K. N. L. C.
Naar duidelijkheid in de
landbouwpolitiek
GEEN TIJD? DURF TE LEVEN!
6
DE MAAND APRIL OP HET
LANDBOUWBEDRIJF
Moeizaam heeft de Nederlandse regering enkele
besluiten weten te nemen, die als kleine verbeterin
gen op korte termijn in de nationale landbouwpoli
tiek aangemerkt kunnen worden. Nederland gaat
inderdaad de (formeel noodzakelijke) Brusselse
toestemming vragen om onze boter-inleveringsprijs
met 22 cent per kg te verhogen tot het officiële
EEG-niveau. Daarmee zou de op 1 januari 1969 ter-
wille van de consument ingevoerde discriminatie
worden opgeheven. Toen moest immers de BTW
„ergens vandaan komen" zonder dat de consumen
tenprijs mocht worden verhoogd.
Als straks (1 juni?) het zogenaamde negatieve
correctief op de boter-inleveringsprijs vervalt, ver
betert dat de uitbetalingskapaciteit van de Neder
landse zuivelindustrie theoretisch met ongeveer een
cent.
Theoretisch, want uit Nederlandse melk wordt
bepaald veel meer gemaakt dan alleen boter. En
misschien blijkt het waar te zijn, dat de Neder
landse kaas in het buitenland moeilijker kan kon-
kurreren, als zijn „grondstof" iets duurder wordt.
Of er, voorzover uit Nederlandse melk konsump-
tiemelk wordt gemaakt, 1 juni a.s. ook een hogere
uitbetalingskapaciteit mogelijk is, is hoogst twijfel
achtig. Wel gaat dan immers de maximumprijs van
consumptiemelk een cent omhoog, maar in die ene
cent zit veel minder kostenstijging verwerkt dan de
zuivelorganisaties nodig achtten.
De fruitteelt mag zich in zijn ellende vastklam
pen aan verlaagde pachtnormen en aan 's ministers
bereidheid om de hulpmaatregelen nog eens te
overwegen.
In de akkerbouwsector valt volledigheidshalve de
voortzetting van de vlasverwerkingstoeslag te mel
den.
OP EEN KOOPJE
Er zijn dus inderdaad een paar nationale maat
regelen genomen, die op korte termijn iets verlich
ting kunnen betekenen. Maar de minister van land
bouw doet het wel op een koopje! De hogere markt
prijs van boter komt öf ten laste van de consument
óf van de Brusselse pot (als er meer ingeleverd zou
worden).
Wat consumptiemelk betreft, gaat het om een
moeizaam bevochten hogere straatprijs. Een lagere
boomgaardpacht kost de overheid ook geen geld.
De overbruggingsfinancieringsregeling e.d. kwam
al voor rekening van CRM (via de rijksgroepsrege
ling zelfstandigen wordt ook de rentesubsidie be
taald).
De hernieuwde vlastoeslagregeling kan ook met
gemak uit de betreffende begrotingspost worden
betaald. Er zijn verder de laatste tijd wel enkele
nuttige bijdrageregelingen van het O.- en S.-fonds
tot stand gekomen: ligboxenstallen, maïskernen,
schaalvergroting lucerneteelt. Er is dan ook al
lange tijd aangedrongen op meer aktiviteit via het
beschikbare ontwikkelingsfonds.
Wij willen met dit alles zeggen, dat de minister
van landbouw uiteindelijk wel een paar verbete
ringen in het nationale landbouwbeleid kan aan
brengen, maar dat dat dan eigenlijk geen cent meer
uit de landbouwbegroting blijkt te kosten dan al
lang was voorzien. En we moesten bij het verschij
nen van de landbouwbegroting 1970 ook al kon
stateren, dat die ten opzichte van vorig jaar in wer
kelijkheid nauwelijks verbeteringen uitgaande
boven kostenstijging inhield.
Maar het kan natuurlijk verkeren, zelfs nog in
het laatste jaar van een kabinetsperiode!
SPANNINGEN OP ACHTERGROND
Er is de laatste tijd onrust op het platteland merk
baar geworden. Niet voor niets zijn 7000 lege porte
monnees naar Den Haag gestuurd. Er waren ove
rigens ook andere uitingen van misnoegen.
De fruittelers rebelleren, uiteraard, al langer.
De lege beurzen kwamen vooral uit het noorden:
Friese melkveehouderij en Groninger akkerbouw
om even de gedachte te bepalen. Voor het moment
zou men misschien kunnen stellen dat het hier een
probleem betreft van streken met een grondgebon
den produktie en een wat eenzijdig bedrijfs- en
bouwplan.
Wij zullen moeten zeggen, dat er nu in enkele
gebieden en sektoren spanningen kenbaar zijn ge
worden, die eigenlijk overal in de Nederlandse
land- en tuinbouw op de achtergrond wel bestaan.
We zouden simpel, wat te simpel natuurlijk, kun
nen zeggen, dat minder onbehagen blijkt naarmate
meer varkens en aardappelen een rol speelden in de
bedrijfsresultaten. Maar dat kan heel snel verande
ren!
Er kunnen zo maar door een beetje ongunst van
de markt of van het weer elders uitingen van de
zelfde spanning aan de oppervlakte komen. Het is
wel gebleken, dat het vaak jonge, goede onder
nemers zijn, die geen voldoende perspektief meer
zien. Wetende dat de cost voor de baet uitgaat, heb
ben zij met duur geld geïnvesteerd. Kosten blijven
stijgen en alleen met hard en lang werken blijkt
een enigszins redelijk inkomen nu nog mogelijk.
Maar straks? „Mansholt-bedrijven" van veel grotere
schaal zijn prachtig, maar hoe die te voorschijn te
toveren?
LANDBOUWPOLITIEKE TAKEN
Het is niet zo gemakkelijk om kort en bondig en
toch zo volledig en duidelijk mogelijk te zeggen,
wat het nationale landbouwbeleid in deze tijd te
doen staat. Het gaat om de handhaving van zelf
standige ondernemers in land- en tuinbouw, in
Nederland in het algemeen, in een tijd van voort-
sluipende inflatie. Die „blijvers" zullen veel meer
mogelijkheden moeten krijgen dan zij op het ogen
blik hebben.
In de eerste plaats op het terrein van belastingen
en financiering om daarmee naar eigen verant
woordelijkheid hun bedrijven uit te breiden en
beter toe te rusten: belastingvrije reservering, auto
matische belastingaanpassing vanwege inflatie,
meer „ontzag" voor de meewerkende vrouw, rente
subsidies, grondbank. In de tweede plaats verbete
ring van produktie-omstandigheden zodanig dat op
zet en omvang van de bedrijven op de toekomst
berekend kunnen worden, Produktiestimulermg is
op de betrokken bedrijven niet uit den boze. Er zal
wel rekening moeten worden gehouden met het
marktevenwicht. Dat zal mede door een derde com
plex doelbewustere maatregelen moeten worden
bereikt: het bieden van voldoende andere kansen
en mogelijkheden voor arbeid en grond. D.w.z.
waar ondernemers de land- en tuinbouw willen
verlaten moet hun dat op aanvaardbare wijze moge
lijk worden gemaakt. Waar grond een andere be
stemming kan krijgen moet dat op zulke voorwaar
den gebeuren dat niet de landbouw mede de lasten
draagt.
EISEN AAN „DE POLITIEK"
Dit was een weergave van o.i. de belangrijkste
punten uit het onlangs door het Landbouwschap
gepubliceerde programma. De landbouworganisa
ties zullen in de komende tijd de verlangens van
land- en tuinbouw aangaande de nog nationaal te
voeren landbouwpolitiek duidelijk moeten onder
strepen. Nu zo langzamerhand de politieke partijen
met het oog op de Tweede-Kamer-verkiezingen van
volgend jaar hun programma's gaan opstellen is dat
wel gewenst. De „politiek" moet weten wat de land
bouw verlangt. Ook later bij de kabinetsformatie
heeft dat zijn nut. Het mag niet weer gebeuren,
dat een minister van landbouw gaat optreden met
te weinig middelen voor het voeren van een goed
nationaal landbouwbeleid.
Het geldt ook voor andere „betrokken" ministers
De boeren en tuinders zelf hebben de gelegenheid
om aan de hand van de bovengenoemde verlangens
de partijprogramma's te toetsen op hun deugdelijk
heid. Veel is al geschermd met het begrip duidelijk
heid in de politiek. Het lijkt nog maar weinig ge
holpen te hebben. Nu moet ook maar eens gestreefd
worden naar duidelijkheid in de politiek ten be
hoeve van de nationale land- en tuinbouw. Hope
lijk hebben we daarmee meer succes.
STRUIKENKAMP
INGEZONDEN
A LS een donderslag bij heldere hemel kwam
onder de leden der ZLM in Oost- en Midden-
Brabant het bericht, dat de heer N. de Leeuw onze
provincie gaat verlaten. De heer De Leeuw is naast
bedrijfsleider van het landgoed Venroole te Boxtel,
voorzitter van de afdeling Sint Michielsgestel en
omstreken, penningmeester van de Kring Oost- en
Midden-Brabant der ZLM, voorzitter van de boe-
renhulpv er lening s dienst en tevens penningmees
ter en werkverdeler van deze vereniging. Hij be
heert de financiën van de N.H. kerk te Boxtel, is
lid van het schoolbestuur te Boxtel enz. Voor al
deze funkties zal een ander moeten worden ge
zocht.
Op 31 maart j.l. werd een ledenvergadering van
de boerenhulpverleningsdienst te Eindhoven ge
houden. Op deze vergadering werd o.a. gesproken
over de problemen van de gemengde bedrijven.
Uit de gesprekken kon men opmaken, dat het hier
gaat om bedrijven met aantallen koeien die gaan
tot de 70, zeugen bij tientallen, mestvarkens bij hon
derden, kippen bij duizenden. De heer De Leeuw
leidt de vergadering doelbewust, rustig en zelf
verzekerd. Hij zegt, wat gezegd moet worden, niet
meer niet minder. De agendapunten worden vlot
afgewerkt.
rrOTDAT men komt aan het belangrijkste
agendapunt van deze avond, n.l. opheffing
van de vereniging! Redenen: Vertrek van de voor
zitter-werkverdeler. En vanwege de uitgestrekt
heid van het werkgebied de grote kosten van ver
voer voor de bedrijfsverzorger. Mede van overwe
ging is dat de leden zich tegenwoordig gemakkelijk
kunnen aansluiten bij de plaatselijke verenigingen
van de N.C.B. Bij de oprichting van onze vereniging
was dit niet mogelijk, omdat wij in Oost-Brabant
de eerste waren. Wie wenst hierover het woord?
Een diepe stilte valt, allen trekken bedachtzaam
aan hun sigaar. Dan komen de tongen los. Men
hoort geluiden, als: „Staat of valt de vereniging
met één man? Er wordt een proef stemming gehou-
den; een definitief besluit kan niet worden geno
men, omdat niet van het aantal leden aanwezig
is.
Wie wil de vereniging handhaven? Een kleine
minderheid steekt vlot de hand op. De rest zwijgt.
Dan wordt de vraag andersom gesteld. Wie wil de
vereniging opheffen? Aarzelend gaan een paar han
den omhoog.
Men komt er niet helemaal uit. Dan neemt één
der leden het woord. Degenen, die er voor zijn de
vereniging te handhaven, zullen er voor moeten
zorgen, dat uit hun midden een nieuwe organisa
tor wordt gekozen. Een voorzitter, een penning
meester, een werkverdeler. Een plaatsvervanger
voor de stuwende kracht van onze vereniging, de
heer De Leeuw. De vergadering zwijgt, niemand
heeft tijd! Elk vrij gaatje dat men eventueel zou
hebben heeft men, figuurlijk gesproken, volgestopt
met koeien en varkens. Wanneer nog enige tijd
over was in het verleden, werd iets gezocht om
deze tijd ook nog vruchtbaar te maken, vooral fi
nancieel vruchtbaar. Men heeft zich geheel opge
offerd aan het bedrijf. Misschien stijgen de bank
rekeningen, maar lichamen krommen zich onder
deze zware last. Hebben wij eigenlijk nog wel tijd
om te leven? Hebben wij nog wel ergens tijd voor,
dan voor het bedrijf? Zijn wij geen slaven van het
bedrijf?
(~}M uit de impasse te komen wordt dan een
beroep gedaan op iemand, die zijn bedrijfje
zo sober mogelijk heeft gehouden, omdat hij het
als een levensbehoefte ziet, enige tijd beschikbaar
te hebben voor een privé-leven. Een privé-leven
om zich samen met zijn vrouw zo nu en dan eens
aan andere dingen te kunnen wijden. Hem werd
gevraagd, deze tijd beschikbaar te stellen voor zijn
collega's, die hun bedrijf zo hoog hebben opgevoerd.
Alhoewel de bedrijfsorganisatie (bedrijfshulp)
hem zeer ter harte gaat, omdat hij dit als de enige
mogelijkheid ziet, om sociale wantoestanden in de
landbouw uit de weg te ruimen, zou dit voor hem
toch een zware opgaaf worden. Van de man, die
het niet op kan brengen zich geheel op te offeren
voor zijn eigen bedrijf, kan men echt niet verwach
ten, dat hij zich wel geheel wil opofferen voor
andermans bedrijven!
Onze vereniging immers moet het bijvoorbeeld
ook mogelijk maken de agrariër in de gelegen
heid te stellen met vakantie te gaan om zich eens
in een andere omgeving geheel te kunnen ontspan
nen. Ondergetekende is er van overtuigd, dat dit
voor ieder mens lichamelijk en geestelijk een zegen,
is!
Daarom wil hij langs deze weg nogmaals een
dankwoord brengen aan de stuwende kracht van
onze vereniging de heer N. de Leeuw, die ons thans
gaat verlaten en aan zijn vrouw, die ons zo dik
wijls gastvrij heeft ontvangen op het landgoed Ven
roole. Wij wensen hun beiden een gezegende toe
komst in hun nieuwe woonplaats. Aan de leden
de volgende raad! Mens durf te leven! De bedrijfs
hulp kan U hierbij helpen!
Gemonde, 1 april 1970. J. RITTMAN
Van redactiewege bekort.
Tot onze spijt is de aanhef van het in ons vorige
nummer geplaatste artikel „De maand april" weg
gevallen bij de opmaak. Daar de weersomstandig
heden sinds de vorige week niet veranderd zijn, ne
men we dit begin alsnog op.
L. N. BAX
Consulentschap Akkerbouw
en Rundveehouderij Goes
Vanwege het onstabiele weer in de maand maart
zullen de voorjaarswerkzaamheden dit jaar vrij iaat
voltooid kunnen worden.
Deze verschuiving naar een wat later tijdstip be
tekent echter in het algemeen niet dat er grote
veranderingen in de methode van werken plaats
vinden. Wel zullen we er op bedacht moeten zijn
dat bij iaat zaaien de kans op uitdrogen van de
grond na het zaaien, toeneemt. Dit betekent met
name bij bieten, dat naarmate de zaaidatum verder
opschuift, we zeker op moeten passen voor het te
diep los maken van de grond. Tevens zal er niet te
ondiep gezaaid mogen worden en het vochtig lig
gen van het zaad extra aandacht vragen.