UIT DE
PRAKTIJK
Geheimzinnige toprol verschijnt weer
Opbrengsten - matig tot slecht
De opbrengsten vallen niet mee
Goed oogstweer gevraagd
Gunstig weer voor de „rooigewassen"!
4
Na een drukke oogstweek, die we jammer ge
noeg vrijdag en zaterdag vroegtijdig door regen
buien moesten beëindigen is er tijd om even de
ervaringen van de week onder elkaar uit te wis
selen. Vrijwel algemeen horen we op THOLEN
en ST. PHILIPSLAND dat de opbrengsten matig
tot slecht zijn. Wanneer we ons oor te luisteren
leggen en hierbij onze eigen opbrengsten in ogen
schouw nemen, dan schatten we de gemiddelde
wintertarwe-opbrengst op 4200 a 4300 kg per ha.
Naar schatting is ongeveer 85 van het winter-
tarwe-areaal in onze streek gecombined Er zijn
diverse factoren die debet zijn aan de lage op
brengsten. We noemen: de uitermate korte groei
periode, de bruine roest en meeldauwaantasting,
terwijl daarenboven de veelvuldige luisbezetting
toch ook de opbrengsten niet ten goede kwam.
Gelukkig zijn er ook wel gunstige omstandig
heden, zoals geen of lage droogkosten en redelijke
stro- en tarweprijzen, maar dit neemt toch niet
weg, dat het saldo per ha tarwe wel zo'n 250,
beneden het tienjarig gemiddelde zal liggen.
Over de opbrengsten van gerst en erwten zijn
de berichten nog wat traag. Ongeveer 50 van
deze gewassen zal op dit moment (8 aug.) gedor-
sen zijn. We hoorden van redelijk, hoge zowel als
van lage opbrengsten. We hebben de indruk dat
vooral van de gerst de vroeggezaaide percelen,
die naar alle waarschijnlijkheid de beste zullen
zijn, geoogst zijn. Dientengevolge zullen naar we
verwachten de opbrengsten van die gewassen wei
nig beter zijn dan van tarwe.
Ook van een gewas als uien wordt dit jaar niet
veel verwacht. De stand van diverse percelen is
niet om over naar huis te schrijven. De aard
appelopbrengst lijkt niet tegen te vallen, maar wel
staat vast, dat de sortering van onze late aard
appelen heel wat te wensen overlaat.
Dit alles wil nog niet zeggen dat 1970 een slecht
boerenjaar wordt, want de prijzen kunnen veel
ten goede doen keren. Bij geruchte vernamen
we dat het ook met de opbrengsten in andere
West-Europese landen niet allemaal koek en ei is.
Dit zou ons aangaande prijsverwachtingen wat op
timistisch kunnen stemmen. We dienen hier ech
ter wel voorzichtig mee te zijn, omdat dergelijke
geruchten vaak gebaseerd zijn op streeksgewijze
indrukken. Graag zouden we hier tijdig wat bre
der over geïnformeerd willen worden.
De Suikerunie heeft vorige week haar reorgani
satieplannen aan haar Thoolse en Phliplandse leden
voorgelegd. We hebben begrip voor de argunmen-
en die tot reorganisatie hebben geleid. Waar we
echter minder gelukkig mee zijn is de manier
waarop de gehele reorganisatie aan de leden is
gepresenteerd, terwijl we ook in de nieuwe sta
tuten de mening van het bestuur maar moeilijk
kunnen delen. Mogelijk echter zijn wij in deze
dingen te kortzichtig. Of zijn we hier wellicht,
ouderwets coöperatief
Vorige week is ook op NOORD-BEVELAND het
oogsten van granen en peulvruchten begonnen.
Nog niet overal volop, sommige bedrijven zijn al
aardig gevorderd, andere moeten nog beginnen.
Gerst is er niet zoveel meer, veel erwten die op
de ruiter staan waren nog niet droog en de mees
te tarwe was nog niet voldoende af gerijpt. We
schatten dat in totaal ongeveer 30 van de dors-
bare gewassen geruimd zijn. Dus de grote stoot
moet nog komen. Eigenlijk is de oogst te vroeg.
In aanmerking genomen dat veel wintertarwe pas
half juni goed in de aar stond moesten we vóór
half augustus nog niet aan het oogsten zijn.
Door diverse oorzaken zoals de langdurige droog
teperiode, vrij veel bruine roest en meeldauw,
zijn de gewassen te snel afgerijpt, de korrel is fijn
gebleven en de kg-opbrengsten liggen dan ook
duidelijk beneden het meerjarig gemiddelde. Voor
een betrouwbare raming hebben we nog te wei
nig gegevens. Vooral bij de erwten wisselen de
opbrengsten sterk. Van zeer slecht minder dan
2000 kg/ha - tot redelijk goed - boven de 4000 kg.
Van wintertarwe hoorden we van percelen die de
4000 kg niet haalden, van andere die vlot boven
de 5000 kg kwamen.
In de aardappelen is het nog steeds geheimzin
nige toprol verschijnsel ook weer te zien. Het
treedt wat later op dan vorig jaar maar de mate
van optreden lijkt uitgebreider. Met het niveau
dat de landbouwwetenschap toch heeft bereikt is
het bepaald onbevredigend dat oorzaak en aard
van dit verschijnsel nog steeds niet zijn verklaard.
Gelukkig is de opbrengstderving tot nu toe niet
van veel betekenis geweest.
Het ziet er momenteel niet naar uit dat de oogst
van de aardappelen vroeg zal zijn. Het gewas is
nog fris groen en in volle groei. Ondergronds is
de ontwikkeling bepaald achter bij normaal en
om een redelijke opbrengst te halen zal de ver
leiding groot zijn om het doodspuiten maar wat
langer uit te stellen. Op tijd doodspuiten betekent
minder opbrengst, langer groen houden, een on
gunstiger arbeidsverdeling en meer oogstrisico.
Eén ding staat wel vast, gezien het nog fris groene
loof kan de tijd tussen doodspuiten en rooien niet
bekort worden. Dit geeft een ontveld produkt dat
extra vocht verliest tijdens de bewaring en niet
lang houdbaar is. Omdat we de kalender nu een
maal geen paar weken stil kunnen zetten moet
ieder voor zichzelf beslissen hoeveel risico's hij
bij het bepalen van de tijd van doodspuiten wil
nemen.
Vorige week leek het er op dat het met de win
tertarwe- en erwtenoogst op ZUID-BEVELAND
zeer vlot zou gaan. Nu met de regenbuien aan het
eind van de vorige week en in het begin van deze
week is alles weer wat vertraagd.
De opbrengsten van de wintertarwe vallen niet
mee. Hoewel er nog te weinig juiste opbrengstge-
gevens bekend zijn, lijkt het er op dat het gemid
delde zo tussen de 43004600 kg per ha zal komen
te liggen. Het valt wel op dat er zowel uitschieters
met zeer hoge als met zeer lage opbrengsten voor
komen. De korrel is in de meeste gevallen maar
matig gevuld. De doorval is veelal veel hoger als
normaal. De stro-oogst is door de regen wat ach
terop gekomen. Andere jaren is er wat belang
stelling om het stro gehakseld op het land te la
ten, nu met deze hoge stroprijzen wordt getracht
alles zo goed mogelijk geperst te krijgen.
Van de erwtenoogst is ook al een deel gedorsen.
De opbrengsten vallen tegen. Door de grote ver
schillen is het zelfs te riskant om een gemiddelde
opbrengst te durven noemen. Normaal wordt eerst
de zomergerst geoogst, door de late uitzaai is ze
nu pas na de wintertarwe oogstrijp. De eerste op
brengsten vallen ook bij dit gewas niet mee. Dit
zelfde kan ook direkt gezegd worden van de ha
ver. Het blijkt toch wel dat de zaaidatum toch van
grote invloed is op de te behalen opbrengsten.
Zeer waarschijnlijk zullen we dat ook bij de zo-
mertarwe wel kunnen constateren. Al met al komt
het er toch op neer dat de opbrengsten van de
granen beneden het gemiddelde van de voorgaan
de jaren zullen komen te liggen.
De suikerbieten staan er nu goed voor. Ze heb
ben nog veel blad gevormd. De luizen zijn nu vrij
wel geheel verdwenen, afgestorven en/of er uit
geregend. Hier en daar zijn enkele, op sommige
percelen reeds vrij veel, bladeren te vinden waar
op de symptomen van vergelingsziekte voorko
men. De bladmassa's doen een goede suikerbieten-
opbrengst verwachten, of dit werkelijk zo zal zijn,
of hoeveel we wel achterop komen t.o.v. voorgaan
de jaren, zullen straks de. bemonsteringen wel
aantonen.
De verwachtingen van de aardappelopbrengst
worden ook zeer verschillend beoordeeld. Hier en
daar klaagt men over een te geringe aanslag, dus
een te klein aantal knollen per plant, ook de door
was zal perceelsgewijze nog van invloed zijn op
de opbrengst maar vooral op de vorm en de kwa
liteit van de knollen. 3 'a 4 weken later dan voor
gaande jaren zijn nu in de aardappelvelden de
eerste planten met toprol gevonden. De haarden
zijn gelukkig nog klein.
De bouwvakkers hebben ook dit jaar weer goed
vakantieweer getroffen. Ook wij boeren in WEST
ZEEUWS-VLAANDEREN hebben daar van mee
kunnen profiteren in deze toch wel drukke oogst-
periode. Het vlas, alhoewel er niet zo veel meer is
gezaaid, kon worden geschelfd. Doordat dit meest
al zeer kort is gebleven, ging dit nogal vlug. De
erwten die er dit jaar veel uitgezaaid waren, kon
den worden gemaaid en geruiterd. Het dorsen uit
het zwad is, enerzijds als gevolg van het goede
weer, anderzijds door het steeds groter wordende
arbeidstekort, vooral in drukke perioden, dit jaar
weer toegenomen.
De erwten laten een matige opbrengst zien. Er
waren goede, maar ook veel slechte percelen. Ook
de opbrengsten van de conservenerwten zijn niet
meegevallen. Eveneens was de oogst van kool
zaad in de afgelopen weken in volle gang. Het uit
het zwad dorsen vroeg nogal wat tijd, aangezien
het meeste koolzaad aan de zware kant was. De
meeste percelen waren flink gelegerd, zodat een
paar loonwerkers er toe zijn overgegean bii het
zwadmaaien gebruik te maken van een vertikaal
mes, gemonteerd op de maalbalk, i.p.v. een tor-
De werkzaamheden aan de oogst vragen ook in
WALCHEREN de volle aandacht. Indien de weers
omstandigheden gunstig zijn kan een groot ge
deelte van de graangewassen deze week worden
geoogst. Op sommige bedrijven is de voorgaande
week reeds gedorsen. De opbrengsten zijn nogal
wisselvallig. Voor een juist beeld zullen er nog
wat meer resultaten bekend moeten zijn. Wij heb
ben wel eens de neiging om de opbrengsten van
het eigen bedrijf te beschouwen als het gemiddel
de voor een streek. Over enkele weken kunnen
we ons veel beter een oordeel vormen wat betreft
de kg-opbrengsten. De juiste gewichten en het
werkelijke vochtpercentage zijn dan bekend.
Vroeger bij de stationaire dorsmachine waren de
juiste opbrengsten na afloop van het dorsen di
rekt bekend. Te hoog vochtpercentage had men
bijna nooit. De zakken produkt werden direkt af
gewogen, zodat het een kwestie was van zakken
tellen. Thans zit men meestal met een te hoog
vochtpercentage, terwijl het soms dagen duurt
eer het juiste gewicht bekend is. Desondanks zul
len er toch maar weinig kollega's zijn die terug
zouden willen naar genoemde verouderde methode.
Het mooie warme weer van de afgelopen weken
was gunstig voor de groei van de zogenaamde
rooigewassen zoals aardappelen, bieten en uien.
De loofvorming is ruim. Bij de aardappelen zal
het zaak zijn deze zo goed mogelijk vrij van het
„kwaad" te houden. Bij de bieten hebben de zwar
te luizen zo hier en daar nogal ernstig huisgehou
den. Vooral in plekken met een dunne stand. Er
wordt beweerd dat vanaf begin juli de afbraak
van de zwarte luizenpopulaties begint. De laatste
jaren is de praktijkervaring dat het meer eind
juli, dan begin juli is. Pas bij het mooie zonnige
weer is de totale afbraak doorgezet. Mogelijk dat
de weersomstandigheden ook wel van invloed
zijn. Het weinig zonrijke soms vochtige weer, heeft
de afbraak kennelijk vertraagd. Dikwijls was de
zichtbare schade juist iets te gering om nog tot
een bestrijding over te gaan. In sommige percelen
zijn kleine haardjes met vergelingszieke planten
waargenomen.
pedo. Ook een loonwerker die een paar percelen
van stam heeft gedorst wat overigens goed ver
liep had op de maai-apparatuur van deze maai
dorser een vertikale maaibalk aangebracht.
De oogst van plantuien was begin augustus ach
ter de rug. Indien niet gekontrakteerd, was de
geldelijke opbrengst goed. Van de week waren
enkele uientelers reeds begonnen met het oogsten
van vroege zaaiuien. De prijs is nog steeds aan-,
trekkelijk. En wat de graanoogst betreft, als ge
volg van de gunstige stroprijzen, wordt meer stro
dan normaal de laatste jaren het geval was ge
oogst We hebben echter nog veel zonnige dagen
nodig En op het moment waarop wij dit schrij
ven hebben de depressie-activiteiten de overhand.
BEMONSTERING VOOR SCHONINGSANALYSE
ZAAIZADEN
Kort geleden heeft over de toepassing van de
Algemene Voorwaarden voor de Teelt van in voor
koop gezochte zaaizaden van Landbouwgewassen
(ATV-L) overleg plaats gevonden tussen vertegen
woordigers van het Landbouwschap, de Neder
landse Kwekersbond en de Vereniging voor de
Handel in Landbouwzaaizaden (VHZ). Bij dit over
leg was ook de Stichting Nederlandse Algemene
Keuringsdienst voor Zaaizaad en Pootgoed van
Landbouwgewassen (NAK) betrokken.
Bij die gelegenheid is onder meer overeengeko
men, dat ingaande dit jaar (oogst 1970) de bemon
stering voor schoningsanalyse in zakken zal plaats
hebben in partijen met een maximale grootte van
300 zakken. Grotere partijen dienen te worden ge
splitst en afzonderlijk te worden bemonsterd. Ver
der is besloten, dat de bemonstering niet plaats zal
vinden in elke zak, doch in één op elke drie zak
ken, met een minimum van 20 zakken. De teler be
hoeft derhalve alleen de door de keurmeester voor
bemonstering aangewezen zakken te openen. Bij
partijen van 20 zakken of kleiner, wordt dus elke
zak bemonsterd.
Het tarief voor de bemonstering in zakken is voor
1970 gesteld op 15,per partij plus 15 cent voor
elke zak van de partij. Door de bovenvermelde ver
eenvoudigde werkwijze is het tarief ondanks de
gestegen loonkosten niet verhoogd.