VRIJDAG 24 APRIL 1970
58e Jaargang No. 3028
Officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabanl
F'
PLANOLOGIE IN NOORD-BRABANT
rjlT facet-streekplan, regelend de bescherming
van natuurschoongebieden en de inrichting
van recreatiegebieden, leverde meer bezwaren op.
dan het hiervoor genoemde streekplan West-Bra
bant. Eigenlijk was het voor een groot deel de
heropvoering van een stuk, dat in 1963 ook in de
Bossche statenzaal speelde.
land
en tuinbouwblad
In dit nummer o.m.
Jubileum Zeeuws
Schapenstamboek en -Wol-
federatie Pagina 3
Fiscale voordelen
Westduitse legpluimveebe-
drijven Pagina 4
N.A.K. Delta-Neder
land van start Pagina 5
Tuinbouwklanken, De
teelt van witlofwortels
Pagina 6
Waarom precisiezaaien
van stambonen Pagina 8
De teelt van Italiaans
raaigras Pagina 9
De 51e D.L.G. land- en
Tuinbouwtentoonstelling in
Keulen en „Samenwerking
3 graslandbedrijven tot één
bedrijf" Pagina 12-13
-
:V:S;
Superregionale industrie (Zeehaven)
Superregionale industrie
yPfl Regionale industrie
Aantrekkelijke groengebieden
WÊÊÊ Stedelijk gebied
Itfflf Ontwikkelings zones
STREEKPLAN WEST-BRABANT, ALSMEDE FACET-STREEKPLAN VOOR NATUURSCHOON EN RECREATIEGEBIEDEN VASTGESTELD
~J"WEE streekplannen, gebaseerd op de in 1965
in werking getreden Wet op de Ruimtelijke
Ordening, hebben in Noord-Brabant sinds maan
dag j.L, rechtskracht gekregen, nadat daaraan een
lange periode van voorbereiding was vooraf ge
gaan. Na uitvoerige debatten in de vergaderingen
van 17 en 20 april j.L stelden Provinciale Staten
beide plannen vrijwel ongewijzigd vast. Het eer
der vastgestelde streekplan van de West-Brabant
se riviermonden, waaronder het Moerdijkproject
valt, is opgenomen in het streekplan West-Brabant
en is daarmee als afzonderlijk plan vervallen.
STREEKPLAN WEST-BRABANT
EDEPUTEERDE Staten zijn voornemens de
planologische visie op de ontwikkeling van
deze provincie in vier streekplannen te presente
ren. West-Brabant is het eerste gebied, waarvoor
een plan werd opgesteld. Het is ook voor de hand
liggend, dat men mede i.v.m. de op gang zijnde
ontwikkeling (o.a. het Moerdijkproject) aan het
westen van de provincie allereerst aandacht heeft
geschonken. West-Brabant immers ondervindt di
rect de invloed van de zeehaven-activiteiten van
Rotterdam en Antwerpen.
In de tweede nota over de ruimtelijke ordening
in Nederland is in dit verband aan de West-Bra
bantse stedenrij een belangrijke functie toebe
deeld. Het plan wer-d voorbereid door een stuur
groep uit de provinciale planologisch commissie
en werd als voorontwerp in maart 1969 ter kennis
gebracht van gemeenten, waterschappen, rijks
diensten en maatschappelijke groeperingen.
Er werd een afzonderlijke brochure „West-Bra
bant in de gouden delta" aan gewijd, terwijl een
groot aantal hearings en bijeenkomsten werd ge
houden ter nadere toelichting,
UITGANGSPUNTEN EN DOELSTELLINGEN
r)E twee superregionale industrieterreinen n.l.
het Moerdijkgebied en het Reimerswaalplan
vormen een duidelijke verbinding met de Delta, i.e.
de ontwikkeling in Zuid-Holland en Zeeland.
In het plan zijn voorts drie stedelijke ontwikke
lingszones aangegeven, een rond Breda, een rond
Roosendaal en een rond Bergen op Zoom.
Aan de Noordkant van deze stedenrij ligt het
landbouwgebied van Noord-West-Brabant, waarin
zich echter een industriële ontwikkeling aandient
rond Moerdijk, de Dintelmond en de Dongemond.
De geschiedenis van het Moerdijkproject is bekend.
Met name de belangstelling van Shell voor dit ge
bied veroorzaakte een uitbreiding van het oor
spronkelijke plan van 400 ha naar ruim 2.000
ha. Het vruchtbare poldergebied tussen Klundert,
Moerdijk en Zevenbergen staat op het punt te ver
dwijnen. Intussen blijkt uit een studie vanwege de
Rijnmondraad, dat West-Brabant het meest aange
wezen gebied zou zijn om opnieuw 3.000 ha in
dustrieterrein te leveren, waarbij dan gedacht wordt
aan het gebied gelegen tussen Klundert en Wil
lemstad.
Deze suggestie is echter op de statenzitting van
17 april j.l. met klem afgewezen. Het Moerdijkplan
dient beperkt te blijven tot zijn huidige vorm, ver
der noodzakelijke uitbreiding van industrieterrei
nen als overflow voor Rotterdam zal gezocht moe
ten worden in het toekomstige Reimerswaalplan.
Brabant zal in dezen zijn visie op de ontwikkeling
in het westen van de provincie niet door anderen
laten bepalen, aldus Gedeputeerde van Lienden.
DELTA-PROBLEMEN
(*")OK uit de discussies Tn de Bossche staten-
zaal bleek weer, dat kortsluitingen tussen
provinciale besturen, gemeentebesturen, Rijnmond-
raad en wat dies meer zij, met betrekking tot de
ontwikkeling van het Deltagebied regelmatig voor
komen. Men wordt, vaak in een te laat stadium ge
confronteerd met eikaars plannen en verlangens,
een euvel, waaraan een overlegorgaan blijkbaar
ook nauwelijks kan tegemoet komen. Men denke
slechts aan de uiteenlopende visies op een Rei
merswaalplan, een Baalhoekplan, het land van
Saaftinge, al of niet verdere uitbreiding van het
Moerdijkplan in West-Brabant.
Ook in de Bossche statenzaal werd hardop ge
dacht aan de wenselijkheid van een Deltaprovincie.
Als gemeentegrenzen door samenvoeging van ge
meenten verlegd worden om tot een grotere be
stuurskracht te komen, zijn en blijven provincie
grenzen dan een heilig gegeven, waaraan niet ge
tornd mag worden? Het is al eerder gesteld, maar
bij de vaststelling van streekplannen doet ook deze
vraag opnieuw opgeld. Al bij al, het eerste streek
plan in Noord-Brabant is vastgesteld en zal in de
komende jaren voor de gemeentebesturen als richt
lijn dienen bij het vaststellen van de gemeentelijke
bestemmingsplannen.
FACETSTREEKPLAN VOOR
NATUURSCHOON EN RECREATIEGEBIEDEN
Het plan werd toen met meerderheid van stem
men aangenomen, doch verkreeg op grond van de
vele ingediende bezwaarschriften niet de goedkeu
ring van de Kroon. Van de 556 ingekomen be
zwaarschriften verkreeg dat van de Gew. Raad van
het Landbouwschap de meeste aandacht. Terecht
werd daarin gesteld, dat een facet-streekplan als
het onderhavige kan leiden tot conservering en be
vriezing van gebieden, waarin ook land- en tuin
bouw worden bedreven.
(Zie verder pagina 3.)