DINGEN VAN DE WEEK 15 ZEEUWSE WATERSCHAPPEN ZIEN Ir. D. VAN DER ZAKEN NODE UIT ZEELAND VERTREKKEN (Vervolg van pag. 13.) Tijdens de uitvoering wordt het waterschap met de stand van zaken op de hoogte gehouden door het toe zenden van bestekken en, indien nodig, door samen spraak over detailpunten. Een nieuw element is de deelname van het water schap in werken van de ruilverkaveling. In 1970 is voor het eerst een aanvang gemaakt met de aanleg van een ruilverkavelingsweg B, welke door financiële medewerking van het waterschap op quar taire afmetingen wordt gebracht, d.w.z. dat deze weg een verhardingsbreedte krijgt van 4.50 m inplaats van 3.m en dat de draagkracht wordt vergroot door het aanbrengen van een extra laag grindasfaltbeton. De extra kosten, die hiermede gemoeid zijn zullen worden betaald uit het quartaire wegenfonds, d.w.z. 80 ten laste van dit fonds en 20 ten laste van het waterschap. U/IJ kunnen onze beschouwing over de relatie C.D.- waterschappen in verband met het vertrek van Ir. D. van der Zaken niet besluiten zonder even stil te staan bij de studie van de werkgroep „Toekomstige watervoorziening van Zuid'-Beveland1Deze werk groep werd dank zij het initiatief van de heer Van der Zaken op 11 december 1958 ingesteld door de Com missie Waterbeheersing en ontzilting en kreeg als op dracht de toekomstige watervoorziening van Zuid- Beveland ten westen van het kanaal te bestuderen. Het tijdstip hiervoor was gelukkig gekozen, n.l. voor dat per 1 januari 1959 de concentratie van alle 61 polders en waterschappen op Zuid-Beveland tot het waterschap De brede watering van Zuid-Beveland zijn beslag kreeg. Het watervoorziendngsplan hield verband met de uitvoering van het Deltaplan en het bestemmen van het Zeeuwse Meer tot zoetwaterbek ken. De werkgroep kwam al spoedig tot het inzicht dat, wilde men een bevredigend watervoorzieningsplan ontwerpen, eerst het afvoer stelsel doelmatig en effi ciënt zou moeten zijn. Besloten werd de studie in 2 delen te splitsen in de eerste plaats de herziening van de afwatering en pas daarna de watervoorziening. Vanaf het begin heeft de heer Ir. D. van der Zaken het voorzitterschap van deze werkgroep bekleed. In deze werkgroep waren, voorts vertegenwoordigd: het Waterschap, de Rijkswaterstaat, de Provinciale Wa terstaat en het Instituut voor Cultuurtechniek en wa terhuishouding te Wageningen. IYE uitgebrachte rapporten zowel West- als Oost Zuid-Beveland betreffende hebben gediend als basis voor de later opgestelde plannen voor de ver betering van de afwatering. In zijn kwaliteit van voor zitter van de werkgroep heeft de heer Van der Za Ir. D. v. d. Zaken licht op een stemmingsvergadering van een ruilverkaveling de plannen toe ken de begonnen studie met voortvarendheid gestimu leerd, zodat op vrij korte termijn kon worden gerap porteerd. Hiermede heeft hij de belangen van de streek op uitnemende wijze gediend en het waterschap zeer aan zich verplicht omdat de vooruitgang van de dijk- verzwaringswerken het noodzakelijk maakten, dat tij dig gegevens voorhanden waren over de wijze waar op in de waterafvoer zou moeten worden voorzien wanneer de bestaande uitwateringssluizen buiten wer king zouden moeten worden gesteld. Er is hard ge werkt en er is goed werk verricht. Hulde hiervoor aan de voorzitter, die zijn medeleden van de werk groep heeft weten te activeren en te stimuleren. Het Waterschap De Brede watering is hem hiervoor zeer erkentelijk. Dit beleid hadden wij gaarne zien voortgezet in de toekomst. Een goed continubeleid zou dan verzekerd zijn geweest. En daarmede is te vens verklaard waarom wij hem node uti Zeeland zien vertrekken. ILS we aldus de balans opmaken en een blik te- rug werpen op de tijd, dat de heer Ir. D. van der Zaken in onderscheidene functies zijn persoon en werkkracht heeft ingezet voor werken, die in hoge mate bevorderlik zijn geweest aan de verhoging van de productiviteit van de agrarische bedrijven dan is het vanzelfsprekend, dat de goede samenwerking tus sen C.D. en waterschap in een landbouwblad wordt belicht Een 13-jarig verblijf in Zeeland vormt bijna een derde deel van een volledige ambtelijke loopbaan. De familie Van der Zaken heeft mij verzekerd, dat deze jaren behoren tot de beste van hun leven. We willen dan ook gaarne besluiten met de wens uit te spreken, dat de komende jaren in Overijssel in alle opzichten voor de familie Van der Zaken ook zeer goede jaren zullen worden. P. J. J. DEKKER. LIET vakantieseizoen 1970 loopt teneinde. Nog zijn de Zeeuwse campings langs de kust goed bezet en zitten de zomerhuisjes nog vol, maar het is toch duidelijk merkbaar dat de top voorbij is. Voor velen is het normale werk weer begon nen. Het dagelijkse leven heeft haar loop herno men. In onze sektor is er dikwijls geen sprake geweest van vakantie voor de ondernemers. Meestal was het bekeken met een enkel dagje naar het strand of naar een speeltuin. Aan vakantie komen de meesten uit onze branche niet toe. Er moet gewerkt worden van de vroege morgen tot de late avond, zeker in de zomermaanden maar eigenlijk het ge hele jaar door. Dat het resultaat van al dit werken dikwijls erg schamel is wat de financiële uitkomsten betreft, is een andere zaak, waar we het deze week maar niet over zullen hebben. We vrezen dat er nog genoeg aanleiding toe zal bestaan om daarop terug te ko men in de komende maanden, zeker voor wat de fruitteelt betreft. De start met de appels en peren is allerminst hoopgevend. Gelukkig doen de pruimen het wat beter en daarvan is op Zuid-Beveland nog een vrij groot areaal. De telers die pruimen konden leveren van goede kwaliteit ontvingen hiervoor redelijke prijzen. Zeer duidelijk hebben we de laatste weken kunnen zien bij de aanvoeren van fruit, hoe belang rijk het is dat er voldoende kwantum te koop is van de verschillende produkten en dat er verscheiden heid is. Daardoor worden de kopers aangetrokken en krijgt men de hoogst mogelijke prijs. {"WERIGENS moet er wel vraag zijn naar het produkt om een redelijke prijs te kunnen ma ken want wanneer er geen of te weinig vraag is kan men zelfs bij het beste afzetsysteem geen goede prijzen maken. We zien dat de laatste we ken in sterke mate bij de tomaten. Het gaat niet best met de afzet van dit tuinbouwprodukt. Duizen den kilo's zijn er van doorgedraaid, ook in Zeeland. Voor de doorgedraaide tomaten had zelfs de fa briek geen interesse meer omdat het onmogelijk was alles te verwerken. Daarom moest meestal vernietiging volgenl Het is vooral de grote aanvoer van natuurtoma- ten op de buitenlandse markten die in de weg zit voor de afzet van het Nederlandse kasprodukt. Toen de Engelse havenstaking voorbij was, gingen er niet meer tomaten naar dit land dan voorheen. Frankrijk kan soms een grote afnemer zijn, maar de laatste weken is de afzet naar dit land van geen betekenis. Helaas ziet het er nog niet naar uit dat de afzet- moeilijkheden in de tomatenhoek spoedig tot het verleden gaan behoren. Het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen verwacht dat heel de maand augustus en ook nog wel september de afzet van kastomaten moeilijk zal verlopen. Het weer is immers dikwijls gunstig ge weest voor de ontwikkeling van natuurtomaten en dat is funest voor ons kasprodukt. De laatste jaren is de aanvoer van tomaten in augustus en septem ber sterk toegenomen maar wanneer het fraai zo merweer is, nemen de afzetmogelijkheden niet toe. Wel wordt verwacht dat de aanvoer van late toma ten dit jaar wat kleiner zal worden dan het voor gaande jaar want het areaal schijnt minder groot te zijn. W OOR Zeeland is de teelt van late tomaten van grote betekenis want in de kassen waarin eerst aardbeien hebben gestaan gaan omstreeks eind mei de tomaten en deze komen vanaf half augustus aan de veilingen. Voor veel Zeeuwse tuin ders is het dan ook van groot belang als het goed gaat met de prijzen van late tomaten. Zoals gezegd spelen de weersomstandigheden daarbij een grote rol en daarom is het ook erg moeilijk om vooraf te zeggen hoe het gaan zal. Al meerdere keren is het voorgekomen dat er door niet verwachte en voorziene omstandigheden een wending ten goede of ten kwade kwam op de to- matenmarkt. Overigens hebben de glastuinders op het ogen blik niet alleen hun zorgen over het prijspeil van hun produkten maar zo mogelijk nog meer over de ontwikkeling van het kostenpeil en dan in het bij zonder voor wat betreft de stookolie. Met de regel maat van de klok komen de laatste maanden de be richten over prijsverhogingen van stookolie. Er worden vele redenen voor genoemd. De vraag schijnt enorm te zijn toegenomen en hier tegenover staat geen grotere produktie. Verder zijn de vrachten enorm gestegen. De rekening van dit alles wordt o.m. aan de Nederlandse glastuin ders gepresenteerd die vele miljoenen guldens meer zullen moeten neertellen voor de olie die ze voor hun bedrijfsvoering nodig hebben. Het is een sombere zaak en hoewel er over wordt gesproken om er wat aan te doen is toch nog niet duidelijk wat dat zou moeten zijn. Uiteindelijk wordt de olie geleverd door concerns die het gaat om de winst en hun prijzen vaststellen op grond van vraag en aanbod. Dat gebeurt in onze sektor ook! Maar wij hebben niet de kans om hogere kosten door te berekenen!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1970 | | pagina 15