Werkzaamheden aanpassen aan late zaai
Succes Coöp. Landbouwboekhoudbureau
Fiscus moet miljoenen teruggeven
Geduld is een schone zaak
6
Onrust over uienzaad
UIT DE PRAKTIJK
UET veldwerk ligt op NOORD-BE VEL AND nu
al 3 weken zo goed als stil. Eind vorige week
is er nog wat kunstmest gestrooid en sporadisch
een perceeltje bieten gezaaid. Verder is er sinds
23 maart, toen het begon te regenen, niets ge
beurd. We schatten dat van de zomergranen, het
vlas en de erwten ongeveer deel is gezaaid en
van de bieten ongeveer 10 Gezien de tijd van
het jaar is er dus nog zeer weinig werk verzet.
In een situatie als nu worden vaak voorbeelden
aangehaald van late zaaidata en toch nog goede
oogsten. Dat kan allemaal wel waar zijn, maar
dan moeten de zomer en de herfst extra gunstig
zijn. Zijn deze normaal dan hebben we b.v. bij
bieten en uien toch al een stuk van de opbrengst
verspeeld. Bovendien hoopt het werk zich op. Er
moet nog veel wintertarwe gespoten worden en
het zaaien van luzerne en groenbemesters gaat
eveneens dringen.
Bezien we de nog uit te voeren werkzaamheden
dan kan het soms nodig zijn de werkmethoden
iets aan te passen. Bij een late zaai worden de
kansen op opkomstmoeilijkheden door dichtslaan
van de grond of door koud en nat weer geringer,
maar daar staat tegenover dat het risico van
droogliggen van het zaad relatief groter wordt.
1YE ongunstige weersomstandigheden hebben tot
gevolg dat het ook voor WALCHERSE om
standigheden een laat tijdstip van inzaai gaat wor
den. Op de vroege gronden is er enkele weken
geleden begonnen met de voorjaarsinzaai, maar
het bleef overwegend bij incidentele gevallen.
Over het algemeen kan worden gesteld dat er in
ons gebied nog weinig is gezaaid. Ondanks de
regen- en sneeuwval menen we dat de struktuur
van de grond nog weinig heeft geleden. Het zal
naar verwachting nog wel mogelijk zijn een goed
zaaibed te verkrijgen. Wel zal men wat geduld
moeten opbrengen om te wachten tot de grond
in zodanige konditie is, dat niet wordt geknoeid.
Wanneer tè vroeg wordt begonnen, bestaat er een
grote kans dat bij langdurige droogte na de in
zaai het zaad droog komt te liggen. Anderzijds
bestaat er ook gevaar, wanneer na bewerking van
nog onbekwame grond er weer veel regen valt.
Ook dan kan de opkomst minder goed zijn. We
zullen maar hopen op wat méégaande weersom
standigheden na de inzaai, maar dit impliceert
niet dat we er maar wat op los kunnen knoeien.
Bij een groot aantal kollega's die in het bezit
van uienzaad zijn, is er de laatste weken wat on
gerustheid ontstaan, toen bekend werd dat er uien
zaad is gedistribueerd dat besmet bleek met het
gevreesde uienstengelaaltje. Het aantal gevonden
Wat o.i. aanleiding kan zijn om zeker bij gewas
sen als bieten en uien iets dieper te zaaien. Bij
het poten van aardappelen zal meer nog dan an
ders er naar gestreefd moeten worden om de rug
gen in zo weinig mogelijk bewerkingen op te bou
wen. Hogere temperaturen en grotere kansen op
droogte kunnen ook de werking van bodemherbi
ciden verzwakken. Middelen als b.v. pyramin
moeten daarom zeker bü late zaai z.s.m. na het
zaaien worden toegediend. Bovendien kan het
raadzaam zijn de dosering iets ruimer te nemen.
Bij het spuiten van wintertarwe wordt de keuze
van het middel niet alleen bepaald door de grote
en de soort van onkruiden maar ook door de te
zaaien ondervrucht. Grassen verdragen meer mid
delen dan klavers en men moet rekening houden
met eventuele wachttijden. Onder dekvrucht win
tertarwe zaaien we luzerne en klavers bij voor
keur vóór half april en grasgroenbemesters in de
tweede helft van april. Nu schuift dat allemaal
wat op. Van grasgroenbemesters is bekend dat
deze ook een wat latere zaai goed verdragen. De
slagingskansen van klavers zijn bij inzaai na
april onder wintertarwe zeer gering. Voor on-
kruidbestrijding in erwten waaronder graszaad
voor zaadwinning moet worden uitgezaaid komen
nu nog alleen de kleurstoffen in aanmerking.
stengelaaltjes in 100 gram zaad bleek te variëren
van 060. Het onderzoek wordt verricht door het
Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Gewasonder-
zoek, Mariëndaal, Oosterbeek.
Nu zijn er mensen die menen dat het allemaal
wel losloopt. Wij vinden het echter toch maar
griezelig om via 70 ons zaaizaad/ha 4000 sten
gelaaltjes in de grond te brengen! Op bedrijven
waar de uienteelt intensief wordt bedreven moet
dit onherroepelijk tot gevolg hebben dat men na
verloop van jaren „uutgejuund" is Er is op Wal
cheren toch altijd nog wel van de oppervlakte
bouwland vrij van uiestengelaaltjes. Het zou zeer
te betreuren zijn wanneer een gedeelte hiervan
besmet zou worden terwijl dit te voorkomen is.
Uw rubriekschrijver verwonderd zich er over dat
het in deze tijd nog mogelijk is (met al zijn voor
schriften en kontroles van diverse instanties) dat
dergelijk zaad in de handel komt
Wij willen nog even de aandacht vestigen op
de mogelijkheid van aanvrage om subsidie bij
grondontsmetting tegen het bietencystenaaltje.
Ieder die plannen heeft om een perceel te behan
delen a.s. nazomer kan een geldelijke bijdrage
aanvragen. Dit moet vóór 1 mei a.s. plaatsvinden
bij de Provinciale Direktie voor Bedrijfsontwikke
ling, „Landbouwhuis", Goes.
TUSSEN BELASTINGDIENST EN C. C. L. B.
AANLEIDING voor het conflict was het ver-
vallen van de landbouwvrijstelling voor be
drijfsgebouwen in 1965. Daardoor kon meer wor
den afgeschreven van de gebouwen. Een snellere
afschrijving die nodig is om de gebouwen te kun
nen laten aanpassen bij de zich snel wijzigende
produktiemethoden.
De minister van financiën ging niet akkoord
met dit toegepaste systeem van afschrijvingen.
Voor het gerechtshof in Leeuwarden werd de
C.C.L.B. in het gelijk gesteld en nu dus heeft ook
de Hoge Raad dit onderschreven.
Diegenen die bezwaarschriften hebben inge
diend tegen alle aanslagen waarbij de belasting
inspecteurs het afschrijf systeem niet accepteerden,
kunnen nu vorderingen indienen voor verrekening
van hun teveel betaalde belastinggeld vanaf 1965.
Anderen kunnen nog bezwaarschriften indienen
tegen de aanslagen voor 1968 die nog niet defini
tief zijn.
Zij die geen bezwaar maakten tegen de door de
inspecteurs toegepaste afschrijving kunnen geen
verhaal maken op verrekening van teveel betaald
belastinggeld.
Het C.C.L.B. schat dat per ƒ50.000 waarde van
bedrijfsgebouwen het belastbare inkomen kan
worden verminderd met 1500.
De terugbetaling van belastinggeld door het rftfe
aan de boeren zal alleen al in Friesland nas»
schatting 4 a 5 miljoen bedragen
Voorlopig kunnen naar schatting zestigduizend
van de ruim honderdduizend boeren in Nederland
bij hun eerstvolgende belastingaangifte hun voor
deel doen met dit succes
STAND VAN ZAKEN
OVERBRUGGINGSREGELING FRUITTEELT
IN ZEELAND
Per 13 april j.L bedroeg het aantal aanvragen 66,
waarvan werden:
Ingetrokken S
Afgewezen door B.F.-kommissie 8
Toegewezen door B.F.-kommissie en gemeen
ten (totaal verstrekt krediet 1.189.500,34
Toegewezen door B.F.-kommissie, afgewezen
door gemeenten 1
Toegewezen door B.F.-kommissie, nog in be
handeling bij gemeenten 2
In beginsel goedgekeurd door B.F.-kommissie
maar nog fiat van B.F.-bestuur nodig 2
Toegewezen of gunstig geadviseerd door B.F.-
kommissie op 10-4-1970; nog te behandelen
bij gemeenten 4
Aangehouden door B.F.-kommissie 2
Nog te behandelen in B.F.-kommissie 4
-
60
Aldus het overzicht van de Provinciale Direktie
voor de Bedrijfsontwikkeling in Zeeland betreffende
de stand van zaken met betrekking tot de overbrug-
gingsregeling voor de fruitteelt in Zeeland.
70ALS in onze Rubriek „Over geld en goed"
de vorige week reeds uit de doeken werd
gedaan heeft de Hoge Raad over de toegestane
afschrijving op bedrijfsgebouwen onlangs een be
langrijke uitspraak gedaan. Een andere vorm van
afschrijving die nu in rechte is geaccepteerd. Hier
mede hebben de Coöperatieve Landbouwboek-
houdbureaus het na 3 jaar procederen van de
minister van financiën gewonnen. Voortaan mag
inplaats van de geldende 2%, 5 van de boek
waarde van de bedrijfsgebouwen worden afge
schreven! Een succes voor de C.C.L.B. waar toch
nog wel eens extra de aandacht op gevestigd mag
worden
Vroeger schreef iemand met een op vijftigdui
zend gulden gewaardeerde boerderij twee pro
cent, is duizend gulden, per jaar af. „Nu schrijft
iemand met een boerderij van vijftigduizend gul
den het eerste jaar vijf procent af, dat is 2500
gulden,' het tweede jaar vijf procent van 47.500
gulden, enzovoorts.
Verder overleg over een afschrijving van zeven
of acht procent per jaar is nu misschien in over
leg met de fiscus zonder verdere procedure", zo
meent de heer A. Jolink, secretaris van de Ver
eniging van Landbouwboekhoudbureaus in Neder
land, waarbij negentien bureaus zijn aangesloten
en directeur van de Centrale Coöperatieve Land
bouwboekhouding in Leeuwarden.
AP SCHOUWEN-DUIVELAND wij schrijven
14 april is in de eerste helft van april t.a.v.
het zaaien en poten niets gedaan, m.a.w. in zijn
totaliteit is hier nog zeer weinig gezaaid en ge
poot. Hetgeen gezaaid is wat zomergraan, en
kele percelen schokkers en suikerbieten en aard
appelen is drie weken geleden. Plaatselijk komt
zomergraan boven. Ook het kunstmeststrooien is
nog lang niet gebeurd. Het spuiten van de winter
tarwe met D.N.O.C. geeft ook moeilijkheden.
Als de weers- en grondomstandigheden verbete
ren is het de kunst om niet te vroeg te beginnen.
Bij opdroging kan het bovenop wel mooi vallen,
maar onderin zal het alles nog niet zijn. Bij het
klaarmaken van het zaai- en pootgoed zijn veelal
de wielsporen van de trekker een groot nadeel.
Tracht trekkersporen zoveel mogelijk te voorko
men door bewerkingen te combineren en pas met
het voorjaarswerk te beginnen als het land vol
doende opgedroogd is. De trekkersporen geven
een verdichte laag in de grond die nadelig is voor
de groei van de gewassen en het doorlaten van het
water.
Wanneer de muur en kamille in de wintertarwe
te groot is geworden voor effectieve bestrijding
met D.N.O.C., laat het dan, des te vroeger kan
men groenbemester als rode klaver inzaaien.
Vroeg zaaien geeft vrijwel steeds een beter resul
taat. Later in het voorjaar kan dan met MCPA
(groeistoffen) gespoten worden, de klavers weten
er dan'minder van.
Daar waar men vóór opkomst bodemmiddelen
voor onkruidbestrijding wil toepassen, is het wel
van het grootste belang deze middelen toe te pas
sen direct na het zaaien, want bij later toepassen
(bijv. vlak voor opkomst) kan het wel eens moei
lijkheden geven door ongunstige weersomstandig
heden.
De maiskern Schouwen is gegroeid tot 60 ha.
De loonwerkers-combinatie heeft een zaaimachine
aangeschaft die tevens geschikt is voor rijenbe-
mesting met fosfaat.
Het is nu wachten op betere weersomstandig
heden opdat de grote slag kan beginnen. Nogmaals
het is te hopen en wel ten eerste, dat het spoedig
kan en ten tweede, dat men geduld op kan bren
gen en niet te vroeg gaat beginnen.
WAT KOST ONS DE CONSUMENT
De Nederlandse staat is bezorgd (en te
recht) dat 92 van haar staatsburgers een
zo goed mogelijke beloning voor hun werk
krijgen.
Hoe durft diezelfde staat een boer te dwin
gen (door de melkstroom in te dammen en
hem verplichten slachtvee te houden) om
voor niks te werken?
Wat kost ons een consument?
De overheid wil dat we minder melkvee
houden en meer slachtvee. Maar: „Geen da
den, maar woorden".
Waar blijft onze saamhorigheid, onze eens
gezind optrekken tot samenwerking? Wan
neer we alle nuka's laten slachten, behalve
de enkelen die op iedere stal nodig zijn om
de melkveestapel aan te vullen en wat stier
tjes voor de fokkerij. Zouden we dan nog bij
de overheid moeten bedelen? Of zouden de
rollen dan omkeren? De heffing aan de grens
moet volledig zijn.
Niet meer kalveren aanhouden dan nodig,
om de melkveestapel aan te vullen, is niet
nieuw! Dit wordt ons al enkele jaren voor
gehouden. Hoe dan al het weiland benut moet
worden, wordt er niet bygezegd. Dat moeten
die anderen dan wel vertellen! Deze zullen
willen dat anderen die kalveren in leven
houden!
P. G.