BATTERIJ-OPFOK VAN BIGGEN 0 Opgeloste.en onopgeloste vragen 0 Voederkosten batterijbiggen dalen 0 Vruchtbaarheidsprobleem blijft 0 Techniek In evolutie 12 De opfok van biggen op batterijen is de laatste tijd bij de varkensfokkers door allerlei publikaties en demonstraties in de belangstelling gekomen. Dat geldt in het bijzonder bij onze zuiderburen. „De Boer", het weekblad van de Belgische Boerenbond, heeft in een 3-tal artikelen in de nummers van 9 mei, 30 mei en 6 juni ruime aandacht besteed aan de stand van zaken betreffende de biggenopfok op batterijen. Destijds publiceerden wij hierover in ons blad ook reeds een reportage. Een en ander werd toen geschreven aan de hand van hetgeen ons daarover werd medegedeeld. Daar de ontwikkelin gen verder gaan en er in de afgelopen maanden nadere onderzoekgegevens bekend zijn geworden, ontlenen wij aan deze artikelen in „De Boer" de volgende informatie. MISSCHIEN denkt u eraan een biggenbatterij te plaatsen. Wilt u deze installatie als een hulpmiddel op uw bedrijf gebruiken dan is de keuze zeker verantwoord. Maar ook als mogelijk heid voor een verdere uitbreiding van de zeugen- stapel, zonder te moeten bijbouwen, kan de bat terij een oplossing zyn. Staat u voor nieuwbouw, en is de beslissing op de biggenbatterij gevallen, dan neemt u toch nog een zeker risiko. Het gewone systeem met kraamhokken en lig- boxen heeft inderdaad zijn deugdelijkheid bewe zen. Over de biggenbatterij is nog niet het laatste woord gezegd Wel is intussen voldoende gebleken dat het hou den van biggen op batterij zeer goed mogelijk is, en dat althans wat de batterij zelf betreft de voor- en nadelen nagenoeg tegen elkaar op wegen. VOEDERKOSTEN BATTERIJBIGGEN Bij proeven op het proefbedrijf A.V.V. te Pop- pel is de laatste tijd gebleken dat de voederkosten per big op batterij praktisch gesproken op het zelfde peil ligt als die van gezoogde biggenzeu- genvoeding biggen voer). In afwachting van nog meer vergelijkende ge gevens wordt aangenomen dat deze verschillen onbeduidend zijn en niet meer doorslaggevend in de keuze van opfokmethode. Meegerekend de min der sterke voeding die een niet gezoogde zeug in de dracht behoeft, wordt batterij systeem misschien iets voordeliger aan voeding. DE VRUCHTBAARHEID VAN DE ZEUG De vruchtbaarheid van de zeug is nog één der vraagtekens. Bij de proeven te Poppel was de tus- sendrachttijd bij vroeg spenen nog veel te lang: gemiddeld 5 weken voor de batterij zeugen waar men bij zogen met spenen op 5 weken gemakke lijk tot 6,5 weken kan komen (inderdaad moet batterij-opfok vergeleken worden met spenen op 5 weken.) Dit zou dan neerkomen op maar 6 a 7 winst in aantal worpen per jaar, terwijl de kans groot blijft dat het aantal biggen per worp sterk daalt bij vroeg spenen (aanduidingen tot 20 en meer over groot aantal zeugen). Anderzijds deelde Ir. Van der Heyden, de ver dienstelijke promotor van het batterij systeem, en kele weken geleden op een studiedag te Gent mede, dat op een der praktij kbedrij ven door hem gevolgd, de tussendrachttijd van batterij zeugen, die eerst 28 dagen bedroeg, nu teruggebracht was tot 14 dagen; en het aantal biggen per worp van 10.,7 gemiddeld op 7,2 gedaald was, was terug tot 10,8 gestegen. De hierbij toegepaste methode was die van de „voedingsstoot" (sterke voeding een paar dagen vóór en na de dekking). Er is dus een hoop dat het vruchtbaarheidsprobleem kan over wonnen worden, maar voor vaste gegevens zullen we weer op vergelijkende proeven moeten wach ten. Er is immers het feit dat de methode van de voedingsstoot niet overal een oplossing brengt, terwijl anderdeels bekend is dat ook bij normaal gezoogde zeugen deze methode de worpgrootte ge middeld verbetert. Nu overtallige biggen geen probleem hoeven te zijn, mag vermoedelijk een maximum aan worpgrootte nagestreefd worden. Slotsom: we staan met de kwestie vruchtbaarheid nog voor een open vraag. PRESTATIE ALS MESTVARKEN Vergelijkende gegevens zijn er nog onvoldoen de. Er schijnen geen bijzondere problemen of zichtbare verschillen op te treden. Mogelijkheden die er geweest zijn schijnen samen te hangen met te koude meststal. Voorlopig moeten we aannemen dat er geen bij zonder probleem is i.v.m. de afmestperiode, maar dat c.ë meststal moet verwarmbaar zijn. De kwes tie van hogere eisen aan de meststal moet in de balans van vóór- en nadelen opgenomen worden. SPEENLEEFTIJD Hoe oud moeten de biggen zijn om op batterij geplaatst te worden Hierover zijn de meningen nogal uiteenlopend. Dr. ir. Van der Heyden stelt als optimale speen- leeftijd 4 tot 7 dagen voorop. Hierbij heeft hij wel de ervaring opgedaan dat, wanneer het nest niet schoon gelijkmatig is, de achtergebleven biggen liefst nog 2 a 3 dagen bij de zeug gelaten, en dan pas bij hun toomgenoten op de batterij wor den geplaatst. Ze hebben dan hun achterstand in gehaald, en geven verder geen moeilijkheden meer op de batterij. Piétrain-biggen zouden ten minste 1,2 kg moeten wegen en de Landvarkens-biggen tenminste 1,5 kg. In de proeven, die 't Rijksstation voor Landbouw techniek te Merelbeke doorvoert op een oraktijkbe- drijf, werd van spenen op 5 dagen intussen over- van zelf. Daarbij moet de temperatuur in de bat terijkamer ca 4° C hoger zijn en nog nauwkeuri ger kunnen geregeld worden. Wanneer een big het te koud heeft, kan het immers niet bij de an dere gaan aanliggen. Tenslotte hebben de biggen zich niet leren verdedigen in groep en kunnen het erg te verduren hebben, wanneer ze later op de grond komen. Kortademigheid schijnt wel een kenmerk te zijn van deze biggen. Het systeem, waarbij verscheidene biggen per kooi worden geplaatst, is dan ook het meest aan gewezen. BATTERIJTYPEN Op dit ogenblik zijn de volgende batterij typen in omloop voor het systeem meerdere biggen per kooi: 1. Drieverdiepingbatterij: De biggen zitten in drie verdiepingen boven elkaar. De kooien meten 1,20 x 0,60 m, en zijn voldoende groot voor een achttal biggen tot een ouderdom van 4 weken. Blijven ze langer op deze batterij, dan wordt de groep op die leeftijd gesplitst, en verdeeld over twee kooien. Er kunnen tussenschotten worden meegeleverd om enkele kooien in twee te kunnen verdelen. Dit kan nuttig zijn voor heel kleine nes ten, voor het verkleinen van de grote nesten, voor zwakke biggetjes, enz. Vooraan in de kooien hangt de trog, en achter aan hangen 2 drinknippels. De mest valt door de geschakeld naar spenen op 12 dagen. De moeilijk heden om de biggen te leren eten en drinken wor den hier op die manier overwonnen. In de praktijk blijken de meeste bedrijven te spenen op een ouderdom van 5 tot 12 dagen. De meesten die geprobeerd hebben vroeger te spenen zijn er van teruggekomen. Sommigen blijven zweren bij het spenen op 2 a 3 weken en verwachten dat ze hierdoor hele maal geen problemen met de vruchtbaarheid van de zeugen meer zullen hebben. Alles bij elkaar genomen lijkt het spenen op 5 a 12 dagen voorlopig zeker aangewezen. ÉÉN OF MEER BIGGEN PER KOOI Bij de meeste batterijen zet men meerdere big gen per kooi. Er zjjn echter ook batterijen, waar bij men slechts één big per kooi plaatst. Het sys teem één big per kooi heeft het voordeel dat de biggen sneller groeien en minder voeder verbrui ken. Het heeft echter ook een aantal nadelen, waardoor het systeem alles bij elkaar minder aan trekkelijk is. Deze nadelen zijn vooral: De batte rij is veel duurder per big en het is moeilijker om de biggen te leren eten en drinken. Elke big moet het zelf leren. Wanneer meerdere biggen bleven zitten in een kooi, is het dikwijls genoeg dat één big de weg heeft gevonden, de andere volgen dan draadbodem op een schuine plaat en wordt hier ten minste één keer per week verwijderd. Om de biggen op de batterij te kunnen steken, en er te rug af te halen is het voorfront boven de trog wegneembaar. 2. Vlakke batterij: Bij de vlakke batterij zitten de biggen op één verdieping, en dus allemaal op dezelfde hoogte. De kooien zijn dubbel zo groot, zodat de biggen er veel langer kunnen blijven. In zo'n kooi van 1,20 m x 1,20 m kunnen ze tot ca. 9 weken ouderdom blijven, en ze kunnen dan tot 20 a 25 kg wegen. Trog, drinknippels en mestaf- voer is ongeveer op dezelfde wijze als de verdie pingbatterij. Alleen het in- en uithalen van de big gen gebeurt langs boven, waar de kooien in het midden open blijven. Door het Rijksstation voor Landbouwtechniek wordt momenteel geëxperimenteerd met een bo dem in strekmetaal, terwijl een bedrijf in de prak tijk ook al werkt met ijzeren latten van 2 cm. breedte op 1 cm. van elkaar. Deze bodems vol doen zeker zo goed, zijn steviger, maar maken de kooien ook duurder. BATTERIJ SYSTEMEN Men kan werken volgens twee systemen: orwel alleen met verdiepingbatterij, ofwel met beide batterijen. Werkt men alleen met een verdieping-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1970 | | pagina 12