m Hoofdbestuur vergaderde 3 (Vervolg van pagina 1.) AKKERBOUWVRAAGSTUKKEN |\OOR de heer J. B. Becu werd een overzicht gegeven van de ontwikkelingen in de akker- bouwsektor. De afzet had de laatste maanden een gunstig verloop. De tarwe werd vlot verkocht, mede dankzij een intensief export- en denaturatiebeleid. Van de inlandse tarwe werd 46 verwerkt door de mengvoederindustrie; slechts 13,4 werd ver werkt in het brood. De overige kwantums werden deels naar E;E.G.~landen, deels naar derde landen afgezet. De huidige voorraad is voldoende om de nieuwe oogst te halen, van grote overschotten in de E.Ë.'G. is thans echter geen sprake. Dit alles stemt tot op zekere hoogte tot tevredenheid, doch er is geen reden tot juichen. Het is namelijk niet gezond, dat onze tarwe via een denaturatiepremie tot veevoeder moet worden verwerkt. Onze graanprijzen dienen dringend te worden aangepast aan de stijgende kosten, waarbij de prijs- verhouding tarwevoergranen zodanig dient te zijn, dat de graanteelt zich meer in de richting van de' teelt van voergranen zou gaan bewegen. Wat de prijsvooruitzichten betreft biedt het overleg in Brussel weinig gunstige perspectieven. Men over weegt zelfs hogere eisen t.a.v. de interventie- en denaturatieregelingen. De aardappelafzet blijft een gunstig beeld ver tonen. De export zal dit jaar een record worden. De gemiddelde telersprijzen van de oogst 1969 wa ren tot en met april j.l. (Bintje) ongeveer 23 cent per kg. Voor de oogst 1968 was dit 12 cent, voor de oogst 1967 slechts 8 cent. Het gemiddelde van de laatste 3 jaren is 14 cent per kg. IYE suikervoorraden in de E.E.G. zijn drastisch verminderd. De uitzaai is dit jaar laat, waar door geen hoge opbrengsten zijn te verwachten. Het is niet uitgesloten, dat de E.E.G. dit jaar sui ker zal moeten invoeren. Het vraagstuk van al of niet contingentering per bedrijf lijkt daardoor thans minder actueel. Bij een uitzaai van maximaal 100.000 ha is deze maatregel, die behalve kosten ook onbillijkheden bij de verde ling met zich mee zal brengen, mogelijk overbodig. Anderzijds zou een sterke inkrimping van de teelt ook hogere verwerkingskosten met zich meebren gen. Het lijkt het beste de ontwikkeling dit jaar eerst af te wachten, aldus het Hoofdbestuur. Wat de kleine produkten betreft, is er voor lu cerne een E.E.G.-regeling tot stand gekomen, waar door gedurende 5 jaar een bijdrage kan worden verleend voor de telers met een aaneengesloten oppervlakte van meer dan 5 ha. Daarbij moet men zich verplichten gedurende deze periode te leveren aan een groenvoederdro- gerij, die zich aansluit bij een samenwerkingsvorm van drogerijen. Doel is: produktie en afzet in dezen te bundelen. De bijdrage bedraagt voor het eerste jaar 350,per ha (met een maximum van 7.000) en loopt af tot een bijdrage van 150,per ha in het vijfde jaar. UOOR vlas is er een landelijke steunregeling van 360,per ha voor niet geëxporteerd produkt. De uitzaai is dit jaar weer terug gelopen (5.000 ha). Van Brussel is voor de oogst 1970 niet veel meer te verwachten. De vlasteelt zou meer perspectieven kunnen bieden, wanneer aan de we vers een standaardprodukt zou kunnen worden aan geboden tegen een vaste prijs met een langlopend contract. Wat zaaizaad en pootgoed betreft hebben we in tussen ervaringen opgedaan met de nieuwe kwe- kerswet. Het geplombeerde zaaizaad en pootgoed moet nu direkt de kwekerskosten opbrengen, die voorheen deels werden betaald via een areaalhef fing over de gehele in het lang geteelde oppervlak te. Bij de oude methode kon het geplombeerde zaai en pootgoed relatief goedkoop worden aangeboden, wat het verbruik van goed uitgangsmateriaal be vorderde. Het nieuwe systeem stimuleert het ge bruik van eigen geselecteerd materiaal, alsmede de handel onderling in ongekeurd zaai- en pootgoed. Deze op zich ongewenste ontwikkeling is thans in studie en zal mogelijk leiden tot voorstellen om het gebruik van ongekeurd zaaizaad en pootgoed in zijn geheel te verbieden. De vergadering uitte ernstige bedenkingen tegen het invoeren van een dergelijke maatregel en acht de noodzaak hiertoe vooralsnog niet aanwezig. TUINBOUWZAKEN |\OOR de heer J. H. Stoutjesdijk werd een re- sumé gegeven van de moeilijkheden met na me in de fruitteeltsector. Wanneer in de E.E.G. niet tot een drastische productiebeperking wordt gekomen, dan is een zeer groot deel van de Neder landse fruitteelt ten dode opgeschreven. Aldus de heer Stoutjesdijk, die tevens een nadere motive ring gaf, waarom de demonstratie in Den Haag werd georganiseerd. Voorts werd vastgesteld, dat een verdere sa menwerking van veilingen in Zuid-west Neder land dient te worden nagestreefd en werd met in stemming kennis genomen van enkele recente ontwikkelingen in die richting. VEEHOUDERIJZAKEN I\E heer J. M. van Heijst deelde ten aanzien van de recente ontwikkelingen in de veehoude rijsector mede, dat de gebruiksveemarkten de druk hebben ondervonden van de trage grasgroei in dit voorjaar. Het weide-vee is dan ook nogal wat goedkoper dan in de overeenkomende periode van 1969. De vraag naar melkkoeien daarentegen is goed en de prijzen zijn aanzienlijk. Ook de prij zen van de nuchtere kalveren zijn stijgend, mede door de teruggang in de aanvoer. De prijzen voor de vette kalveren zijn eveneens hoog te noemen. De prijzen op de slachtveemarkten trekken de laatste tijd aan, doch liggen op een lager peil dan in 1969. Het verschil bedraagt circa 0,25 a 0,35 per kg geslacht gewicht. De varkensmarkt baart Op dit moment wat zor gen, hoewel niet in eerste instantie door de prij zen, doch door een aantal gevallen vari varkens pest. Hoewel de situatie "in de andere E.E.G.-lan- den wat minder bekend is, mag toch worden ver ondersteld, dat in bepaalde streken van Duits land en België de ziekte in dezelfde mate voor komt als in ons land. Men mag zich in dit verband afvragen of niet overgegaan moet worden tot enting tegen deze ziekte van allé fokzeugen. De mogelijkheid om de dieren, die biggen hebben vanaf 3 weken te enten is aanwezig. Zonder toestemming mag men echter thans niet enten, terwijl ook de voorraad entstof niet voldoende is. De vergadering was van oordeel, dat deze kwes tie aanhangig moet worden gemaakt bij het Land bouwschap, gezien de grote economische konse- kwenties, die aan de ziekte kunnen zijn verbon den. Ten aanzien van de melk werd medegedeeld, dat volgens de beschikking van de Minister van Economische Zaken de straatprijs per 1 juni 1970 met 1 cent per liter verhoogd mag worden. Het is zeer te betreuren, dat men niet verder is geko men dan 1 cent, terwijl toch het Produktschap bij de kostprijsberekening tot de conclusie is geko men, dat de verhoging circa 4 cent per liter zou moeten bedragen. Met instemming werd het be richt ontvangen, dat het negatief correctief bij de inlevering voor boter zal worden afgeschaft, waar door men de melkprijs met V2 tot 1 cent kan ver hogen. De boterprijs zal dientengevolge stijgen van 6,06 naar 6,28 en afgewacht zal dan moeten worden welke invloed dit zal hebben op de con sumptie. Door het Copa is een consumentensub sidie voorgesteld, doch de kans hierop schijnt niet groot te zijn. Door het afschaffen van het nega tief correctief is de boter dan gekomen op de ge meenschappelijk vastgestelde prijs, doch deze is dan nog niet voor alle E.E.G.-landen gelijk. De moeilijkheden in de sector van de legpluim- veehouders door de zeer lage eierprijzen zijn op dit moment ernstig. Ook in het buitenland zijn de prijzen laag. Het is een gelukkige omstandigheid, dat de meeste grote pluimveehouders contracten hebben, wat de prijs betreft, zodat de ernstige klappen wat kunnen worden opgevangen. ONDERWIJSZAKEN ||\OOR de heer A. J. G. Doeleman, voorzitter van de onderwijscommissie, werd een over zicht gegeven van de ontwikkeling van het land en tuinbouwonderwijs en het huishoudonderwijs m.b.t. de ZLM-scholen. In Terneuzen wordt een nieuwe huishoudschool gebouwd; de bouw van een gymnastieklokaal bij de huishoudschool te Zierikzee is aanbesteed. De leerlingenbezetting van de huishoudscholen is bevredigend, die van de lagere land- en tuin bouwscholen blijft een dalende lijn vertonen. Dit heeft dan ook geleid tot het besluit de scholen te Goes en Kapelle samen te voegen. Verdere con centraties zullen in de komende jaren nodig zijn. Deze conclusie kan ook getrokken worden uit het rapport, dat werd opgesteld op basis van de ZLM- vraagpunten 19691970 over het land- en tuin bouwonderwijs, die in het afgelopen wintersei zoen door de afdelingen werden behandeld. Het Hoofdbestuur nam met belangstelling kennis van dit rapport en besloot dit volledig in het land bouwblad op te nemen. BENOEMINGEN HE vergadering bekrachtigde de benoeming van V de heer G. P. A. van Nieuwennuyzen te Heijningen als vice-voorzitter van de ZLM in de vacature ontstaan door het vertrek van de heer C. de Zeeuw, alsmede de benoeming van de heer D. Aarden te Esbeek als lid van het Dagelijks be stuur. REKENING EN BALANS OVER 1969 (IIET jaar 1969 was in het kader van de fusie van de beide landbouwmaatschappijen ook administratief een overgangsjaar. In verband daar mee werden de boekhoudingen van de ZLM en de N.B.M.L. nog afzonderlijk, doch wel volgens hetzelfde systeem gevoerd. De gecombineerde rekening geeft een bevredi gend batig saldo aan. De door de N.B.M.L. inge brachte gebouwen werden op de balans op basis van herwaardering opgenomen. Na kennisneming van 'het verslag van de finan ciële commissie en het rapport van het accoun tantsbureau werden de jaarstukken goedgekeurd en zullen deze aan de algemene vergadering wor den voorgelegd. (Zie verder pag. 13) T/ORIGE week hebben wij geschreven over erf- recht en daarmede in verband over de ver zorging splicht van de echtelieden ten opzichte van elkaar. Dit is een punt wat speciaal de laatste ja ren meer in het gezicht is gekomen ook in onze agrarische kringen. Het houdt verband met een verandering in waardering van de begrippen ver mogen en inkomen en is als zodanig een produkt van de algemene begripsvorming. Was in voorbije tijden vermogensvorming een van de voornaamste doelstellingen, tegenwoordig is het inkomen veel meer het richtpunt geworden. De oorzaak hiervan moet mede worden gezocht in het object van de beleggingen in agrarische krin gen. Een niet onbelangrijk) deel van het vermogen in deze kring is toch belegd in onroerende goede ren en deze onroerende goederen leveren indien zij niet als bedrijf worden geëxploiteerd een laag, in verhouding tot ander bezit, veel te laag, rende ment op. IJ ET is droevig te moeten constateren dat de 1J- eigenaar van agrarische eigendommen een „vergeten groep" is. Dit heeft verstrekkende gevol gen. Het slechte rendement van de grond dwingt de echtgenoten elkaar het levenslang vruchtgebruik te legateren, want in gevallen van overlijden zou het inkomén anders beneden het leefminimum da len. Er moet immers ook gerekend worden met een vermindering van de uitkering Algemene Ouder domswet of.indien het overlijden vroegtijdig plaats vindt met de steeds stijgende kosten van levens onderhoud, terwijl indien de man wegvalt, het in komen toch al zijn voornaamste pijler verliest en als de vrouw wegvalt de voorziening in het huis houden een belangrijke kostenstijging met zich medebrengt. Deze situatie treft ook de kinderen, vooral de kinderen die het in eigendom toebehorende bedrijf voortzetten. Meestal is het niet mogelijk wanneer b.v. de zoon het bedrijf voortzet deze dan de volle dige exploitatie-uitkomsten te laten. Om beiden zowel ouder als kind een inkomen te verschaffen wordt dan een maatschap opgericht. De inkomsten worden verdeeld en in wezen is het zo dat het bedrijf wordt gehalveerd als elk van de vennoten de helft van de bedrijfswinst ontvangt. CR behoeft niet veel te mankeren of van enige kapitaalvorming kun bij de zoon geen sprake zijn. Hij heeft zijn gehele aandeel in de bedrijfs winst nodig om van te leven. Dit verzwakt zijn positie zeer. In het normale ge val toch, dat de ouder voor het kind overlijdt, heeft het kind geen kapitaal ter beschikking om de suc cessierechten te betalen en eventuele uitkeringen te verrichten, die met de overname van het bedrijf gepaard gaan. Het wekt geen verwondering dat in de laatste ja ren zoveel bedrijven ook familiebedrijven in vreem de handen zijn overgegaan. Dikwijls na veel moeite en pijn, omdat de ver bondenheid met de bodem zeer sterk was, maar de economische noodzaak dwong tot de ongaarne ge nomen beslissing. Het is een te betreuren gang van zaken, dat de consument niet de prijs kan of wil betalen voor de noodzakelijke levensbehoeften, die èn de eigenaar èn de exploitant van de grond een rechtvaardig inkomen bezorgt. PAAUWE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1970 | | pagina 3