in de tuinbouw. En
voorts (geen schakelcursussen) op het gebied van
aanleg en onderhoud van tuinen, sierteelten, ed.
HANDVAARDIGHEIDSCURSUSSEN
Metaalbewerking; Houtbewerking, Schilderen;
Steen- en cement werk; Lassen voor land- en tuin
bouw (booglassen).
VAK VAARDIGHEIDSCURSUSSEN
Akkcv- en Weidebouw en Tuinbouw: Motoren-
gebruik; Trekkeronderhoud; Werktuigen.
Melkwinning: Handmelken; Machinaal melken.
Veelteelt: Beoordeling, toiletteren en voorbren
gen paarden; Klauwverzorging; Moderne veevoe
ding, enz.
Pluimveeteelt: Korte cursus pluimveeteelt.
BIJSCHOLINGSCURSUSSEN
De mogelijkheid tot het volgen van z.g. bijscho
lingscursussen bestaat eveneens. Hiermede worden
speciaal bedoeld cursussen voor teelten onder glas,
bijv. tomaten, komkommers, enz.
CURSUSGELDEN EN CURSUSDUUR
Naar gelang de cursusduur variëren de cursus
gelden van 17 tot en met f 70 per cursus (onder
voorbehoud van wijzigingen). De cursusduur kan
overigens sterk variëren; de kortste cursus bestaat
uit 24 lesuren en de langste uit 240 lesuren (deze
laatste worden meestal over 2 winterhalfjaren ver
deeld).
WAAR MELDEN?
Belangstellenden kunnen zich voor nadere inlich.
ting en aanmelding wenden tot de direkteuren van
de Lagere Agrarische Scholen te:
Middelburg (dir. W. Fase, Koudekerkseweg 115,
tel. 01180—4622);
Kauelle dir. J. od 't Hof, Vijverstraat 1. tel. 01102
—1812 of 1603);
Scherpenisse (dir. A. C. van Heusden, L. Deur-
loostraat 31, tel. 01666540);
Zierikzee (dir. J. A. Kooiman, Grachtweg 5, tel.
01110—3127);
Hulst (dir. E. J. C. Rademakers, Tabakstraat 18,
tel. 01140—3275);
Schoondijke (dir. P. J. L. de Rijk, Dorpsstraat 52,
tel. 01173—289).
Alsmede bij de directeur van de Landbouwprak-
tijkschool te Schoondijke, Ir. J. Roest, tel. 01173
483; M. Krijger, „Landbouwcentrum Zeeland", tel.
011006440 en de plaatselijke organisatoren of de
secretariaten van de in de Commissie Agrarisch
Vakonderwijs samenwerkende bonden en organisa
ties en bij het Secretariaat der Commissie, p.a.
ZLM, Grote Markt 28, Goes, tel. 01100—5010.
WIJZIGING MINIMUM-LOON
EN MINIMUM-VAKANTIEBIJSLAG
Het verbod geldt in beginsel ook voor kinderen
van zelfstandige ondernemers, die op het ouder
lijk bedrijf werken. Maar voor deze kategorie
gelden evenwel belangrijke uitzonderingen; 15-
jarigen mogen wel op het ouderlijk bedrijf wer
ken, mits per dag niet langer dan 5 uur wordt ge
werkt. Betreft het kinderen die nog leerplichtig
zijn, dan mogen zij evenmin tijdens de schooluren
werken ook al blijft de arbeid tot 5 uur per dag
beperkt. Voorts zijn van het verbod uitgezonderd
leerlingen van land- en tuinbouwscholen die in
het kader van het leerprogram praktijkwerkzaam
heden verrichten. In dit geval eohter geldt het
voorschrift, dat de praktijkwerkzaamheden ver
richt dienen te worden tussen 7 uur 's morgens
en 6 uur in de namiddag.
Willen 15-jarigen gaan werken dan moeten zij
in het bezit van een arbeidskaart zijn. Deze moet
worden aangevraagd bij- de gemeentes.ekretaris
van de plaats van inwoning. Een andere belang
rijke voorwaarde is nog dat 15-jarigen tenminste
gedurende 8 uur per week op één hele werk
dag of 2 halve werkdagen algemeen en op het
beroep gericht onderwijs dienen te volgen of
moeten deelnemen aan een andere opleidings- of
vormingskursus. Gedurende de school- of kursus-
uren moet het loon worden doorbetaald of de loon
derving vergoed. Het scholingsinstituut moet door
de minister van Sociale Zaken en Volksgezond
heid zijn erkend.
Van het arbeidsverbod zijn voorts uitgezonderd
15-jarige meisjes, die. huishoudelijk werk of lichte
arbeid in een gezin doen. Verder mogen 15-jarige
jongens en meisjes tijdens hun schoolvakantie
licht werk verrichten.
Het distriktshoofd van de arbeidsinspektie kan
onder bepaalde omstandigheden ontheffing van
het arbeidsverbod geven. Voor nadere informaties
kan men zich desgewenst tot de arbeidsbureaus
wenden of wel rechtstreeks bij de arbeidsinspectie
van het distrikt waaronder de plaats van inwoning
ressorteert.