Toprol in aardappelen Bestrijding en aardappelziekte KORTE WENKEN Consulentschap Barendrecht J. K. LEUSINK Bedrijfsvoorlichting Zuid-Holland laatste twee jaren komt in aardappelen een merkwaardige rolling van de topbladeren voor. De oorzaak van dit verschijnsel kon nog niet worden vastgesteld. Om meer inzicht te krijgen over het optreden van toprol zijn diverse gege vens verzameld van aangepaste en niet aangepas te percelen. Hieruit is gebleken dat op bijna alle percelen één of meerdere keren met een organi sche fosfor verbinding werd gespoten ter bestrij ding van bladluizen. Op grond van de thans ter beschikking staande gegevens kan niet worden aangenomen dat bladluizen hierbij een rol spelen. Wel is er een duidelijk verband gevonden tus sen het tijdstip van spuiten en aantasting door toprol: Tijdstip van de aantal aangetaste eerste bespuiting percelen percelen vóór 29 juni 35 4 29 juni12 juli 34 20 na 12 juli 26 26 niet gespoten 4 4 Uit bovenstaande tabel blijkt duidelijk dat wan neer de eerste bespuiting voor 29 juni werd uit gevoerd het optreden van toprol praktisch achter wege bleef. In de praktijk is zowel gebruik ge maakt van systemische insecticiden als van para- thion. Verschillen in effekt ten aanzien van het voorkomen van toprol zijn niet waargenomen tus sen deze middelen. Systemische insecticiden heb ben echter geen toelating voor toepassing in con sumptieaardappelen. De oorzaak van toprol is nog niet vastgesteld en een exact bestrijdingsadvies is daarom moeilijk te geven. Blijkens de ervaringen in 1969 kan het beste in de tweede helft van juni (rond de lang ste dag) een bespuiting met parathion worden uit gevoerd. Herbehandeling op een later tijdstip zal in het algemeen niet nodig zijn. Het is in elk ge val beslist niet verantwoord dat regelmatig, ge lijktijdig met de bestrijding van de aardappelziek te. parathion of een ander organische fosforver- binding wordtgebruikt. BESTRIJDING AARDAPPELZIEKTE De teler van consumptie-aardappelen wordt elk jaar opnieuw geconfronteerd met de bestrijding van de aardappelziekte. Dat voor alles moet wor den gewaakt het „kwaad" uit het gewas te hou den, is voor iedere aardappelteler een dringende noodzaak. Het feit dat er elk jaar tooh nog zieke knollen voorkomen is voor een groot gedeelte toe te schrij ven aan een verkeerde bestrijdingsmethode. Wat de bestrijdingsmiddelen betreft is er de laatste jaren een grote vooruitgang geboekt. Uiteraard zal ook hier het volmaakte wel niet spoedig be reikt worden. Toch moeten we het „ziek" in de knol niet in de eerste plaats toeschrijven aan een falen van het bestrijdingsmiddel. Veeleer moet deze gezocht worden in de wijze waarop de ziek tebestrijding wordt aangepakt. RUIM DE AFVALHOPEN OP De schimmel die de aardappelziekte veroorzaakt, overwintert in de knol. Om deze reden is het van veel belang de afvalhopen, waar veel zieke knol len liggen, grondig op te ruimen. DE WEERSOMSTANDIGHEDEN Het optreden van de aarappelziekte wordt in sterke mate bepaald door de weersomstandig heden. Daarom is het moeilijk voorspellingen te doen. Toch zijn andere factoren, zoals de ontwik keling van het gewas en het tijdstip van het eer ste verschijnen van de ziekte mede van invloed. Voor beide worden voortdurend waarnemingen gedaan. Wat de weersomstandigheden betreft is het van veel belang naar de waarschuwingsdienst (radio) voor de aardappelziekte te luisteren of van de telefonische berichtendienst gebruik te maken. Op deze wijze wordt getracht u te waar schuwen wanneer een kritieke periode wordt ver wacht of wanneer deze niet te geven is, wanneer het weer kritiek is. AANWIJZINGEN VOOR DE BEHANDELING 1. De eerste behandeling in vatbare rassen als Bintje en Eigenheimer moet plaats vinden wan neer de planten in de rij (in de vooruitslag) el kaar gaan raken of vroeger als eerder loofaantas- ting wordt waargenomen. Zodra wordt waargeno men dat de ziekte in het gebied voorkomt moet, onafhankelijk van de ontwikkeling van het ge was, onmiddellijk met de bestrijding worden be gonnen. Bij de minder vatbare rassen als Furore en eventueel ook Meerlander kan met de eerste behandeling worden gewacht tot in de vatbare rassen de ziekte begint op te treden. In de prak tijk komt dit meestal er op neer dat omstreeks 1 juli ook in deze rassen met de ziektebestrijding moet worden begonnen. 2. De tijdsduur tussen twee behandelingen is afhankelijk van het te volgen spuitschema. Ongeveer 7 dagen na een bespuiting geeft het middel geen voldoende bescherming meer tegen een nieuwe infectie van de schimmel. Verschillende telers nemen daarom geen enkel risico en spuiten onafhankelijk van de weersom standigheden eenmaal per week en in een regen- rijke periode met nog kortere tijdsduur tussen twee behandelingen. Dit is wel een veilige, maar toch vrij kostbare methode. Het is ook mogelijk bij de behandelingen van het gewas een iets grotere tussenruimte aan te houden, bijvoorbeeld elke 1012 dagen, mits de kritieke pericden voor uitbreiding van de ziekte worden gevolgd. Het is dan van veel belang naar de waarschuwingsdienst voor de aardappelziekte te luisteren of van de telefonische berichtendienst gebruik te makeh. Naarmate de tijdsduur tussen twee behandelingen ruimer wordt genomen, moet zodra het weer kritiek dreigt te worden en infec ties verwacht kunnen worden, snel opnieuw wor den gespoten. Het gewas behoeft in het algemeen niet opnieuw te worden behandeld, ook niet wan neer kritiek weer wordt verwacht, wanneer de laatste behandeling korter dan 7 dagen geleden werd uitgevoerd. Na zware regenval moet het ge was echter zo spoedig mogelijk worden bespoten. Het is gewenst de behandelingen bij droog weer op een droog gewas uit te voeren, maar dringend noodzakelijk is dit niet. Wanneer het weer kritiek is of kritiek weer wordt verwacht en de laatste behandeling langer dan 7 dagen geleden werd uitgevoerd, dan dient de behandeling zo spoedig mogelijk te worden herhaald, ook wanneer het gewas niet droog is. De hoeveelheid water waar mee wordt gespoten heeft geen invloed op het resultaat. DE MIDDELEN Voor de bestrijding van de aarappelziekte staat een groot sortiment aan middelen tot onze be schikking. Het zou te ver voeren om alle merken met name te noemen, temeer omdat veel merken in v/erking volkomen aan elkaar gelijk zijn. In het algemeen verdient het aanbeveling de eerste bespuitingen met zineb, maneb, of maneb tin bevattende middelen uit te voeren. Wanneer de eerste behandelingen met maneb of zineb zijn uit gevoerd moet na 2 a 3 behandelingen worden over gegaan op maneb tin of tinbevattende midde len. Wanneer de eerste behandelingen reeds met maneb tin worden uitgevoerd kan de verdere ziektebestrijding met dit middel worden voortge zet. Daconil kan ook gedurende ihet hele seizoen worden gebruikt. KONSULENTSCHAP VOOR DE AKKERBOUW EN RUNDVEEHOUDERIJ TEZEVENBERGEN U ZULT HET AL WEL WETEN, schoffelen in suikerbieten anders dan ter bestrijding van onkruid, is onnodig. Maar wist U dat schoffelen in stam- slabonen gevaarlijk is en gemakkelijk schade doet aan het gewas? Stamslabonen wortelen zeer on diep en bijzonder breed verspreid, zodat U bij laat schoffelen veel wortels vernielt. Moet U persé schoffelen, doe het dan zo vroeg mogelijk. WANNEER DE TARWE EEN TE SCHRALE ont wikkeling heeft dan is een overbemesting met kalksalpeter altijd rendabel. Het beste kunt LJ dat zo vlug mogelijk doen, b.v. bij een lengte van 30" a 35 cm. Een extra overbemesting kunt U nog geven tot het moment van in aar schieten. Met een cen trif ugaal-strooier kunt U dit nu nog goed doen, bij een grotere lengte wordt dat moeilijk. KNOLSELDERIJ PLANTEN zijn erg gevoelig voor beschadiging door wantsen. Deze tasten de hartblaadjes aan die dan niet meer uitgroeien en het hart wordt zwart. Al spoedig na het uitplanten kunt U een eerste bestrijding uitvoeren met Un- deen, malathion of mevinfos en dit na 14 dagen herhalen. Veel percelen worden elk jaar te laat ge spoten zodat duidelijke schade optreedt. WANNEER U ALLE BESTRIJDINGEN maar uit- onder het motto: „Baat het niet, het schaadt ook niet" dan kan de post bestrijdingsmiddelen voor Uw bedrijf toch wel eens hoog oplopen. Ga steeds na wat de oorzaak van een ziekte of beschadiging kan zijn zodat een passend middel wordt gebruikt. Zo ook bij de onkruidbestrijding. Alleen kennis van zaken geeft het meeste effect van de bestrijding. OP VEEL BEDRIJVEN zijn elektrische hulpap paraten in gebruik, zoals een boormachine, lasap paraat, slijpmachine, compressor installatie, enz. Dat is begrijpelijk, want mankementen moeten snel worden hersteld. Haastige spoed is echter zelden goed. Regelmatig komen kleine ongelukken voor waardoor U tijdelijk arbeidsongeschikt wordt. Wees daarom voorzichtig, neem de nodige voorzorgsmaat regelen óók als U het druk hebt. BIJ STERK DROGEND WEER moet tijdig be gonnen worden met het gebruik van de regenin stallatie. Geef per keer minstens 20 mm water, U kunt dan met een beregend perceel weer een tijdje vooruit. Bij te kleine watergiften in één keer wordt de beworteling op den duur te oppervlakkig waar door het vee de zode lostrekt en nog eerder verdro ging optreedt. BIJ DROOG WEER zal het looppad bij het op stal melken weinig worden beschadigd maar onder natte omstandigheden wordt het een modderpoel. De goedkoopste oplossing is een looppad voor de koeien van 1 m breed van beton of klinkers. Door naast de verharding op 50 cm afstand een schrik draad te plaatsen hebt U een uitstekend looppad waardoor de koeien schoon op stal komen. DE TIJD OM VERBETERINGEN 'in de bedrijfs gebouwen aan te brengen is weer aangebroken. Als U dit overweegt, zorg er dan voor, dat de verbou wing in voldoende mate bijdraagt tot verbetering TIJDELIJK VERVOERSVERBOD EN UITBREIDING ONTSMETTING VEEWAGENS TER BESTRIJDING VARKENSPEST Ter intensivering van de bestrijding van de var kenspest heeft de minister van landbouw ingaan de 30 mei een tijdelijk verbod van vervoer van varkens ingesteld en de verplichting tot ontsmet ting van veewagens uitgebreid. Dit vervoersverbod geldt- tot 15 juni a.s. Uitge zonderd hiervan is het rechtstreekse vervoer van bedrijf naar slachtplaats van slachtvarkens vanaf 85 kg. Voorts zal onder bepaalde voorwaarden het vervoer van geïmporteerde varkens rechtstreeks van de grensovergang naar de slachtplaats of het bedrijf van bestemming mogelijk zijn. Voor uit voer van varkens kan de directeur van de vee- artsenijkundige dienst onder bepaalde voorwaar den ontheffing van 'het vervoersverbod verlenen. De doorvoer van varkens blijft volgens de gelden de regelen toegestaan. De ontsmettingsregëling, zoals deze in de pro vincie Noord-Brabant van kracht is, geldt per 30 mei voor het gehele land. Dit houdt in, dat vee wagens, waarmede varkens worden vervoerd, na 10.00 uur des ochtends op de dag van het vervoer, vóór het vervoer, van gemeentewege of onder ge meentelijk toezicht, moeten worden ontsmet. Heeft het vervoer vóór 10.00 uur v.m. plaats, dan mag de ontsmetting ook op de voorafgaande dag na 10.00 uur 's ochtends geschieden. van het inkomen en een doelmatiger arbeidsaan- wending. Voor de financiering moet U niet alleen denken aan de bouw, maar ook aan de uitbreiding van de veestapel en de noodzakelijke machines.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1970 | | pagina 8