Runderhorzel-
bestrijding
Houdt u varkens
of wormen?
Milieuhygiëne
LANDBOUWSCHAP
18
Gezondheidsdienst
voor dieren in Noord-Brabant
PVENALS in de vorige jaren, vragen wij ook
dit jaar weer Uw speciale aandacht voor de
runderhorzelbestrijding. Wanneer wij de situatie
ten aanzien van de runderhorzels in onze provincie
nader bezien, dan kunnen wij konstateren, dat er
gebieden zijn waar hoegenaamd geen runderhorzel
meer waar te nemen is en het is wel begrijpelijk
dat in die gevallen waar nog een enkel rund
met horzelbuiten wordt aangetroffen hieraan
weinig aandacht wordt geschonken, doch men dient
wel te bedenken, dat deze kleine haarden de oor
zaak kunnen zijn van een snelle uitbreiding in een
dergelijk gebied. Er zijn ook nog plaatsen waar de
runderhorzel, weliswaar niet welig tiert, doch waar
de laatste jaren ook hoegenaamd geen vooruitgang
is gemaakt.
IN enkele gebieden is dit jaar met een ander
middel een proef genomen, welk middel ook
werkt als de larven nog niet onder de rughuid zijn
aangekomen. Daarmee kan dan reeds direkt na het
opstallen met de behandeling begonnen worden.
Behandeling vóór 15 december is dan zelfs gewenst;
de larven zijn nog klein en nog niet bij het rugge-
merg (gevaarlijke streek) aangekomen!
Bedoeld middel is echter ook giftiger en kan tot
gevolg hebben, dat enkele runderen ziek worden
of sterven. Behandeling van de runderen met dit
nieuwe middel vereist extra voorzichtigheid en kan
dientengevolge niet voor algemene behandeling ge
adviseerd worden.
Voor de grensstrook, ter bescherming tegen hor
zels uit het buitenland, verdient het wel overwe
ging; er dienen dan echter landelijk voor deze
strook extra fondsen te komen.
WANNEER de runderen goed behandeld worden
met het klassieke middel derrispoeder
geeft zulks ook een zeer goed resultaat. Het komt
echter te vaak voor, dat de runderen, voordat deze
de weide ingaan, wel goed worden behandeld, maar
dat kontrole en behandeling tijdens de weideperio-
de te vaak achterwege worden gelaten.
„Late horrels" blijven leven en gaan zich weer
voortplanten. Men beweert wel eens dat door de
jarenlange behandeling met derris in het voorjaar
een „horzelras" is overgebleven dat „laat rijp" is.
WIJ adviseren alle veehouders in 1970 de no
dige aandacht aan deze materie te schenken
door als volgt te handelen:
a. Kontroleer regelmatig Uw runderen, vooral het
jongvee; en zo U bij een of meerdere runderen
horzelbulten konstateert behandel deze runde
ren dan vóór zij de weide ingaan.
Onze bedrijfsvoorlichters hebben derrispoeder
in voorraad, hetgeen zij U gratis kunnen ver
strekken.
De behandeling dient U met een goede, harde
borstel uit te voeren, opdat het oplosmiddel door
het borstelen de huid binnendringt.
Vergeet vooral niet het derrispoeder in koud
water op te lossen. Wanneer men warm water
zou nemen lost het poeder wel beter op doch
het bestanddeel „rotenon" verliest dan zijn wer
kende kracht.
b. Wanneer de horzelbuiten niet voldoende rijp
zijn heeft behandeling weinig effekt. Behandel
de runderen dan ook niet te vroeg, doch doe
het in ieder geval, althans wanneer U afwij
kingen konstateert, vóórdat deze de weide in
gaan.
c. Kontroleer ook tijdens de weidetijd Uw jong
vee en indien U dan nog runderhorzelbulten
waarneemt, laat dan vooral de behandeling niet
achterwege. Zijn enkele dagen na de behande
ling alle larven niet dood, herhaal dan de be
handeling.
UET oudere vee dient vooral in de maanden
juni-juli gekontroleerd te worden, omdat bij
deze dieren de larven in de regel later rijp zijn dan
bij jongvee.
Voorts moet er rekening mee gehouden worden,
dat de Wet op de bestrijding van runderhorzels U
verplicht de runderhorzel te bestrijden. Zij, die
zulks niet of onvoldoende doen, lopen de kans op
een bekeuring.
Zorg ervoor, dat U die kans niet loopt! Men kan
beter voorkómen dan genezen.
Gezondheidsdienst
voor dieren in Noord-Brabant
UET is waarschijnlijk nooit de bedoeling van
iemand, die varkens gaat houden om ook wor
men te houden. Toch is dit op een groot aantal
bedrijven het geval. Bij varkens komen in hoofd
zaak drie soorten wormen voor.
Allereerst de grote spoelwormen, die in de dun
nedarm leven, maar in hun ontwikkelingstij d een
hele weg door het lichaam afleggen, waarbij ze be
schadigingen in de lever en de longen veroorzaken.
Daarnaast zijn er twee soorten kleine wormen, die
met het blote oog nauwelijks zichtbaar zijn. Dit zijn
de rode maagworm en de knobbeltjesworm, die
ontstekingen en verdikkingen in de maag- en darm-
wand veroorzaken.
De schade die door deze wormen veroorzaakt
wordt, is velerlei. Tengevolge van de ontsteking
van maag- en darmwand zal het voer slechter wor
den verteerd, waardoor het voerverbruik stijgt. Bij
een ernstige besmetting treedt sterke vermagering
en diarrhee op. Tevens zal de weerstand tegen
andere ziekten worden verminderd. Door een spoel-
wormbesmetting wordt o.a. de lever beschadigd.
De schade door afgekeurde levers bedraagt in
Nederland per jaar meer dan 1,5 miljoen gulden.
Ï\E bestrijding heeft op de fok- en vermeerde-
ringsbedrijven twee aspekten:
Allereerst moet men trachten het aantal wormen
op het bedrijf zo laag mogelijk te houden. Hier
door zal het aantal geproduceerde wormeieren be
perkt worden. De kans op (her)besmetting wordt
daardoor verkleind. Het aantal wormen kan men
laag houden door regelmatig een wormkuur te
geven volgens onderstaand schema:
de dekberen 2 x per jaar ontwormen
opfokvarkens ontwormen op een leeftijd van 3
en 7 maanden
alle drachtige dieren 7 dagen vóór het wer
pen ontwormen en 3 dagen later goed afwassen
vóór ze naar de kraam-opfokstal gaan.
HOOR deze behandeling kunnen de biggen die
geboren worden praktisch niet meer via de
mest van de zeug met wormeieren worden besmet.
Eventueel kan men de zeugen vóór het spenen
van de biggen nogmaals ontwormen. Naast deze
ontworming van de varkens is goede hygiëne van
grote betekenis. Dat wil zeggen:
a. dagelijks de hokken goed uitmesten
de hokken regelmatig goed schoonmaken (vloer
en wanden)
c. de verharde uitloopplaats van zeugen en gelten
wekelijks schoonspuiten
d. zeugen die nog weidegang krijgen, op tijd een
„schone" weide geven.
Een goede ontworming en hygiëne op het fok-
bedrijf is natuurlijk ook belangrijk voor de mester.
De biggen zullen beter kunnen doorgroeien. Deze
biggen moeten echter in een goed schoongemaakt
hok worden opgevangen, waarbij vooral ook de
zijwanden niet vergeten mogen worden. Gebeurt
dit niet, dan kunnen de biggen zich opnieuw be
smetten en is al het werk van de fokker voor niets
geweest!
DE WORM IS EEN PARASIET.
HIJ EET WEL MAAR VERDIENT NIET!
VAN HET
LIET woord milieuhygiëne is bezig de ether en
de krantenkolommen te veroveren. De ge
legenheden waarbij het gebruikt wordt, volgen el
kaar steeds sneller op. Zonder aan deze woord
mode koste wat kost te willen meedoen, haakt het
Landbouwschap er toch op in. Een gesprek met
mr. N. Af. Zijp, secretaris van de belangrijke com
missie Grondgebruik, leert namelijk dat het be
grip milieuhygiëne ook bij het Landbouwschap zijn
raakpunten heeft. ,JLandbouw en milieuhygiëne
komen steeds inniger tot elkaar" zegt de heer Zijp.
Denken we dan op de eerste plaats aan de onwel
riekende geuren van mest en gier, waaraan aan
wezigheid van varkens- en kalvermesterijen niet
vreemd is. De heer Zijp wil er eens goed voor gaan
zitten als het gesprek „de opsnuifbare gevolgen"
van mesterij raakt. Vers in herinnering liggen nog
pijnlijke gevolgen van de Hinderwet. Pijnlijke
voorbeelden van mesterijen, die op grond van deze
Hinderwet door B. en W. werden beëindigd, zonder
dat er ook maar één cent schadevergoeding werd
uitbetaald.
De heer Zijp is 'n landbouwschapsdeskundige die
de klappen van de gerechtelijke zweep niet alleen
kent, maar ze ook ziet aankomen. Daarom wil hij
vooral waarschuwen. ,^.ls een boer op grote schaal
wil gaan mesten en hij voorziet, dat binnen een
tijdsbestek bijvoorbeeld van zes a. zeven jaar stads
uitbreidingen of recreatie-ontwikkelingen zijn be
drijf dicht zullen zijn genaderd: Laat deze boer
dan tegelijk met de noodzakelijke bouwvergunning
ook een Hinderwetvergunning aanvragen. Daarmee
kan hij zich een heleboel narigheid besparen. Dat
is zonder meer noodzakelijk, want steeds meer ge
meentebesturen bemoeilijken via politieverorde
ningen het mesten van kalveren en varkens. Voor
al in de kom van het dorp. Het leven van de boer
wordt hierdoor steeds meer verzuurd!", zegt de
heer Zijp.
jyANKZIJ zijn enorme ervaring (hij is al twin-
L* tig jaar in dienst van de Stichting voor de
Landbouw en het Landbouwschap) beschikt de
heer Zijp over sprekende cijfers. In een tijdsbestek
van twintig jaar werd het aantal mestkalveren in
Nederland van 20.000 (in 1955) vertwintigvoudigd
tot 387.860 (1969). Samen met 25 miljoen mestkui-
kens en 4,7 miljoen varkens produceren deze kal
veren een mestoverschot gelijk aan de afvalstof
fen van zes miljoen mensen. Zeg maar de helft van
de Nederlandse bevolking.
De boeren dienen goed op hun zaak te letten. Een
wet tegen luchtverontreiniging is op dit moment in
behandeling bij de Tweede Kamer. Het ontwerp
werd in 1968 ingediend. De wet zal vermoedelijk
in 1970 door de Tweede Kamer heenkomen. De eer
ste wet op het gebied van de milieuhygiëne (al
werd dat toen nog niet zo aangeduid) dateert eigen
lijk al van 1875, zodat nu in 1970 deze Hinderwet
rustig als verouderd kan worden beschouwd. Ze is
namelijk helemaal afgestemd op het tegengaan van
gevaar, schade, of hinder voor laten we zeggen
onmiddellijk aangrenzenden. Mensen die op tien
kilometer afstand van een luchtvervuïlend bedrijf
wonen, kunnen zich dus niet op de bepalingen van
de Hinderwet beroepen als „de zegeningen van de
moderne industrie over hen zijn neergedaald".
TiE Hinderwet kan wél van toepassing zijn wan-
neer de aanwezigheid van een mesterij in de
onmiddellijke omgeving de atmosfeer een onmis
kenbaar landelijk karakter geeft. Iedere boerderij
met een mestvaalt valt namelijk onder de Hinder
wet. Mesterijen in de kom van een dorp of in re
creatiegebieden zullen dat snel merken. Wie uit
gebreid wil gaan bemesten vrage dus óók en vooral
een Hinderwetvergunning aan. Mr. Zijp van de
commissie Grondgebruik van het Landbouwschap
stelt dit zeer nadrukkelijk.
De nieuwe wetgeving, die nu gedeeltelijk vol
tooid is, bevat wel bepalingen over schadevergoe
ding als gevolg van milieuverontreiniging. De
luchtverontreinigingswet bijvoorbeeld, maakt het
mogelijk om vergoeding uit te keren wegens schade
door luchtverontreiniging uit niet te achterhalen
bronnen. Dat deze mogelijkheid er gekomen is, al
dus de heer Zijp, is niet in de laatste plaats te dan-
ken aan de aktiviteiten van het Landbouwschap.
H. MANS.
Afdeling Pers en Voorlichting,
Landbouwschap.