Het wonder van het jonge leven 5 De stille ochtend gloorde over de vlakte, verlaten kerkhof, waar de rulle aarde van pas gedichte graven gedeeltelijk schuil ging onder snel verwelkende en deeis verlepte bloemen. De witte seringen toonden viesbruine plekken, als vertrapt lagen de eens zo trotse lelies langs het smalle paadje, dat via lange rijen stenen naar de jongste graven voerde. De opzichter paalde de plaats voor nieuwe kuilen af en nummerde deze met kille onbewogenheid. Links van hem lagen nog drie kransen met zwart-wit bedrukte linten: een laatste groet aan onze lieve moeder, rust zacht Leonora, rust in vredemaar hij legde de maat lat er langs en bepaalde zijn aandacht bij meters en centimeters. Drie graven boven elkaar hier, dat werd dus 2.10 bij 1 bij 21/2. Een opschrijfboekje verscheen: num mer 257 om 11 uur, dat werd opschieten vanochtend. Een schaduw viel over de duimstok en deed de be ambte opzien. Een jonge vrouw stond voor hem in de kracht van haar leven, de ruime groene mantel onttrok haar figuur aan zijn vorsende blikken, maar hij herkende de houding van de jonge aanstaande moeder. Onmiddel lijk herinnerde hij zich de stoet van de vorige middag. Nummer 256, grote kinderen die hun moeder wegbrach ten, daar liep zij bij, met een oude vader. Tja. zo zag hij er zoveel. Nu stond ze in gedachten verzonken bij de drie kransen, de bruine seringen en de verwelkte lelies. Helma bukte over de bloemen en haar vingers tastten naar de In dauw en ochtendmist verwekte kaartjes van de boeketten. Uitgelopen vulpeninkt gaf de verminkte namen weer van hen, die op deze hartelijke wijze af scheid hadden genomen van een geliefde dode. Bij de herkenning van deze namen golfde weer de ontroering door het lichaam van de vrouw. Neen, ze wilde niet terugdenken aan moeders laatste uren. Nu niet, nóg niet. Ze begreep, dat ze daartoe niet in staat zou zijn. Daarvoor had haar moeder teveel voor haar betekend. Ze moest alleen maar die kaartjes ver zamelen voor de te schrijven dankbetuigingen. Zakelijk blijven nu. Met haar rechterhand rukte zij een enveloppe los en deed 't in haar tasje. De volgende, niet kijken naar die troostende zinnetjes op het kaartje Gisteren werden ze ontroerd door al die aangedragen bloemen. Vader stond verdwaasd te staren naar de stroom seringen, afgewisseld met de zachtgetinte chry santen en de grote kransen, die van heinde en verre aangevoerd worden aan het huis, waar moeder eens zelf temidden van bloeiende bloemen en planten de huis houding bestierde. Zij hield zo van bloemen. Van bloe men en kinderen. Altijd zag je haar temidden van fris groen en kleur rijke kamerplantjes, van roodblozende wangen en jolige kinderstemmetjes. En opeens hadden ze moeder in een andere kamer, bleek en smalletjes tussen witte lakens en akelig koude flesjes en doosjes teruggevonden. Op eens moesten de bloemen het veld ruimen en werden de kinderen geweerd uit het huis. Doods en stil en ver van de woelige wereld stond plotseling het huis van vader en moeder. Een enkele keer mocht er iemand ko men. Dan werd er zacht gefluisterd aan het ziekbed en bemoedigend geknikt naar twee kanten, want zij hiel den elkaar voor de gek. Ze wisten immers wel beter. o Kijk, het bloemstuk van Gré en KareiDe naam Leonora zal altijd voortleven in onze gedachten". Lief om dat te zeggen in die stille hulde. Die twee hadden zoveel aan moeder te danken. Eerst de toestemming om te trouwen, die vader niet wilde geven, dan het tijde lijke plaatsje in huis en dan die mooie baan van Karei. En nu had moeder nog haar bontmanteltje aan Gré gegeven. Helma richtte zich op, omdat een vage pijn in haar zij haar waarschuwde dat ze te lang voorovergebogen stond. Wat was moeder toch goed geweest. Tot haar dood toe. Nog de laatste dag had ze bepaald wie haar sieraden kregen en hoe haar eigen spaargeld ver deeld moest worden, en wat er met haar kleren moest gebeuren. Zo kregen ze ieder hun deel in moeders goed geefsheid. Hè, ze had toch zeker te lang gebukt Een felle pijn krampte door haar lendenen. „Als ik u van dienst kan zijn, dameHelma schrok op uit haar gedachten- wereldje en ontwaarde nu pas de opzichter, die aan bood haar te helpen. Ze twijfelde. Wat moest je zo'n beambte aanbieden als fooi? En zou hij niet met z'n lompe laarzen op de kostbare bloemen trappen als hij de kaartjes wilde vinden? Ze schudde energiek het hoofd en boog opnieuw voorover. Nicht Stien, wat moest ze daar mee doen? Nu was ze wel present met een bloemetje, maar daarmee kwam ze precies dertien jaar te laat Moest ze Stien nu ook bedankenStel je voor, bedanken voor dat goed kope boeketje margrieten, die ze alleen maar had ge zonden om niet helemaal op te vallen door haar afwe zigheid. Helma's handen hadden het couvertje met die gehate naam haast verscheurd, maar zij bedwong zich op tijd en stak het toch bij de andere in haar tas. Voor een koel bedankje. Telkens bukkend en zich weer oprichtend, dan weer in gedachten verzonken, vorderde de jonge vrouw slechts langzaam met haar taak. Een zachte kreet waarschuwde de opzichter, dat er iets mis ging met de eenzame figuur. Hij keerde over haast terug naar de groeven, die hij ai verlaten had en trof een verschrikte vrouw aan, die met angst in haar ogen naar hem opzag. Hij begreep de situatie onmiddellijk en ondersteunde haar. „Ik zal u toch van dienst moeten zijn, dame. Nee, komt u maar mee, ik zal u naar huis brengen en als er tijd genoeg is kunt u met een taxi naar uw eigen bed." Leunend op de vriendelijk aangeboden arm wankelde Helma over het smalle pad langs de liggende en staande stenen. Het huis van de opzichter stond gelukkig niet veraf. Hij telefoneerde, terwijl zijn vrouw met de aan staande moeder sprak. Het zou nog wel gaan, dacht ze. „Moet u ver?" „Amsterdam," klonk het zwakjes. Ze schrokken, dat kon niet. „Maar ik kan misschien bij vader terecht," weifelde haar stem. „Ik heb nog wel kleertjes te leen en een kruikje," zei de ander. De opzichter greep opnieuw de hoorn en draaide het nummer van zijn dokter. Het adres van vader werd doorgegeven en de dokter kon komen. Enkele minuten later zat ze met de beambte in de taxi. In haar linker hand klemde ze nog haar handtasje met de zeventien kaartjes. Zeventien klopte dat nu wel met het aantal ontvangen bloemstukken? Ze had er gisteren twintig geteld. Ze had er drie over het hoofd gezien! Een nieuwe kramp deed haar in elkaar krimpen en bracht parelende druppels op haar voorhoofd en handen. „Kalm aan maar, mevrouw," zei de opzichter, „dat komt heus nog wel een aantal keren terug voor het zo ver is." Ze hijgde naar adem en stamelde: „Ik heb drie kaartjes te weinig!" Glimlachend betrad de dokter het woonvertrek. ,Mag ik u gelukwensen met de geboorte van een kleindochter?" Hij drukte de vader van Helma de hand en wendde zich tot de beambte van de begraafplaats. „Uw vrouw heeft werkelijk niets vergeten. We hebben alles gevonden en het kind is nu prima verzorgd.." „Zo heeft het leven z'n loop," peinsde de beambte hardop. „De ene dag brengt u iemand heen, die van u weggenomen is en de volgende dag ontvangt u het hoogste goed in een jong leven terug in uw huis" De oude man zag hem aan en nu pas drong de vreemde en toch zo gelukkige situatie tot hem door. „Zo is het," zei de dokter, „we beleven hier de dood en de wederopstanding. Het mooiste is nog. dat uw kleindochter de naam ontvangt van uw vrouw. Zo vertelde uw dochter mij, dat zij afgesproken met haar moeder." „Leenfluisterde de vader, „Leonora is dat werkelijk waar?" Hij snelde naar de kraam kamer. In het bed van zijn vrouw lag Helma met een stralende glimlach en goed ingepakt daarnaast ontwaarde hij een klein hoofdje. „Helma!" „Moeder is terug, vader. Leonora noemen wij haar. Ik heb altijd gebeden, dat het een meisje mocht worden en nu kan ik je het verlies vergoeden van onzeZe moest even ophouden en haar tranen weg vegen. „Leonoraklonk het zacht uit zijn mond. „Nu kan ik geloven In de wederopstanding. Ze is werkelijk teruggekeerd. En ze is in mijn huis teruggekomen In haar bed. O, Helma, ik heb nooit begrepen wat de kerk verkondigde over de opstanding en ik weet, dat het heel wat anders is dan wat Jezus Christus deed op staan maar ik ben zo blij met dit kindje en die naam Ikhoop dat het een zelfde Leonora mag worden!" E. E.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1970 | | pagina 5