him
r\ank zij de genoemde overloper van 1589, welke zich
in het archief van de Breede Watering bewesten
Yerseke bevindt, konden de bezitters (dikwijls tevens
bewoners) vanaf die tijd grotendeels worden opgespoord.
Het betreft aan het eind van de 16e eeuw nog slechts
een kleine hofstede met gebouwen, die sedertdien zijn
vergroot of geheel vernieuwd.
9
Het vierde en vijfde geslacht der pachtersfamilie Harsinck.
Een wandgedeelte niet blauwe tegels in de woonkamer.
dan de moderne hangars, maar ze blijven het van deze
winnen als passend object in het landschap, zeker wan
neer ze nog zijn voorzien van het rieten dak, de onder
kant oplopend boven de mendeuren.
DE BAKKEET.
Wan even oude datum als het woonhuis is de bak-
keet. Op te merken valt het open gedeelte, waarin
nog de stookplaats aanwezig is en waar vroeger het
brood werd gebakken.
De omgeving van huls en schuur met heel wat ge
boomte, de vijver (vaate) voor het huis en de witte in
gangshekken vormen bij de beschreven gebouwen een
passende omlijsting.
EIGENAARS EN PACHTERS.
In 1589 wonen dan op dit bedrijf Jan Heyndrixs en zijn
kinderen. Het bezit beslaat een zestal percelen huis
en hof inbegrepen in de genoemde Adriaen Bouwens-
hoek. Ze beslaan bij elkaar ca. 10 gemeten, terwijl enkele
andere percelen in pacht zijn, waaronder 1 perceel erf
pacht van de kerk te Kloetinge. De grootte daarvan is
1 gemet 60 roeden.
In 1596 is de eigenaar Thielman Arentsz, die echter
alleen de hofstede bezit, terwijl alle bijbehorende per
celen worden gepacht van andere eigenaars. Van de
eerder genoemde Jan Heyndrixs heeft Arentsz. drie per
celen in pacht.
Opmerkelijk is dat één der percelen eigendom is van
Jacob Pijcke, wiens familienaam we ongeveer 2 eeuwen
LEEMTE IN GEGEVENS.
Veven jaar later, in 1603 is het bedrijf eigendom van
Pauwels Pieter Pauwels, die met uitzondering van
het huisperceel de landbouw uitoefent op gepachte
percelen.
In 1610 heet de plaats Bastiaen Jansse's hof. Deze is
dan eigenaar van de hofstede (1 gem. 128 r.) en van een
perceel groot 1 gem. 154 r. De rest ongeveer 11
gemeten heeft hij als zijn voorgangers in pacht. Hij
is ook in 1617 nog eigenaar, doch in 1624 wordt ge
sproken van Boudewijn Merten's hof. Hoe lang deze het
bedrijf in eigendom had is onbekend. De percelen in de
omgeving van de hofstede werden ook door hem gepacht.
Daar de opvolgende overloper (1631) ontbreekt, kunnen
we eerst in 1638 vaststellen, dat Leijn Pieters hof en
boomgaard (deze wordt voor het eerst genoemd) in
eigendom heeft en verder in hoofdzaak gepachte percelen
bewerkt.
Opnieuw komt er een leemte in de gegevens voor,
tot we in 1652 Mars. Jansse Leeuwenburg's Wed. op de
hofstede aantreffen. Men kan aannemen dat de overleden
Leeuwenburg hier een aantal jaren eigenaar was. De
weduwe zette het bedrijf voort, eveneens met gepachte
gronden o.a. van Jacob Geerts, Agatha Boms (of Bouws)
en Geeraert Crommon,
VEEL WISSELING VAN EIGENAARS.
P\e herhaalde wisseling van eigenaars der kleine hof-
stede doet vermoeden, dat het bedrijf niet al te
best rendeerde. Het was toen een periode waarin voor
een deel de Tachtigjarige Oorlog viel. Op het platteland
was het allesbehalve rustig. Men werd geplaagd door
zware belastingen, vorderingen van landbouwproducten
tegen lage prijzen, inkwartiering, e.d., zodat de kleine
landbouwers het hoofd moeilijk boven water konden
houden.
Zo zien we dan in 1659 opnieuw een andere eigenaar
vermeld. Dat is Ary Jansen, die ook weer in hoofdzaak op
gepacht land boert, o.a. nu van Gillis Watervliet's Erven.
Ook Jansen houdt het niet langer uit dan een pacht-"
termijn en in 1666 is Willem Barentsz de nieuwe eige-
TOENEMENDE BEDRIJFSGROOTTE.
|~\e benaming van laatstgenoemde hoek duidt er op.
Ly dat hij al meerdere jaren voor 1666 eigenaar van de
hofstede is. Ook in 1673 is hij dat nog, doch in 1680
wordt als zodanig genoemd Jan Polderman's Wed., di*
behalve de hofstede diverse percelen in de bewuste hoek
in eigendom en anders in pacht heeft van de vorig®
eigenaar.
Reeds vóór 1687 is eigenaar Pieter Ie Schot, secretaris
der Breede Watering bewesten Yerseke. Intussen is te
beginnen met Willem Barentsz. merkbaar dat het bedrijf
in grootte toeneemt en overgaat van in hoofdzaak pacht
op volle eigendom. Onder Ie Schot wordt dat voortgezet
en zelfs in die mate dat deze in 1693 tevens eigenaar
is van de in de nabijheid liggende hofstede „Altijt Sorg'8
(de latere ..Albertinehoeve"), bewoond door Mevr. A. G.
van der Have Lucieer). „Welgelegen" aan de Pijkesweg
was toen het grotere bedrijf geworden, terwijl „Altijt
Sorg" nog van mindere omvang was.
Le Schot woonde waarschijnlijk zelf op de hofstede in
Adriaen Bouwenshoek. Deze was In elk geval niet ver
pacht. Het is niet zeker of de eigenaar zelf ook de land
bouw beoefende of dat een zetbaas of bedrijfsleider aan
wezig was.
In 1694 staat de hoeve nog op naam van Le Schot,
doch in 1701 is de nieuwe eigenaar Adriaen Vincentze,
die het bedrijf dan heeft verpacht aan Maarten Vleugel.
Vincentze treffen we aan in transportregisters van
Kloetinge als verkoper van elzen- en wilgenhout met zijn
percelen in Oosthoek en Zuidhoek. Ook treedt hij op als
verkoper van percelen grond van iemand die niet aan zijn
belastingplicht heeft voldaan. Zijn functie was in dat ge
val een enigszins officiële.
PRIJS 18 POND PER GEMET.
In 1709 en in 1715 behoren zowel „Welgelegen" als
1 „Altijt Sorg" aan genoemde Vincentze. Pachter van
het bedrijf aan de Pijkesweg, als opvolger van Maarten
Vleugel is ca. 1713 of al eerder Jan Jorisse Kakebeeke
(toen steeds geschreven: Kakerbeekel.
De hofstede was omstreeks 1716 nog in omvang toe
genomen. Vincentze bezat alleen al in 's-Heer Abtskerke
De uitbouw van het woonhuis (fraai gerestaureerd In 17e eeuwse stijl). Totaalaanzicht van het fraaie 17e eeuwse boerenhuis (met vaate)
later zullen aantreffen als die van een der eigenaars,
waarnaar het wegje, waaraan „Welgelegen" ligt, Is ge
noemd. Dit zgn. Pijkeswegje heeft totnutoe zijn naam
behouden. Eigenaars der door Thielman Arentsz. ge
pachte percelen waren o.a. Foort Marinusse, Bastiaen
Hoochcamer en de Kerk te Kloetinge.
naar. Deze bezit niet alleen de hof en boomgaard, doch
ook een zestal percelen, die voorheen steeds in andere
handen waren. Daarnaast pacht hij in de betreffende
hoek nog een perceel en bezit hij in de aangrenzende
hoek van Kloetinge de hoek benoorden Willem Ba
rentsz. de meeste percelen.
ruim 42 gemeten, in hoofdzaak gelegen in Adr. Bouwena-
hoek en Poelhoek. Gedurende de pachtperiode van Jan
Jorisse Kakebeeke ging de eigendom der hoeve in 1720
(het jaar van Vincentze's overlijden) over op David van
Wegen.
(Zie verder pag. li)