Voorontwerp 2e herziening streekplan Schouwen-Duiveland
Zorg en ongerustheid
over
akkerbouwbeleid
7
IN agrarische kring heerst onrust! Onrust over
een uitzichtlooslijkende situatie die velen
het vertrouwen ontneemt voor de toekomst. Onrust
die tot uiting komt in verschillende akties in veler
lei vorm. Vooral het zuivel- en melkprijsbeleid en
het beleid in de fruitsektor geeft momenteel aan
leiding tot felle protesten.
In de akkerbouwsektor is het wat dat betreft nog
iets rustiger. Waarschijnlijk omdat in het algemeen
de resultaten van oogst '69/70 niet tegengevallen
zijn. De weersomstandigheden zaten niet bijzonder
tegen, zodat de oogstwerkzaamheden redelijk vlot
konden verlopen en de behaalde opbrengsten over
wegend redelijk waren.
Rekening houdend met de niet tegenvallende
prijzen van consumptie- en pootaardappelen, ligt
het in de verwachting dat da bedrijfsuitkomsten
over '69/70 op een redelijk peil zullen uitkomen.
DE praktische bevriezing dan wel verlaging van
het prijspeil voor de verschillende gegaran
deerde akkerbouwprodukten die in het kader van
het E.E.G.-markt- en prijsbeleid plaatsvindt gaat nu
echter in de akkerbouwsector steeds meer door
werken en leidt in deze tijd van sterk stijgende kos
ten tot een uiterst gespannen situatie. Dit geldt ook
voor de „blijvers" die door dit beleid geen moge
lijkheden meer zien om hun bedrijf bij voortduring
aan te passen aan de technische en sociaal-econo
mische ontwikkeling. Op basis van het huidige
prijsbeleid valt dan ook te voorzien dat oogstjaar
70/71 voor de akker bouwbedrijven in het algemeen
een grote terugslag zal vertonen. Uit prognoses,
ervan uitgaande dat het kostenprijspeil met 5%
stijgt (waarin begrepen een stijging van de arbeids
lonen met 8 rekening houdende met een bruto-
produktiviteitsstijging van 3 per jaar, gelijkblij
vende opbrengstprijzen der produkten en een stij
ging van de algemene inkomstenontwikkeling met
8 per jaar, blijkt dat het akkerbouwbedrijf in het
Z.W. kleigebied van 40 ha een jaarlijks arbeids
inkomenverlaging te wachten staat van 5% In
1975 zal dit reeds tot ruim 20 minder zijn opgelo
pen! Rekening houdende met de algemene inkom
stenstijging komt dit voor 't Z.W.-kleigebied jaar
lijks op 'n achteruitgang van ca. 10% neer! Voor
de Noordelijke kleigebieden vallen deze verwach
tingen nog veel slechter uit n.l. in 1975 30 ar-
beidsinkomstendaling tegenover een stijging van 't
algemeen inkomensniveau van 36
yANDAAR de grote bezwaren van de landbouw
tegen het E.E.G.-beleid voor de akkerbouw
produkten. Het probleem van de overschotten wordt
sterk overtrokken. Het vraagstuk bijv. van het
overschot aan zachte tarwe kan worden terugge
bracht tot een te groot prijsverschil tussen tarwe
en voedergranen. De voorgestelde quotumkorting
en omslagheffing op suikerbieten is een scherpe
aanval op de materiële betekenis voor de landbouw
van het E.E.G.-suikerbeleid. Dit terwijl de produ
centen reeds een grote verantwoordelijkheid dragen
voor de omvang van de produktie.
Het benauwende van de situatie is dat er tegen
over de kennelijke onmacht om met behulp van het
markt- en prijsbeleid een verdergaande verslechte
ring van de inkomstenipositie van de akkerbouw
bedrijven tegen te gaan geen enkel aanvaardbaar
alternatief wordt geboden. Geen duidelijke wegen
worden aangegeven tot verbetering van de positie
van de landbouw. In Brussel komt men weinig ver
der dan slechts enkele pogingen om de financie
ringslast voor de gemeenschap te verminderen. Er
is nauwelijks enige vooruitgang te besneuren in de
besluitvorming omtrent een aantal produkten waar
voor nog E.E.G.-regelingen zijn vastgesteld, maar
die voor de Nederlandse akkerbouwer van groot
belang zijn. En de Nederlandse overheid is niet
bereid zich in de vorm van nationale regelingen
zich hierop in te stellen. Een positiever beleid
van de overheid is dan ook een dwingende nood
zaak. Deze is verantwoordelijk voor diegenen die
thans in de landbouw hun bestaan vinden en de
gelegenheid moeten hebben zich daarin te kunnen
handhaven, dan wel op aanvaardbare wijze
moeten kunnen verlaten. Een aktief E.E.G.-
beleid zal door onze overheid krachtig bevorderd
moeten worden terwijl op nationale basis de nodige
maatregelen ter versterking van de positie getrof
fen zullen moeten worden!
MHBK X t >1* P
M- V.
W WW WW w
I .-:-:-:-:-: :-. :-:-:
4
«£7
éf.Ay-
LIET nu geldende streekplan Schouwen-Duive-
n land, dat op enkele onderdelen na in 1965
de koninklijke goedkeuring verkreeg, is dringend
aan een algehele herziening toe. Grote verande
ringen zijn op til, zoals de afsluiting van het Gre-
velingenbekken, de afsluiting van de Oosterschel-
de in 1978 en de mogelijkheden die de recreatie
allerwege zoekt om meer armslag te verkrijgen. Een
en ander maakt een streekplan „nieuwe stijl" nood
zakelijk zodat meer mogelijkheden voor de noorde
lijke kuststreek en de zuidkant geboden worden
dan in het bestaande streekplan het geval is. Dit
voorontwerp, 2e herzieningstreekplan Schouwen-
Duiveland, ligt nu ter tafel!
QE gang van zaken zal als volgt zijn:
Op Schouwen-Duiveland zal op ruime schaal
een beknopte samenvatting in brochurevorm van dit
voorontwerp worden verspreid. Daarna zal de moge
lijkheid worden geschapen tot het naar voren bren
gen van wensen en gedachten over het ontwerp in
enkele openbare hoorzittingen onder leiding van een
lid van het college van G.S. De gemeenten en andere
instanties en instellingen krijgen gedurende vier
maanden de tijd om hun mening kenbaar te maken.
Daarna zullen gedeputeerde staten een definitief ont
werp ter visie leggen. Daartegen kan ieder binnen
twee maanden bezwaren indienen. Provinciale staten
tenslotte oordelen over de ingediende bezwaren en
stellen het streekplan vast.
Zover is het dus voorlopig nog niet. Men moet er
echter wel attent op zijn, dat te zijner tijd binnen de
gestelde termijn bezwaren naar voren gebracht moe
ten worden. En, om een voorbeeld te nemen ten aan
zien van de voorgestelde bestemming van sommige
gebieden of gedeelten daarvan zullen er wellicht bij
betrokkenen andere wensen leven dan G.S. nu in het
plan zullen vastleggen. Het is dan zaak er bij te zijn
met gemotiveerde bezwaren.
||OOFDLIJNEN in het voorontwerp zijn:
het handhaven en versterken van de agrarische
funktie, door zoals G.S. stellen een zo groot mo-
lijke vrijheid te laten voor de landbouw;
een zo goed mogelijk gebruik maken van de grote
mogelijkheden die Schouwen-Duiveland biedt voor
de recreatie;
jversterking centrumfunktie Zierikzee, mede door
een zekere industriële ontwikkeling;
aanpassing van het wegenstelsel om het toenemen
de gemotoriseerde verkeer te kunnen verwerken.
JJITGEGAAN wordt van een zekere bevolkings
groei van 24.000 naar 33.000 inwoners, waar
van 12.000 in Zierikzee. De toename van ca. 9000
personen zal naar verwachting voor de helft uit de
natuurlijke aanwas bestaan en voor de andere helft
van mensen die zich daar zullen gaan vestigen omdat
ze er een we-"kr:ng te vinden dan wel van forensen of
gepensioneerden.
LANDBOUW EN INDUSTRIE
De landbouw beschikt nu over ca. 16.000 hectare
cultuurgrond. Tot 1990 zal hiervan ten behoeve van
andere sectoren (woningbouw, recreatie, wegen etc.)
1.000 hectaren afgaan. Daarbij zal het streven erop
gericht zijn de winst van de herverkaveling niet
teloor te doen gaan. De industriële activiteiten zullen
dienen plaats te vinden bij Zierikzee en Bruinisse.
Daarbij wordt gedacht aan bedrijven in de ambachte
lijke of verzorgende sfeer.
De werkgelegenheid zal in gunstige zin worden
beïnvloed. De verwachting bestaat, dat in 1990 in Je
dienstensector (waaronder de recreatie) 3.600 mannen
zullen werken, in de landbouw nog 800 en in de in
dustriële bedrijven 3200 mannen, in totaal 7600 man
nen.
DE WEGEN
Het wegenstelsel op Schouwen-Duiveland zal met
het oog op de verwachte verkeersstromen tengevolge
van de ontwikkeling van het gebied aanzienlijke ver
beteringen moeten ondergaan De belangrijkste wegen
(wegen van de eerste orde) ziin de weg die de Delta-
dammen verbindt, de oostwestweg over het voorma
lige eiland en de verbinding van de Grevelingendam
naar de Zeelandbrug. Iets minder belangrijk (wegen
van de tweede orde) is de weg van Bruinisse naar
Haamstede, die vrijwel parallel loopt aan de oostwest
weg van de eerste orde, en de zgn. recreatieverdeel-
wegen langs de Westhoek en langs de noordkant van
het gebied.
DE RECREATIE
Wat de verblijfsvoorzieningen voor de recreatie be
treft wordt een spectaculaire toeneming van het aan
tal slaapplaatsen (in tenten, caravans, zomerhuizen,
pensions of hotels) verwacht, n.l. van minder dan
45.000 than* tot 95 000 in 1990. De ruimte, die daar
voor nodig zal zijn, is uiteraard in het streekplan ge
reserveerd Daarbij is gestreefd naar een zekere mate
van concentratie van deze voorzieningen om het land
schap zoveel mogelijk te sparen en economische haal
bare eenheden te scheppen. Verder is een aantal ge
bieden aangewezen als parkgebleden, bestemd voor
actieve en passieve recreatie. Tens'otte is een groot
aantal jachthavens geprojecteerd. Daarbij is gebruik
gemaakt van de thans als werkhaven voor Deltawer
ken gebruikte havens.