officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant VRIJDAG 17 JULI 1970 58e Jaargang No. 3040 PROBLEMEN VAN DE HERSTRUCTUERING Ir. C. S. KNOTTNERUS BEVORDER,NG HERSTRUCTUERING In dit nummer In memoriam Collot d'Escury Pagina 2 Doorbetaling loon door werkgever bij ziekte werk nemer Pagina 3 Nieuws over de vlas oogst en voorstellen voor een ha-toeslag Pagina 4 Tuinbouwklanken Pagina 5 Kennismaking met de landbouw in Noord-Frank rijk Pagina 8 Het doodbranden van aardappelloof Pagina 9 Aktualiteiten rond aard appel en ui Pagina 10 zlm land en tuinbouwblad Dat er in de landbouw een enorme ontwikkeling gaande is, zodat men wel van een revolutie kan spreken, zal langzamerhand wel tot iedereen zijn doorgedrongen. De grootste problemen hierbij zijn de afvloeiing van bedrijfshoofden die noodzake lijk is omdat de produktie niet kan worden uitge breid en de produktie per man een enorme stijging vertoont en het probleem van de blijvers om een zodanige hoeveelheid grond te krijgen dat zij de noodzakelijke produktie per man kunnen realiseren. Het eerste denkt men te bevorderen door middel van afvloeiings- en omschakelingsregelingen. Voor het tweede had het Landbouwschap uitge dacht een goedkopere financiering van de grond exploitatie door middel van een grondbank. „GRONDBANK" Het grote bezwaar tegen de grondbank van de zijde van het Ministerie van Landbouw was vooral de angst dat door de grondbank de prijzen van de angst dat door de grondbank de prijzen van de grond zouden worden opgejaagd, waardoor de hele manipulatie geen enkele zin heeft. Door hogere grondprijzen komt de gebruiker n.l. weer op hogere lasten te zitten en loopt zijn exploitatie nog niet rond. Hij geeft als het ware zijn subsidie door aan de verkoper van de grond. PACHTPRIJSVERHOGING Daartegenover wordt van de zijde van het Mi nisterie wel gevoeld voor een verhoging van de pacht. Dit is merkwaardig want naar mijn mening zal een pachtprïjsverhoging ook de grondprijs be- invloeden, tenminste als de pachtprijsverhoging uit gaat boven de stijging van de eigenaarslasten. Men motiveert deze pachtprijsverhoging met de gedachte dat pacht ook na de verhoging nog steeds het goedkoopste financieringssysteem is en dus moet worden bevorderd. Men zou met een pacht prijsverhoging veel verpachters kunnen overhalen van hun voorgenomen verkoop van landbouwgrond af te zien. Deze verkoop zou n.l. grote vormen hebben aan genomen en de pachter wordt dan gedwongen het gepachte tegen marktwaarde over te nemen, een marktwaarde die zwaar wordt beïnvloed door vraag naar grond door enkelen (door stadsuitbreiding of industrievestiging onteigende boeren die met de zeer redelijke vergoeding proberen land te kopen). Dat verschijnsel moet overigens van het laatste jaar dateren omdat het uit geen enkele statistiek blijkt dat dit vóór januari 1969 een belangrijk aantal is geweest. PROBLEEM VAN DE BEDRIJFSVERGROTING Wanneer wij over deze materie wat dieper na denken en vooral proberen de proporties goed in het oog te houden dan blijkt, dacht ik, dat het pro bleem van bedrijfsvergroting in de eerste plaats afhankelijk is van het aanbod van grond en in de tweede plaats van de financieringsmogelijkheden. De een kan zijn bedrijf niet uitbreiden als een ander er niet mee ophoudt. Als verpachters hun grond niet verkopen kan het door iemand met financie ringsmogelijkheden ook niet worden gekocht. Het enkele feit dat men financiering vergemak kelijkt betekent dus niets als men anderzijds de mobiliteit van de grond tegenwerkt. Alleen beëin- digers-premies bevorderen het beschikbaar komen van de grond. Wil men nu de herstructuering bevorderen dan meen ik dat dit kan door het koppelen van de twee factoren die de mobiliteit beïnvloeden n.l. de be- eindigingspremie én de financieringsfaciliteiten. Er zou dus een beëndigingspremie gegeven moeten worden per ha beschikbaarkomend land, mits dit wordt gevoegd bij een bestaand bedrijf, dat daar bij tot een redelijke bedrijfseenheid uitgroeit en al leen dit bedrijf kan gebruik maken van financie ringsfaciliteiten b.v. door middel van de grondbank. Mijns inziens kan men er dan voor zorgen dat de prijs waarvoor de grondoverdracht plaats vindt niet uit de hand loopt. In een periode zoals nu, waarin de rentevoet bij zonder hoog is en in sommige streken van ons land al tot prijsverlagingen van de grond heeft geleid, kan dit door hogere financieringsfaciliteiten wor den afgeremd. In het omgekeerde geval als de grondprijzen neiging vertonen om te stijgen kan men de financieringsfaciliteiten wat verminderen en de subsidie op ingeleverde grond bij bedrijfs beëindiging wat verhogen. Op deze wijze zou de grondprijs als het ware de barometer zijn van het gevoerde beleid. Dit systeem kan alleen dan worden aangewend als het resultaat een levensvatbaar bedrijf is. Het is dus beslist noodzakelijk dat iedere transactie wordt beoordeeld. Dit is beslist een bezwaar van het systeem, maar het lijkt mij toch, dat dit zal moeten gebeuren. Daar de grote moeilijkheden alleen aanwezig zijn op die bedrijven waar de grond een belangrijke factor is in de kosten van de produktie, zou het ook alleen tot de extensieve akkerbouw en de vee teelt moeten worden beperkt. (Zie verder pagina 3)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1970 | | pagina 1